1 Inleiding |
||
Welstand Welstandstoezicht is niet nieuw. Het werd ooit ingesteld om te voorkomen dat bouwwerken de openbare ruimte zouden ontsieren. Op grond van de Woningwet beoordeelt een onafhankelijke commissie of een bouwwerk niet in strijd is met ‘redelijke eisen van welstand’ en adviseert vervolgens het gemeentebestuur daarover. Het gemeentebestuur neemt de beslissing of de omgevingsvergunning ten aanzien van het bouwen wordt verleend. Het welstandsbeleid is gericht op het uiterlijk én op de plaatsing van het bouwwerk. In de welstandstoetsing wordt gekeken naar de invloed van het bouwwerk op de beeldkwaliteit van de omgeving, rekening houdend met verwachte ontwikkelingen. Daarnaast vindt er een toetsing plaats over de kwaliteit van het bouwwerk op zichzelf. De gemeente Epe laat zich bij het welstandstoezicht adviseren door het Gelders Genootschap die in het advies gebruik maakt van de gemeentelijke welstandsnota. De rayonarchitect speelt daarbij als voorpost van de welstandscommissie een belangrijke rol. Minstens een keer in de twee weken bezoekt hij de gemeente. Tijdens zijn bezoek worden veel bouwplannen afgehandeld en vindt overleg plaats met planindieners, beleidsambtenaren en het gemeentebestuur. Het vooroverleg met planindieners leidt in veel gevallen tot een resultaat, waarmee zowel de indiener als de gemeente gebaat zijn. De meer complexe plannen gaan naar de commissie. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Het doel van het welstandstoezicht is om een bijdrage te leveren aan de schoonheid en de aantrekkelijkheid van de (bebouwde) omgeving. Door het opstellen van welstandsbeleid kan de gemeente in alle openheid een effectief en inzichtelijk welstandstoezicht inrichten en opdrachtgevers en ontwerpers in een vroeg stadium informeren over de criteria die bij de welstandsbeoordeling een rol spelen. Totstandkoming van de welstandsnota Bij het vaststellen van de welstandsnota in 2004 heeft de gemeenteraad aangegeven dat zij het eerste jaar zag als een proefperiode. Vanuit de gemeenteraad werd een werkgroep ingesteld, die het functioneren van welstand heeft onderzocht. Dit heeft geresulteerd in een adviesnota aan het college van B&W. Op basis daarvan is door B&W een raadsbesluit voorbereid, dat leidt tot enkele inhoudelijke aanpassingen van het welstandsbeleid. Vervolgens is aan het Gelders Genootschap opdracht gegeven de nota te wijzigen op basis van dit besluit. Voordat een gewijzigde nota werd voorgelegd aan de raad heeft een debat plaatsgevonden in de Raad over de toekenning van de welstandsniveaus. De resultaten van dat debat zijn verwerkt in de herziene welstandsnota van 2006. Medio 2008 is de gemeente Epe gestart met de evaluatie van de welstandsnota. Het evaluatietraject is door de gemeente Epe gestart met het bevragen van de gebruikers van de nota; het Gelders Genootschap, de afdeling Publiek (eenheid Vergunningverlening en Handhaving), architecten en burgers. Zij hebben hun mening gegeven over de welstandsnota. Uit de gesprekken zijn trends en lijnen gehaald die de basis vormen voor de aanpassing van de welstandsnota. Daarnaast is de welstandsnota geactualiseerd op de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) die op 1 oktober 2010 in werking is getreden. Een korte toelichting op de invloed van deze wet op de uitoefening van het welstandstoezicht vindt u in hoofdstuk 7.2 'Welstandszorg en ruimtelijke ordening'. Gebruik van de welstandsnota Om te bepalen of uw bouwwerk vergunningsplichtig is voert u de vergunningscheck op www.omgevingsloket.nl uit.
Bouwwerken die onder voorwaarden vergunningsvrij zijn liggen vaakin een zone grenzend aan het openbaar gebied. Ze zijn vergunningsvrij als dit geregeld is in het bestemmingsplan en ze voldoen aan specifieke welstandscriteria. De gemeente Epe heeft voor deze specifieke bouwwerken specifieke welstandscriteria opgesteld. Voor alle bouwplannen die niet vergunningsvrij zijn gelden de (gebiedsgerichte) welstandscriteria, en indien van toepassing de criteria voor specifieke bebouwingstypen. De welstandscriteria vormen in de eerste plaats een vangnet en dienen om ongewenste bouwplannen die geen bijdrage leveren aan de Epese ruimtelijke kwaliteit te weren. De welstandscriteria hebben daarnaast een functie als inspiratiekader en moeten de bouwer prikkelen om na te denken over de schoonheid van het bouwwerk in zijn omgeving. Om het raadplegen van de welstandscriteria als een logische stap in het ontwerpproces te laten zijn en de bekendheid van de welstandsnota te verbreden is de welstandsnota zowel in een ‘papieren’ als digitale versie te raadplegen. Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden beleidsregels gegeven voor de uitvoering en de organisatie van de beleidstaak welstandszorg in de gemeente Epe. Het gaat hierbij om de afstemming met andere beleidstaken van de gemeente, de communicatie en de procedures rond de welstandsadvisering. In 2.2 worden de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente inzake het welstandsbeleid aangegeven. Paragraaf 2.3 legt de taakomschrijving, samenstelling en werkwijze van de Hoofdstuk 3 geeft inzicht in de algemene welstandscriteria die bestaan uit een kwaliteitskader en een ruimtelijk kader. Het kwaliteitskader bestaat uit universele ontwerpprincipes die aan alle ontwerpopgaven ten grondslag liggen, los van de plek of het soort bouwwerk. Het ruimtelijk kader bestaat uit een beschrijving van de ruimtelijke karakteristiek van de gemeente. Voor de gemeente als geheel en per kern zijn globale ruimtelijke analyses gemaakt. Hierbij wordt de relatie gelegd met het ruimtelijk beleid van de gemeente. Aan de hand van zogenaamde “gebiedstypen” wordt een overzicht verkregen van de verschillende soorten gebieden en bebouwing in de gemeente. De mate waarin het toetsingsinstrument welstand wordt ingezet in de verschillende gebieden, wordt aangegeven aan de hand van “welstandsniveaus”. |
||
![]() |
||
|