29.29.6   Het ruimtelijk karakter van Waalre: de onderlaag
 

De gemeente Waalre heeft een totale oppervlakte van ongeveer 2.219 hectare en er wonen 16.482 inwoners. De gemeente heeft twee grotere kernen; Aalst en Waalre. Aan de noordzijde wordt de gemeente begrensd door de A2 en de gemeente Eindhoven. Aan de westkant stroomt de Dommel van België naar Den Bosch en ten oosten strekt zich De Groote Heide en het Leenderbos uit; een groot bos en heidegebied. Aan de zuidzijde grenst de gemeente Waalre aan de gemeente Valkenswaard waarmee zij verbonden is via de N69. De gemeente heeft een landelijk, groen karakter door de vele bos- en natuurgebieden en het open Kempische landschap.

Lagenbenadering
De gebiedsanalyse van de gemeente Waalre is opgezet volgens de lagenbenadering. Voor het opbouwen van een toekomstvisie is het nodig duidelijkheid te krijgen over hoe de gemeente er ruimtelijk voorstaat: hoe is de gemeente opgebouwd, hoe is dat zo gekomen, welke kwaliteiten kent de gemeente, en op welke wijze kunnen deze kwaliteiten worden benut? 
Dit geschiedt via de lagenbenadering waarbij de bevindingen vanuit de analyse worden beschreven in drie lagen, namelijk de onderlaag, de middelste laag en de bovenste laag.
In de onderlaag wordt gekeken naar de ondergrond, zoals de bodem, geomorfologie, water, ecologie en cultuurhistorie. In de middelste laag wordt beschreven welke infrastructuur aanwezig is. Bij de bovenste laag, occupatie, wordt gekeken naar alle invloeden van de mens op het landschap. Deze drie lagen staan in constante verbinding met elkaar en richten zich op elkaars waarden en kwaliteiten.

De onderlaag: Het natuurlijke systeem
De onderste laag wordt gevormd door enerzijds de geomorfologie, het bodemtype en het watersysteem en anderzijds door de natuur- en landschapselementen en cultuurhistorische elementen die hier direct mee samenhangen. De ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden en nu nog plaatsvinden hangen nauw samen met de waarden die van oorsprong al aanwezig zijn. Geomorfologische kenmerken en de aanwezigheid van water zijn van grote invloed geweest op de ontwikkeling van de kernen binnen de gemeente. Hieronder is het kaartbeeld opgenomen van de analyse van de onderlaag, daarna een korte beschrijving.

Geomorfologie
De geomorfologische ondergrond bepaalt in hoge mate de vestigingsmogelijkheden voor flora en fauna, bodemvorming en de wijze van ontginning en gebruik door de mens.
Het Brabants dekzandgebied wordt al vanaf het Carboon door breukentektoniek beïnvloed. Vanaf die tijd wordt het zuidoosten van Nederland doorsneden door een aantal van zuidoost naar noordwest gerichte breuken, die het gebied in horsten (hoge schollen) en slenken (lage schollen) verdeelden. De gemeente Waalre is gelegen op de Centrale Slenk, met aan de westkant de Feldbissbreuk en aan de oostkant de Peelrandbreuk.

Het Brabantse dekzandgebied is ontstaan tijdens de laatste IJstijd. Het klimaat was relatief droog en koud. De sterke wind had vrij spel en zorgde voor het verstuiven van het losse zand. In het landschap zijn deze afzettingen terug te vinden in de vorm van dekzandduinen, vlakten en ruggen.

Door het stijgen van de temperatuur na de IJstijd, werd het klimaat langzaam warmer en vochtiger. Door de toenemende groei van vegetatie kreeg de wind minder vat op het landschap. Door het smelten van het ijs werden de lager gelegen delen van het landschap natter en ontstonden beekjes en rivieren die het dekzandlandschap geleidelijk aan doorsneden. Deze kleine beekjes waren relatief breed en ondiep. In de beek werd leem afgezet en soms kon er ook veenvorming optreden. Het gebied telt meerdere vennen; de door uitwaaiing ontstane ondiepe dalen vulden zich na de ijstijd met water.

Bodem
De ondergrond van de gemeente Waalre is hoofdzakelijk zandgrond wat voedselarm is en vochtig tot droog. De zandgronden vallen uiteen in podzolgronden en vaaggronden. Naast de zandgrond komen er in het gebied ook eerdgronden voor. De eerdgronden zijn in het gebied ontstaan door het essenlandbouwsysteem en zijn onder te verdelen in enkeerdgronden en hoge zwarte enkeerdgronden die terug te vinden zijn in de hoger gelegen gebieden. Vooral rondom buurtschappen Loon en Heikant en ten oosten van de Tongelreep zijn de akkercomplexen met esdekken te vinden. De beekdallandschappen in het gebied bestaan voornamelijk uit beekeerdgronden en gooreerdgronden.

Waterhuishouding
Zowel de Dommel als de Tongelreep ontspringen in België en stromen richting Eindhoven door de gemeente Waalre heen. In het gebied zijn kwelgebieden te vinden in de beekdalen van de twee beken. De belangrijkste infiltratiegebieden liggen op de hogere droge gronden, naast de beekdalen. Tussen het kwel- en infiltratiegebied kan een smalle zone aangemerkt worden als intermediair gebied. Daar waar de belangrijkste kwel- en infiltratiegebieden tegen elkaar liggen, ontstaan waardevolle (ecologische) gradiëntsituaties.

Hoogte
De gemeente Waalre heeft een kleinschalig reliëfrijk landschap. De beekdalen met daarin de beken zijn de lager gelegen delen van de gemeente. Tussen de twee beekdalen ligt een hoger gelegen gedeelte. Hier zijn voornamelijk akkergronden, stuifzandgebieden, heidegebieden of bebouwing te vinden.

Cultuurhistorie en archeologie
De gemeente Waalre kent een lange bewoningsgeschiedenis waarvan nog veel elementen in het landschap zichtbaar zijn. In het landschap rondom Waalre-dorp zijn overblijfselen gevonden uit de tijd van de rendierjagers. Deze jagers trokken in het gebied rond en sloegen hun tenten en kampen steeds op een andere plek op. Door de stijgende temperatuur ging de vegetatie beter groeien en ontstond er een grotere diversiteit aan dieren. Rond 2000 v. Chr. vestigden zich mensen voor langere tijd in het Dommeldal en ontstonden er de eerste vormen van primitieve landbouw.

De oudste nederzettingen zijn terug te vinden op de dekzandruggen dichtbij een beek. Een dergelijke ligging was gunstig voor het gemengde boerenbedrijf, vanwege een goede afwatering. Vanaf het moment dat de potstal in gebruik kwam veranderde de invloed van de mens op het landschap. De potstalmest werd gemengd met heideplaggen en in deze combinatie op het land uitgereden als bemesting. De esdekken zijn door deze jarenlange vorm van bemesting langzaam opgehoogd en voorzien van een dikke laag vruchtbare grond. De esdekken beschermen de onderliggende grondpakketten, die daardoor archeologisch waardevolle informatie bevatten.

Specifieke elementen, waar een cultuurhistorische waarde aan wordt toegekend, zijn;

  • beschermde dorpsgezichten zoals buurtschap Loon (langgevelboerderijen);
  • omgrachte boerderij achter Heikant;
  • oude Sint-Willibrorduskerk te Waalre-dorp;
  • Sint-Willibrorduskerk te Waalre-dorp;
  • Gemeentehuis te Waalre-dorp;
  • diverse herenhuizen te Waalre en Aalst;
  • arbeiderswoningen te Aalst;
  • linnenfabriek te Waalre-dorp;
  • sigarenfabriek te Waalre-dorp;
  • watermolen de Volmolen;
  • herkenbare essen te Achtereind en Timmereind;

Rond het jaar 1850 werd begonnen aan het ontginnen van de eerste heidevelden. De droge heide werd beplant met bomen, het hout werd gebruikt in de mijnen van Zuid-Limburg. De natte heide werd vooral ontgonnen tot landbouwgrond. Tot 1890 was er sprake van oude heideontginningen, deze waren kleinschalig van opzet en de percelen waren omzoomd met elzenheggen of houtwallen. Daarna werd de infrastructuur op het platteland aangelegd en kwamen de grootschalige jonge heideontginningen tot stand. De jonge ontginningen zijn in het landschap te herkennen door de openheid en zijn slechts begroeid met populieren en eiken langs de zandwegen.

- klik hier voor de analyse van de middelste laag (onderdeel 29.29.5)
- klik hier voor de analyse van de bovenste laag (onderdeel 29.29.4)

Bronnen

Bronnen GIS;
GIS data, provincie Noord-Brabant, (2011). http://www.provinciaalgeoregister.nl/georegister/