5.11.4   Kern Oene en Emst - Dorpsuitbreiding - Omschrijving
 
Vormgeving Materiaal en kleur Detaillering Beschrijving Beschrijving Beschrijving

Omschrijving
In dit deelgebied hebben sinds de jaren ’50 tot heden uitbreidingen plaatsgevonden; in Emst langs de zuidwestelijke wegen, haaks op de Hoofdweg en in Oene langs de radiale wegen buiten het dorpshart. Deze uitbreidingen bestaan uit tuinwijken, de Forumbeweging en thematische uitbreidingen.

Tuinwijken
In Emst zijn tussen de tweede helft van de jaren ’50 en de jaren ’80 verschillende bouwvormen gerealiseerd langs de Ds. Van Rhijnstraat, parallel aan de Hoofdweg, en de Hanendorperweg. De eerste woningen zijn gebouwd aan de Ds. Van Rhijnstraat. Het zijn eenvoudige, forse en strenge blokken van twee tot zes woningen. De blokken staan in een rooilijn en zijn voorzien aan de voorzijde van kleine verzorgde tuinen. De blokken – twee lagen en kap - zijn gebouwd in een oranjebruine steen en hebben oranje of antracietkleurige dakpannen (kap evenwijdig aan de straat). De kozijnen zijn wit en de beweegbare delen zijn in een donkere kleur geschilderd (roodbruin, donkergroen, donkerblauw). Bij de hoekwoningen kan de ingang aan de kopgevel gesitueerd zijn. Daardoor krijgen deze woningen een massief karakter met veel metselwerk. Stevige donkere schoorstenen zorgen voor een ritmisch beeld in de straat. Bij het Hezeplein zijn in dezelfde periode lage blokken (één laag met kap) gebouwd. Ze liggen terug en schuin ten opzichte van de omringende bebouwing. Ze zijn omgeven door groen en stralen rust uit. In de daarop volgende decennia zijn de woonblokken aan de Hanendorperweg gebouwd. De twee eerste blokken met vier woningen per blok hebben ondergrondse garages waardoor de blokken licht opgetild zijn. De onderbouw is opgetrokken uit een donkerbruine steen en het opgaand metselwerk is okergeel. De kappen (zadeldaken evenwijdig aan de weg) zijn gedekt met antracietkleurige pannen. Door de grote kozijnen (wit) en de brede luifels op de begane grond krijgt de rij blokken een duidelijke horizontaliteit. De beweegbare delen, de beplating van de borstweringen, de randen van de luifels en de zijwangen van de dakkapellen zijn donkergroen.

De overige blokken in dezelfde rooilijn hebben een extrovertere uitstraling. Er is weinig metselwerk behalve de grijsgele kopgevels. De voorgevels zijn voorzien van veel glas. Een horizontale band (witte borstwering op de verdieping) loopt door de hele gevel. De kozijnen zijn wit en de beweegbare delen alsmede de dikke luifels roodbruin. De dakpannen zijn antracietkleurig. Enkele vrijstaande woningen (met kap haaks op de weg) zijn in de late jaren ’70 en de vroege jaren ’80 gerealiseerd, met okergeel metselwerk, donkerbruine houten onderdelen en donkergrijze pannen.

Woonwijken in traditionele blokverkaveling
In Aan weerszijden van het zuidoostelijke lint in Oene zijn in de jaren ’50/’60 en jaren ’70 uitbreidingswijkjes ontstaan. In de eerste realisaties bij het Duivenslag betreft het twee onder een kap woningen (twee lagen met kap evenwijdig aan de weg), neergezet in een symmetrische opzet. Ze zijn strak en sober vormgegeven met lichte gevels (rood, bruin en okergeel gemêleerd) en witte kozijnen. De dakpannen zijn aan een zijde van de straat antracietkleurig en aan de andere zijde oranje. De hoek van de Dorpstraat en de Groeneweg is in de jaren ’60/’70 gecompleteerd door kleinschalige woningen gebaseerd op één type. Ze zijn gebouwd uit een laag met kap haaks of schuin op de wegen. De gevels zijn licht van kleur (geelgrijs met oranje nuances), de daken gedekt met donkere pannen en de kozijnen wit (eind jaren ’60) of donkerbruin (jaren ’70). Aan de Beukenhaag staan woonblokken uit de jaren ’70. Het zijn twee onder een kap woningen met open gevels. De zijgevels zijn grijsgeel en de voorgevels hebben dominante witte kleuren. De entree is gemarkeerd door een forse roodbruine luifel. De beweegbare delen zijn roodbruin.

De Forumbeweging
Kenmerkend van de wijken uit deze periode (jaren ’70/begin jaren ’80) is het eigen stratenpatroon, de ongedwongen stedenbouwkundige opzet en de uitgesproken architectuur. Het merendeel van de bouwvormen zijn twee onder een kap woningen gesitueerd langs groene straten of pleintjes. De gevels zijn meestal licht van kleur en de daken donker. De kappen tonen een brede variatie aan vormen (Weth. Heeringstraat in Oene). Er wordt in deze periode veel gebruik gemaakt van hout, in lichte of donkere tinten. De latere woningen hebben eenvoudige en ingetogen gevels alsmede een eenvoudig zadeldak evenwijdig aan de weg (Leeuwenboomweg in Emst).

Thematische uitbreiding
De uitbreidingen in Emst en Oene zijn gerealiseerd in de jaren ’90. Ze zijn gesitueerd in het westelijke gedeelte van de kernen en zijn kleinschalige projecten. In Oene is er gekozen voor een architectuurstijl uit de jaren ’30 met een ruime en strakke opzet dat contrasteert met de organische groei van het dorp. De uitbreiding grenst aan de historische kern van Oene. De stijlkeuze benadrukt het idee van nieuwbouw met continuïteit zonder dat het verleden aangetast wordt. De forse twee onder een kap woningen staan in een rooi lijn en hebben de uitstraling van een villa. Dit komt door de asymmetrische plattegronden met aanbouwen en uitbouwen. Deze aangekapte ruimten zijn aanwezig onder een stevige tentkap, gedekt met antracietkleurige pannen. De begane grond is opgetrokken uit rode bakstenen. De overgang naar de kap wordt gerealiseerd door het aanbrengen van horizontale houten delen (kleur naturel) op de eerste verdieping. De kozijnen en de bakgoten met flinke overstekken zijn wit. De luxueuze sfeer is versterkt door de groene beplanting en de lage hagen in de voortuinen en als erfafscheiding. In Emst is er geen directe relatie tussen het historische lint en de uitbreiding. Aan de Hullandstraat en Hezeweg zijn lage blokken (een laag met kap) en twee onder een kap woningen (twee lagen en kap) gebouwd. De gevels zijn licht van kleur (meestal geelgrijs of grijs, soms rode accenten) en de kappen (evenwijdig aan de weg) antracietkleurig. Tussen de twee wegen, bij de Leeuwenboomweg aan een groen hofje staan vrijstaande woningen. Ze zijn meestal variaties op een type en zijn hier ook opgetrokken uit grijs (soms rood) metselwerk. De kozijnen en dakranden zijn wit/gebroken wit. De kappen (haaks op de weg) zijn gedekt met antracietkleurige
pannen.

Kernkwaliteiten
Het welstandsbeleid is gericht op instandhouding van de specifieke kwaliteiten van de verschillende typen woongebieden. Het beleid in de tuinwijken heeft als doel de instandhouding van de samenhang tussen het fijnschalig opgebouwde stedenbouwkundig patroon en de architectonische vormgeving. Van belang voor de woonwijken in traditionele blokverkaveling is het handhaven van de heldere stedenbouwkundige opzet en de rust die van het straatbeeld uitgaat. Ook wordt gelet op de situering en repetitie van bouwmassa’s, op de eenvoud van straatprofielen en op de zorgvuldige detaillering van de bebouwing. Het gebied uit de periode van de Forumbeweging is aantrekkelijk door de kleine schaal en de variatie. Verbetering en behoud van de kleinschalige stedenbouwkundige opzet en de informele sfeer die uitgaat van het straatbeeld zijn belangrijk. Bij thematische uitbreidingen zijn stedenbouwkundige opzet, compositie van het straatbeeld, vormgeving en expressie van de individuele blokken essentieel.