1 Algemene beleidskaders De gemeente Leudal werkt aan een nieuwe structuurvisie. Met het in werking treden van de nieuwe Wro (1 juli 2008) vormt de Structuurvisie een belangrijk gemeentelijk beleidsdocument. Een groene parel met dynamiek, een gemeente waarin het voor iedereen goed wonen, goed leven en goed werken is, nu en in de toekomst; daar zet de gemeente Leudal op in. Met deze structuurvisie wil de gemeente regie voeren op de ontwikkelingen en processen die voor de toekomst van Leudal van belang zijn. Ontwikkelingen die het goed wonen, leven en werken ondersteunen en verbeteren wil de gemeente kunnen faciliteren en stimuleren. Voor sommige ontwikkelingen zal ze daarbij zelfs initiatiefnemer willen zijn. Voor andere ontwikkelingen is zij ook afhankelijk van initiatieven van derden, zoals ondernemers, woningcorporaties, instellingen, en burgers. Ontwikkelingen die afbreuk doen aan de toekomst van Leudal wil de gemeente waar mogelijk voorkomen. De structuurvisie blikt vooruit op al deze ontwikkelingen. Welke ontwikkelingen zullen naar verwachting plaatsvinden? En hoe wil de gemeente daarop inspelen? Gebiedtypering Leudal is niet alleen een woongemeente, maar ook zeker een agrarische gemeente. De agrarische achtergrond is ook in de kernen nog terug te vinden. Leudal bestaat uit 16 kernen in een fraai buitengebied. De 16 kernen zijn in drie verschillende typen onder te verdelen. Een verdere uitwerking is bij de Gebiedsbeschrijvingen te vinden. De centrumkern is Heythuysen. In Heythuysen zijn de meeste voorzieningen gelegen. Daarnaast zijn een aantal autonome woonkernen aanwezig: Haelen, Horn, Roggel, Neer en Ittervoort. De overige kernen zijn agrarische dorpen. Een aantal overkoepelende beleidsdocumenten liggen aan deze structuurvisie ten grondslag. De belangrijkste zijn de regiovisie 2008-2028, gebiedontwikkeling Midden-Limburg en de gemeentelijke strategische overallvisie 2020 'Leven in Leudal'. Limburgs Kwaliteitsmenu Voortkomend uit de POL-aanvulling 'Verstedelijking, Gebiedsontwikkeling en Kwaliteitsverbetering' is het Limburgs Kwaliteitsmenu ontwikkeld. Dit is de opvolger van onder andere het VORm-, Ruimte voor Ruimte, Contouren en BOM+-beleid. Uitgangspunt van het Kwaliteitsmenu is dat ontwikkelingen in het buitengebied mogelijk zijn, mits sprake is van een kwaliteitsverbetering. De kaders van het gemeentelijk kwaliteitsbeleid dienen bij voorkeur opgenomen te worden in de gemeentelijke structuurvisie. De gemeente Leudal staat achter de gedachte van het Kwaliteitsmenu. Zij geeft hier in deze Structuurvisie echter wel haar eigen invulling aan, met eigen randvoorwaarden. Een ruimtelijk planologische afweging is het uitgangspunt, alvorens de omgevingskwaliteit (kwaliteitsverbetering) aan de orde komt. 2 Wonen en woonomgeving Hoofdlijnen van beleid ten aanzien van woonomgeving en woningaanbod Het moet voor iedereen fijn wonen zijn in Leudal. Een leefbare en fijne woonomgeving betekent een goede balans tussen woningvoorraad en woningbehoefte. Daarnaast is ook de kwaliteit van de woning en de woonomgeving van groot belang. De huidige woningmarkt van de gemeente Leudal is voornamelijk gericht op gezinshuishoudens. De gemeente wil zich in de toekomst doornaast ook richten op drie specifieke doelgroepen, te weten zorgbehoevende ouderen, lage inkomensgroepen en overige speciale doelgroepen (zoals gehandicapten). Het huidige woningaanbod biedt voor deze doelgroepen nog onvoldoende wooncarrière. Hierdoor kan de gemeente voor deze doelgroepen te weinig concurrentie bieden met de omliggende gemeenten, zoals Weert en Roermond Vanuit de demografische ontwikkeling van de eigen bevolking wordt in de toekomst (vanaf 2027) een krimp verwacht. Met het oog op de (toekomstige) krimp, zal het aanbod van de woningvoorraad van steeds grotere betekenis worden voor ‘goed wonen in Leudal’. Van belang is dat ingespeeld wordt op de toekomstige ontwikkelingen, de eisen en wensen ten aanzien van de huidige maatstaven, zodat de eventuele negatieve gevolgen (met name de druk op de leefbaarheid) van krimp zoveel mogelijk beperkt worden. Het beleid van de gemeente is er dan ook op gericht om de bestaande bewoners te behouden en een goede wooncarrière te bieden voor de twee bijzondere doelgroepen. Hoofdlijn van beleid Uitgangspunt voor het beleid ten aanzien van wonen is dat, in het kader van de leefbaarheid, de veranderingen in de aard en omvang van de woningvoorraad niet geënt worden op de kwaniteit van de voorraad, maar op de kwaliteit van de voorraad. Door in te zetten op kwaliteit wil de gemeente een woningvoorraad bieden die bijdraagt aan de sociale binding van mensen met de gemeente, maar die ook afgestemd is en bijdraagt aan de verschillende ruimtelijke karakteristieken van de afzonderlijke kernen en het buitengebied. Met andere woorden: met een groei van het aantal inwoners alleen wordt de leefbaarheid niet gediend. Het beleid voor goed wonen en leven is uitgewerkt in vier vormen van beleid:
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik hier. 2.1 De gemeentelijke basisverantwoordelijkheid voor wonen en woonomgeving Beschikbaarheid van een woning voor alle doelgroepen Elke inwoner moet in beginsel in staat zijn in de gemeente Leudal een passende woning te vinden. Passend ten aanzien van de aard van de woning, de bereikbaarheid van de noodzakelijke voorzieningen, maar ook ten aanzien van de betaalbaarheid. Binnen de bestaande woningmarkt, en de wijze waarop deze georganiseerd is, is het overgrote deel van de inwoners van de gemeente Leudal in staat daarbij hun eigen keuze te maken. Voor een aantal doelgroepen ziet de gemeente medeverantwoordelijkheid, omdat zij binnen de mechanismen van de woningmarkt daartoe onvoldoende in staat zijn. De gemeente zal erop toezien dat zowel bij de programmering van nieuwbouwwoningen als bij aanpassingen van de bestaande voorraad ook voor deze meer kwetsbare doelgroepen passende woningen beschikbaar blijven. Door beslissingen door de oude gemeenteraden (van voor de herindeling) zijn de sturingsmogelijkheden voor veel lopende projecten beperkt. De gemeente Leudal geeft extra aandacht aan de volgende doelgroepen:
De gemeente heeft hierbij een inspanningsverplichting richting de genoemde doelgroepen, maar geen resultaatsverplichting. Dit is ook niet mogelijk, aangezien de gemeente niet zelf woningen realiseert. Dit wordt door andere partijen (woningcoorporaties, ontwikkelaars e.d.) gedaan. Aanpassing van de woning aan veranderende wooneisen De gemeente Leudal is van mening dat het binnen randvoorwaarden mogelijk moet zijn voor de bewoners van de gemeente om de woning en woonomgeving aan te kunnen passen aan veranderende wooneisen. Gedacht kan worden aan het realiseren van aan- of uitbouw en realisatie van bijgebouwen. Door middel van de bouwmogelijkheden in de bestemmingsplannen worden voor de kernen de randvoorwaarden geschapen. Aanpassing van de woning is enkel mogelijk met behoud van kwaliteit. Behoud van kwaliteit van de woonomgeving De gemeente is zelf de eerst verantwoordelijke voor het openbare deel van de fysieke woonomgeving. Dit betekent dat de gemeent een actieve rol heeft in het behoud van de kwaliteit van de openbare ruimte. Voor het overige beleid voor wonen en woonomgeving:
2.2 Extra ontwikkelingen op het gebied van wonen en woonomgeving realiseren Een woningvoorraad die aansluit bij de bevolkingsontwikkeling en doelgroepen De ontwikkeling van het aantal huishoudens in Leudal wordt bepaald door de samenstelling van de bevolking, maatschappelijke trends, maar vooral door vestiging en vertrek van huishoudens in/uit de gemeente. De gemeente voorziet voor de periode 2010 - 2020 een toename van de woningvoorraad. Opgemerkt dient te worden dat het woningbouwprogramma door de oude raden reeds is vastgesteld. Het aantal plannen overschrijd hiermee al de vraag. Ontwikkelingen in de woningmarkt moeten de maatschappelijk hoog gewaardeerde woonkwaliteiten van Leudal, veel laagbouw en het dorpse karakter, minimaal behouden en waar mogelijk versterken (wonen in het groen). De gemeente heeft de ambitie om bij nieuwe ontwikkelingen prestatieafspraken met woningcoorporaties te maken zodat de doelgroepen gefaciliteerd kunnen worden. Daarnaast heeft de gemeente de ambitie om bij nieuwe projecten een grotere regie op de invulling ervan te hebben. De gemeente wil dat de doorstroom bevorderd wordt en dat er woningen aangeboden worden die interessante groepen (vitale senioren, gezinnen e.d.) verleiden om in Leudal te komen wonen. Mede door de eerder genoemde versterking van de hoog gewaardeerde woonkwaliteiten in Leudal kunnen de voorwaarden worden geschapen deze groepen aan te trekken. Voor het overige beleid voor wonen en woonomgeving:
2.3 Benutten van de kansen voor wonen en woonomgeving De gemeente Leudal wil de kansen, die zich voordoen op de woningmarkt, zo goed mogelijk kunnen benutten. Zij is daarbij ook afhankelijk van initiatieven van marktpartijen (corporaties, commerciële ontwikkelaars, zorginstellingen, e.d.). Die hebben een eigen verantwoordelijkheid en een eigen belang om woningbouwplannen op te stellen. De woningvoorraad van de gemeente Leudal bestaat ongeveer voor 77% uit woningen in de koopsector. Ondanks het grote koopaanbod wil de gemeente in staat zijn op dergelijke initiatieven en plannen een goede regie te voeren, zodat deze plannen kwantitatief en kwalitatief de juiste bijdrage leveren aan goed en zorgeloos wonen in Leudal. Inspelen op mogelijkheden herijking bestaande woningbouwplannen Indien door bijvoorbeeld veranderende marktomstandigheden bestaande woningbouwplannen opnieuw tegen het licht worden gehouden, wil de gemeente Leudal de mogelijkheid aangrijpen om de woningbouwplannen te kunnen herijken en af te zetten tegen de volkshuisvestingsdoelen. Dit geldt ook voor de plannen waar nog geen harde afspraken vastliggen (waar bijvoorbeeld enkel een intentieovereenkomst is). Op deze wijze kan de gemeente meer sturing geven aan de uitvoering van het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid. Toetsingskader voor woningbouwplannen De gemeente Leudal zal plannen en initiatieven voor woningbouw en herstructurering / renovatie van de bestaande woningvoorraad beoordelen op de bijdrage aan de kwaliteiten van de woonbuurten en de kern, waar dat bouwplan gerealiseerd gaat worden. Daarnaast worden initiatieven en plannen beoordeeld op de bijdrage aan het vergroten en versterken van de woningvoorraad voor de kwetsbare doelgroepen. Flexibel en levensloopbestendig bouwen geniet hierbij de voorkeur aangezien op deze wijze (op termijn) meerdere doelgroepen kunnen worden bediend. Als criteria hanteert de gemeente:
Toetsingskader voor uitbreiding woonfunctie buitengebied De gemeente Leudal zal aan plannen en initiatieven voor uitbreiding van de woonfunctie in het buitengebied alleen medewerking verlenen indien het een verbouwing of herontwikkeling van een bestaande gebouwde locatie betreft. De gemeente zal daarbij maximale flexibiliteit hanteren in situaties waar het tijdelijke mantelzorg betreft. Alle initiatieven zullen daarnaast worden beoordeeld op de bijdrage aan de kwaliteiten van het buitengebied en de omgevingskwaliteiten, waar dat bouwplan gerealiseerd gaat worden. De gemeente stelt hierbij de volgende eisen:
Toetsingskader huisvesting van seizoensarbeiders In de gemeente Leudal is de agrarische sector goed vertegenwoordigd. Een van de gevolgen hiervan is, dat een groot aantal seizoensarbeiders in de gemeente actief zijn. Deze seizoensarbeiders worden via de private sector gehuisvest. Om te waarborgen dat de leefomstandigheden voor gebruikers van de huisvesting van een acceptabel niveau zijn, hun veiligheid voldoende is gewaarborgd en de gekozen huisvestingsvorm niet ten koste gaat van de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving heeft de gemeente een toetsingskader opgesteld. Huisvesting van seizoensarbeiders is enkel mogelijk indien voldaan wordt aan de voorwaarden uit het toetsingskader. Er wordt een onderscheid gemaakt in drie soorten huisvesting:
Voor een verdere uitwerking van het beleid wordt verwezen naar de 'Beleidsnota huisvesting seizoensarbeiders'. Voor het overige beleid voor wonen en woonomgeving:
2.4 Bedreigingen voor wonen en woonomgeving voorkomen De toekomst van wonen en woonomgeving wordt niet alleen bepaald door de woning en de fysieke woonomgeving, maar ook door sociaal-maatschappelijke kwaliteiten. Initiatieven die de basisverantwoordelijkheid ten aanzien van het doelgroepenbeleid van de gemeente willen verstoren zal de gemeente willen voorkomen. Daarnaast kan ook de toekomstige krimp leiden tot verloedering van woning en woonomgeving. Ontwikkeling in de kwaliteit van de woningen De in de toekomst verwachte krimp van de bevolking en huishoudens kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van woningen en woonomgeving. Door te sturen op het woningaanbod (met name voor de doelgroepen) kan voorkomen worden dat er een onevenwichtige woningvoorraad ontstaat die vatbaar is voor verloedering als gevolg van de krimp. Voor het overige beleid voor wonen en woonomgeving:
3 Welzijn en voorzieningen Beleid ten aanzien van maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven De gemeente Leudal streeft naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van de leefomgeving. Een goed en integraal aanbod aan voorzieningen draagt hier aan bij. In de huidige situatie zijn kleinschalige voorzieningen in de meeste kernen aanwezig; de grootschalige voorzieningen zijn veelal geconcentreerd gelegen in de grootste kernen van de gemeente. De gemeente wil de leefbaarheid in de kernen up-to-date houden en bevorderen. Dit is gediend met een zo effectief mogelijke inzet van middelen, waaronder accommodaties. Er wordt echter niet geforceerd vastgehouden aan het overeind houden van voorzieningen in alle kernen. Kenmerkend voor de gemeente Leudal is de grote hoeveelheid aan kernen, in totaal zestien, en haar omvangrijke buitengebied. De voorzieningen in de kleinste kernen staan onder druk. Door het wegvallen van draagvlak in de toekomst is het onmogelijk te garanderen dat alle kernen in de toekomst over al deze voorzieningen kunnen blijven beschikken. Hoofdlijn van beleid Omdat een toereikend aanbod aan voorzieningen niet in alle kernen meer te behouden is, zet de gemeente Leudal in op het realiseren van een duidelijke hiërarchie tussen de kernen om de voorzieningen wél bereikbaar en toegankelijk te houden. Als de “voorzieningen niet meer naar de mensen gebracht kunnen worden”, wordt er ingezet op de vraag “hoe de mensen naar de voorzieningen kunnen worden gebracht.” De centrumkern wordt Heythuysen met een aanbod van de meest kostbare gemeenschapsvoorzieningen. Daarnaast worden ook de meeste commerciële voorzieningen hier geclusterd. In een aantal autonome kernen, te weten Horn, Haelen, Neer, Roggel en Ittervoort, wordt de nadruk gelegd op het behouden van dagelijkse voorzieningen. De overige kernen zijn de “woondorpen”, waar het accent ligt op de ontmoetingsfunctie voor bewoners. Karakteristiek voor de plattelandsgemeenschap van Leudal is ook de grote mate van sociale cohesie, de gemeente wil hier optimaal gebruik van maken én faciliteren. Hoofdlijn van beleid Eigen initiatief vanuit de bevolking wordt gestimuleerd; de gemeente Leudal wil zoveel mogelijk de kansen benutten die zij krijgt aangereikt. Door eigen initiatief te stimuleren wil de gemeente de gemeenschapsvorming, de persoonlijke- en sociale ontwikkeling en de zelfredzaamheid van haar inwoners bevorderen. Het beleid voor maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven is uitgewerkt in vier vormen van beleid:
Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. 3.1 De gemeentelijke basisverantwoordelijkheid voor welzijn en voorzieningen Doel van het basisvoorzieningenbeleid Basistaakstelling
Algemene beleidsuitgangspunten Aan deze flexibiliteit worden de volgende voorwaarden voor beleid gesteld:
Het is vanzelfsprekend niet reëel om te verwachten dat nooit en op geen enkele wijze moet worden afgeweken van bovengenoemde garantie. Dit dient echter nadrukkelijk de bekende uitzondering op de regel te zijn. Overwegingen die aan een dergelijke uitzondering ten grondslag kunnen liggen betreffen met name het ontbreken van een aantoonbaar breed gedragen initiatief en spankracht vanuit de lokale gemeenschap, een te minimale bezetting van de voorziening en een te zeer verliesgevende exploitatie. Daarnaast gelden de volgende randvoorwaarden:
Voor het overige beleid voor maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven: Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 3.1.1 Primair onderwijs Ruimtelijke mechanismen Beleidsuitgangspunten
Ruimtelijke weerslag
Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 3.1.2 Bibliotheek Ruimtelijke mechanismen Beleidsuitgangspunten Ruimtelijke weerslag Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 3.1.3 Speelruimte Ruimtelijke mechanismen Beleidsuitgangspunten
Ruimtelijke weerslag
Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 3.2 Extra ontwikkelingen op het gebied van welzijn en voorzieningen Doel van het extra voorzieningenbeleid De ambitie
Algemene beleidsuitgangspunten Het beleid voor maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven is uitgewerkt in vier vormen van beleid:
Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 3.2.1 Voortgezet onderwijs Ruimtelijke mechanismen Beleidsuitgangspunten Ruimtelijke weerslag
Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 3.2.2 Sportaccommodaties Ruimtelijke mechanismen Beleidsuitgangspunten
Aan deze definitie van basisbuitensport voldoen in de gemeente Leudal de sporten voetbal en tennis. Daarnaast is er een redelijk grote animo aanwezig voor beoefening van volleybal en handbal. Daarnaast kent de kern Heythuysen op het gebied van atletiek een regiovoorziening. Een optimale spreiding van buitensportaccommodaties in de gemeente Leudal staat ten dienste van het lokale sportbeleid. De hoofddoelen van het sportbeleid zijn:
Ruimtelijke weerslag
Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 3.2.3 Zorgvoorzieningen Ruimtelijke mechanismen Ouderen en gehandicapten willen graag zo lang mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen. Daarnaast is er een proces van extramuralisering gaande bij zorginstellingen. Door de vergrijzing zal de vraag naar aanpassingen in de directe woonomgeving in de toekomst toenemen. Beleidsuitgangspunten
Ruimtelijke weerslag
Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 3.2.4 Commerciële voorzieningen Ruimtelijke mechanismen Beleidsuitgangspunten
Ruimtelijke weerslag
Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 3.3 Benutten van kansen voor welzijn en voorzieningen Doel van het kansenbeleid Ontwikkelingen die “moeten kunnen” Algemene beleidsuitgangspunten
Op het moment dat de voorziening verduurzaamd wordt c.q. wil worden, worden de sturingsuitgangspunten en ruimtelijke eisen zoals vermeld bij de basisverantwoordelijkheid en de ambitie toegepast. Het beleid voor maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven is uitgewerkt in vier vormen van beleid:
Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 3.4 Ongewenste ontwikkelingen bij welzijn en voorzieningen voorkomen Doel van het voorkomen van ongewenste ontwikkelingen Bedreigingen
Door ontwikkelingen op het vlak van infrastructuur maar ook verandering in de dienstregeling kan de bereikbaarheid van voorzieningen in en buiten de gemeente Leudal onder druk komen te staan. Potentiële locaties die van betekenis kunnen zijn voor toekomstige ontwikkelingen, zijn veelal ook voor andere ruimtelijke ontwikkelingen interessant. Uit planeconomische motieven wordt soms gekozen voor een economisch aantrekkelijke invulling op de korte termijn. Dit kan tot gevolg hebben dat op de langere termijn bepaalde voorzieningen niet meer in de gemeente Leudal gehuisvest kunnen worden, waardoor de inwoners daarvoor aangewezen zullen zijn op het aanbod buiten de gemeente. Samengevat heeft de gemeente Leudal te maken met een bedreigingenvraagstuk in de volgende spanningsvelden ten aanzien van welzijn en leefbaarheid:
Algemene beleidsuitgangspunten
Gebrek aan informatie kan wederzijds leiden tot het nemen van beslissingen die niet beoogde effecten hebben. De gemeente hecht daarom veel waarde aan een goede communicatie met bedrijven en instellingen op het vlak van voorzieningen. Zij wil dit bereiken door:
Het beleid voor maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen voor goed wonen en leven is uitgewerkt in vier vormen van beleid:
Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 4 Economie en Werkgelegenheid Beleid voor economie en werkgelegenheid De kwaliteit van leven in Leudal wordt bepaald door een compleet aanbod voor wonen, werken, voorzieningen en recreatie. De gemeente wil ook een economisch sterke gemeente in de regio zijn. Ruimte voor dynamiek en ruimtelijke ontwikkeling is gericht op het op peil houden van het aantal arbeidsplaatsen in Leudal en een sterke positionering in de regio Midden-Limburg. De basis van het lokale economische beleid wordt gevormd door: Agrarische bedrijvigheid De agrarische bedrijvigheid is van oudsher een belangrijke factor binnen de gemeente. In het beleid legt de gemeente het accent op het behouden en versterken van de bestaande agrarische bedrijvigheid binnen de gemeente Leudal in combinatie met het streven naar een goed woon- en leefklimaat. Ontwikkeling van Agribusiness wordt in dit kader als kansrijk gezien. De ontwikkeling van de agrarische bedrijvigheid is niet alleen afhankelijk van het ondernemerschap, maar ook van de Europese wet- en regelgeving ten aanzien van landbouwproductie en de milieuwetgeving. Leudal conformeert zich daarom aan de lijn die de reconstructie aanduidt. De gemeenteraad heeft uitgesproken om geen landbouwontwikkelingsgebieden aan te wijzen maar maatwerk te leveren. Bijzondere aandacht vraagt de ontwikkeling van kleinschalige bedrijfsontwikkelingen in het buitengebied, samenhangend met verbreding en/of beëindiging van de agrarische bedrijfsvoering. Daardoor neemt het aantal bedrijven die in het buitengebied zorg, recreatie, educatie e.d. aanbieden gestaag toe. De gemeente ondersteunt deze verbreding. Hoofdlijn van beleid De gemeente Leudal wijst geen landbouwontwikkelingsgebieden aan, maar faciliteert agrarische bedrijfsontwikkeling via maatwerk. Daarnaast ondersteund de gemeente de verbreding van de bedrijfsontwikkeling en bedrijfsbeëindiging. Bedrijf-naar-Bedrijf en Bedrijf-naar-Consument Voor de lokale werkgelegenheid zijn zowel bedrijven gericht op andere bedrijven en bedrijven gericht op consumenten van betekenis. Behoud van voldoende bedrijvigheid is niet alleen van betekenis voor de lokale economie, maar ook voor de leefbaarheid en voor de sociale binding en cohesie. Hoofdlijn van beleid Het beleid is gericht op het behouden van deze twee type soorten bedrijvigheid binnen de gemeente Leudal. Op lokaal niveau heeft Leudal dit vertaald in de volgende aandachtspunten:
Zorgsector In Hornerheide is een zorgcluster gelegen (Proteion) dat functioneert op een bovenregionaal niveau. De zorg biedt hoog gekwalificeerde werkgelegenheid die van grote betekenis is voor de differentiatie in de beroepsbevolking van de gemeente. De gemeente ziet de verdere ontwikkeling van de zorg daarom als een speerpunt van beleid. De kwaliteiten van het werken in de zorg sluiten ook goed aan bij de kwaliteiten van het wonen en de de woonomgeving die de gemeente nastreeft. Hoofdlijn van beleid Het beleid is gericht op het stimuleren en versterken van zorginstellingen binnen de gemeente Leudal die specifieke zorg aanbieden op regionaal of bovenregionaal niveau. Toerisme en recreatie De gemeente Leudal is gelegen in een afwisselend gebied met veel natuur. In het buitengebied vind je ongerepte natuur en fiets- en wandelgebieden, zoals het Leudal. Ook de Maas vormt een fraaie landschappelijke ader met veel toeristisch-recreatieve potentie. Samen met het cultuurhistorische karakter van de dorpen vormt de gemeente Leudal een aantrekkelijke omgeving voor de toerist en de recreant. Hoofdlijn van beleid Het beleid van de gemeente Leudal is gericht op versterking van de toeristisch-recreatieve sector. Bestaande bedrijven op het gebied van recreatie en toerisme moeten daarom de mogelijkheid krijgen om zich te kunnen doorontwikkelen. Nieuwe bedrijven moeten zich kunnen vestigen. Ook het versterken en behouden van het karakteristieke landschap, de verschillende groene parels en de landschapselementen dragen bij aan een aantrekkelijke omgeving voor de toerist en recreant. Het beleid voor Economie en Werkgelegenheid is uitgewerkt in vier vormen van beleid:
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik hier. 4.1 De gemeentelijke basisverantwoordelijkheid voor economie en werken Sturen op kwaliteit De gemeente Leudal koestert haar gevestigd bedrijfsleven en zet zich in groei mogelijk te maken. De groei zit in Leudal in de (ruimtelijke) kwaliteit en niet in de kwantiteit. De gemeente koestert daarom de bestaande bedrijventerreinen en zet in op een goed duurzaam kunnen blijven benutten van deze terreinen. Een evenwicht tussen bedrijvigheid en groen is van belang. Agrarische bedrijvigheid De gemeente Leudal is een gemeente met een grote agrarische sector. De bestaande agrarische bedrijvigheid in het buitengebied dient gekoesterd en zoveel mogelijk gefaciliteerd te worden, met behoud van omgevingskwaliteit. De zones, zoals aangeduid in het reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg, dienen hiervoor als basis. Bedrijf-naar-Bedrijf en Bedrijf-naar-Consument Ten aanzien van de Bedrijf-naar-Bedrijf (Business-to-business) en Bedrijf-naar-Consument (Business-to-Consumer) bedrijvigheid binnen de gemeente Leudal staat in beginsel het behoud van deze sector voorop. Het accent wordt daarbij gelegd op het behouden van de bestaande bedrijventerreinen. Het doelmatig kunnen gebruiken van de terreinen dient zoveel mogelijk gefaciliteerd te worden. Bestaande bedrijven moeten de mogelijkheid krijgen om zich te kunnen doorontwikkelen. We willen dit doen door:
Toeristische en recreatieve sector Bestaande bedrijven op het gebied van recreatie en toerisme moeten de mogelijkheid krijgen om zich te kunnen doorontwikkelen. De gemeente Leudal wil dit doen door een goede bereikbaarheid en voldoende ontwikkelingsruimte in bestemmingsplannen creëren. Voor het overige beleid voor economie en werkgelegenheid:
4.2 Extra economische ontwikkelingen realiseren Agrarische bedrijvigheid De gemeente streeft naar een goed woon- en leefklimaat in combinatie met het behouden van de bestaande agrarische bedrijvigheid. Om dit zo goed mogelijk te kunnen bewerkstelligen heeft de gemeente de ambitie om voor de ontwikkelingen in de agrarische sector maatwerk te leveren. De gemeente heeft niet de ambitie een Landbouwontwikkelingsgebied te realiseren. Vestiging van intensieve agrarische bedrijven dient plaats te vinden binnen de zoekgebieden zoals deze in het Reconstructieplan zijn aangegeven. Bedrijvigheid (tussen bedrijven en voor consumenten) De ambitie van de gemeente is gericht op:
Toeristisch- recreatieve sector De gemeentelijke ambitie is gericht op versterking van de toeristische sector. De vestiging van een toeristische trekker die voor spin-off zorgt is hierbij een optie, maar de gemeente wil ook kleinschalige toeristisch-recreatieve initiatieven ondersteunen. Toeristische ontwikkeling dient gezoneerd plaats te vinden, met name in de Maaszone, rond het Leudal en bij de Leisert. Beleid voor werken in de buurt Nieuw ondernemerschap ontstaat overwegend buiten de reguliere bedrijventerreinen. Starters beginnen vaak aan huis of een bestaande kleine bedrijfsruimte buiten de reguliere terreinen en in vrijkomende argrarische bebouwing (VAB). Bij doorgroei na een geslaagde start zoekt men zijn weg binnen het aanbod op bestaande terreinen of verzamelgebouwen binnen de woonwijken. Het beleid is er op gericht binnen de woonwijken voldoende mogelijkheden voor daarbij passende vormen van bedrijvigheid te behouden en nieuwe mogelijkheden voor daarbij passende bedrijfsomgevingen te ontwikkelen. De gemeente wil dat doen door:
Voor het overige beleid voor economie en werkgelegenheid:
4.3 Benutten van economische kansen Vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen Vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen bieden een kans tot functiewijziging. Op deze wijze blijft het landelijk gebied vitaal en leefbaar. De gemeente Leudal wil onder randvoorwaarden initiatieven in vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen kunnen faciliteren. Uitgangspunt is hierbij niet de nieuwe functie, maar de invloed van de functie op de omgeving. Bij de beoordeling van initiatieven zal de gemeente Leudal de volgende criteria hanteren:
Toerisme en recreatie Initiatieven vanuit de markt die een bijdrage leveren aan de toeristisch-recreatieve sector (zowel dag- als verblijfsrecreatie) in Leudal worden waar mogelijk gefaciliteerd. Het gaat hierbij zowel om kleinschalige initiatieven, maar ook om een grote trekker. Bij de beoordeling van initiatieven zal de gemeente Leudal de volgende criteria hanteren: Bij grootschalige toeristisch-recreatieve initiatieven:
Bij kleinschalige toeristisch-recreatieve initiatieven:
Zorgsector De ambitite van de gemeente is gericht op groei van de zorgsector rond het zorgcluster Hornerheide. Indien zich mogelijkheden ter versterking van het zorgcluster voordoen, wil de gemeente hierin kunnen faciliteren. Bij de beoordeling van initiatieven zal de gemeente Leudal de volgende criteria hanteren:
Kleinschalige ontwikkelingen in zorg en educatie Kleinschalige initiatieven vanuit de markt die een bijdrage leveren aan zorg en educatie worden waar mogelijk gefaciliteerd. Bij de beoordeling van initiatieven zal de gemeente Leudal de volgende criteria hanteren:
Grootschalige bedrijfsmatige ontwikkelingen Initiatieven vanuit de markt die een bijdrage leveren aan de economie en werkgelegenheid worden waar mogelijk gefaciliteerd. Bij de beoordeling van initiatieven zal de gemeente Leudal de volgende criteria hanteren:
Voor het overige beleid voor economie en werkgelegenheid:
4.4 Economische bedreigingen voorkomen De gemeente wil naast een goede woongemeente ook een goede werkgemeente blijven. Daarvoor is het van belang dat ontwikkelingen die een ongewenste invloed hebben op de autonome ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijfsleven en van in de gemeente Leudal gevestigde instellingen waar mogelijk worden voorkomen. Het gaat daarbij om ontwikkelingen in de woonfunctie, ontwikkelingen op het gebied van de omgevingskwaliteit, ontwikkelingen op het gebied van bereikbaarheid en mobiliteit en op het vlak van regelgeving. De gemeente wil waar mogelijk voorkomen dat dit soort ontwikkelingen bedrijven, die nu in de gemeente Leudal zijn gevestigd, noodzaken naar een locatie buiten de gemeente te vertrekken. Ontwikkelingen in de woonfunctie Bij functieverandering van gebieden naar een woonfunctie (bijvoorbeeld een verouderde bedrijfslocatie) en bij de realisatie van nieuwe woongebieden moet worden voorkomen dat bestaande ontwikkelingsruimte voor bedrijven op bedrijventerreinlocaties wordt ingeperkt. Ontwikkelingen op het gebied van de omgevingskwaliteit Bij verbetering van de omgevingskwaliteit van gebieden moet worden voorkomen dat bestaande ontwikkelingsruimte voor bedrijven op bedrijventerreinlocaties wordt ingeperkt. Daarnaast is het beleid gericht op het voorkomen van ontwikkelingen die het woon- en leefklimaat van de gemeente Leudal negatief beinvloeden. Ontwikkelingen op het gebied van bereikbaarheid en mobiliteit Bij veranderingen van en maatregelen in de infrastructuur moet worden voorkomen dat de bereikbaarheid van de werklocaties verslechtert waardoor ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijven op bedrijventerreinlocaties worden beperkt. Ontwikkelingen op het vlak van regelgeving Landelijke en Europese regelgeving stellen reeds veel kaders aan de ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven. De gemeente streeft ernaar geen aanvullende belemmeringen op het vlak van regelgeving te creëren, tenzij er vanuit andere zwaarwegende maatschappelijke overwegingen wezenlijke noodzaak toe is. Bedreigingen door de economie Naast de bovengenoemde bedreigingen voor de economie zijn er ook bedreigingen door de economie. Economische schaalvergroting kan leiden tot een onevenredige druk op de omgeving en tot verlies van omgevingskwaliteiten. De gemeente zal daarom terughoudend zijn naar grootschalige initiatieven en deze enkel onder strikte randvoorwaarden toestaan. Voor het overige beleid voor economie en werkgelegenheid:
5 Omgevingskwaliteit De gemeente Leudal bestaat uit 16 kernen met een uitgestrekt buitengebied en vormt hiermee qua oppervlakte de grootste gemeente van Limburg. De kernen en het buitengebied hebben ieder specifieke ruimtelijke eigenschappen. De ruimtelijke eigenschappen (ruimtelijke karakteristiek) tezamen met het functioneel gebruik vormen de omgevingskwaliteit van de gemeente. Leudal beschikt met de aanwezige natuur- en cultuurwaarden over een breed spectrum van omgevingskwaliteiten, zowel in de dorpen als in het buitengebied. Deze kwaliteiten vormen een belangrijke basis voor het goede woonklimaat van de gemeente, bieden condities voor vernieuwend ondernemerschap in de kernen en in het buitengebied en maken de gemeente ook interessant voor bezoekers van buiten. Leudal hanteert voor deze kwaliteiten het concept "Tuin van Limburg". Ze benadrukt daarmee de kleinschaligheid, de diversiteit, de verschillende gebruiksvormen die in samenhang met elkaar een boeiend en bindend geheel vormen. De gemeente Leudal profileert zich verder onder andere met de groene parels c.q. waardevolle natuurgebieden, de voor Leudal karakteristieke landschapstypen en de kleine landschapselementen. Hoofdlijn van beleid Voor de dorpen richt het beleid zich primair op het behouden, beschermen en versterken van de kernspecifieke kwaliteiten en eigenheden en gebruikskwaliteiten van de verschillende kernen, in hun setting van het omringend landelijk gebied en de daarbij behorende omgevingskwaliteiten. Voor het buitengebied richt het beleid zich op het duurzaam behouden van de kernwaarden van de natuurgebieden en het landschap en het tegelijkertijd versterken van de gebruiks- en belevingswaarden voor de inwoners van Leudal en voor bezoekers van de gemeente. Voor de bedrijventerreinen richt het beleid zoch op het duurzaam behouden van de terreinen en het versterken van de uitstraling, zowel binnen de terreinen als naar de omgeving toe. Het beleid voor omgevingskwaliteit is uitgewerkt in vier vormen van beleid:
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik hier. 5.1 De gemeentelijke basisverantwoordelijkheid voor omgevingskwaliteit De omgevingskwaliteit van de 16 dorpen en het buitengebied vormt een belangrijk onderdeel van een goede woon- en leefomgeving en daarmee van het woon- en leefgenot in Leudal. De omgevingskwaliteiten vallen uiteen in een aantal kernwaarden. Kleinschaligheid en verwevenheid van functies zijn voor de gemeente Leudal twee kernkwaliteiten. Daarnaast zijn de aanwezige robuuste natuurlijke en landschappelijke structuren ( de beekdalen, het Leudal, de Maas) alsmede de cultuurhistorische elementen in het landschap belangrijke kernwaarden voor met name het buitengebied. De hoge belevingswaarde van de gemeente ligt voor een belangrijk deel in het grote ruimtelijk-functioneel onderscheid tussen de verschillende kernen en de verschillende landschapstypen in het buitengebied. De gemeente streeft naar het behoud en het versterken van haar ruimtelijke karakteristiek en daarmee van de omgevingskwaliteiten. Voor het beleid wordt onderscheid gemaakt in:
Behoud van de ruimtelijke karakteristiek van de dorpen Alle dorpen hebben, historisch bepaald, een directe ruimtelijke en functionele relatie met het buitengebied van de gemeente Leudal. De dorpen kenmerken zich hierdoor als onderdeel van het landschap, niet als bebouwd gebied in het landschap. Dit samengaan van de agrarische functie en de ruimtelijke karakteristiek heeft de omgevingskwaliteit van de gemeente bepaald. Het kleinschalig en divers karakter van de verschillende dorpen komt uit het oorspronkelijk gebruik (agrarisch) van het landschap en is nog steeds goed te herkennen maar is ook al op veel plaatsen door ontwikkelingen aangetast of geheel verdwenen. Ontwikkelingen moeten deze kwaliteiten niet (verder) aantasten. De gemeente ziet het als haar basisverantwoordelijkheid voor het behouden van de ruimtelijke karakteristiek van haar gemeente. Hierbij hanteert zij onderstaande criteria voor de dorpen:
Behoud van de omgevingskwaliteiten van het buitengebied Het buitengebied heeft een belangrijke functie voor de gemeente. De agrarische functie is sterk vertegenwoordigd. De omgevingskwaliteiten van het buitengebied kunnen vooral beleefd vanuit het recreatief gebruik van paden, wegen en de recreatieve steunpunten. De kwaliteiten van de natuur zijn verankerd in de robuste ecologische structuren en verbindingen (zoals grotere bos- en natuurgebieden), kleine landschapselementen en het divers karakter op de overgangen tussen buitengebied en de dorpen. De gemeente ziet het als haar basisverantwoordelijkheid voor het behouden van de ruimtelijke karakteristiek en omgevingskwaliteit van haar gemeente. Hierbij hanteert zij onderstaande criteria voorhet buitengebied:
Behoud van de omgevingskwaliteiten voor de bedrijventerreinen De gemeente Leudal streeft naar duurzame kwalitatief hoogwaardige bedrijventerreinen. Dit betekent dat eisen worden gesteld aan:
Voor het overige beleid voor omgevingskwaliteit:
5.2 Extra ontwikkelingen op het gebied van omgevingskwaliteit realiseren Naast het behouden van de omgevingskwaliteiten zet de gemeente Leudal ook actief in op het versterken van de omgevingskwaliteiten in diverse gebieden: Dorpen
Buitengebied
Bedrijventerreinen
Voor het overige beleid voor omgevingskwaliteit:
5.3 Benutten van de kansen voor de omgevingskwaliteit Op het gebied van de omgevingskwaliteit zijn, naast de gemeente, ook veel andere partijen, instanties en personen actief. Voor de beoordeling van initiatieven van derden zal de gemeente initiatief beoordelen op de bijdrage aan de omgevingskwaliteit. Initiatieven van derden, die bijdragen aan de versterking van de omgevingskwaliteit van de dorpen, de bedrijventerreinen en het buitengebied, zullen waar mogelijk worden ondersteund. De gemeente zal bij het afwegen van deze ondersteuning rekening houden met de volgende aspecten: Dorpen
Buitengebied
Bedrijventerreinen
Voor het overige beleid voor omgevingskwaliteit:
5.4 Bedreigingen voor de omgevingskwaliteit Op het gebied van de omgevingskwaliteit zijn, naast de gemeente, ook veel andere partijen, instanties en personen actief. Voor de beoordeling van initiatieven van derden zal de gemeente naast de ruimtelijke karakteristiek ook de functionele inpassing betrekken. De gemeente beoordeelt het initiatief primair op de planologische inpasbaarheid en daarnaast op de bijdrage aan de omgevingskwaliteit. Initiatieven van derden, die bijdragen aan een verstoring van de omgevingskwaliteit van de dorpen en het buitengebied, zullen niet worden ondersteund. De gemeente zal bij het afwegen van deze ondersteuning rekening houden met de volgende aspecten: Dorpen Inbreidingen met de daarbij behorende benodigde parkeervoorzieningen mogen dan ook niet ten koste gaan van de bestaande groene karakteristiek. De gemeente wil daarom voorkomen dat:
Buitengebied In het buitengebied dient voorkomen te worden dat:
Bedrijventerreinen Op de bedrijventerreinen dient voorkomen te worden dat:
Voor het overige beleid voor omgevingskwaliteit:
6 Mobiliteit Beleid op hoofdlijnen ten aanzien van de mobiliteitsstructuur Centraal uitgangspunt voor de gemeente Leudal is het aanbieden van een prettig woon- en leefklimaat aan de inwoners. Veel randvoorwaarden daarvoor zijn op dit moment al aanwezig. De gemeente wil deze graag behouden en waar mogelijk versterken. Een optimale mobiliteit voor haar inwoners is daarin een essentiële component. Binnen de mobiliteitsaanpak maakt de gemeente Leudal keuzes in een spanningsveld tussen het optimaliseren van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Inwoners zien de gemeente Leudal als een behoorlijk bereikbaar gebied om in te leven, zeker in vergelijking met andere plattelandsgebieden. De nabijheid van grotere kernen als Weert en Roermond zorgt voor een relatief goed aanbod aan infrastructuur in de gemeente Leudal; zo doorsnijden onder andere de A2, N280 en de N273 de gemeente. Wat nu een goede mate van bereikbaarheid is, is echter niet eenvoudig te formuleren. Ook begrippen als verkeersveiligheid of leefbaarheid kennen een grote mate van subjectieve invulling. Als deze begrippen een mate van kwaliteit zouden duiden, dan zal eenieder deze begrippen een andere definitie en waardering geven. De gemeente Leudal hanteert als vertrekpunt dat de gebruiker van het mobiliteitssysteem bepaalt of de locaties bereikbaar zijn, de infrastructuur verkeersveilig is en of dit al dan niet ten koste gaat van de leefbaarheid. De beoordeling hangt hierbij niet alleen af van de vraag of de gebruiker is aangekomen op de eindbestemming, maar ook de moeite die daarvoor gedaan moest worden. Dé gebruiker bestaat daarbij niet. Afhankelijk van het type gebruiker en het type verplaatsing treedt er een andere gebruikswaarde op. De gebruikswaarde wordt door de gemeente bepaald aan de hand van drie indicatoren:
Om efficiënt en effectief beleid te kunnen voeren worden gebruikers aan de hand van de drie indicatoren samengevoegd tot zogenoemde gebruikersgroepen. Iedere gebruikersgroep, waar inwoners wisselend per etmaal toe kunnen behoren, maakt gebruik van een specifiek soort netwerk. De volgende netwerken worden door de gemeente Leudal onderscheiden: een sociaal-maatschappelijk netwerk, woon-werk netwerk, goederennetwerk, recreatief-toeristisch netwerk, agrarisch netwerk en een regionaal-functioneel netwerk. Al deze gebruiksnetwerken maken gebruik van hetzelfde aanbod aan infrastructuur. Per netwerk worden hier wel andere eisen aan gesteld. Gestelde beleidsdoelen kunnen elkaar overlappen voor bepaalde delen van de infrastructuur. Een afweging hiertussen of cumulatie hiervan wordt weergegeven in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan. De gemeente Leudal geeft prioriteit aan mobiliteitsbeïnvloeding. Op de lange termijn sorteert dat het meeste effect voor de gemeente Leudal. Naast beïnvloeding van het mobiliteitsgedrag (o.a. modal shift) zet de gemeente Leudal ook in op het beter benutten van de infrastructuurcapaciteit en tenslotte op het bouwen van nieuwe infrastructuur binnen de gestelde voorwaarden ten aanzien van de omgevingskwaliteit. Het beleid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur is uitgewerkt in vier vormen van beleid:
Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota's. 6.1 De gemeentelijke basisverantwoordelijkheid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur Doel van het basismobiliteitsbeleid Basistaakstelling
Mobiliteitsnetwerken die minder worden gebruikt door de inwoners van de gemeente Leudal zijn: het recreatief-toeristisch netwerk, omdat toeristische activiteiten slechts gedurende een beperkt aantal periodes in het jaar plaatsvinden en een groot medegebruik van niet-inwoners kent; het regionaal-functionele netwerk, omdat hier slechts een beperkt aantal dagen in de week gebruik van wordt gemaakt en het agrarische netwerk, omdat dit slechts door een bepaalde doelgroep in een beperkt gebied wordt gebruikt. Bij deze netwerken heeft de gemeente Leudal geen basisverantwoordelijkheid. Algemene beleidsuitgangspunten
Voor het overige beleid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur:
Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 6.1.1 Sociaal-maatschappelijk netwerk Afstanden en modal split Ruimtelijk beleid Mobiliteitsdoelstellingen Ten aanzien van de veiligheid wil de gemeente Leudal investeren in verkeersveilige en sociaal veilige fietsroutes van huis naar school en vice versa voor leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs. De verkeersinfrastructuur moet hiervoor zoveel mogelijk overeenstemmen in vorm, functie en gebruik. Onderlinge conflicten tussen zwakke en sterke verkeersgebruikers in verkeersstromen worden zoveel mogelijk voorkomen, of worden ten minste gemarkeerd voor alle weggebruikers. Voor woongebieden en nabij voorzieningenclusters betekent dit een duurzaam veilige inrichting van de wegen met onder andere snelheidsremmende maatregelen die doorgaand verkeer weren. Tenslotte zal de gemeente Leudal bij het locatiebeleid van gemeentelijke voorzieningen verkeersveiligheid als een belangrijk criterium meewegen. Ten aanzien van de leefbaarheid zorgt de gemeente Leudal er voor dat bij maatschappelijke voorzieningen voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn, zowel voor auto’s als voor fietsen. Daarnaast worden maatregelen genomen om foutparkeren te ontmoedigen in de woonwijken die in de nabije omgeving van een voorzieningencluster zijn gelegen. Om piekmomenten op te vangen worden kiss-and-ride voorzieningen aangelegd, zodat er geen filevorming ontstaat die de leefbaarheid in woonbuurten aantast. Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 6.1.2 Woon-werk netwerk Afstanden en modal split Ruimtelijk beleid Mobiliteitsdoelstellingen Ten aanzien van de veiligheid zal de gemeente Leudal inzetten op het verbeteren van de oversteekbaarheid van de grootste wegen die het grondgebied doorsnijden. Met name in de spitsperiodes is het belangrijk dat het langzame verkeer de mogelijkheid krijgt om zonder lange wachttijden wegen over te steken. Ten aanzien van de leefbaarheid wil de gemeente Leudal negatieve spitseffecten binnen kernen voorkomen, maar wil dit niet ten koste laten gaan van de doorstroming op de hoofdwegen. Daarnaast zorgt een kwaliteitsslag in het openbaar vervoer voor een grotere mobiliteit voor met name jongeren (studenten) en ouderen. Bovendien zorgt de inzet van OV op piekmomenten voor aanzienlijk minder milieuvervuiling. Ten aanzien van de automobiliteit zorgt Leudal voor voldoende parkeerplaatsen in de woonomgeving. Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 6.1.3 Goederennetwerk Afstanden en modal split Ruimtelijk beleid Mobiliteitsdoelstellingen Ten aanzien van de veiligheid wil de gemeente Leudal zorg dragen voor een veilige inrichting van kruisingen waar veel goederenvervoer over heen komt, zodat ernstige ongevallen kunnen worden voorkomen. Daarnaast zal de gemeente Leudal plannen voor bedrijfsontwikkelingen in het kader van verkeer en vervoer doorrekenen op effecten voor de externe veiligheid. Ten aanzien van de leefbaarheid wil Leudal stimuleren dat de geleiding van goederenvervoer zoveel mogelijk buiten de kernen plaatsvindt, omdat met name het goederenvervoer een belangrijk aandeel heeft in negatieve leefbaarheidseffecten (geluid, luchtvervuiling). De regionale wegenstructuur zal zó aantrekkelijk moeten zijn dat het goederenvervoer vanzelf voor deze routes kiest en niet voor doorgaande wegen door de kernen. Leudal wil eveneens het parkeren van vrachtwagens goed regelen. Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 6.2 Extra ontwikkelingen ten aanzien van de mobiliteitsstructuur Doel van het extra mobiliteitsbeleid De ambitie
Algemene beleidsuitgangspunten
Voor het overige beleid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur:
Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 6.2.1 Regionaal-functioneel netwerk Afstanden en modal split Ruimtelijk beleid Mobiliteitsdoelstellingen Ten aanzien van de veiligheid zal de gemeente Leudal zorg dragen voor een goede oversteekbaarheid van wegen voor voetgangers en fietsers, alsmede voor de scheiding van de verschillende vervoersstromen. Ten aanzien van de leefbaarheid wil de gemeente Leudal zorgen dat het verkeer dat gebruik wil maken van regionale voorzieningen voornamelijk gebruik maakt van het hoofdwegennet, en niet van het lokale wegennet. Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 6.2.2 Recreatief-toeristisch netwerk Afstanden en modal split Ruimtelijk beleid Mobiliteitsdoelstellingen Ten aanzien van de veiligheid wil de gemeente Leudal zorgen voor voldoende sociale controle op en rondom wandel- en fietspaden, zonder dat dit ten koste gaat van de rust in natuurgebieden. De gemeente wil hier invulling aan geven door kleinschalige horecagelegenheden rondom deze routes te faciliteren. Ten aanzien van de verkeersveiligheid wil de gemeente Leudal overzichtelijke kruisingen realiseren tussen het recreatieve netwerk en andere netwerken. Ten aanzien van de leefbaarheid wil de gemeente Leudal zorgen voor een goede landschappelijke inpassing van de wandel- en fietspaden. Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 6.2.3 Agrarisch netwerk Afstanden en modal split Ruimtelijk beleid Mobiliteitsdoelstellingen
Ten aanzien van de veiligheid vindt de gemeente Leudal dat als er meerdere alternatieve routes beschikbaar zijn, eerst de routes buiten de bebouwde kommen van de kernen afgewogen moeten worden, omdat hier minder potentiële conflictpunten zijn. Waar een alternatieve route voor landbouwverkeer samenvalt met fietsroutes wil de gemeente Leudal overgaan tot scheiding van de verkeerssoorten. Ten aanzien van de leefbaarheid van de zestien kernen van Leudal wil de gemeente de trillingshinder en de geluidshinder van landbouwvoertuigen tegengaan omdat deze zorgen voor de grootste negatieve leefbaarheidseffecten. Aandachtspunten hiervoor zijn het verminderen van verticale snelheidsremmende maatregelen nabij woningen (zoals drempels) ten gunste van horizontale snelheidsremmers (wegversmallingen). Effectuering
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. 6.3 Benutten van kansen ten aanzien van de mobiliteitsstructuur Doel van het kansenbeleid Ontwikkelingen die “moeten kunnen” Reactivering van de IJzeren Rijn wordt in eerste instantie als een bedreiging en ongewenste ontwikkeling gezien. De reactivering op het grondgebied van Leudal kan namelijk leiden tot een grote druk op omgeving en tot een barrierwerking. De uiteindelijke tracékeuze voor de IJzeren Rijn zal op basis van een Milieu-effectenonderzoek en maatschappelijke kosten-batenanalyse voor het dienen plaats te vinden. De gemeente Leudal wil alleen meewerken aan het initiatief wanneer aan de onderstaande algemene beleidsuitgangspunten wordt voldaan. Algemene beleidsuitgangspunten
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. Voor het overige beleid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur:
6.4 Ongewenste ontwikkelingen ten aanzien van de mobiliteitsstructuur voorkomen Doel van het voorkomen van ongewenste ontwikkelingen Bedreigingen
Algemene beleidsuitgangspunten
Voor de doorwerking van het beleid naar de kernen en deelgebieden klik op de kaart Gebiedsuitwerking Structuurvisie. De uitvoeringsaspecten van het beleid zijn gebundeld in de Uitvoeringsparagraaf Structuurvisie. Klik hier voor meer informatie over de voor de structuurvisie relevante beleidsnota’s. Voor het overige beleid ten aanzien van de mobiliteitsstructuur:
7 Uitvoeringsparagraaf De structuurvisie geeft aan welk beleid de gemeente voert ten aanzien van wonen, voorzieningen, werken, omgevingskwaliteit en mobiliteit. Het gaat het om basisverplichtingen en ambities die de gemeente wil waarmaken, maar ook om de regie op initiatieven van derden en het voorkomen van ongewenste ontwikkelingen. Concreet zal de gemeente om haar beleid te realiseren de volgende instrumenten inzetten:
7.1 Proces instrumenten Proces instrumenten zeggen iets over de inspanningen die de gemeente Leudal voornemens is te doen om haar beleid operationeel te maken. Het gaat om de activiteiten gericht op:
Afstemming van beleid In deze structuurvisie is het beleid sectoraal geordend. Daardoor kan de indruk worden gewekt dat weinig aandacht is voor de onderlinge afstemming van beleid. Bij het formuleren van de verschillende beleidskeuzen in de structuurvisie heeft de gemeente Leudal de onderlinge afstemming impliciet meegenomen. De gemeente streeft op alle punten waar mogelijk een optimale beleidsafstemming na. Nadere uitwerking van beleid Deze structuurvisie richt zich op de hoofdlijnen van beleid. De strategische beleidskeuzen zullen verder uitgewerkt worden in tactisch en operationeel beleid. Dit tactisch en operationele beleid zal de de concrete beleidsacties voor de komende periode omvatten. Daar hoort ook monitoring van de doorwerking van het beleid bij om te bewaken of de beoogde doelen daadwerkelijk worden bereikt. Uit de monitoring kan blijken dat de structuurvisie op zeker moment op onderdelen moet worden herzien, omdat het gekozen beleid niet effectief blijkt, of omdat verwachte ontwikkelingen een andere wending hebben gekregen. Het college zal jaarlijks een voortgangsrapportage over de uitvoering van het beleid van de structuurvisie aan de gemeenteraad aanbieden. Omgaan met andere partijen In de structuurvisie gaat de gemeente er nadrukkelijk van uit dat zij in veel situaties (mede) afhankelijk is van andere partijen om haar beleidsdoelen te kunnen effectueren. De gemeente kiest ervoor om met de maatschappelijke groeperingen regelmatig de dialoog op te zoeken over het beleid en de effectuering van het beleid. Proces- en procedureafspraken De structuurvisie van de gemeente Leudal is opgesteld vanuit het besef dat veel van de beleidsontwikkelingen zullen worden ingevuld vanuit initiatieven van derden. In de structuurvisie heeft de gemeente voor haar belangrijke beleidsaspecten aangegeven wat voor haar belangrijke aandachtspunten zijn bij de beoordeling van initiatieven van derden. Deze aandachtspunten en randvoorwaarden vormen voor de gemeente het kader voor de beoordeling van initiatieven. Bij het afwegen van initiatieven van derden hanteert de gemeente het volgende procesprincipe:
Als dit proces met succes is doorlopen en de gemeente besluit tot medewerking aan een initiatief, zal de gemeente het publiekrechtelijk traject ingaan dat realisatie van het initiatief mogelijk moet maken, met alle daaraan verbonden procedures. 7.2 Juridische instrumenten Het inzetten van juridische instrumenten stelt de gemeente in staat publiekrechtelijk en privaatrechtelijke sturing te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen. Deze instrumenten vertalen het beleid in concrete rechten en plichten. Publiekrechtelijke instrumenten zijn primair de instrumenetn uit de Wro, zoals het bestemmingsplan en het projectbesluit en het daarmee samenhangende exploitatieplan, maar ook voorbereidingsbesluit en het toepassen van de Wet Voorkeursrecht Gemeente. Privaatrechtelijke instrumenten zijn de overeenkomsten tussen de gemeente en derden, waarbij wederzijdse rechten en plichten worden vastgelegd, zoals een realisatieovereenkomst, een exploitatieovereenkomst en een prestatieovereenkomst met een woningbouwcorporatie. Publiekrechtelijke instrumenten De gemeente Leudal wil juridisch in staat zijn om bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, indien dit echt noodzakelijk is, nee te kunnen zeggen. Ze kiest er daarom voor om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet meer rechtstreeks te regelen in haar reguliere bestemmingsplannen voor woon- en werkgebieden en het buitengebied. Zij maakt deze keuze omdat, als bouw- en ontwikkelingsmogelijkheden in een bestemmingsplan zijn vastgelegd, de eigenaar het recht heeft deze ook te realiseren. De gemeente kan deze ontwikkelingen dan niet meer verbieden. De gemeente maakt een uitzondering op deze keuze voor ontwikkelingen die bij het in procedure brengen van een nieuw regulier bestemmingsplan reeds voldoende concreet zijn, waarvan de daarbij horende rechten en plichten bekend zijn en waar deze indien noodzakelijk in een anterieure overeenkomst zijn verankerd. De gemeente streeft er naar om bij nieuwe initiatieven die passen binnen de beleidskaders van deze structuurvisie eerst, via de privaatrechtelijke lijn, de ontwikkelcondities vast te leggen. Vervolgens zullen de ontwikkelmogelijkheden ook publiekrechtelijk worden verankerd in een gerichte bestemmingsplanherziening op maat. Vanuit haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheid draagt de gemeente er zorg voor dat de huidige functionele en ruimtelijke situatie op een uniforme wijze, gemeentedekkend in actuele bestemmingsplannen wordt vastgelegd. Uitgangspunt daarbij is een goede publieke rechtsgelijkheid en rechtszekerheid voor alle burgers, ondernemers en instellingen binnen de gemeente. Klik hier voor de actualisering van de bestemmingsplannen. Privaatrechtelijke instrumenten Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die plaatsvinden in de kernen streeft de gemeente ernaar om via actieve grondpolitiek zelf realisatieverantwoordelijkheid te nemen. Het in eigendom verwerven van een locatie vormt het sterkste regie-instrument om de gewenste ontwikkeling ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Maar ontwikkelingen in de kernen zullen in de nabije toekomst meer en meer plaatsvinden in de vorm van herstructurering en herontwikkeling van bestaand stedelijk gebied. Indien in actieve grondpolitiek daarbij niet mogelijk is, of voor een goede ontwikkeling niet noodzakelijk is, zal de gemeente via een privaatrechtelijke overeenkomst zorg dragen dat realisatie van haar belangen wordt veiliggesteld. In het buitengebied zal, nog meer dan in de kernen sprake zijn van individuele herontwikkeling van bestaande onroerend goed locaties. De gemeente streeft ernaar om bij deze ontwikkeling door een derde, met de betreffende partij(en) privaatrechtelijke overeenkomsten te sluiten. (Intentieovereenkomst, realisatieovereenkomst, exploitatieovereenkomst) om de beoogde gemeentelijke doelen, de gewenste kwaliteiten en het noodzakelijke kostenverhaal veilig te stellen. Indien door omstandigheden een privaatrechtelijke overeenkomst niet haalbaar blijkt, maar de gemeente de realisatie publiekrechtelijk toch mogelijk wil maken, zal zij de realisatiedoelen verankeren via de publiekrechtelijke weg in een exploitatieplan dat samen met het bestemmingsplan wordt vastgesteld. 7.3 Financiële instrumenten De gemeentelijke beleidsdoelstellingen vragen om substantiële financiële inspanningen. Deels zullen deze financiële inspanningen samengaan met opbrengsten via de grondexploitatie (Ontwikkelingsprojecten). Voor een nieuw woongebied moeten kosten worden gemaakt (verwerving, bouwrijpmaken, aanleg van wegen, groen e.d.), maar daar staan ook opbrengsten tegenover (de verkoop van kavels). Bij andere projecten is alleen sprake van kosten, bijvoorbeeld bij de realisatie van de buitenring (Investeringsprojecten). Investeringsprojecten kunnen noodzakelijk zijn om ontwikkelingsprojecten mogelijk te maken. In die situatie kan een deel van de kosten van een investeringsproject op basis van de Grexwet worden verhaald op dat ontwikkelingsproject (Kostenverhaal). Voor de totale financiering van het beleid dat de gemeente in deze structuurvisie heeft vastgelegd kunnen in beginsel de volgende mogelijkheden worden ingezet:
Ontwikkelingen en investeringen De gemeente Leudal streeft voor de volgende projecten naar een maximale financiële regie door middel van een gemeentelijke grondexploitatie of door middel van een PPS:
De gemeente Leudal streeft naar een actieve financiële participatie in de grondexploitatie van:
De gemeente Leudal voorziet de volgende investeringsprojecten waar geen exploitatieresultaten tegenover staan:
Prioriteit bij gemeentelijke grondexploitatie De gemeente streeft er naar om, daar waar mogelijk, ontwikkelingen te realiseren via een gemeentelijke grondexploitatie, al dan niet in samenwerking met een of meerdere private partijen. Uiteraard zal ze daarbij zo optimaal mogelijk gebruik maken van de extra financiële middelen die andere overheden en semi-overheden via subsidiemogelijkheden en bijdrageregelingen beschikbaar stellen. Indien de gemeente niet in staat is een ontwikkeling te realiseren via een (gedeeltelijk) gemeentelijke grondexploitatie zal zij de mogelijkheden van het wettelijk verplicht kostenverhaal maximaal inzetten. Waar mogelijk zal ze daarbovenop via anterieure overeenkomsten extra financiële bijdragen proberen veilig te stellen. Naast deze vormen van financiering zal de gemeente ook uit haar algemene middelen bijdragen moeten vrijmaken om een aantal door de gemeente als noodzakelijk beschouwde ontwikkelingen ook daadwerkelijk te realiseren. Kostenverhaal De Grondexploitatiewet verplicht de gemeente alle kosten en investeringen die de gemeente moet maken om planontwikkeling mogelijk te maken te verhalen op derden die door de planontwikkeling nieuwe bouwrechten krijgen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in:
De omvang van de te verhalen kosten zal door de gemeente Leudal worden vastgelegd in een Nota Grondbeleid. In de Wro (Wet ruimtelijke ordening) en het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) is exact bepaald welke kostensoorten als gebiedseigenkosten of als bovenwijkse voorziening mogen worden verhaald. Wettelijk verplicht kostenverhaal kan niet worden toegepast voor ontwikkelingen waarvan de bestemmingsplanprocedure nog onder de oude WRO valt. Bovenplanse verevening Bovenplanse verevening zal plaatsvinden via fondsvorming. In deze structuurvisie is de aard van de bestedingen vastgelegd die ten laste kunnen komen van deze fondsen. Het totaal aan ontwikkelprojecten moet er voor zorgen dat de gemeente Leudal een goede woon-, werk-, en recreatiegemeente is en blijft. De ontwikkelcondities en programmamogelijkheden daarvoor kunnen per project sterk verschillen. Daardoor zullen sommige projecten een negatief planresultaat hebben, terwijl andere locaties daardoor een (extra) positief resultaat kunnen hebben. Bij voorkeur wil de gemeente dergelijke ontwikkelingen binnen één exploitatieplan onderbrengen. In praktijk blijkt dat organisatorisch en procedureeel meestal niet haalbaar. De gemeente Leudal wil daarom, wanneer daarvoor aanleiding is, positieve en negatieve grondexploitatie resultaten tussen plannen met een duidelijk onderlinge relatie met elkaar kunnen verevenen. De gemeente zal daarvoor, indien daar aanleiding voor is, vereveningsfondsen instellen. De in te stellen fondsen zullen de volgende vereveningsdoelen dienen: Fonds bovenplanse verevening sanering woningvoorraad Dit fonds zal dienen om een bijdrage te kunnen leveren aan een negatief planexploitatie-resultaat bij plannen waarbij niet-meer courante woningen aan de woningvoorraad worden onttrokken. Het fonds zal worden gevoed door een bijdrage per nieuw te realiseren woning in plannen met een positief planexploitatie-resultaat. De feitelijke instelling van het fonds en exacte invulling van de bijdrage zal worden vastgelegd in een afzonderlijk raadsbesluit. Fonds bovenplanse verevening sanering solitaire bedrijfslocaties Dit fonds zal dienen om een bijdrage te kunnen leveren aan een negatief planexploitatie-resultaat bij plannen waarbij de bedrijfsfunctie van niet-agrarische solitaire bedrijfslocaties in een kern, of in het buitengebied wordt gesaneerd of voor niet bedrijfsmatige doeleinden wordt herontwikkeld. Het fonds zal worden gevoed door een bijdrage per m2 nieuw uit te geven bedrijventerrein met een positief planexploitatie-resultaat en per m2 nieuw te realiseren functie of per woning voor solitaire herontwikkellocaties met een positief planexploitatieresultaat. De feitelijke instelling van het fonds en exacte invulling van de bijdrage zal worden vastgelegd in een afzonderlijk raadsbesluit. Fonds bovenplanse verevening landschapsversterking Dit fonds zal dienen om een bijdrage te kunnen leveren aan een negatief planexploitatie-resultaat bij plannen waarbij functionele ontwikkelingen in het buitengebied samengaan met versterking van de landschapsstructuur in het betreffende gebied. Het fonds zal worden gevoed door een bijdrage per m2 nieuw te realiseren functie of per woning voor ontwikkellocaties in het buitengebied met een positief planexploitatieresultaat. De feitelijke instelling van het fonds en exacte invulling van de bijdrage zal worden vastgelegd in een afzonderlijk raadsbesluit. Bijdrage Ruimtelijke ontwikkeling De gemeente Leudal wil, op basis van deze structuurvisie, ook investeringen doen die bijdragen aan een algemene verbetering van de woon-, leef-, en werkkwaliteiten van de gemeente. Deze investeringen hebben daarmee een positieve uitwerking op de waarde van bestaand, maar ook op de marktwaarde van nieuw te realiseren onroerend goed. De gemeente vindt het daarom gerechtvaardigd om bij het aangaan van een anterieure overeenkomst inzake de grondexploitatie ook een financiële bijdrage te vragen ten behoeve van deze gemeentelijke investeringen. Concreet betreft het de volgende investeringen:
De omvang en exacte invulling van de bijdrage zal worden vastgelegd in een afzonderlijk raadsbesluit, dat gebaseerd zal zijn op de handreikingen uit het door de provincie Limburg hiervoor aangereikte Limburgs Kwaliteitsmenu. Subsidies en bijdragen van andere overheden en semi-overheden Een aantal ontwikkelingen kunnen niet worden gerealiseerd zonder substantiële steun van andere overheden. Concreet betreft het de volgende projecten:
Inzet Algemene Middelen Gemeentebegroting In haar meerjarenbegroting zal de gemeente Leudal aangeven welke financiële speelruimte zij kan vrijmaken om gewenste ontwikkelingen binnen de betreffende begrotingsperiode te kunnen realiseren. De bestaande begrotingssystematiek staat de gemeente niet toe voor de langere termijn reeds reserveringen en investeringen te benoemen, zonder dat daar concrete besluiten en dekkingsmiddelen aan ten grondslag liggen. De gemeente beschouwd de inzet van algemene middelen als sluitstuk van de financiering nadat de financiële randvoorwaarden van een project zijn geoptimaliseerd en alle andere financieringsmiddelen zijn ingezet. De financiële speelruimte van de gemeente Leudal heeft niet de omvang dat structurele meerjarige verplichtingen met grote financiële risico's binnen de speelruimte van de begroting kunnen worden opgevangen.
8 Gebiedsbeschrijvingen Op de structuurvisiekaart zijn diverse gebieden aangegeven. Deze gebieden hebben ieder een eigen typologie. Onderscheid kan gemaakt worden in de dorpen, de werkgebieden en het buitengebied. 8.1 Dorpen Leudal bestaat uit 16 kernen, gelegen in een fraai buitengebied. De 16 kernen zijn in drie verschillende typen onder te verdelen: Centrumkern, Autonome kernen en de Agrarische dorpen. 8.1.1 Centrumkern De centrumkern van Leudal is Heythuysen. Het is de grootste kern van Leudal, met ook de meeste voorzieningen. Veel kernen in Leudal zijn voor één of meer voorzieningen dan ook aangewezen op de centrumkern. De positie van Heythuysen als centrumkern is ook het uitgangspunt in deze structuurvisie. Dit betekent ondermeer dat ontwikkeling van grootschalige (commerciele) voorzieningen in de centrumkern als meest kansrijk worden gezien. Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing:
8.1.2 Autonome kernen De autonome kernen bestaan uit de dorpen Roggel, Neer, Haelen, Horn en Ittervoort. De kernen hebben zowel qua bevolkingsomvang als voorzieningenniveau niet de omvang van centrumkern Heythuysen. De omvang van de kernen is echter dusdanig, dat er wel een basisvoorzieningenniveau aanwezig is. Voor de dagelijkse voorzieningen hoeven de inwoners de dorpen niet uit. Incidenteel zijn er in de dorpen grotere voorzieningen gelegen (zoals een middelbare school in Horn) maar in de volle breedte missen de dorpen de grotere (commerciele) voorzieningen zoals deze wel in de centrumkern gelegen zijn. Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing:
8.1.3 Agrarische dorpen De dorpen Heibloem, Nunhem, Buggenum, Grathem, Baexem, Kelpen-Oler, Ell, Haler, Hunsel en Neeritter, zijn te typeren als 'agrarische dorpen'. De dorpen hebben een sterk agrarisch verleden en ook nu nog zijn er nog veel banden met het omliggende agrarisch gebied. Het voorzieningenniveau is in deze dorpen beperkt. Baexem vormt hierop een uitzondering, met een voorzieningnniveau van gelijke orde als binnen de autonome dorpen. De 'agrarische dorpen' zijn in feite woondorpen, met de nadruk op 'goed wonen'. Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing:
8.2 Werkgebieden en recreatief cluster Op de structuurvisiekaart zijn 2 soorten werkgebieden aangegeven: de bedrijventerreinen, verspreid door de gemeente en het recreatief cluster 'De Leistert', even buiten Roggel. 8.2.1 Werkgebieden De gemeente Leudal heeft 12 bedrijventerreinen varierend in grootte, ligging en dynamiek. Een aantal kernen, zoals Grathem, Heythuysen en Baexem beschikken over relatief kleine bedrijventerreinen, dicht bij de woonbebouwing. Daarnaast zijn er in de gemeente ook een aantal grote terreinen gelegen, zoals Zevenellen en Windmolenbos bij Haelen. In Hornerheide is een zorgcluster gelegen (Proteion) dat functioneert op een bovenregionaal niveau. De zorg biedt hoog gekwalificeerde werkgelegenheid die van grote betekenis is voor de differentiatie in de beroepsbevolking van de gemeente. Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing: 8.2.2 Recreatief cluster Ten noorden van Roggel is het toeristisch-recreatieve cluster De Leistert gelegen. Op deze locatie is een modern recreatiepark gelegen. Nieuwe toeristisch-recreatieve ontwikkelingen zullen met name rond De Leistert en in de Maaszone en de Bos- en beekzone plaats dienen te vinden. Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing: 8.3 Buitengebied De gemeentelijk Leudal is als parel in het groen gelegen in een afwisseld en dynamisch buitengebied. Het buitengebied wordt gekenmerkt door kleinschaligheid met grote natuurlijke kwaliteiten, zoals het Leudal en de Maas. Daarnaast is ook de moderne grootschalige landbouw in bepaalde gebieden vertegenwoordigd. De kwaliteiten van en (toekomstige) functies binnen het buitengebied leiden tot een zonering in vier delen: Maaszone, Bos- en beekzone, Moderne landbouwzone en Kleinschalig Cultuurlandschap. 8.3.1 Maaszone De Maaszone is het gebied gelegen tussen de Napoleonsweg (N273) en de Maas. Het gebied wordt gekarakteriseerd door een grote afwisseling en kleinschaligheid. Een aantal aantrekkelijke dorpen ligging in of aansluitend aan deze zone. Het gebied heeft, gelegen tussen Leudal en Maas, een groot toeristisch-recreatief potentieel. Ontwikkeling van 'Mooie Maas' rond Neer past dan ook goed in het plaatje voor het gebied. Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing: 8.3.2 Bos- en beekzone De belangrijkste natuur- en groenstructuren van de gemeente Leudal zijn in de Bos- en beekzone gelegen. De grote bos- en natuurgebieden, zoals het Leudal, maar ook de voor de gemeente kenmerkende beken (zoals de Tungelroysebeek) maken deel uit van deze zone. De landschappelijk en natuurlijke waarden van het gebied zijn groot en bieden kansen voor natuurbehoud en -ontwikkeling maar ook voor recreatie en toerisme. De omgevingskwaliteiten blijven hier ontegenzeggelijk voorop staan. Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing: 8.3.3 Moderne landbouwzone De agrarische sector is van groot belang voor de gemeente Leudal. In een deel van de gemeente, gelegen in een schil van zuidwesten naar noorden, is de moderne landbouw sterk aanwezig. Hier wordt in beperkte mate ook ruimte geboden voor groei. Naast de moderne landbouw is in het gebied in diverse gebieden het kleinschalige karakter behouden gebleven. Veel agrarische dorpen zijn binnen deze zone gelegen. Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing: 8.3.4 Kleinschalig cultuurlandschap Een groot deel van het buitengebied van de gemeente Leudal wordt gekenmerkt als kleinschalig cultuurlandschap. Het is een afwisseld gebied met een veelheid van functies en landschapstypen. In deze zone zijn nog veel kleinschalige landschapselementen gelegen. De autonome dorpen en de centrumkern zijn veelal in dit gebied gelegen. Voor dit gebied zijn de beleidsuitgangspunten voor de volgende thema’s van toepassing: |
||
![]() |
||
|