Algemene doeleinden
|
Lid 1.
|
De gronden die op de plankaart zijn aangewezen als 'Centrumdoeleinden -C-' zijn bestemd voor:
|
|
|
a.
|
publiekgerichte dienstverlening, met dien verstande dat de ruimten waarin het contact met het publiek plaatsvindt (balieruimten), uitsluitend op de begane grond mogen worden gesitueerd;
|
|
|
b.
|
maatschappelijke voorzieningen;
|
|
|
c.
|
wonen (woning/appartement):
|
|
|
|
-
|
op de verdiepingen van de gebouwen boven de begane grondlaag;
|
|
|
|
-
|
grondgebonden woningen, voor zover aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan;
|
|
|
|
met inbegrip van:
|
|
|
|
-
|
de uitoefening van aan huis gebonden beroepsmatige activiteiten door de hoofdbewoner(s) van de woning tot ten hoogste 40% van het oppervlak van hoofd- en bijgebouwen tot een maximum van 45 m²;
|
|
|
|
en met dien verstande dat het aantal woningen ten opzichte van het aantal woningen dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan aanwezig is, niet mag worden vergroot;
|
|
|
d.
|
detailhandel, met uitzondering van supermarkten;
|
|
|
e.
|
horeca in de categorieën 1 tot en met 4;
|
|
|
f.
|
industriële en ambachtelijke bedrijven en bedrijfs-activiteiten, voor zover deze voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze voorschriften behorende Lijst van bedrijfsactiviteiten als bedoeld in bijlage 1 met dien verstande, dat:
|
|
|
|
(1)
|
de bedrijfsactiviteit ten dienste staat van en afgestemd is op een rechtstreeks contact met het publiek;
|
|
|
|
(2)
|
de bedrijfsactiviteiten uitsluitend op de begane grondlaag worden uitgeoefend, met dien verstande dat de bedrijfsactiviteit, welke ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan reeds op de verdieping wordt uitgeoefend, mag worden voortgezet; en met uitzondering van:
|
|
|
|
|
(I)
|
inrichtingen aangewezen in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Besluit van 5 januari 1993, Stb. 1993, nr. 50) op grond van de Wet milieubeheer;
|
|
|
|
|
(II)
|
de verkoop van motorbrandstoffen (inclusief LPG);
|
|
|
g.
|
administratieve (niet-publieksgerichte) dienstverlening met dien verstande dat het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van kantoorruimte per vestiging niet meer mag bedragen dan 200 m²;
|
|
|
h.
|
voorzieningen van openbaar nut;
|
|
|
i.
|
parkeervoorzieningen;
|
|
|
j.
|
groenvoorzieningen;
|
|
|
k.
|
het behoud, bescherming en herstel van de cultuurhistorische waarden van de op de plankaart aangeduide 'waardevolle cultuurhistorische bouwwerken'.
|
|
|
l.
|
de bij sub a t/m sub k behorende erven, tuinen, terreinen, voorzieningen en bouwwerken.
|
|
|
|
|
|
|
Specifieke doeleinden
|
Lid 2.
|
Overeenkomstig de ter zake op de plankaart opgenomen aanduiding zijn de gronden tevens bestemd voor:
|
|
|
a.
|
een supermarkt;
|
|
|
b.
|
de opslag en verkoop van vuurwerk.
|
|
|
|
|
Strijdig gebruik
|
Lid 3.
|
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 33, wordt in elk geval gerekend het volgende gebruik:
|
|
|
a.
|
de uitoefening van enige tak van handel, bedrijf, dienstverlening of activiteiten anders dan volgens het bepaalde in lid 1 en lid 2 is toegestaan;
|
|
|
b.
|
opslag en verkoop van motorbrandstoffen;
|
|
|
c.
|
opslag en verkoop van vuurwerk, met uitzondering van het bepaalde in lid 2, sub b;
|
|
|
d.
|
de uitoefening/vestiging van een zelfstandig kantoor;
|
|
|
e.
|
voor zover het woningen betreft:
|
|
|
|
(1)
|
van bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
|
|
|
|
(2)
|
het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten in de woning en/of bijgebouw(en);
|
|
|
f.
|
de uitoefening/vestiging van een seksinrichting;
|
|
|
g.
|
het opslaan of bergen van gebruikte, afgedankte c.q. aan de oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen, voorwerpen of materialen, behoudens voor zover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
|
|
|
h.
|
het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
|
|
|
i.
|
het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.
|
|
Lid 4.
|
Het bepaalde in lid 3, sub g en sub h is niet van toepassing voor zover het betreft:
|
|
|
a.
|
tijdelijke opslag van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangewezen bestemming;
|
|
|
b.
|
opslag in het kader van het normale onderhoud van de gronden.
|
|
|
|
|
|
|
Bouwvoorschriften
|
Lid 5.
|
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
|
Algemeen
|
|
a.
|
de aanduidingen op de plankaart zijn van toepassing;
|
|
|
b.
|
op de in lid 1 en lid 2 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde doeleinden worden gebouwd.
|
|
|
|
|
|
|
Bouwzone 1
|
Lid 6.
|
Binnen 'Bouwzone 1' gelden de volgende bepalingen:
|
|
|
a.
|
uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan;
|
|
|
b.
|
in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de voorgevelbouwgrens worden overschreden voor de bouw van portalen of erkers aan de voorgevel met een maximale oppervlakte van 6 m² en een maximale bouwhoogte van 4 m¹, mits de diepte niet meer bedraagt dan 50% van de afstand tussen de voorgevelbouwgrens en de weg of openbaar groen, tot een maximum van 1,2 m¹;
|
|
|
c.
|
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
|