Als gemeente zetten we ons er extra voor in, om daar waar mogelijk bij te dragen aan een versterking van de ruimtelijke kwaliteit en de duurzaamheid. We zetten ons extra in voor:
- versterken van kwaliteit door gebiedsgericht maatwerk in dynamiek;
- het versterken van de (beeld)kwaliteit van de entreegebieden van de kern Strijen;
- het bereiken van duurzame ontwikkelingen en het geven van een goede voorbeeldfunctie hiertoe.
1. Versterking kwaliteit door gebiedsgericht maatwerk in dynamiek
Naast behoud, streven we naar het versterken van de kwaliteiten op het gebied van natuur, landschap, water en cultuurhistorie waar mogelijk, samen met partijen en burgers in de samenleving.
De regionale structuurvisie beschrijft een Ontwikkelingsbeeld voor 2030 voor de Hoeksche Waard, met als een belangrijk onderdeel daarvan de 'landschappelijke hoofdstructuur'. De kaart hieronder bevat hiervan een uitsnede voor onze gemeente. Via deze link kunt u de uitgebreide bijbehorende legenda inzien.


Deze ontwikkelingsrichting onderschrijven we van harte, waarbij op ons grondgebied de volgende opgaven liggen:
- voor de kreken: het uitbouwen van de kreken tot robuuste groenblauwe structuren met accenten in water en natuur;
- voor de binnendijkse natuurkern: het behoud en versterken van de natuurkern Oude Land van Strijen;
- voor de binnendijken: het verbeteren van de beeldkwaliteit van de historische dijklinten met hun monumentale gebouwen en erfbeplanting, met behoud van de waterkerende functie van de primaire en secundaire dijken;
- voor de buitendijken: het versterken van het open karakter, waarbij het bij dijkverbetering belangrijk is dat rekening wordt gehouden met de landschappelijke en ecologische waarde van de dijken en dat maatregelen zoveel mogelijk worden gecombineerd met recreatie- en natuurontwikkeling;
- voor de buitendijkse natuur- en recreatiegebieden: gestreefd wordt naar ontwikkeling van een 'groene zoom' rondom de gehele Hoeksche Waard met buitendijkse natuur- en recreatiegebieden en aangrenzende binnendijkse groengebieden. Ten tijde van het vaststellen van de Regionale Structuurvisie, was hierin voor de Mariapolder nog een zoekgebied van 150 hectare opgenomen voor buitendijkse natuurontwikkeling. Deze status van zoekgebied is nu echter vervallen, de Mariapolder maakt hierdoor geen onderdeel meer uit van de ecologische hoofdstructuur. Wel geldt voor dit gebied nog als doelstelling het ontwikkelen tot natuur- en recreatiegebied in het algemeen;
- voor de agrarische gebieden: landbouw is hier de dragende functie en om deze veilig te stellen moet er ruimte zijn voor ontwikkeling. Nieuwe ontwikkelingen zullen getoetst moeten worden aan de kernkwaliteiten van het landschap;
- voor het Oudeland van Strijen dat aangewezen is in de regionale structuurvisie als 'stimuleringsgebied weidevogel- en ganzenbeheer: hier wordt agrarisch natuurbeheer gestimuleerd, onder andere met extra vergoedingen;
- voor de historische dorpskernen en dijklinten: het centrum van Strijen, de historische delen van de linten Weelse Dijk, Keizersdijk, het dorpshart van Strijensas rondom de haven, Strijensedijk/Mookhoek en Oudendijk: een duurzaam beheer van de aanwezige monumenten en een verbetering van de beeldkwaliteit als geheel.
Ook hierbij geldt dat we grotendeels afhankelijk zijn van particuliere initiatieven. Als gemeente hebben we een verantwoordelijkheid en taak in de openbare ruimte en we sturen op initiatieven van anderen. Bij nieuwe ontwikkelingen waarbij we zelf initiërend en (deels) uitvoerend zijn, vormt het bovenstaande onze leidraad. In regionaal verband wordt gewerkt aan de oprichting van een 'Kwaliteitsteam voor de Hoeksche Waard'. Dit team moet een bijdrage leveren aan het stimuleren van kwaliteit bij de realisering van plannen voor woningbouw, maar ook voor andere functies. De rol en financiële bijdragen van de verschillende betrokken overheden hiervoor wordt op dit moment in kaart gebracht. Het voorstel is om bij wijze van proef een Kwaliteitsteam te laten functioneren in de jaren 2012 en 2013. Op basis van een evaluatie daarvan zal besloten worden over het vervolg. Op provinciaal niveau wordt gewerkt aan het opstellen van zogenaamde 'Gebiedsprofielen' waarin gedefinieerd wordt wat in bepaalde regio's als essentiële onderdelen van ruimtelijke kwaliteit verstaan wordt en welke criteria/uitgangspunten bij ontwikkelingen gelden. Momenteel is gestart met twee gebiedsprofielen als pilot (Hollandse Plassen en Midden-Delftland). De kwaliteitscriteria voor transformatie zoals wij die in deze structuurvisie verankerd hebben (zie hierna) zien wij als een 'opstapje' naar een dergelijk gebiedsprofiel voor de Hoeksche Waard. Wij brengen dit graag ter zijner tijd in het overleg rondom het op te stellen gebiedsprofiel voor de Hoeksche Waard in.
Zonering en inrichtingsprincipes Wanneer naar de ontstaansgeschiedenis, het functionele gebruik en de bebouwingsstructuren gekeken wordt, kan er binnen ons grondgebied een onderscheid gemaakt worden in enkele 'zones' (polders / landschappen) en typen bebouwingsstructuren. Iedere eenheid heeft een eigen karakter en identiteit, waardoor er telkens andere (on)mogelijkheden zijn voor ontwikkelingen en ook sprake is van andere randvoorwaarden die daaraan gesteld dienen te worden:
- in zone I, het Oude Land ligt er met name een opgave voor natuur in combinatie met agrarisch gebruik;
- in zone II, de Oude Aanwaspolders ligt er met name een accent op de agrarische sector en de verbreding naar recreatie en toerisme;
- in zone III, de Jonge Aanwas- en natuurpolders, ligt het accent op natuur gecombineerd met recreatief medegebruik.

Om ervoor te zorgen dat in de verschillende zones en structuren alleen die ontwikkelingen / transformaties plaatsvinden die goed landschappelijk zijn ingepast, zijn er in de Regionale Structuurvisie inrichtingsprincipes opgenomen. Deze inrichtingsprincipes hanteren wij bij het beoordelen van aanvragen van particulieren èn gebruiken we om deze partijen te inspireren om te komen tot een landschappelijk goed ingepast plan. Graag verwijzen we naar deze inrichtingsprincipes, zoals 'kreekontwikkeling', 'wonen aan de kreek', 'dijkontwikkeling', 'boerderijuitbreiding in de polder', 'recreatieve dijken en havenkanalen', 'ravelranden' en 'groen bedrijventerrein'. Via deze link zijn de inrichtingsprincipes uit de regionale structuurvisie in te zien.
We merken echter in de praktijk dat veel verzoeken betrekking hebben op een locatie in een dijklint-/dijkdorp. Door de unieke ontstaansgeschiedenis van dit deel van de Hoeksche Waard woont daar een flink deel van onze bevolking. Juist voor deze dijklinten/-dorpen, biedt de regionale structuurvisie geen bebouwingsprincipes. Steenplaats vormt een uitzondering, hiervoor zijn de bebouwingsprincipes 'wonen aan de kreek' en 'recreatieve dijken en havenkanalen' van toepassing. Ieder dijklint/- dorp is uniek, er kan er niet volstaan worden met algemene uitgangspunten.
Kwaliteitscriteria voor transformatie in dijklinten / -dorpen Wonen aan de dijk betekent zien en gezien worden: je hebt als bewoner een prachtig uitzicht over de polder, maar de woningen liggen (direct) aan de weg en zijn goed zichtbaar vanuit het landschap en vanaf de andere dijken. De bebouwing in de linten is heel afwisselend van aard en uitstraling, kleine arbeidshuisjes staan naast bungalows en karakteristieke dwarsdeelboerderijen. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om bestaande burgerwoningen gelegen in het buitengebied uit te breiden tot maximaal 650 m3 met een bijgebouw van 75 m2. In de reeds verdichte linten zoals Cillaarshoek en Keizersdijk is de ruimte beperkt en zijn de karakteristieke doorzichten naar de achtergelegen polders grotendeels verdwenen, met name richting het Oude Land van Strijen. Oostwaarts richting Bonaventura zijn meer doorzichten te vinden, maar hier wordt het landschapsbeeld sterk bepaald door grote bebouwingsmassa’s zoals de kassen en de bedrijven op het bedrijventerrein de Trambaan. De dijklinten vormen een aantrekkelijk woonmilieu, maar de gemiddeld kleine woningen en beleidsmatige restricties vormen een beperking voor het uitbouwen en transformeren naar de hedendaagse eisen en wensen. De mogelijkheden voor ontwikkeling zijn sterk afhankelijk van de kwaliteit van het omliggende landschap en de dimensionering van het dijklichaam. Binnen onze gemeente zijn de meest voorkomende dijkprofielen 2,3 en 3,5 meter. Een lage dijk, betekent bijvoorbeeld ook een laag bijgebouw en is bijvoorbeeld het toevoegen van een extra 'woonlaag' mogelijk in de vorm van 'split level'.


Het meest intensieve dijklint is de Keizersdijk / Cillaarshoek (de 'rode draad' van onze gemeente), deze is ook gelegen binnen een formele 'bebouwingsconcentratie' / 'rode contour'. Daarom hebben we hiervoor een verdiepingsslag gemaakt. In het algemeen is te zeggen dat het noordelijk deel tot de Hoekscheweg vrij is gebleven van verstorende invloeden zoals kassenbouw of grootschalige bedrijvigheid. Verder zuidwaarts richting Strijen is de invloed van schaalvergroting en oprukkende bedrijvigheid aan de oostkant van de dijk groter met een negatieve invloed op de kwaliteit. De beperkte doorzichten in het noorden dienen behouden te blijven, in het zuiden zijn meer mogelijkheden voor bebouwing. Ten zuiden van Strijen richting Strijensas, is het landschap zoals het in de Hoeksche Waard verwacht mag worden. Transformatie van bestaande erven en woningen is denkbaar, nieuwvestiging is in principe uitgesloten omdat dit ten koste kan gaan van de landschappelijke openheid. Bijgaande kaart geeft voor het noordelijk deel van deze 'rode draad' de in ieder geval te behouden doorzichten, de gesignaleerde kansrijke locaties voor een kwaliteitsimpuls door transformatie en elementen die op dit moment als verstorend worden ervaren in de beeldkwaliteit van het lint. Omdat dit lint het meest intensief bebouwd is en hier daarom ook de meeste dynamiek te verwachten is, hebben we kwaliteitseisen voor transformatie benoemd. Deze worden gebruikt worden bij de afweging van initiatieven. Via deze link wordt de tabel geopend met de kwaliteitscriteria voor transformatie in de dijklinten / -dorpen. Hierdoor ontstaan op sommige locaties kansen voor een kwaliteitsverbetering en is er meer sprake van dynamiek en levendigheid. Dit laatste is zeer zeker passend bij een lint dat eeuwenlang de doorgaande route was tussen Brabant en het westen van Holland: de rode draad van Strijen.
Uiteraard vormt ieder verzoek maatwerk, maar door het volgen van de kwaliteitscriteria in de tabel, wordt al een hele stap gezet in het behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Wanneer blijkt dat het hanteren van deze kwaliteitscriteria tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit leiden waar nodig, dan wordt dat sturingsinstrument ook toegespitst op de andere dijklinten. Als gemeente nodigen we betrokken partijen uit om, wanneer ze een voornemen tot transformatie / uitbreiding / herontwikkeling hebben, hierover met ons het gesprek aan te gaan.

Kassen Specifiek voor de beeldkwaliteit van het buitengebied vormen de kassen. In regionaal verband is het streven benoemd om verspreid glas te saneren. Hierbij is in de regionale structuurvisie opgenomen dat gedacht kan worden aan een glasconcentratiegebied in de noordrand (circa 60 hectare) of enkele kleinere verspreid liggende kleinere concentratiegebieden (circa 10 - 20 hectare). Intentie is om ook het 'papieren glas' te saneren op kwetsbare locaties. Inmiddels wordt in regionaal verband de haalbaarheid en wenselijkheid van het saneren en concentreren van glas onderzocht. Als gemeente ondernemen we hiertoe actief geen initiatief, behoudens het zorgvuldig hiermee omgaan in juridisch-planologisch opzicht en kansen benutten tot sanering wanneer die zich voordoen. Als gemeente staan we op het standpunt dat op het grondgebied van de gemeente Strijen géén glasconcentratiegebied gelokaliseerd mag worden.
Algemene aandachtspunten ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit De gemeente Strijen stimuleert en faciliteert in het algemeen en wanneer mogelijk voor de kernen:
- zo mogelijk (Oranjewijk) vergroten van de aantrekkelijkheid van de woonomgeving door versterking van het groen in de kernen, zowel kwalitatief als kwantitatief;
- versterking van de entrees van de kernen (zie hierna) en relaties met het buitengebied;
- versterking van de kwaliteit van de kernranden. Het betreft het realiseren van duurzame overgangen tussen kern en buitengebied in de vorm van uitloopgebieden. We zien de kleine kernen als onderdeel van het landschap;
- versterken van de relatie water, groen, cultuurhistorie en natuur ter bevordering van het multifunctioneel gebruik van de ruimte;
- versterken van ruimtelijke kwaliteit van oppervlaktewater. Water binnen ruimtelijke ontwikkelingen wordt vaak gezien als een waterkwantiteitsopgave, water heeft echter relatie met groen, natuur en vrije tijd;
- versterking van de sterke punten (groen, cultuurhistorische elementen, zichtbare structuren gerelateerd aan de ontstaansgeschiedenis e.d.) van de kernen.
De gemeente Strijen stimuleert en faciliteert wanneer mogelijk voor het buitengebied:
- versterking van natuur- en landschapswaarden;
- het herstel van het watersysteem en het ontwikkelen van de (natte) ecologische verbindingszones;
- versterking van de beleefbaarheid van de landschappelijk waardevolle gebieden voor toerisme en recreatie.
2. Het versterken van de beeldkwaliteit van de entreegebieden
De entrees van de kernen zouden de visitekaartjes van onze gemeente moeten zijn! Wanneer gekeken wordt naar de kern Strijen is dat op dit moment niet het geval. De noordelijke entree verloopt via de Trambaan, welke aan een zijde begeleid wordt door het bedrijventerrein. Ook de entree van het centrumgebied is niet erg aantrekkelijk. Dit laatste krijgt een kwaliteitsimpuls in vervolg op de Centrumvisie, de ontwikkeling van de Oostrand en de aanhaking hiervan op het centrumgebied ter hoogte van het Stockholmplein. Hier kan in onze visie een ècht plein ontstaan, met een parkeer- en evenementenfunctie begeleid door centrumdorpse omgeving met publieksfuncties in de plint. In onderdeel 2.2. hebben we hiervoor een indicatieve schets opgenomen.
Door de aanleg van de Randweg (eind 2012 gereed) zal de lokale verkeers- en ontsluitingsstructuur wijzigen: de Edisonweg over het bedrijventerrein vormt een belangrijke onderdeel van de hoofdentreeweg. De beeldkwaliteit op deze weg behoeft een kwaliteitsimpuls, momenteel wordt hiervoor aan een strategie gewerkt. Bij het doortrekken van de Sportlaan en de inrichting van de zone aan weerszijden zal ook aandacht zijn voor dit aspect. We zien kansen voor een parkachtige inbedding met speel-, picknick- en informatievoorzieningen, ter hoogte van de waterzuivering, met ook de gelegenheid voor recreanten om de auto te parkeren en de weg op de fietste te vervolgens. Door de aanleg van de Randweg vervalt de reservering voor bedrijventerreinontwikkelingen ten noorden van Walewegje. Voor dit gebied zien we het duurzaam behoud van een groene long, met een passende dijklintontwikkeling aan de Nieuwestraat als het meest wenselijke beeld voor ons 'visitekaartje'. Voor de beschrijving en verbeelding van de (mogelijke) ontwikkeling van de Oostrand, wordt verwezen naar het onderdeel 2.2 (ambitie wonen). De andere entrees hebben over het algemeen een aantrekkelijke uitstraling.
3. Het bereiken van duurzame ontwikkelingen en een goede voorbeeldfunctie hiertoe
Om deze ambitie te bereiken hebben we als gemeente een Maatregelenplan 'duurzaamheid' vastgesteld. Deze vloeit voort uit een workshop 'duurzaamheid', waaraan de gemeenteraad, raadscommissies en het college van burgemeester en wethouders deelgenomen hebben. Het Maatregelenplan zal in 2014 herijkt worden, werken aan 'duurzaamheid' is namelijk een traject van 'lange adem'. Het plan is met name gericht op het bereiken van 'een duurzaam bebouwde omgeving' en een 'duurzame gemeentelijke overheid'. Als gemeente willen we voorop lopen in het 'duurzaam bouwen' en andere partijen hierin stimuleren.
De Strijense definitie van duurzaamheid houdt in: dat bij alle ontwikkelingen, beleid, plannen en activiteiten een optimale balans gezocht wordt tussen de sociale, ecologische en economische gevolgen daarvan, ofwel de consequenties voor ‘people’, ‘planet’ en ‘profit’. Duurzaamheid houdt ook solidariteit in. Solidariteit tussen huidige en toekomstige generaties. Onze huidige welvaart mag er niet toe leiden dat we onze kinderen met enorme problemen (zoals een vervuild milieu of grote financiële schulden) opzadelen. Maar ook solidariteit tussen bevolkingsgroepen, zowel binnen onze gemeente als met de rest van de wereld (bijvoorbeeld door vrijere en dus eerlijkere handel). In onze visie is het duurzaam ontwikkelen van de omgeving, van producten, van woningen enz, niet per definitie duurder. Het is een kwestie van gezond verstand gebruiken. Veel investeringen in duurzaamheid verdienen zichzelf op termijn terug. En door eenvoudigweg 'slim' te ontwerpen, wordt vaal al automatisch rekening gehouden met duurzaamheid, zonder extra kosten.
Bij 'duurzaamheid' gaat het dus over zowel:
- 'people', de mens, sociaal-maatschappelijke aspecten,
- 'planet', de ruimtelijke aspecten, de waarden, kenmerken en kwaliteiten,
- als 'profit', het functionele gebruik en de financiële aspecten daaravn.
In ons maatregelenplan richten we ons met name op het onderdeel 'planet', hier zijn, zo denken wij, de grootste effecten te bereiken. Op de verschillende aspecten die hieronder vallen hebben we ambities geformuleerd èn zijn we ook al in verschillende vormen bezig om aan die duurzame bebouwde omgeving en die duurzame overheid te werken. Hieronder stippen we enkele elementen aan. Voor het gehele overzicht verwijzen we graag naar het Maatregelenplan en een (nog op te stellen) verdere uitwerking / aanvulling in een Beleidsplan Duurzaamheid.
- Klimaat: Nederland heeft zich verplicht om tussen 2008 en 2012 de uitstoot met broeikasgassen met 6% te verminderen ten opzichte van 1990. Als gemeente Strijen doen we geen uitspraak over het jaar waarin we 'klimaatneutraal willen zijn of met hoeveel % de CO2-uitstoot in welk jaar moet zijn teruggedrongen. We gaan maximaal inzetten op energiebesparing en verschuiving van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Op dit moment wordt door ons alle energieingekocht als "groene stroom" (gemeentelijke gebouwen, openbare verlichting, gemalen). Op ons grondgebied staat aan de zuidrand een lijnopstelling van windmolens. In de Regionale Structuurvisie is deze locatie ('Oever Hollands Diep bij Strijensas) opgenomen als één van de 5 zoeklocaties voor windturbines / opschaling van bestaande lijnopstellingen. In de regionale structuurvisie is echter al aangegeven dat dit niet passend is bij het (beoogde) recreatieve profiel van de Zuidrand aan de Delta. Dit willen wij hier onderstrepen. We gaan de komende periode de (on)mogelijkheden rondom andere vormen van duurzame energieopwekking onderzoeken, waaronder bijvoorbeeld kleinschalige vormen van biomassavergisting. Een belangrijk aandachtspunten hierbij is landschappelijke inpassing.
- Biodiversiteit: we willen er de komende jaren voor zorgen dat de natuurgebieden binnen en net buiten onze gemeente met elkaar verbonden worden. Daarnaast willen we ervoor zorgen dat de natuur meer een onderdeel wordt van onze bebouwde omgeving zodat mensen er (nog) dichter bij huis van kunnen genieten. In regionaal verband is bijvoorbeeld de intentie uitgesproken om het biodiversiteitsverlies te stoppen, zoals door het project 'Argusvlinder'.
- Kwaliteit bodem, water en lucht: voor deze elementen streven we naar het bereiken van een zo hoog kwaliteitsniveau als mogelijk, verantwoord en noodzakelijk is. Als gemeente hebben we bijvoorbeeld in 2011 een bodemkwaliteitsplan vastgesteld, met onze visie op duurzaam bodemgebruik. Daarnaast beschikken we over een Gemeentelijk Waterplan 2010 (zie onderdeel 6.1) en een Luchtkwaliteitsplan 2007
- Mondiale solidariteit: we willen onze inwoners zich (meer) bewust laten worden van de gevolgen die onze levensstijl 'hier' en 'nu' heeft voor 'daar' en 'later'. Als gemeente hebben we bijvoorbeeld een convenant Duurzaam inkopen ondertekend. Daarnaast willen we op de begroting structureel een budget opnemen voor projecten in het kader van mondiale solidariteit.
Het overige beleid voor ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid:
|