5.2.4   Kern Epe - Historisch gemengd dorpsgebied - Omschrijving
 
Vormgeving Materiaal en kleur Detaillering Beschrijving Beschrijving Beschrijving

Omschrijving
In dit deelgebied, zuidelijk van het dorpshart en aan weerszijden van de Hoofdstraat, is onderscheid te maken in parkachtige woongebieden (omgeving van Dr. van Voorthuysenstraat), woonwijken in traditionele blokverkaveling (Haverkamp), de Forumbeweging (Gildehoek), thematische inbreidingen en individuele woningbouw (oostelijk en aan de rand van Epe).

Parkachtige woongebieden
Met parkachtige woongebieden worden ruim in het groen opgezette woonwijken bedoeld. De samenhang in het omgevingsbeeld wordt met name bereikt door de breed opgezette en groen ingerichte woonstraten, de maat van de bouwmassa’s en de groen ingevulde ruimte daartussen, zoals pleinen (Bongerdplein en Drossenkampplein). In parkachtige woongebieden wordt de overgang tussen privé en openbaar meestal aangegeven via een hekwerk, haag of anderszins. De bebouwing varieert van vrijstaande woningen (een laag en kap met nokrichting meestal haaks op de weg en gedekt met donkere antracietkleurige pannen) met verschillende gevels, zoals langs de Meidoornstraat, tot woningen in lange rijen (twee lagen en kap met nokrichting dwars op de weg en gedekt met oranjerode pannen). Het merendeel van de woningen is opgetrokken uit baksteen (oranjerood, donkerrood, okergeel en soms gepleisterd) en heeft houten kozijnen. De kleuren standgroen en donkerbruin komen vaak voor in het schilderwerk in combinatie met gebroken wit.

Woonwijken in traditionele blokverkaveling
In de jaren ’50, ’60 en ’70 zijn veel uitleggebieden gerealiseerd met een eenvoudig patroon van rechte straten met een symmetrisch straatprofiel en bomen op de trottoirs.
Langs deze straten zijn woningen gebouwd, veelal in rijtjes van drie of meer, afgewisseld met dubbele en vrijstaande woningen. Soms is er sprake van een geclusterde stedenbouwkundige opzet, waarbij sommige buurten doen denken aan de tuindorpen van voor de Tweede Wereldoorlog. De samenhang in het straatbeeld ontstaat onder meer door een éénvormigheid in de ontwerpen en een ingetogen materiaal- en kleurgebruik. Kenmerkend zijn het blokvormig stratenpatroon en het straatgericht wonen (bij de Enkweg en de Patrijsweg). De straathoeken zijn open, waarbij de woningen veelal een duidelijk onderscheid hebben tussen voorgevel en zijgevel. De herhaling van gelijkvormige koppen bij rijenwoningen (twee lagen en kap) geven een karakteristiek beeld naar zijstraten. Voor- en zijtuinen zijn gescheiden van de openbare ruimte door eenvoudige, lage erfafscheidingen.

Deze woongebieden hebben een overzichtelijk, rustig en relatief groen karakter. Maar het oorspronkelijke groene en open karakter van de straten wordt aangetast wanneer de open zijde van de bouwblokken worden voorzien van verschillende invullingen zoals schuttingen, schuurtjes en bijgebouwen. De vrijstaande woningen (één laag met kap) hebben een eenvoudige hoofdmassa maar verschillende kapvormen (meestal met antracietkleurige pannen, soms oranje pannen). Ze zijn opgetrokken uit baksteen (rood en donkerrood) en zorgen, door variaties op een archetype, voor een dorpse uitstraling.

De Forumbeweging
De woongebieden uit deze periode (jaren ’70) hebben een grillig stratenpatroon en weinig doorgaande wegen. De woningen zijn meestal gegroepeerd rondom woonerven waarbij een duidelijk onderscheid tussen voor- en achterkanten ontbreekt. De wijken, maar ook delen daarvan, zijn sterk naar binnen gekeerd. Het merendeel van de woningen bestaat uit één of twee lagen met kap en heeft een gesloten karakter aan de straatzijde (met aanbouwen). De architectuur van de woningen is relatief ingetogen en sluit aan bij de jaren 70 mode; semi-ambachtelijke materialen, lichte en donkere baksteen, hout en donkere pannen. Door variaties in de positionering en schakeling van de bebouwing ontstaat er een wisselend beeld in de overgangen van openbaar gebied naar privé erf. Een voorbeeld hiervan, in dit deelgebied, is de Gildehoek.

Thematische inbreidingen
Deze nieuwe woongebieden worden gebouwd binnen bestaande kernen op stukken grond die vrijkomen door verlies van functie. Het appartementengebouw aan de Sint Gregoriusweg en Sint Catharinaweg, gelegen tussen een woongebied van de Forumbeweging en een woongebied in traditionele blokverkaveling, heeft een ruime opzet, een eigentijdse en sobere architectuur en is het enige voorbeeld van een inbreiding in dit deelgebied. Bij de ontwikkeling is veel aandacht besteed aan de architectonische/stedenbouwkundige uitstraling. Door een hoge dichtheid van de bebouwing onstaat er een open ruimte die ingericht is als park. De gevels - oker geel/oranje steen - zijn ingetogen en vormen een gebogen wand. Ze zijn voorzien van inpandige balkons waardoor er een dialoog ontstaat tussen gebouw en park.

Individuele woningbouw
Het zijn veelal vrijstaande, gevarieerde woningen van een of twee bouwlagen met kap gesitueerd aan de rand van Epe langs het voormalige spoorlijntracé. De straten en buurten hebben een groen en vaak dorps karakter (bijvoorbeeld de Europalaan en de Zukkerweg). De woningen, uit de jaren ’70 en ’80 zijn meestal individueel ontworpen (diversiteit in materiaal- en kleurgebruik, zoals hout en metselwerk) en hebben daardoor een eigen en herkenbaar gezicht.

Kernkwaliteiten
Het welstandsbeleid is gericht op instandhouding van de specifieke kwaliteiten van de verschillende typen woongebieden. Voor de parkachtige woongebieden dient het groene karakter van de tuininrichting en van de erfafscheiding behouden te blijven en de aan- en uitbouwen mogen de openheid van het bebouwingskarakter niet aantasten. Van belang voor de woonwijken in traditionele blokverkaveling is het handhaven van de heldere stedenbouwkundige opzet en rust die van het straatbeeld uitgaat. Ook wordt gelet op de situering en repetitie van bouwmassa’s, op de eenvoud van straatprofielen en op de zorgvuldige detaillering van de bebouwing. Het gebied uit de periode van de Forumbeweging is aantrekkelijk door de kleine schaal en de variatie. Verbetering en behoud van de kleinschalige stedenbouwkundige opzet en de informele sfeer die uitgaat van het straatbeeld zijn belangrijk. Bij thematische inbreidingen zijn stedenbouwkundige opzet, compositie van het straatbeeld, vormgeving en expressie van de individuele blokken essentieel. Rust in het straatbeeld, openheid en individualiteit van de bebouwingsopzet en aandacht voor het groene karakter vormen de basis voor de individuele woningbouw.