5.5.4   Kern Epe - Hogeland - Omschrijving
 
Vormgeving Materiaal en kleur Detaillering Beschrijving Beschrijving Beschrijving

Omschrijving
Dit deelgebied, gesitueerd westelijk van de kern Epe tussen de Leeuwerikweg en de Lavei/Wildkansel, is een jaren ’90 wijkuitbreiding met een karakteristieke architectuur (meta-foren).

Thematische uitbreidingen
De nieuwe woongebieden van de jaren ’90 zijn marktconform gebouwd. Dit houdt in dat er een grote vraag is – vanuit de markt – naar woonomgevingen met een herkenbare en duidelijke sfeer. Vaak wordt teruggegrepen op architectuurstijlen uit het verleden als kenmerk voor duurzaamheid. Ook zijn ze synoniem voor – paradoxaal – tijdloosheid. Zo ontstaan er buurten met verschillende architectuur, bijvoorbeeld van neotraditioneel (jaren 30-stijl) tot neomodern (kubistische, staal, beton, glas). Bij de ontwikkeling van deze gebieden wordt veel aandacht besteed aan de architectonisch/stedenbouwkundige uitstraling. Per blok, straat of buurt komen vaak meerdere typen woningen voor. In de stedenbouwkundige opzet van de wijken krijgen de verschillende architectuurthema’s een bewuste plek toegewezen, zodat het beeld van de wijken als geheel wordt ondersteund: enkele grote lijnen, assen (Warande) en geometrische vormen (De Loper) verbinden de thema’s. In de verkavelingopzet wordt in tegenstelling tot de wijken uit de voorgaande decennia weer gestreefd naar een helder onderscheid tussen openbaar en privé. De voorzijde van de bouwblokken is gericht naar de straat. Bij een merendeel van de bouwblokken is de voorzijde gericht naar de straat. Aan de zijgevels en de hoekoplossingen is tevens veel aandacht besteed. Het gebruik van beperkte materialen- en kleuren (oranjerode metselwerk, geprefabriceerde witte betonelementen, zilvergrijs kleurige houten gevelbekleding, stalen pergola’s en antraciet dakpannen) bij de verschillende ontwerpen en in verscheidende combinaties zorgt voor een rijke uitstraling en samenhang.

Kernkwaliteiten
Het beleid richt zich op het handhaven van de beeldkwaliteit die in het oorspronkelijke ontwerp is neergelegd. Het gaat om de handhaving van de stedenbouwkundige opzet en compositie van het straatbeeld. Daarbij wordt gelet op de contouren van de bouwmassa’s en op de zorgvuldige detaillering van de toevoegingen.
Wijzigingen en kleine ingrepen kunnen uiteindelijk dit bebouwingsbeeld aantasten. De meeste ingrepen zijn goed te voorzien. Het gaat om erkers, serres, dakkapellen en aanbouwen (meestal zijn de uitbreidingsmogelijkheden al tijdens het ontwerpstadium aangegeven).