Omschrijving
Artikel 11 van de Monumentenwet 1988 omschrijft wat verboden is ten aanzien van rijks- en provinciale monumenten. Alle ingrepen aan monumenten zijn bouw- en monumentenvergunningplichtig. Er is dus altijd een welstandsadvies vereist.

Aanvullend op de Monumenwet gelden in de gemeente Epe welstandscriteria voor rijks- en gemeentelijke monumenten, beschermde complexen en beschermde dorpsgezichten volgens de Monumentenwet 1988. De criteria zijn van toepassing op de directe omgeving van monumenten, voorzover daarbij zaken aan de orde zijn, die relevant zijn voor de te beschermen waarden van het monument.

De redengevende beschrijving van een monument geeft inzicht in de te beschermen waarden. Er zijn verschillende soorten monumenten. Monumenten zijn bijzondere gebouwen, met een bepaalde ouderdom en zeggingskracht. Sommige monumenten zijn belangrijk voor de geschiedenis van een gebied, plaats of soort gebruik. Andere hebben een bijzondere architectuur of bouwstijl. Sommige monumenten vormen een solitair object, maar de meeste monumenten ontlenen hun betekenis ook aan de omgeving. De omgeving is dan heel belangrijk voor de zeggingskracht van het monument. En het monument is belangrijk voor de omgeving. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een monumentale villa in een villapark, een herenhuis in een historische straatwand of een oude vakwerkschuur op een boerenerf. De monumentale waarde van het object weegt dan mee bij de beoordeling van wijzigingen aan het grotere geheel.

Kernkwaliteiten
Artikel 11 van de Monumentenwet 1988 omschrijft wat verboden is ten aanzien van rijks- en provinciale monumenten. Alle ingrepen aan monumenten zijn bouw- en monumentenvergunningplichtig. Er is dus altijd een welstandsadvies vereist. Het welstandsbeleid voor beschermde monumenten is gericht op handhaven, herstel en versterken van de historische karakteristieken van het monument (exterieur en interieur) en de samenhang van het monument met zijn omgeving. Bij beschermde dorpsgezichten en monumentale complexen wordt gestreefd naar behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden. Doel is kenmerkende fasen uit de geschiedenis zichtbaar te houden.