Inspraakrapportage Structuurvisie Strijen juni 2012
 

Inspraakrapport structuurvisie Strijen

Wij ontvingen 13 inspraak-en overlegreacties over de voorontwerp structuurvisie Strijen. De reacties zijn hieronder omschreven en hebben wij voorzien van commentaar. Aan de hand van het commentaar hebben wij op elke reactie een besluit genomen. Bij elke reactie hebben wij ons besluit omschreven. Voor het thema verblijfsrecreatie – meerdere inspre-kers hebben hierop gereageerd – is een algemene beantwoording opgenomen. Bij de in-dividuele beantwoording van de reacties wordt daarnaar verwezen.De volgende reacties zijn ontvangen:

  • A. De heer en mevrouw R. van Egmond, Kooilandsedijk 23, 3291 LG STRIJEN;
  • B. De heer B.J. Kestens en mevrouw  E. Hart, Sassedijk 10, 3292 LD STRIJENSAS;
  • C. De heren A.Ph. Meijer en A.R. Doedijns, Mariapolder 15a, 3292 LC STRIJENSAS;
  • D. De heer R. Robart, Sassedijk 65, 3292 LD STRIJENSAS;
  • E. De heer H. Waaijers, Kooilandsedijk 18a, 3291 LG STRIJEN;
  • F. Vereniging Hoekschewaards Landschap, Postbus 1080, 3260 AB OUD-BEIJERLAND;
  • G. Kamer van Koophandel Rotterdam, Postbus 450, 3000 AL ROTTERDAM;
  • H. Provincie Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP DEN HAAG;
  • I. Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN ROTTERDAM;
  • J. Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard, Postbus 7059, 3286 ZH KLAASWAAL;
  • K. TenneT, Postbus 718, 6800 AS ARNHEM
  • L. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Postbus 350, 3300 AJ DORDRECHT
  • M. Waterschap Hollandse Delta, Postbus 4103, 2980 GC RIDDERKERK

Thema Verblijfsrecreatie
Over het onderwerp verblijfsrecreatie en dan met name over het voorstel om in de Maria-polder eventueel verblijfsrecreatie met een omvang tussen de 50 en 100 recreatie-eenheden mogelijk te maken zijn meerdere reacties ontvangen.
Om deze reden is er voor gekozen om dit onderwerp thematisch te beantwoorden.
Het onderzoek naar de mogelijkheden voor een toeristisch-recreatieve ontwikkeling van Strijensas wordt in de lokale structuurvisie niet voor het eerst geïntroduceerd. In verschil-lende door de vijf gemeenteraden van de Hoeksche Waard in de afgelopen jaren vastge-stelde beleidsdocumenten komt dit onderwerp terug.
Zo is enkele jaren geleden in het kader van de realisering van de zogenaamde Groen/Blauw-projecten een visie opgesteld (‘de Hoeksche Waard om te beleven’), waarin de buurtschap Strijensas is aangewezen als toeristisch-recreatief knooppunt. Het vergroten van de mogelijkheden voor verblijfsrecreatie is daarin als een van de kansen genoemd om dat knooppunt gestalte te geven.
De daarna in regionaal verband vastgestelde visie ‘Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard’ be-oogt eveneens de toeristisch-recreatieve ontwikkeling in de Hoeksche Waard te verster-ken.

De Hoeksche Waard biedt volgens die visie in vele opzichten mogelijkheden tot groei, zowel in ruimte als omzet.
Het gebied ligt als groene long strategisch ten opzichte van de Zuidvleugel van de Rand-stad en het verstedelijkt gebied in Noord-Brabant. De Hoeksche Waard vormt voor de mensen uit deze verstedelijkte gebieden een aantrekkelijk gebied om te verpozen.

Recreatie in de Hoeksche Waard staat echter relatief gezien in de kinderschoenen. De hui-dige recreatieve voorzieningen kunnen kwalitatief en kwantitatief versterkt worden en verder gedifferentieerd. Er is sprake van een veelal eenzijdige ontwikkeling. Binnen de recreatie neemt de watersport een dominante positie in. Het is van belang om het gebied een duidelijk gezicht te geven, voor de verblijfsrecreant is de identiteit en (recreatieve) aantrekkelijkheid van de Hoeksche Waard nog onvoldoende scherp. Het vergroten van het onderscheidend vermogen (icoon, labels) is daarvoor een groot en gemeenschappelijk belang.

Er zijn kansen, recreatie en toerisme is de laatste decennia uitgegroeid tot één van de voornaamste groeisectoren in Nederland, onder andere door de vele korte en extra vakan-ties. Maar ook door demografische ontwikkelingen als de toenemende vergrijzing en de toenemende welvaart in het afgelopen decennium.
Binnen de verblijfsrecreatie zijn voldoende segmenten met groeipotentieel (volume, be-stedingen). Voorwaarde is wel dat een product ontstaat op basis van reële behoeften van bereikbare markten. Een belangrijk(st)e markt is de bevolking in het omliggende stedelijke gebied (‘second home’, semi-recreatieve markten). Ook voor de watersport is een verdere groei te verwachten. Voor een groter marktbereik (short breaks) zal de Hoeksche Waard als product meer onderscheidend vermogen moeten ontwikkelen. Kleinschalig logies (‘bij-zonder slapen’) geven indicaties voor mogelijke marktpotenties, hoewel sprake blijft van nichemarkten (kleine volumes), aldus de visie Verblijfsrecreatie Hoeksche Waard.

Het vorenstaande is vervolgens bevestigd in het door de vijf gemeenteraden vastgestelde Ruimtelijk Plan voor de Hoeksche Waard, als onderdeel van de regionale structuurvisie. In deze regionale structuurvisie is ter hoogte van de kern Strijensas ook een ster als aandui-ding opgenomen als ‘zoekgebied’ voor ontwikkeling van een verblijfsrecreatieve voorzie-ning. Samen met Piershil kan Strijensas zich ontwikkelen als een recreatief knooppunt.

In 2009 is een initiatief aan de gemeente voorgelegd, het project Meerenhof, dat beoogde invulling te geven aan de ‘ster’/zoeklocatie, zoals opgenomen in de regionale structuurvi-sie (en de daaraan ten grondslag liggende regionale beleidsvisies). De gemeenteraad van Strijen besloot echter aan dit project geen medewerking te verlenen, vanwege het ont-breken van draagvlak en het te grootschalige karakter.
Van de gemeenteraad kreeg ons college wel de opdracht om onderzoek te doen naar de randvoorwaarden en mogelijkheden voor (verblijfs)recreatieve ontwikkeling in het zuide-lijk deel van onze gemeente. Aangegeven is dat het van belang is dat bij dat onderzoek de samenleving betrokken zou worden. De resultaten van dit onderzoek (waaronder ook een specifieke bewonersavond voor inwoners van Strijensas over de voor- en nadelen en rand-voorwaarden voor recreatieve ontwikkelingen) hebben we gebruikt bij het opstellen van de lokale structuurvisie.

Met het presenteren van het nu voorliggende voorontwerp van de lokale structuurvisie hebben wij dit onderzoek afgerond. Het opstellen van deze structuurvisie met de betref-fende inhoud betekent niet dat er een concreet initiatief ligt. De gemeente kan hierop niet sturen en is voor de resultaten afhankelijk van door initiatiefnemers te ontplooien initiatieven. De structuurvisie vormt voor ons een belangrijk afwegingskader bij het be-oordelen van dergelijke initiatieven. Belangrijk zijn een goede landschappelijke inpassing en een zodanige verkeersafwikkeling dat de kern Strijensas niet (extra) belast wordt.

Wij onderkennen dat er begripsverwarring is en kan ontstaan over het begrip ‘kleinscha-lig’, zoals dat nu gehanteerd wordt in de lokale structuurvisie. Sommige insprekers defini-ëren kleinschalige vormen van verblijfsrecreatie als ‘kamperen bij de boer’ of als een Bed & Breakfastvoorziening.
Wij zijn het met deze insprekers eens dat er zonder meer mogelijkheden geboden kunnen worden om dergelijke recreatieve voorzieningen in en rond Strijensas te realiseren. Een voorbeeld hiervan zijn de onlangs in gebruik genomen camperplaatsen bij de jachthaven.

Kleinschalig, zoals in het voorontwerp van de lokale structuurvisie gedefinieerd, moet in dit verband dus echter mede worden gerelateerd aan het eerder gepresenteerde plan Meerenhof, dat een grotere omvang had.

Sommige insprekers vinden per definitie de realisering  van 50 tot 100 recreatie-eenheden een verkeerde keuze vanwege de aantasting van het landschap.
Wij onderkennen en onderschrijven dat zo’n ontwikkeling om een zorgvuldige inpassing vraagt, kijkend naar de bestaande ruimtelijke kwaliteiten van het gebied, maar delen niet de mening dat verblijfsrecreatie van deze omvang daardoor onmogelijk is. Dergelijke ontwikkelingen zijn landschappelijk goed inpasbaar in deze omgeving.

De Hoeksche Waard had tot voor kort de status van Nationaal Landschap. In de Nota Ruimte van het Rijk werd daarbij opgemerkt dat de toeristisch-recreatieve betekenis van Nationale Landschappen groot is en dat het belangrijk is dat deze in de toekomst toe-neemt, waarbij ruimte wordt geboden voor nieuwe vormen van recreatie en toerisme (dus ook in een gebied met een status als Nationaal Landschap).
Weliswaar heeft de Hoeksche Waard de ‘beleidsstatus’ van Nationaal Landschap verloren, maar de ruimtelijke kwaliteiten, die de basis vormen voor het toekennen van deze status en dus ook toeristisch-recreatieve potentie heeft het gebied nog steeds.
De status van Nationaal Landschap betekende dus ook geen ‘kaasstolp’, die op het gebied werd gezet waardoor geen enkele ‘rode’ontwikkeling meer mogelijk zou zijn.

De ontwikkeling van de verblijfsrecreatieve sector was en is een kans voor gebieden, zoals de Hoeksche Waard en kan een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit, de leefbaar-heid, de levendigheid en aan de vitaliteit (regionale werkgelegenheid, impulsen voor het MKB en de voorzieningen en het starten van nieuwe activiteiten).

Sommige insprekers gaan in hun inspraakreactie gedetailleerd in op de problemen die ze verwachten van de realisering van 50 tot 100 recreatie-eenheden, zoals de verkeersaan-trekkende werking.

Wij kunnen niet ontkennen, dat voor direct-belanghebbenden, zoals omwonenden, de realisering van een recreatiepark ingrijpende gevolgen kan hebben voor de woonomge-ving. Bij vrijwel elke ‘rode’ ontwikkeling van enige omvang botsen individuele belangen met algemene belangen. Het is een verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur om daar transparant en zorgvuldig een afweging in te maken, waarbij uiteindelijk de ge-meenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan het laatste woord heeft.

De status van structuurvisie als een algemeen beleidsdocument, dat op hoofdlijnen de kaders schetst voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente, brengt met zich mee dat niet nu al gedetailleerd kan worden ingegaan op de ingebrachte bezwaren. Er is op dit moment nog geen concreet plan van een initiatiefnemer, zodat  sommige be-zwaren – zonder ze op voorhand te bagatelliseren – wellicht ook wat prematuur zijn. Bij de planvorming en uitwerking op het moment dat er een concreet initiatief is, zal de sa-menleving betrokken worden en over de in de reacties benoemde aandachtspunten het gesprek aangegaan worden.

Om de eventuele daadwerkelijke realisering van een recreatiepark mogelijk te maken is een herziening van het bestemmingsplan vereist. Bij zo’n herziening wordt een goede ruimtelijke afweging worden gemaakt en worden de genoemde aspecten, zoals verkeers-aantrekkende werking in detail onderzocht. Op het niveau van de structuurvisie kan aan-gegeven dat er mogelijkheden zijn waat betreft de verkeersafwikkeling waarbij de kern Strijensas niet verder onevenredig belast wordt. Ten behoeve van de concrete planontwik-keling zal eveneens een natuurtoets plaatsvinden, evenals alle wettelijke noodzakelijke onderzoeken teneinde de haalbaarheid van het betreffende initiatief te onderzoeken in alle opzichten.

In het voorontwerp van de structuurvisie hebben wij de Mariapolder opgenomen als zoekgebied, waarbij in onze ogen voldoende tot uitdrukking is gebracht dat niet elke recreatieve ontwikkeling zonder meer wordt toegestaan. Initiatieven dienen respect te tonen voor natuur- , cultuurhistorische en ook sociaal-maatschappelijke waarden van het gebied.
We vinden het te ver gaan om reeds nu al de zoeklocatie te schrappen. Wanneer we dat zouden doen geven wij daarmee feitelijk het signaal af dat er in de omgeving van Strij-ensas geen recreatiepark ontwikkeld kan worden of dat er in het algemeen geen kans op het gebied van verblijfsrecreatie liggen.
Dat gaat ons in dit stadium te ver, zeker ook omdat we in regionaal verband afgesproken hebben de Zuidrand van de Hoeksche Waard te versterken met recreatie als accent.
Met het handhaven van het zoekgebied bieden we enerzijds duidelijkheid in die zin dat buiten dat gebied geen vormen van verblijfsrecreatie met een omvang van 50 – 100 een-heden worden toegestaan en anderzijds laat het ruimte voor een beoordeling van eventu-ele initiatieven van (recreatie-)ondernemers, zonder aan hen een volledige vrijbrief te ge-ven.
Als gemeente initiëren wij zelf geen projecten op dit vlak, maar willen wel partijen ruimte geven om samen met de gemeente de haalbaarheid van plannen te onderzoeken.

Inspraakreacties

A. De heer en mevrouw R. van Egmond, Kooilandsedijk 23, 3291 LG STRIJEN
 1. Dijk- en lintbebouwing
In de structuurvisie wordt aangegeven dat dijk- en lintbebouwing gestimuleerd gaat worden. Dit is in strijd met het bestemmingsplan Buitengebied, waarin wordt voorge-staan dat dijk- en lintbebouwing wordt ontmoedigd.
Commentaar
Ten behoeve van ruimtelijke kwaliteitsverbetering bij dijklinten/-dorpen zijn in de structuurvisie kwaliteitscriteria opgenomen waaraan een transformatie in de dijklin-ten/-dorpen dient te voldoen. Het borgt juist de huidige kwaliteit en beoogt bij her-ontwikkeling op een bestaand bebouwd perceel, danwel de uitbreiding van een be-staand perceel juist een kwaliteitsversterking te bereiken. Een structuurvisie is het ge-ëigende middel om dergelijke door ons gewenste beleidsdoelstellingen te verwezen-lijken. Uiteindelijk beogen wij deze beleidsdoelstellingen in een bestemmingsplan vast te leggen. 
Er moet ook een onderscheid worden gemaakt in het transformeren van bestaande bebouwing, waarvan in de structuurvisie in belangrijke mate sprake van is en het in-tensief verdichten van bestaande dijklinten, dat het bestemmingsplan Buitengebied probeert te voorkomen. In de structuurvisie wordt expliciet niet het verder intensief verdichten van de dijklinten beoogd.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

2. Kleinschalige recreatie
Op gebied van verblijfsrecreatie wordt aangegeven dat er vooral kansen worden ge-zien in kleinschalige vormen, zoals kamperen bij de boer en bed & breakfast. Ook wordt de mogelijkheid geboden om verblijfsrecreatie met een omvang tussen de 50 en 100 recreatie-eenheden mogelijk te maken. Bij een dergelijke omvang is er echter geen sprake meer van kleinschaligheid.
Uitgaande van een bezetting van 4 personen per recreatie-eenheid bestaat dus de mogelijkheid van 400 bezoekers per weekend/midweek. Dit aantal bezoekers is gelet op de hoeveelheid inwoners in- en rondom Strijensas niet in verhouding tot de capaci-teit van de omgeving. Dit gaat ten koste van de leefbaarheid van de zittende bewo-ners van Strijensas. Bewoners hebben namelijk bewust gekozen om, op afstand van de voorzieningen in Strijen, te wonen in een gebied waar rust en ruimte overheerst.
Commentaar
Verwezen wordt naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

3. Verkeerstoename Kooilandsedijk
Het mogelijk maken van verblijfsrecreatie met een omvang tussen de 50 en 100 recrea-tie-eenheden, brengt een grote toename van autoverkeer met zich mee. Dit zal met name plaatsvinden via de Kooilandsedijk. Deze dijk is niet berekend op een toename van het autoverkeer. Dit zal in strijd zijn met het in de structuurvisie genoemde ver-trekpunt “er mag geen verkeers- of parkeeroverlast ontstaan.” 
Commentaar
In de structuurvisie leggen we de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor de ko-mende jaren vast met het definiëren van wenselijke ontwikkelingsrichtingen. In deze fase is er nog geen sprake van een concreet plan. Planuitwerking van de in de struc-tuurvisie benoemde gewenste  ontwikkeling is daarom nu nog niet aan de orde. Als er sprake is van een concreet plan verdienen de verkeers- en parkeeraspecten -naast an-dere aspecten- nader onderzoek. Pas dan kunnen deze effecten in beeld worden ge-bracht en kan worden beoordeeld of wordt voldaan aan het in de structuurvisie ge-noemde vertrekpunt “er mag geen verkeers- of parkeeroverlast ontstaan”. 
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

4. Aanleg transferium
In de structuurvisie wordt beschreven dat in regionaal verband de mogelijkheid van transferia onderzocht wordt, bijvoorbeeld bij ’s-Gravendeel, waar dan de auto achter-gelaten wordt en op de fiets of te voet van het landschap genoten kan worden. Op de kaartjes is ook achter de Kooilandsedijk een zoekgebied aangegeven voor een transfe-rium. Naast de “T” is een plaatje te zien met een auto en een bus. Niet duidelijk is wat hier de bedoeling van is, dit is ook niet uit de legenda op te maken. Ook zijn over onze huizen pijlen getrokken voor wandel-, fiets-, kano- en ruiterroutes. Onduidelijk is wat hiervan de mogelijke gevolgen zullen zijn voor de bewoners aan de Kooilandsedijk.
Commentaar
De “T” die op de kaart wordt aangegeven, verbeeldt een recreatietransferium en is bedoeld als bus-en autoverzamelpunt met P+R faciliteiten . Dit transferium dient als toegangspoort voor het zuidelijker gelegen grondgebied van waaruit wandel-, fiets-, kano- en ruiterroutes kunnen starten. 
In de structuurvisie leggen wij gewenste ruimtelijke ontwikkelingen  ontwikkelings-richting vast. De pijlen die zijn getrokken zijn daarom indicatief. In deze fase kunnen wij de mogelijke gevolgen voor omwonenden nog niet aangeven. Pas als sprake is van een concreet plan moeten wij, voor zover wet- en regelgeving dit vereist, de effecten voor de omgeving in beeld brengen en kunnen wij aangeven wat de mogelijke gevol-gen zijn voor omwonenden. De belangen van de bewoners zullen wij als er sprake is van een concreet plan betrekken bij de besluitvorming en  planuitwerking.
Besluit
Pas bij een concreet plan kunnen de effecten voor de omgeving in beeld worden ge-bracht. De belangen van de omwonenden zullen wij bij het nemen van een besluit over deze planuitwerking betrekken. Er is geen aanleiding de structuurvisie aan te passen.

5. Kaartmateriaal
Het in de structuurvisie gebruikte kaartmateriaal is slecht leesbaar en vaag.
Commentaar/besluit
Wij hebben geconstateerd dat het kaartmateriaal in de voorontwerp structuurvisie niet altijd duidelijk leesbaar is. In de ontwerp structuurvisie moeten wij voldoen aan de digitale verplichtingen die wettelijk zijn voorgeschreven. De ontwerp visie moeten wij volgens digitale richtlijnen en standaarden beschikbaar stellen op de landelijke voor-ziening, www.ruimtelijkeplannen.nl. Op deze landelijke voorziening kan de visie door iedereen worden geraadpleegd. Wij verwachten hierdoor een verbetering in de lees-baarheid en kwaliteit van het kaartmateriaal.

6. Vaarwegverbinding
In de structuurvisie wordt aangegeven dat de vaarverbinding tussen Strijensas en Strij-en geïntensiveerd gaat worden, niet alleen voor kano’s maar ook voor pleziervaartui-gen. Volgens het geldende bestemmingsplan is de bestemming “Water-2” aan het wa-ter van de Strijense Haven toegekend. Gemeente Strijen is van mening dat pleziervaar-tuigen hier ook zonder steiger mogen afmeren. In de praktijk kan het dus voorkomen dat binnen de rietkragen zal worden afgemeerd. Destijds is veel geld geïnvesteerd in het kreekherstelplan binnen de Strijense Haven, welke tevens onderdeel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur. De eilandjes en natuurvriendelijke oevers welke bin-nen de Strijense Haven zijn aangebracht, zijn prachtige locaties om pleziervaartuigen af te meren. Dit kan naar onze mening niet de bedoeling zijn.
De Strijense Haven is ook een KWR waterlichaam waarop ecologische KWR doelen één op één van toepassing zijn. Uit onderzoek volgens de KWR richtlijnen naar de (wa-ter)kwaliteit van de Strijense Haven is gebleken dat er te weinig diversiteit aanwezig is van oever- en waterplanten en dat het doorzicht te beperkt is. De visstand is matig en de macrofauna is en blijft volgens de kaderrichtlijnen ontoereikend.
Door intensiever gebruik van de Strijense Haven door pleziervaartui-gen/motorvaartuigen zal het oppervlaktewater intensiever vervuild raken door vrijko-mende olie en vetten vanaf de schroefassen en de emissie van uitlaatgassen. De aan-wezige waterplanten en oevervegetatie zullen door de scheepsschroeven vernield worden bij het varen het aanmeren. De scheepsschroeven zorgen tevens voor het op-warrelen van slib waardoor een versnelde vertering ontstaat van organisch materiaal. Door de versnelde afbraak van organisch materiaal ontstaat een verstoring van de zuurstofbalans in het water en zal baggervorming ontstaan. Naar onze mening zal dan ook eerst onderzocht moeten worden wat de gevolgen zijn voor de waterkwaliteit al-vorens tot een intensiever gebruik door pleziervaartuigen kan worden overgegaan.
Commentaar
De in ons bestemmingsplan “Buitengebied” voor “Water-2” aangewezen gronden zijn bestemd voor het verkeer te water. Als zodanig is het gebruik van verkeer te water in de Strijense Haven zoals  pleziervaartuigen/motorvaartuigenstaat op grond van deze bestemming toegestaan. Ten aanzien van dit gebruik gelden in het huidige bestem-mingsplan geen beperkingen qua intensiteit van het vaarverkeer. Dit laat onverlet dat de vaartuigen moeten voldoen aan de wettelijke gestelde eisen die gelden om het mi-lieu zo veel mogelijk te ontzien.
Bij nieuwe planontwikkeling moeten wij o.a. rekening houden met de wet- en regel-geving die geldt op het gebied van natuur, water en landschap. Pas dan zijn wij ver-plicht deze effecten nader te onderzoeken.  
Besluit
Wij stellen vast dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

B. De heer B.J. Kestens en mevrouw  E. Hart, Sassedijk 10, 3292 LD STRIJENSAS;
1. Recreatie
Het voorstel om in de Mariapolder recreatiemogelijkheden te bieden aan 50-100 ver-blijfseenheden stuit tegen bezwaren. Inspreker geeft aan naar aanleiding van de werkbijeenkomst van 16 mei a.s. dat er geen enkel draagvlak binnen de bevolking is voor een dergelijk intensieve (ook al omschrijft de visie het als extensief) recreatiemo-gelijkheid. Het gaat hier om begripsverwarring tussen wat de beleving is bij klein- of grootschalig. Voor de Sassenaren is kleinschalig iets anders dan voor politici, planolo-gen en ontwikkelaars. In het verslag van deze bijeenkomst is niet terug te vinden dat de bevolking kansen ziet in recreatieve eenheden in de omgeving van Strijensas. Is het in iemands belang dat nu toch in de structuurvisie de mogelijkheden van recreatieve eenheden staat opgenomen. Heeft de lokale politiek misschien andere belangen dan de lokale bevolking?
De bevolking van Strijensas en buitengebied heeft aangegeven dat er geen verkeers- en/of lawaaioverlast zou mogen plaatsvinden. Bij het realiseren van 50-100 vakantie-woningen/recreatie-eenheden waarbij bij weekend en midweek arrangementen 4 x per week bezoekers worden ontvangen of uitgezwaaid. Dit levert honderden ver-keersbewegingen per week extra op, nog los van het dagelijks rijden en parkeren in de omgeving etc.
De bevolking van Strijensas verstond onder kleinschalig enkele eenheden. Denk aan mini-camping tot b.v. 8-10 plaatsen. Dit is kleinschalig, niet 50-100 vakantiewoningen.
De voorkeur bij de Sassenaren lag in de dagrecreatie en bijbehorende mogelijkheden als wandel-, fiets-, ruiter- en kanoroutes. Voordeel is dat dit seizoensgebonden is en er rust is in het najaar en de winterperiode. Dit is niet het geval bij een vakantieparkje dat gelet op de bedrijfsvoering en gemaakte investeringen 24/7 moet draaien om winst te maken
In de visie staat omschreven dat recreatie het karakter van het landschap niet mag aantasten. Het mogelijk maken van 50-100 bungalows tast dit karakter aan en is een ernstige overtreding van dit uitgangspunt. Hiermee wordt de landschapskarakteristiek van het polderlandschap in de Mariapolder ernstig aangetast.
De mogelijkheden rondom het mogelijk maken van een vakantiepark moeten uit de structuurvisie verdwijnen. De kracht van toerisme moet zijn: polderlandschap met rust (als er geen oostenwind, want dan hoor je in het vakantiepark de A16 ) als tegen-hanger van de aan de overkant gelegen moderne industrialisatie. Laat het nog een beetje donker zijn in de zuidrand van Strijensas, voordat een fel verlicht vakantiepark (lantarenpalen om je huisje te vinden) ook hier zorgt voor verdere lichtvervuiling (die ontbrak nog in alle voorkomende vervuilingssoorten).
Behalve de hierboven genoemde bezwaren zijn er nog vele op te sommen, die wellicht in later als deze keuze definitief wordt gemaakt, zullen worden aangevoerd.
Resten nog een aantal vragen:
Is er een initiatiefnemer die plannen heeft om een dergelijk vakantiepark te starten aan de zuidrand van Strijensas? Zo ja, wie?
Het verbaasd ons dat een dergelijke ontwikkeling iedere keer weer terug komt op de agenda terwijl de bevolking tegen is. Eerder was er immers sprake van een groots va-kantiepark direct gelegen aan Strijensas, die zie ik niet terug op de tekenin-gen/schetsen, kan dit in openheid besproken worden of moeten we diepgaand onder-zoek doen (inclusief naar mogelijke belanghebbenden?)
Wie zijn de echte belanghebbenden bij een dergelijke ontwikkeling? Eigenaar van de gronden? Ook economisch zal de bevolking niet de voordelen plukken van recreatie in de polder (de Nederlander neemt al zijn boodschappen mee voor de mid-week/weekend, dus zelf boeren kunnen hun aardappelen niet verkopen)
Verzoek tot een persoonlijk gesprek met de heer De Pee of mevrouw Rotscheid
Commentaar
Het gevraagde gesprek met de heer Kestens is gevoerd, waarbij antwoord is gegeven op de in de laatste alinea’s gestelde vragen. Voor het overige wordt verwezen naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

C. De heren A.Ph. Meijer en A.R. Doedijns, Mariapolder 15a, 3292 LC STRIJENSAS   
1. plan MER
Een plan MER moet of zal onderdeel moeten gaan uitmaken van het proces om met name het onderdeel recreatie verantwoord te kunnen uitvoeren vanuit de structuurvi-sie
Commentaar
In hoofdstuk 1.3 van de structuurvisie gaan wij nader in op de resultaten van de toets plan MER. Hieruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de structuurvisie kaderstellend is, ruim onder de drempelwaarden blijven, zodat een MER beoordeling voor de struc-tuurvisie niet aan de orde is. Wel is vanwege de ligging van twee Natura 2000 gebie-den, Oudeland van Strijen en een deel van het gebied Hollandsch Diep, en de EHS een voortoets Natuurbeschermingswet verricht. Hieruit blijkt dat een plan MER procedure niet aan de lokale structuurvisie hoeft te worden gekoppeld.
Wel geldt dat in de rapportage van de voortoets uitgangspunten zijn benoemd waar-aan de planvorming - voor een eventuele ontwikkeling van een kleinschalige verblijfs-recreatieve voorziening in de Mariapolder - zal moeten voldoen. Hierdoor zal er geen sprake zijn van significante negatieve effecten op de Natura 2000 gebieden, danwel de EHS.
Als er sprake is van een concreet plan moeten wij voldoen aan de wettelijke onder-zoeksverplichtingen. In dat stadium moeten wij opnieuw beoordelen of een plan MER moet worden uitgevoerd.
Besluit
Wij stellen vast dat wij hebben voldaan aan het Besluit MER. Er is geen aanleiding de structuurvisie hierop aan te passen.

2. Recreatie
Niet in balans met natuur
De gemeente Strijen heeft de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan natuuront-wikkeling in haar landschap. Ook de EHS langs de grienden van de Mariapolder heeft daar structureel aan bijgedragen. Als bewoners van de Mariapolder hebben wij daar de afgelopen 15 jaar een duidelijk positieve verandering in zien ontstaan in de ont-wikkeling van de natuur: met name in het meest rustige deel van de Mariapolder de grienden langs de dijken. In de visie van de provincie over Zuid-Holland  worden EHS gebieden uit de status gehaald welke niet voor 2018 gerealiseerd kunnen worden, waarbij wordt aangegeven dat voor deze gebieden kwaliteit blijft bestaan. Dat geldt ook voor de EHS structuur van de Mariapolder waarvoor de beleidsregel in het alge-meen nog wordt herzien door de provincie. Het compensatiebeginsel is geen reden op zich zoals u die op de informatieavond heeft genoemd, maar een gevolg als door dringende reden van algemeen belang geen andere locatie voor recreatie kan worden gevonden. Daarvan is nu geen sprake.
Recreatie zal altijd in contrast staan met behoud van natuur. Wij zien geen duidelijke onderbouwing in de structuurvisie voor behoefte aan recreatie en dit is voornamelijk gebaseerd op aannames.
Het recreatieplan in de structuurvisie is niet in balans met de nu aanwezige natuur en zal dit verstoren.
Commentaar
Verwezen wordt naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.
Geen indicatie vanuit de provincie
Op de laatste informatieavond is gevraagd waarom het recreatieonderdeel steeds te-rugkeert in de voorontwerpen. De wethouder antwoordde dat dit vanuit de provincie is aangestuurd. Bij nader onderzoek vinden wij deze conclusie onjuist. In de Visie op Zuid-Holland en de Verordening  Ruimte, actualisering 2011 vastgesteld op 29-02-2012 is op kaart 15 gevarieerd en verbindend vrijetijdslandschap en bijlage 4 van recreatie-gebieden in de Zuidvleugel is geen recreatiegebied bestaand of gepland als indicatie opgenomen voor de Mariapolder.
Een project met een omvang van circa 50 tot maximaal 100 vakantiehuizen/eenheden is in strijd met het provinciebeleid. In de reactieve aan wijzing van de provincie d.d. 21 juni 2010 wordt vermeld:
“Ons beleid is er in beginsel op gericht het buitengebied te vrijwaren van stedelijke functies. Teneinde toch de agrarische sector de ruimte te bieden om de bedrijfsvoering te ondersteunen, alten wij in ons beleid in beperkte mate agrarische nevenactiviteiten toe. Het betreffen met name nevenactiviteiten die gerelateerd zijn aan het landelijk gebied, zoals recreatie en agrogerelateerde nevenactiviteiten”.
Commentaar
Verwezen wordt naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie. In z’n algemeenheid heeft de provincie het beleidsuitgangspunt dat er in gebieden, zoals de Hoeksche Waard sprake kan zijn van behoud door ontwikkeling gedeeld.
De regionale structuurvisie, waarin toeristisch-recreatieve ontwikkeling van Strijensas is benoemd, is geen aanleiding geweest voor de provincie om een ander signaal af te geven. Dit neemt overigens niet weg dat de provincie de mogelijkheid heeft om op een eventuele bestemmingsplanherziening voor een recreatieve ontwikkeling een zo-genaamde reactieve aanwijzing te geven als er sprake is van strijdigheid met een pro-vinciaal belang. Bij de beoordeling van eventuele initiatieven zal dat uiteraard tijdig afgetast worden.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

Grootte
Bieden van mogelijkheden voor kleinschalige verblijfsrecreatie (circa 50 tot maximaal 100 wooneenheden) is niet kleinschalig. In projectontwikkeling wordt bij deze omvang gesproken over een volwaardig vakantiepark. In de voortoets wordt het dan ook “een grotere ontwikkeling”” verblijfsrecreatief bedrijf” genoemd. Daarnaast gebruikt u in de structuurvisie de benaming: middelgrote en semi-intensieve verblijfsrecreatie.
De grootte van het project : 50-100 eenheden kan resulteren in een bezoek van hon-derden toeristen per week afhankelijk van de gezins- of groepssamenstelling. Dit zou nog kunnen verdubbelen als het gaat om midweek of weekend arrangementen. De Mariapolder is daar in capaciteit niet op berekend.
Commentaar
Verwezen wordt naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

 

Veiligheid
Het project brengt de veiligheid in gevaar op het gebied van verkeer. De smalle pol-derweg van de Mariapolder wordt nu bereden door de bewoners, agrarische voertui-gen (combiners en vrachtverkeer inzake agrarische bedrijven). De weg in de Mariapol-der is daardoor aan haar maximale capaciteit. Met een park van deze grootte is de verkeersveiligheid  niet te waarborgen, gezien het grote aantal verkeersbewegingen dat zal ontstaan.
Daarnaast kent de polder één actieve uitgang, de andere uitgang is vaak afgesloten. In geval van calamiteit is de polder bij aanwezigheid van een grote groep mensen, be-woners en toeristen op een park niet veilig te evacueren. Bijvoorbeeld bij de Moer-dijkbrand afgelopen januari 2011 waarbij een evacuatie verschillende uren actueel is geweest.
Doordat de Mariapolder afgelegen is, is ook de veiligheid in relatie tot criminaliteit  niet te waarborgen, een vakantiepark is aantrekkelijk voor dieven.
Een vakantiepark leidt verder tot geluidsoverlast, het geluid draagt ver over een lege open vlakte. Zo wordt de camping aan de overzijde van de Dordtse Kil in de zomer gehoord. Een vakantiepark kan verder leiden tot parkeeroverlast, vervuiling langs dij-ken en of het park en stankoverlast, bijvoorbeeld door barbecue. Hiervan wordt in de voortoets beschreven dat dit juist voorkomen moet worden.
Commentaar
Verwezen wordt naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

Natuur
Een vakantiepark leidt tot lichtvervuiling. De Mariapolder is ’s nachts geheel onver-licht. Voor de natuur zal dat overlast veroorzaken.
De Mariapolder heeft een minimale infrastructuur. Vanwege de afgelegen plaats heeft de gemeente in het verleden besloten geen riolering of hoogwaardige telecomlijnen in de Mariapolder aan te leggen. Het aanleggen van deze infrastructuur zal veel over-last veroorzaken als het gaat om nieuw aan te leggen: wegen voor ontsluiting, riole-ring, telecombekabeling, water, gas en stroom. Dit zal overlast veroorzaken voor be-woners en de natuur.
In de voortoets wordt aangegeven dat er verstoringsgevoelige flora en fauna aanwe-zig is in het natuurbeschermde Hollands Diep. De voortoets omschrijft verschillende verstoringen voor de natuur en dat deze ook werkelijk kunnen plaatsvinden.
“De Mariapolder wordt via een hoge dijk gescheiden van het Natura 2000-gebied Hollands Diep. Dit gebied is aangewezen voor een aantal soorten die gevoelig zijn voor toename van licht, geluid en ander verstoring, zoals verschillende eenden- en ganzensoorten die het Hollands Diep gebruiken als slaapplaats en foerageergebied. De bestaande dijk vormt een effectieve barriere voor licht, geluid en optische effecten. Door het nemen van eenvoudige specifieke maatregelen in de aanlegfase, zoal het beperken van de uitstraling van bouwverlichting, kunnen negatieve effecten voorko-men worden. Van significante negatieve effecten zal geen sprake zijn”
Deze conclusie is onjuist. Prospectief kan de conclusie niet worden getrokken dat er geen significante negatieve effecten zijn voor de beschermde natuur zonder daarbij een betrouwbaarheid te vermelden. De “eenvoudige” specifieke maatregelen worden niet omschreven. Bovendien is er een verstoring tijdens de aanleg maar ook tijdens het aanwezig zijn van de recreatie. Niet alleen de lichtvervuiling maar met name de recre-atiebewegingen is een belangrijk onderdeel om te onderzoeken daar deze recht-streeks of vlakbij plaats kunnen vinden in het foerageer- en slaapgebied van de be-schermde natuur. Bij de toetsing moet dan worden uitgegaan van een significant ne-gatief effect. Een niet te onderschatten verstoring is geluid. Een park met 50 tot 400 mensen geconcentreerd in een park zal zeker een verstoring geven die significant ne-gatief voor de flora en fauna kan zijn in het aangrenzende beschermde natuurgebied.
Deze argumenten zijn redenen om het vakantiepark uit het onderdeel recreatie te schrappen van de structuurvisie.
Commentaar
Verwezen wordt naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

Positief is de aanleg van fiets-, wandel- en ruiterpaden, mits dit de jarenlange investe-ring van de gemeente Strijen in de natuurontwikkeling niet aantast en de structurele integriteit van de Delta dijk niet aantast.

Commentaar
Wij delen de mening van insprekers over het belang van fiets-, wandel- en ruiterpa-den. Wij begrijpen de opmerking over de structurele integriteit van de Delta dijk zo, dat de waterkerende functie van de dijk gewaarborgd moet blijven. Ook dat onder-schrijven we.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

Tegen elke vorm van recreatie als verblijfplaats in de Mariapolder maken wij bezwaar. Dit betreft het oranje gearceerde zoekgebied. Dit zoekgebied staat over de woningen in de Mariapolder geplaatst.
Commentaar
Verwezen wordt naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

Tegen de realisatie van speelnatuur tbv de inwoners  als onderdeel van recreatie ont-wikkeling en onderzoek naar een nieuwe locatie voor de scouting maken wij bezwaar en verwijzen wij naar alle argumenten in relatie tot overlast of verstoring.
Commentaar
Ten behoeve van de dorpenavond hebben enkele leerlingen van de Hooistoof een project uitgevoerd, waarvan tijdens de dorpenavond een presentatie is gegeven. Hier-uit kwam duidelijk naar voren dat door de kinderen speelgelegenheid buiten wordt gemist: het gebied is grone en open, maar niet toegankelijk om te spelen. Als gemeen-te zien wij de ontwikkeling van speelnatuur als een verrijking voor de inwoners en leefbaarheid in het algemeen. Wanneer een initiatief zich aandient op dit vlak, zal ui-teraard goed de locatie en inpassing daarvan onderzocht worden. Verwezen wordt naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

3. De informatievoorziening naar de direct belanghebbenden zowel in als aangren-zend aan de Mariapolder
In tegenstelling tot de andere informatieavonden hebben wij geen uitnodiging per brief ontvangen van de informatieavond van 29 maart 2012. Verschillende bewoners waren niet op de hoogte doordat zij geen brief of flyer hebben ontvangen. Het lijkt ons correct dat u de direct betrokkenen in de Mariapolder alsook aangrenzend aan de Mariapolder een brief stuurt waarbij u naar de plannen verwijst voor de beëindiging van de inzage procedure.
Commentaar/besluit
Met de nieuwsbrief willen wij iedereen bereiken. Wij hebben daarom een huis-aan-huisbezorging beoogd.
Wij betreuren het daarom dat niet iedereen onze nieuwsbrief, waarin de uitnodiging werd gedaan om de informatieavond van 29 maart jl. bij te wonen, heeft ontvangen.
Overigens hebben wij op 2 maart 2012 deze informatieavond ook aangekondigd in het huis-aan-huisblad, het Kompas, en was hierover ook nadere informatie te vinden op onze gemeentelijk website. 
Door de andere communicatiemiddelen die wij hebben gebruikt stellen wij vast dat iedereen wel van het organiseren van deze informatieavond kennis had kunnen ne-men.

4. de lay-out kwaliteit van het document
In gesprek met u op de informatieavond als ook tijdens het bezoek aan het gemeen-tehuis hebben wij aangegeven dat de kaarten in de structuurvisie van onvoldoende re-solutie zijn. Het planbureau kan dat makkelijk opnieuw opstellen met een resolutie van 300 DPI. Wij hebben daar tot op heden geen verbeterde versie van de kaarten kunnen ontvangen. De kaarten zijn nu niet juist te interpreteren.
Commentaar/besluit
Wij hebben geconstateerd dat het kaartmateriaal in de voorontwerp structuurvisie niet altijd duidelijk leesbaar is. In de ontwerp structuurvisie moeten wij voldoen aan de digitale verplichtingen die wettelijk zijn voorgeschreven. De ontwerp visie moeten wij volgens digitale richtlijnen en standaarden beschikbaar stellen op de landelijke voor-ziening, www.ruimtelijkeplannen.nl. Op deze landelijke voorziening kan de visie door iedereen worden geraadpleegd. Wij verwachten hierdoor een verbetering in de lees-baarheid en kwaliteit van het kaartmateriaal.  Wanneer het noodzakelijk is om van toelichtend kaartmateriaal de leesbaarheid te verbeteren, dan zal dat geschieden.

D. De heer R. Robart, Sassedijk 65, 3292 LD STRIJENSAS
1. Recreatie
Het aanwijzen van de Mariapolder als zoekgebied voor middelgrote verblijfsrecreatie is een nieuwe ontwikkeling. Dit is verrassend. Uit de inspraakbijeenkomsten kwam naar voren dat de bewoners van Strijen en Strijensas geen behoefte hebben aan grootschalige recreatieve voorzieningen. Een zoekgebied voor 50-100 eenheden ver-blijfsrecreatie  valt als zodanig onder het criterium grootschalig. Opvallend is ook dat er opnieuw sprake kan zijn van watergebonden verblijfseenheden. Dit lijkt op de woonboten van een aantal jaren terug, waartegen honderden inwoners van Strijensas en omstreken met succes bezwaar hebben aangetekend. Omdat tijdens de inspraak-avonden nadrukkelijk kenbaar is gemaakt dat inwoners van Strijen en Strijensas geen behoefte hebben aan grootschalige verblijfsrecreatie  en het huidige, open landschap intact willen laten houden, verzoek ik u in de structuurvisie geen gebieden aan te wij-zen als zoekgebied voor 50-100 eenheden verblijfsrecreatie. Dit geldt dus ook voor de Mariapolder.
Commentaar
Verwezen wordt naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

E. De heer H. Waaijers, Kooilandsedijk 18a, 3291 LG STRIJEN
1. Recreatie
Ondanks twijfels over de haalbaarheid, is er tegenstrijdigheid in de communicatie. Er wordt aangegeven te opteren voor kleinschalige recreatie, maar tevens wordt gedacht aan 50-100 vakantieverblijven. Deze grootschaligheid is serieus en zal naar verwach-ting meer verkeersbewegingen met zich meebrengen richting Strijensas en met name over de Kooilandsedijk. Deze ontsluitingsweg is nu al vrij krap en beperkt voor het huidig verkeer, laat staan dat daar nog een veelvoud aan verkeersbewegingen bijko-men om de haalbaarheid van 100 vakantieverblijven te realiseren. Dat aantal is be-hoorlijk ambitieus  en zal er ook voor zorgen dat er gedurende het gehele jaar een minimale bezettingsgraad moet zijn om zo’n park rendabel te krijgen. Automatisch betekent dat een enorme verkeerstoename, niet alleen over de genoemde dijk, maar ook in Strijensas zelf zal dat de nodige extra drukte van verkeer geven.
Niet vergeten dat deze auto’s ook willen parkeren, en de huidige parkeergelegenheid in Strijensas daar in ieder geval niet in voorziet.
Kleinschalige recreatie is meer dan een prima en goed idee. Bijvoorbeeld wandel, fiets, kano en ruiterpaden. Jammer dat er geen of onvoldoende energie wordt gestoken in het neerzetten van een visie waar de gehele Hoeksche Waard wat aan heeft en waar mogelijk aansluitingen kunnen worden gevonden om bijvoorbeeld dit soort projecten Hoeksche Waard breed op de kaart te zetten.
Commentaar
Als gemeente Strijen zien we de studie naar de mogelijkheden en randvoorwaarden in ons zuidelijk deel van de gemeente als een eerste stap naar een visie voor de gehele Zuidrand van de Hoeksche Waard. Als gemeente hebben we in het kader van de regi-onale structuurvisie een trekkende rol om gezamenlijk met de regio en betrokken ge-meenten met een visie voor de Zuidrand aan de slag te gaan. Voor het overige wordt verwezen naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

 


N. Vereniging Hoekschewaards Landschap, Postbus 1080, 3260 AB OUD-BEIJERLAND

1. Natuur en landschap
In de structuurvisie wordt niet aangegeven op welke wijze vorm en uitvoering wordt gegeven aan de intenties die in paragraaf 6.2, ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid worden uitgesproken. Het terugdringen van het verlies aan biodiversiteit, het verbin-den van natuurgebieden en het bevorderen  van natuur in een stedelijke omgeving zijn prima. Dit kan door rafelranden, ecologisch stadsgroen of het koesteren van oude bo-men vorm krijgen. Ook het creëren van nestgelegenheid en foerageergelegenheid voor vogels en vleermuizen kan in dit opzicht veel betekenen. Niet alleen ontwerp en reali-satie zijn hierbij van belang, maar meer nog de wijze van beheer. Ook een duurzamer beheer van bestaand groen kan, op gemeentelijk niveau, al een behoorlijke bijdrage leveren aan de biodiversiteit.
Paragraaf 8 geeft de beleidskaders, maar het blijft onduidelijk op welke wijze deze ambities worden gerealiseerd. Een meerjarenuitvoeringsprogramma, zoals het pro-gramma voor de regionale structuurvisie, zou daartoe een goed middel zijn.
Wat betreft natuurontwikkeling langs kreken geeft de structuurvisie aan dit te willen stimuleren en faciliteren. Hierbij is niet aangegeven wat als doel wordt gesteld, bij-voorbeeld in de vorm van het aantal ha nieuwe krekennatuur.
In de structuurvisie ontbreekt een integrale visie op natuur en biodiversiteit. Deze on-derwerpen zijn in de structuurvisie geschoven onder verschillende paragrafen waardoor de samenhang ontbreekt. De ambities op het gebied van natuur en biodiversiteit zou-den krachtiger en duidelijker overkomen in een aparte paragraaf.
Commentaar
De ambities op het gebied van natuur en biodiversiteit zijn niet in een aparte para-graaf opgenomen. Deze aspecten zijn namelijk verweven binnen de verschillende thema’ s die in de structuurvisie zijn opgenomen. Voor het realiseren van de ambities op het gebied van natuur en landschap zijn wij mede afhankelijk van particuliere initi-atieven. De wijze waarop hieraan invulling wordt gegeven staat vrij en dergelijke ini-tiatieven zullen wij beoordelen aan de in de structuurvisie gestelde kaders c.q. wet- en regelgeving. Hierin worden op dat moment onze ambities op het gebied van natuur en biodiversiteit meegewogen. Vanwege de afhankelijkheid van particuliere initiatie-ven is het niet realistisch hiervoor een meerjarenuitvoeringsprogramma op te stellen.
Besluit
Wij zijn van mening dat voldoende aandacht is besteed aan de aspecten natuur en landschap.

2. Windmolens
Het standpunt dat uitbreiding van het windmolenpark ongewenst is, wordt onder-schreven. In 2020 zou een heroverwegingsbesluit moeten worden genomen over deze windturbines waarbij vernieuwing, verplaatsing of ontmanteling de opties zijn. In de structuurvisie wordt een beleidsuitgangspunt over de windturbines gemist.
Commentaar
Wat betreft het uitgangspunt over windturbines sluiten wij aan bij het regionaal be-leid in de Structuurvisie Hoeksche Waard. Voor de turbines in de Mariapolder geldt dat opschaling van deze windturbines ongewenst is. Vooralsnog nemen wij in dit stadium nog geen standpunt in wat betreft het genoemde heroverwegingsbesluit. Dit behoeft nader onderzoek en afstemming in en met de regio. Wel merken wij op dat windtur-bines in de Mariapolder niet passen bij het toeristisch-recreatieve profiel van de Zuid-rand aan de Delta.
Besluit
Wat betreft ons beleidsuitgangspunt over windturbines sluiten wij aan bij het regionaal beleid. Wij stellen vast dat dit geen aanleiding geeft de structuurvisie hierop aan te passen.

In paragraaf 8.4 wordt een afstand van 300 meter aangehouden tussen windturbines met een wiekdiameter van 50 meter en gevoelige functies. Gezien de toenemende hoogte en wieklengte van moderne turbines is het de vraag of hier geen grotere af-stand moet worden genomen.
Commentaar/besluit
Wij hebben deze afstand gebaseerd op de huidige richtlijnen. Bij concrete planontwik-keling zal nader worden onderzocht of deze richtlijn voldoende is.
 In paragraaf 1.1 wordt vermeld dat de kartbaan wordt gelegaliseerd. Dat is nog geens-zins een feit. Het is zo dat het college en de raad de procedure tot legalisatie aan het voorbereiden zijn maar de procedure zal nog doorlopen moeten worden. Gezien de moeizame en mislukte eerdere pogingen om tot legalisatie te komen is het dus nog volstrekt onzeker of dit nu wel het geval zal worden. Daarbij komt dat het college en de raad zich bewust zijn van het feit dat de kartbaan in principe niet thuishoort in het Natura 2000 gebied, doch dat het de gemeente aan mogelijkheden ontbreekt om de kartbaan te verplaatsen en de gemeente het sluiten van de kartbaan van de hand wijst. De verwachting was daarom dat als langetermijnvisie  het verplaatsen (of het uiteinde-lijk sluiten) van de kartbaan overeind was blijven staan.
In paragraaf 3.2 staat dat de gemeente zich beraadt over de toekomst van de kartbaan. Dit in tegenstelling tot het gestelde in paragraaf 1.
Commentaar/besluit
De tekst over de ontwikkelingen betreffende de kartbaan zullen wij actualiseren en op elkaar afstemmen.


3. Recreatie
Bij de ontwikkeling van verblijfsrecreatie in de Mariapolder worden vraagtekens ge-plaatst. Deze ontwikkeling ziet HWL liever plaatsvinden in de daartoe reeds bestemde Molenpolder in Cromstrijen. De Mariapolder dient naar de mening van HWL zoveel als mogelijk in agrarische staat te blijven, dan wel, zoals oorspronkelijk het beleidsvoor-nemen was , bestemd te worden als natuurgebied. Een beperkte recreatieve ontwikke-ling is wellicht mogelijk. Echter zien wij hierbij eerder enkele tientallen eenheden als mogelijkheid dan de in de structuurvisie genoemde 50 tot 100 eenheden.
Commentaar
Verwezen wordt naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie.
Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

G. Kamer van Koophandel Rotterdam, Postbus 450, 3000 AL ROTTERDAM
1. Detailhandel
 Bij het uitgangspunt dat ontgroening en vergrijzing een positief effect kan hebben op detailhandsvoorziening wordt te makkelijk voorbij gegaan aan de veranderingen in de maatschappij. Tegenwoordig zijn ouderen en minder valide mensen voor hun bood-schappen niet meer aangewezen op voorzieningen die op korte afstand liggen. In de Hoeksche Waard worden bovengemiddeld veel aankopen gedaan via het internet. De-ze aankopen worden thuisbezorgd en tot zelfs in de keuken afgeleverd. Deze ontwik-kelingen dragen eraan bij dat de gewone detaillist, moet meebewegen om het hoofd boven water te houden. Deze sector moet daarom extra aandacht krijgen, en in goed overleg met de detaillisten in Strijen en in de omliggende gemeenten moet deze sector passende ruimte worden gegeven om in te spelen op veranderingen.
Leegstand moet worden voorkomen om verloedering te voorkomen. Het is van belang dat betrokken partijen (gemeente, winkeliers en vastgoedeigenaren) over leegstand blijven nadenken. Zo kan iedereen adequaat reageren als de problematiek zich weer de kop opsteekt. Dit kan door bijvoorbeeld leegstaande winkelpanden (tijdelijk) te voor-zien van een ontheffing voor alternatieve activiteiten. Een kantoor voor een architec-tenbureau oogt in de winkelstraat bijvoorbeeld beter dan een leegstaande winkel. Een dergelijke ontheffing vergt enige voorbereidingstijd. Wij vragen u hierop te anticipe-ren.
Commentaar/besluit
Als gemeente streven wij er naar om initiatieven die een bijdrage leveren aan de eco-nomie, de werkgelegenheid en de leefbaarheid van de kern zoveel mogelijk te stimu-leren en te faciliteren, voor zover de geldende wettelijke kaders en regionale afspra-ken dit mogelijk maken. Als zodanig is dit ook in de structuurvisie opgenomen. Er be-staat daarom geen aanleiding de structuurvisie aan te vullen/aan te passen.
2. Economie en werken
De stelling dat het door verschillende ontwikkelingen zoals globalisering en de econo-mische crisis niet langer vanzelfsprekend is dat er ruimte in de vorm van bedrijfsterrei-nen nodig is, willen wij nuanceren. In Nederland stijgt de ruimteproductiviteit. Produ-ceren gebeurt met minder mensen, maar dit leidt niet automatisch tot minder ruimte-behoefte.  De toekomstige ruimtebehoefte uit de arbeidsintensieve sectoren  (dienst-verlening, consumentendiensten en bouw) zal beperkt zijn. De ruimtebehoefte van de arbeidsextensieve sectoren (industrie en logistiek) zal daarentegen groot zijn. Boven-dien is door de oprukkende woningbouw voor bedrijven in de hogere milieu categorie-ën (milieucategorie 3.2 en hoger) steeds minder ruimte beschikbaar. Dit betekent dat er wel degelijk vraag is naar bedrijfsterreinen. Dit zijn echter andere terreinen dan die in de gemeente Strijen en in de noordrand van de Hoeksche Waard worden aangeboden. Wij vragen u op de daadwerkelijke vraag naar bedrijfsruimte in te spelen.
Commentaar/besluit
In onze structuurvisie wordt niet gesteld dat in de toekomst geen behoefte meer zal zijn aan de uitbreiding van ruimte voor bedrijvigheid in Strijen. Wij stellen in hoofd-stuk 4.2 namelijk vast dat wij aan de slag moeten met het in beeld brengen van de ac-tuele behoefte. Dit behoeft nader onderzoek. Hiermee willen wij inspelen op de daadwerkelijke vraag. Hier zal ook regionale afstemming voor nodig zijn.

Besluit
Wij stellen vast dat aan de hand van nader onderzoek de behoefte aan de vorm en ruimte voor bedrijvigheid moet worden vastgesteld. Er is geen aanleiding de structuur-visie hierop aan te passen.
Niet alleen bevinden zich grote bedrijven met een lokale binding op het Strijense be-drijventerrein ook in het buitengebied. In een aantal gevallen kunnen deze bedrijven juist vanwege de sterke lokale binding die behoefte hebben aan een grote ontwikke-ling niet verplaatsen naar het regionale bedrijventerrein. Verplaatsing betekent daar-naast ook zeer omvangrijke kapitaalvernietiging. Verzocht wordt de hoofdlijn dat reeds gevestigde grote bedrijven met een lokale binding in Strijen kunnen blijven aan te vullen met: Wanneer een in Strijen gevestigd bedrijf dat een grote ontwikkeling moet realiseren en een sterke lokale binding kan aantonen, of wanneer bij vertrek sprake is van omvangrijke kapitaalvernietiging, onderzoekt de gemeente of de ontwik-keling op de huidige locatie mogelijk is.
Commentaar
Het is gebruikelijk dat wij - op verzoek van een in Strijen gevestigd bedrijf dat een gro-te ontwikkeling wenst te realiseren - onderzoeken of de gewenste ontwikkeling op de huidige locatie mogelijk is. De realiteit gebiedt echter te onderkennen dat niet-agrarische bedrijven in het buitengebied – mede op basis van provinciale regelgeving – slechts beperkte uitbreidingsmogelijkheden kunnen krijgen.
Besluit
Wij stellen vast dat deze werkwijze als zodanig al wordt toegepast. De tekst in de structuurvisie zullen wij hierop aanpassen.

3. Recreatie
Mensen geven gemiddeld meer geld aan recreatie en vrije tijd. In de visie stelt u dat verbreding en kwaliteitsverbetering nodig is om recreatie en toerisme structureel als economische drager te kunnen gebruiken. De bestaande recreatieve ondernemers wilt u hiervoor ruimte geven. Dit wordt gewaardeerd. Als Strijen wil profiteren van de trend dat mensen gemiddeld meer geld besteden aan recreatie en vrije tijd moet er wel een plaats zijn waar zij dit kunnen doen. De beschikbare faciliteiten geven op dit moment onvoldoende economische spin-off om recreatie en toerisme in de Hoeksche Waard als economische drager aan te kunnen wenden. Het faciliteren van grootschalige verblijfs-ruimte biedt hier wel perspectief op. De afstand tussen de grotere recreatieve ontwik-keling tot de kern dient echter, willen de bestaande faciliteiten hiervan kunnen profite-ren, niet te groot te zijn.
Commentaar
Verwezen wordt naar de algemene beantwoording over het thema verblijfsrecreatie. Wij zien de reactie als een ondersteuning van onze visie.

Besluit
Wij zijn van mening dat er geen aanleiding is de structuurvisie aan te passen.

H. Provincie Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP DEN HAAG
Het provinciale beoordelingskader is vastgelegd in de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte. In de structuurvisie wordt hier ten dele op ingegaan. Geadviseerd wordt nog in te gaan op de volgende punten:
1. Regionale afstemming woningbouw
Commentaar/besluit
Wat betreft woningbouwbehoefte en programmering vindt regionale afstemming plaats. Wij zullen dit aspect aanvullen in onze structuurvisie.

2. SER-ladder
Commentaar/besluit
In de geplande woningbouwlocaties en de uitbreiding van bedrijventerrein is de SER ladder uitgangspunt. Bij uitbreiding van bedrijventerreinen staat dit al opgenomen in de structuurvisie. Wij zullen dit ook bij het thema wonen opnemen.

3. Beeldkwaliteitsparagraaf
Commentaar/besluit
In de structuurvisie zullen wij opnemen dat - als het provinciaal beleid dit vereist - bij  plantonwikkeling een beeldkwaliteitsparagraaf dient te worden opgesteld.

4. Windenergie
Commentaar
Wat betreft het uitgangspunt over windturbines sluiten wij aan bij het regionaal be-leid in de Structuurvisie Hoeksche Waard. Voor de turbines in de Mariapolder geldt dat opschaling van deze windturbines ongewenst is. Vooralsnog nemen wij geen stand-punt in wat betreft het genoemde heroverwegingsbesluit. Dit behoeft nader onder-zoek en afstemming in en met de regio. Wel merken wij op dat windturbines in de Mariapolder niet passen bij het toeristisch-recreatieve profiel van de Zuidrand aan de Delta.
Besluit
Wat betreft ons beleidsuitgangspunt over windturbines sluiten wij aan bij het regionaal beleid. Wij stellen vast dat dit geen aanleiding geeft de structuurvisie hierop aan te passen.

I. Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Zuid-Holland, Postbus 556, 3000 AN ROTTERDAM

1. Waterbeheerder
In de structuurvisie wordt wat betreft de wateropgave de samenwerking met Water-schap Hollandse Delta en het binnendijkse waterbeheer genoemd. Verzocht wordt in paragraaf 6.1 Rijkswaterstaat te noemen als water- en vaarwegbeheerder van het Hol-landsch Diep en de Dordtsche Kil. Daarbij dient te worden vermeld dat de genoemde rijkswateren met bijbehorende buitendijkse gebieden primair zijn bedoeld voor de on-gehinderde afvoer van water, ijs en sediment en voor vlot en veilig scheepvaartbeheer.
Commentaar/besluit
Wij zullen dit opnemen in de structuurvisie.


2. Overleg bij ruimtelijke plannen
Verder het verzoek om Rijkswaterstaat bij de nadere uitwerking van ruimtelijke plannen voor buitendijkse gebieden in een zo vroeg mogelijk stadium in overleg te treden met Rijkswaterstaat Dienst Zuid-Holland.
Commentaar/Besluit
Bij de planuitwerking voor buitendijkse gebieden zullen wij in een zo vroeg mogelijk stadium in overleg treden met Rijkswaterstaat.

J. Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard, Postbus 7059, 3286 ZH KLAASWAAL
Waardering voor de wijze waarop in het voorontwerp aansluiting is gezocht bij de re-gionale structuurvisie. De afstemming met de regio is expliciet gemaakt en een aantal zaken zijn consequent verder uitgewerkt. Voor de volgende punten wordt nader aan-dacht gevraagd.
1. Zet nog sterker in op het eigen DNA van Strijen als onderdeel van de Hoeksche Waard
Geadviseerd wordt meer aandacht te besteden aan de cultuurhistorische elementen die Strijen uniek maken. Deze elementen hoeve niet louter bevroren te worden maar zouden nieuwe betekenis en functies kunnen krijgen. In de regionale structuurvisie hebben we geconcludeerd dat het DNA van het landschap de pijler zou moeten zijn voor verdere ontwikkeling. Wat dat betreft zou het DNA van Strijen nog sterker op de kaart kunnen worden gezet.

Commentaar/besluit
Wij onderschrijven dat het wenselijk is het DNA van Strijen sterk op de kaart te zetten. Onze cultuurhistorische elementen, voorzieningen en ons landschap geven vorm aan het DNA van Strijen. Een goede samenhang en -spel tussen deze elementen versterkt het DNA van Strijen en maakt Strijen een aantrekkelijke gemeente om te verblijven. Voor het sterker ontwikkelen van het DNA van Strijen zijn wij echter mede afhankelijk van initiatieven van marktpartijen. Voor zover het in ons vermogen ligt zullen wij der-gelijke initiatieven echter stimuleren en faciliteren. 

2. Maak de oostrand transpart en uniek
Voor de oostrand adviseren wij nog meer aan te sluiten op de streekeigen karakteris-tiek en het dorp. Wij zien tweeërlei kansen. Ten eerste kan nog nadrukkelijker gezocht worden naar een koppeling met het landschap: wonen aan het water (kreek), woon/werken in een schuur, diversiteit en aantal verbindingen over de randweg naar het omringende landschap etc. Ten tweede is een kans voor een streekeigen architec-tuur, die duidelijk herkenbaar is ten opzichte van nieuwbouw wijken buiten de Hoek-sche Waard.

Commentaar/besluit
De in de structuurvisie opgenomen stedenbouwkundige schets is slechts bedoeld als een indicatieve schets. Dit is ook als zodanig in de structuurvisie aangegeven. Bij ver-dere planuitwerking van de oostrand zullen stedenbouwkundige uitgangspunten en/of een beeldkwaliteitsplan worden opgesteld. De in de inspraakreactie aangegeven aspecten kunnen bij planontwikkeling nog steeds worden meegenomen. Er bestaat daarom geen aanleiding de structuurvisie hierop aan te passen.

3. Versterk de ruimtelijke kwaliteit van de entree aan de noordrand
In het voorontwerp wordt geconstateerd dat de noordelijke entree geen aantrekkelij-ke uitstraling heeft. Wij adviseren u om hier meer ingrijpende maatregelen te nemen om dit te verbeteren. Vooral ook de duidelijk zichtbare bebouwing van het bedrijven-terrein doet afbreuk aan de waarden van het polderlandschap. Omdat voorgesteld wordt de uitbreiding van het bedrijventerrein aan de westzijde te laten vervallen kan gedacht worden aan, door een (gedeeltelijke) wegomlegging, meer ruimte te creëren voor inpassing (wellicht een aantal woon/werk een heden in relatie tot de cultuurhis-torische waarden van de trambaan) en afplanting.
Commentaar/besluit
Wij onderschrijven in onze structuurvisie dat het wenselijk is de ruimtelijke kwaliteit van de entree aan de noordrand te versterken. Om dit nader te kunnen uitwerken zijn wij mede afhankelijk van particuliere initiatieven. Bij uitwerking van ruimtelijke plan-nen in/nabij onze entreegebieden zullen wij aan de beeldkwaliteit specifieke aandacht besteden. Dit is als zodanig al in onze structuurvisie opgenomen. Er bestaat daarom geen aanleiding de structuurvisie hierop aan te passen.

K. TenneT, Postbus 718, 6800 AS ARNHEM
1. Overleg bij ruimtelijke plannen
De binnen de gemeente aanwezige hoogspanningsverbinding maakt deel uit van een omvangrijk netwerk van hoogspanningsstations met daarop aangesloten boven-en ondergrondse hoogspannings- en telecommunicatieverbindingen. Binnen de begren-zing van de structuurvisie bevindt zich een gedeelte van deze verbinding, die is gesitu-eerd langs de noordoostelijke grens van de gemeente, parallel aan de Derde Kruisweg en de Langedam tussen masten nrs. 135 en 147.
Door ruimtebeslag is deze nutsvoorziening mede bepalend voor de verschillende infra-structurele elementen en levert de aanwezigheid van elektriciteitswerken beperkingen op in het gebruik van gronden. Hierbij zijn onder meer aspecten aan de orde zoals veiligheid van personen en goederen, de aan te houden veiligheidsafstanden, de be-reikbaarheid en de benodigde ruimte voor het uitvoeren van onderhouds- en herstel werkzaamheden.
Bij planontwikkeling wordt verzocht met een ongestoorde ligging van de hoogspan-ningsverbinding rekening te houden en tijdig met TenneT in overleg te treden.
Commentaar/Besluit
Bij de planuitwerking zullen wij met de belangen van TenneT rekening houden en tij-dig in overleg treden.

L. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Postbus 350, 3300 AJ DORDRECHT
1. onderwerp externe veiligheid
In de voorontwerp structuurvisie ontbreekt een algemeen verhaal over het onderwerp externe veiligheid. In dit algemene deel kan uitleg worden gegeven over Plaatsgebon-den Risico (PR) en Groepsrisico (GR) en kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Hierbij is ook de verwijzing  naar de relevante wetgeving waaraan moet worden vol-daan belangrijk: circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen.
Ten aanzien van externe veiligheid is de verantwoording van het groepsrisico ook een belangrijk onderwerp waaraan in de structuurvisie aandacht kan worden besteed. In de visie kan worden aangegeven welke maximale hoogte van het GR t.o.v. de oriënta-tiewaarde wordt nagestreefd. Voor verschillende delen van het plangebied kunnen verschillende streefwaarden gelden.
In de structuurvisie kunnen de specifieke situaties voor de bestaande risicobronnen in het plangebied worden opgenomen (bijvoorbeeld PR-contouren bij risicobronnen en Plasbrandaandachtsgebieden langs transportassen). Hierbij kan worden vermeld de aandachtspunten bij het realiseren van nieuwe ontwikkelingen.
Uitgangspunt voor keuzes in de structuurvisie is het EV-beleid. In de werkgroep Milieu van de Hoeksche Waard is een initiatief ontwikkeld om te komen tot een subregionaal externe veiligheidsbeleid voor de Hoeksche Waard. Daarnaast is de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid bezig met de ontwikkeling van een format voor gemeentelijk EV-beleid.
De genoemde Regionale analyse externe veiligheid Regio Zuid-Holland is een mo-mentopname uit 2009. Voor een meer actueel overzicht over de aanwezigheid van risi-cobronnen in het plangebied kunt u beter de provinciale Risicokaart raadplegen of de omgevingsdienst vragen een Quick Scan uit te voeren.
In het aangehaalde “Programma Versterking Externe Veiligheid Regio Zuid-Holland 2010-2014” is als activiteit vermeld “Externe veiligheid is geborgd in beleid en in aan-palende beleidsterreinen; stimuleren en ondersteunen opstellen gemeentelijke be-leidsvisie EV”.
Voor windmolens zijn regels m.b.t. externe veiligheid vastgelegd in een nieuw Activi-teitenbesluit windturbines. Dit besluit is op 1 januari 2011  in werking getreden. Het advies is om de laatste twee zinnen onder dit kopje te vervangen door: “Voor wind-turbines gelden ook regels m.b.t. externe veiligheid. Deze zijn opgenomen in het Acti-viteitenbesluit windturbines dat op 1 januari 2011 in werking is getreden.”.
In een, aan de structuurvisie Strijen toegevoegd, hoofdstuk Fysieke veiligheid kunnen alle in deze brief genoemde zaken worden gebundeld. Het bureau expertise en advies brandweer van de Veiligheidsregio en de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid kunnen u adviseren bij de totstandkoming van dit hoofdstuk.
Commentaar/besluit
In zijn algemeenheid onderschrijven wij de noodzaak om in een zo vroeg mogelijk stadium van de beleidsvorming aandacht te hebben voor het aspect ‘externe veilig-heid’. Met name in bestemmingsplannen wordt om die reden altijd een specifiek hoofdstuk aan dit onderwerp besteed. We gebruiken daarbij de provinciale risicokaart.
Kijkend naar de beperkte ruimtelijke ontwikkelingen, die in de lokale structuurvisie worden beschreven, gaat een apart hoofdstuk Fysieke veiligheid in dit stadium wat ver, althans kan niet veel meer dan algemeenheden bevatten.
Wel zullen wij de tekst in de structuurvisie in paragraaf 8.4 actualiseren en aanvullen met hierop betrekking hebbende geldende wet- en regelgeving c.q. be-leid(sontwikkelingen) . 

M. Waterschap Hollandse Delta, Postbus 4103, 2980 GC RIDDERKERK
1. Watercompensatie
De plannen en maatregelen met betrekking tot de waterhuishouding worden in de structuurvisie voldoende belicht. Als aandachtspunt wordt meegegeven dat bij nieuwe stedelijke plannen een watercompensatie geldt van 10% van het bruto plangebied. Bij inbreiding en kleine ruimtelijke plannen geldt 10% van de toename aan verharding.
Commentaar/Besluit
Bij de planuitwerking zullen wij - zoals gebruikelijk - met de geldende normen voor watercompensatie rekening houden.