 | Nieuwbouw sluit aan bij de ritmiek van de bestaande bebouwing in de omgeving. |
 | De parcellering, de positie en de oriëntatie van de oorspronkelijkebebouwing zijn richtinggevend bij nieuwbouw. |
 | De massa en vorm van nieuwbouw zijn zorgvuldig ingepast tussen de bestaande bebouwing. Bij vrijstaande woningen kiezen voor een eenvoudige hoofdvorm, met een daaraan ondergeschikte plaats voor aan- en bijgebouwen. |
 | De bestaande samenhang en afwisseling vormgeving van de kappen in de omgeving blijven gehandhaafd. |
 | Renovatie nieuwbouw respecteert de oorspronkelijke gevelopbouw. |
 | Wanneer aaneengebouwd wordt de gevelindeling afstemmen op de oorspronkelijke parcellering en gevelbreedtes. |
 | Het handhaven van de architectonische eenheid tussen boven- en ondergevel in geval een winkelpui of etalage wordt gebouwd. |
| Bij splitsing van ruimten blijft de architectonische eenheid van het oorspronkelijke pand behouden; bij samenvoeging van meerdere panden, blijft de individualiteit van de panden voorop staan. |
 | Bij verbouw en renovatie wordt aangesloten bij de richting en de maatverhoudingen van de bestaande gevelopeningen. |
| De plaatsing en behandeling van de hoofdentree heeft bijzondere aandacht verkregen. |