4   Welzijn en voorzieningen
 

1. Introductie

Voorzieningen zijn van het grootste belang voor de leefbaarheid en de woon- en leefkwaliteit in onze gemeente. Als gemeente streven we naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van de leefomgeving. De vitaliteit van de dorpen voor onze inwoners moet gewaarborgd worden. In de huidige situatie zijn kleinschalige voorzieningen in veel dorpen aanwezig; de grootschalige voorzieningen zijn geconcentreerd in de grootste kernen van de gemeente. Als gemeente willen we de leefbaarheid up-to-date houden en bevorderen. Dit is gediend met een zo effectief mogelijke inzet van middelen, waaronder het accommodatiebeleid. Er wordt echter niet geforceerd vastgehouden aan het overeind houden van voorzieningen in alle kernen. We hebben namelijk 25 kernen en een omvangrijk buitengebied. De voorzieningen in de kleinste kernen staan onder druk. Door het wegvallen van draagvlak in de toekomst is het onmogelijk te garanderen dat alle kernen in de toekomst over alle huidige voorzieningen kunnen blijven beschikken.

Gericht op dit vraagstuk en met als drijfveer het borgen van de vitaliteit van de dorpen, hebben we recentelijk een Sociale Structuurvisie opgesteld. Hierin geven we onze visie op hoe wij een kwalitatief goed en passend voorzieningenniveau voor onze gemeente willen realiseren en behouden. Met deze Sociale Structuurvisie willen wij richting geven aan de toekomst. We zien deze visie dan ook als een belangrijk onderdeel van onze rode stip aan de horizon, waar we de komende jaren samen naartoe willen werken.

Het thema voorzieningen is breed, het heeft zowel betrekking op sociaal-maatschappelijke en culturele voorzieningen (zoals scholen, dorpshuizen, sport, sociale samenhang in het algemeen) én op de commerciële voorzieningen (zoals winkels, horeca en leisure). In deze structuurvisie zijn de algemene hoofdlijnen van beleid verankerd. Voor de uitwerking verwijzen we graag naar de genoemde Sociale Structuurvisie uit 2012 (met als bijlage de financiële verkenning) voor onderbouwing en verdieping.

   

2. Huidige situatie en trends

De bij het thema wonen beschreven demografische trends als vergrijzing en ontgroening zijn zeker ook van groot belang voor het thema voorzieningen: het heeft gevolgen voor onder andere het gebruik en instandhouding van voorzieningen in de gemeente. Andere voor het thema voorzieningen relevante trends hebben te maken met de individualisering van de samenleving en schaalvergroting. Individualisering leidt bijvoorbeeld tot behoefte aan andere vormen van sportbeoefening. Door schaalvergroting komt met name het voorzieningenaanbod (zoals winkels) in de kleine kernen onder druk te staan. Dit is een trend die overal in Nederland (en ook daarbuiten) plaatsvindt en niet te keren is. De samenleving wordt steeds mobieler en daarnaast biedt de digitale infrastructuur veel kansen. Kleine, van oorsprong zelfstandige en 'zelfvoorzienende' dorpen veranderen naar woondorpen: een van de drie dorpstypen. Ondanks deze verandering blijft in de dorpen sprake van een sterke sociale binding en cohesie. Van belang voor het behoud van de sociale cohesie is een ontmoetingsplek, buiten op het plein of binnen. Sport en cultuur zijn hiervoor van belang.

Naast de veranderingen in Westerveld door demografische ontwikkelen als ontgroening en vergrijzing, hebben we te kampen met financiële (Rijks)bezuinigingen, ombuigingen en decentralisatie van taken. Deze ontwikkelingen vormen voor ons een maatschappelijke en economische noodzaak om goed te kijken naar welke voorzieningen en gebouwen met een sociale/maatschappelijke functie (zoals scholen, dorpshuizen, sporthallen) de gemeente wel en niet op termijn in stand kan houden, waar de gemeente wel en niet gaat investeren in bijvoorbeeld nieuwe huisvesting of groot onderhoud en welke slimme combinaties van voorzieningen mogelijk/noodzakelijk zijn om te komen tot een kostenreductie. De aanwezigheid van fysieke voorzieningen biedt kansen voor de leefbaarheid, maar ze zijn geen garantie voor de leefbaarheid. Met andere woorden, de stenen van een dorpshuis zorgen er niet voor dat er activiteiten plaatsvinden waar inwoners aan deelnemen. Ook recente onderzoeken elders in Nederland, laten zien dat het wegtrekken van de voorzieningen niet betekent dat de leefbaarheid verslechtert.

De transities op het gebied van zorg en welzijn (Wmo), wijzigingen AWBZ en de Participatiewet, leiden er allemaal toe dat er meer verantwoordelijkheden bij de gemeente komen, maar hiervoor krijgt ze niet voldoende middelen. Daarnaast leiden deze ontwikkelingen ertoe, dat mensen zo lang mogelijk thuis moeten wonen en er nog meer inzet van mantelzorgers vereist wordt. De verwachting is dat er veel minder vraag naar zorgtehuizen komt (i.v.m. geen kostentegemoedkoming) en dit heeft consequenties voor de bestaande. Voor bepaalde groepen mensen, die niet terug kunnen vallen op mantelzorgers (maar ook beperkt middelen hebben), geldt dat er wel een bepaalde vraag zal zijn voor ondersteuning, dagopvang e.d.. Hier ligt een opgave voor de toekomst.

Enquête en dorpsvisies als peilers voor de (sociale) structuurvisie
In het kader van de Sociale Structuurvisie heeft er onder andere een enquête plaatsgevonden over het gebruik van de maatschappelijke voorzieningen. De belangrijkste conclusie van de enquête is dat er een grote spreiding is in het gebruik van de maatschappelijke voorzieningen. Mensen bezoeken de voorzieningen van hun voorkeur en die is soms in de eigen kern, maar ook in andere kernen of zelfs buiten de gemeente gelegen. Hieruit concluderen we dat mensen bereid zijn afstanden te overbruggen naar de voorziening van hun keus, maar daar zijn ook beperkingen in. Zo is waarneembaar dat er veel interactie is binnen een bepaald gebied, vaak geënt op de vroegere gemeentelijke constellatie van vier afzonderlijke gemeenten, ofwel: de relatie tussen woonplek en voorzieningen kent haar (ruimtelijke) grenzen.

De reacties uit de bewonersavonden rondom de Sociale Structuurvisie bevestigen dit beeld grotendeels. Mensen herkennen zich over het algemeen in deze (cluster)structuur én in het daarbij behorende gebruik. Daarbij wordt natuurlijk opgemerkt dat een goede bereikbaarheid, het er kunnen komen, hierbij de centrale randvoorwaarde is. Alleen voor basisscholen en verenigingssporten zijn grotere afstanden minder acceptabel.

Dorpsvisies
Er zijn voor een aantal kernen/dorpen dorpsvisies opgesteld. Deze zijn via links toegankelijk gemaakt in deze digitale structuurvisie. Vledder heeft in 2012 een geactualiseerde dorpsvisie gepresenteerd. Daarnaast beschikken de kernen Darp (dorpsvisie nog niet digitaal), Havelte (dorpsvisie nog niet digitaal), Havelterberg  (dorpsvisie nog niet digitaal),  Busselte (dorpsvisie nog niet digitaal), Frederiksoord (dorpsvisie nog niet digitaal) en Wilhelminaoord (dorpsvisie nog niet digitaal) over een actuele dorpsvisie. De kern Wapserveen werkt nog aan een dorpsvisie (de Dorpsagenda Wapserveen is wel gereed) en  Diever gaat van start met een dorpsvisie. Voor de kern Uffelte is een structuurschets opgesteld (via deze link kunt u hierover informatie ophalen). Voor de kern Wapse is een dorpsagenda opgesteld. Dorpsvisies geven een gedragen visie uit het dorp zelf, op de functionele en ruimtelijke ontwikkeling van en vanuit het dorp en vormen daarmee input voor en onderbouwing van de (sociale) structuurvisie en ook de 'Visie op wonen 2012-2012'. Dorpsvisies zijn een goed voorbeeld van (de inzet van) dorpskracht. Door deze mee te nemen in de structuurvisie, wordt deze dorpskracht (de lokale inspanning) ingebed in een compleet toekomstdocument.

De dorpsvisies zijn gebruikt bij het opstellen van de (sociale) structuurvisie, door ze als (inspraak)reactie mee te nemen. Dit wil niet zeggen dat alle elementen direct meegenomen zijn/worden. Elementen worden/zijn op haalbaarheid en maakbaarheid getoetst. Uiteraard staat in de dorpsvisies de versterking van de identiteit en de intrinsieke dorpskracht van de betreffende kern centraal, maar het grotere geheel (de rol van elke kern als voorzieningenlocatie voor andere kernen/bewoners) dient niet uit het oog verloren te worden.

3. Hoofdlijn van beleid

De sociale structuurvisie hebben we nadrukkelijk samen met de inwoners vormgegeven, want leefbaarheid maken de inwoners zelf. Wij geloven in de kracht, in het zelforganiserend vermogen en in de creativiteit van onze inwoners. Daarbij vragen wij inzet van vrijwilligers en organisaties om in de toekomst bepaalde voorzieningen te kunnen behouden voor hun eigen dorp. Hierin zien we dan ook de kracht van Westerveld, waarbij van oudsher inwoners bereid zijn elkaar te helpen en zich te willen inzetten voor hun eigen leefomgeving. Er is dan ook sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij wij als gemeentelijk bestuur dorpskracht willen faciliteren en ondersteunen waar we kunnen. Daarnaast is denken en werken vanuit dorpskracht door inwoners en overheid nodig om voorzieningen in stand te kunnen houden. De gebruikspatronen zoals deze voortgevloeid zijn uit de enquêteresultaten, zijn leidend geweest bij het opstellen van de (sociale) structuurvisie.  

Een veranderende, krimpende en mobielere bevolking betekent minder draagvlak voor lokale voorzieningen. Als gemeente Westerveld kiezen we daarom voor kwaliteit boven kwantiteit. Dat wil zeggen dat algemene centrale voorzieningen in vier zogenaamde voorzieningenkernen geclusterd zullen worden. Er ontstaat geleidelijk een sterker onderscheid tussen de dorpstypen woondorp, dynamisch dorp en voorzieningendorp (zie het inleidende hoofdstuk van de structuurvisie met de hoofdkeuzen). De drie kernwoorden van onze visie zijn:

  1. consolideren: het bestendigen van de huidige situatie van de voorziening waar mogelijk;
  2. concentreren: het al dan niet gecombineerd bij elkaar brengen van voorzieningen ín de eigen kern gericht op het behoud van de kwaliteit;
  3. clusteren: het bij elkaar brengen van voorzieningen in één of meerdere kernen in het cluster, zodanig dat er sprake blijft/zal zijn van een fullservicepakket aan maatschappelijke voorzieningen binnen een ‘bereikbaar’ gebied.

De financiële gevolgen, inclusief de mogelijke besparingen, zijn daarvan een afgeleide. Centraal staat een efficiënte en toekomstbestendige situatie waar het gaat om het volledige pakket aan maatschappelijke voorzieningen binnen de gemeente Westerveld.

Hierbij geldt aanvullend dat eigen initiatief vanuit de bevolking wordt gestimuleerd. Als gemeente willen we zoveel mogelijk de kansen benutten die we krijgen aangereikt. Door eigen initiatief te stimuleren willen we de gemeenschapsvorming, de persoonlijke en sociale ontwikkeling en de zelfredzaamheid van onze inwoners bevorderen.

Deze hoofdlijnen van beleid voor (maatschappelijke) voorzieningen is verder uitgewerkt in de volgende onderdelen: