4.1   Onze basisverantwoordelijkheid voor het thema economie en werken
 

Onder onze basisverantwoordelijkheid op het gebied van 'economie en werken' vallen onderstaande uitgangspunten: 

  • Het bieden van de juiste voorwaarden voor het behoud van bestaande bedrijvigheid in de gemeente Strijen door het creëren van een goed vestigings- en ondernemingsklimaat;
  • het up-to-date houden van de openbare ruimte en de bereikbaarheid van de bedrijven(terreinen);
  • het koesteren en ondersteunen van een sterke agrarische sector.

 

Behoud gevestigde bedrijven door goed vestigings- en ondernemingsklimaat
De bestaande bedrijvigheid binnen onze gemeente zien we als een belangrijke economische motor. Omdat we deze bedrijven ook in de toekomst willen behouden, zijn we voornemens om initiatieven van gevestigde (en nieuwe) bedrijven de ruimte te geven binnen de geldende kaders. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheden om de procedures te beperken teneinde uitbreiding / doorontwikkeling soepeler te laten geschieden.

Wanneer een in Strijen gevestigd bedrijf, dat (met het oog op toekomstig economisch functioneren) een grote investering / ontwikkeling moet realiseren, waardoor deze een bepaalde grens overschrijdt (deze (flink) groter wordt dan de regionaal afgesproken 2.000 m2), dan ligt  verplaatsing naar het regionale bedrijventerrein in eerste instantie het meest voor de hand. Maar als eerste stap, onderzoekt de gemeente Strijen of er in die situatie sprake is van een aantoonbare sterke lokale binding en/of er sprake is van een omvangrijke kapitaalvernietiging, als dit zo is, dan onderzoeken we als gemeente of de ontwikkeling op de huidige locatie mogelijk is. We treden hierbij in overleg met het betreffende bedrijf. Daarnaast zijn er in de kernen Strijen en Strijensas enkele bedrijven gevestigd die niet optimaal passen in een aantrekkelijk woon- en leefklimaat. Wanneer de gelegenheid tot dynamiek zich voordoet, dan gaan we ook hierover het gesprek aan met het betreffende bedrijf.

Een bijzonder aspect betreft de bedrijvigheid gevestigd aan dijklinten. Door de ligging in een omgeving welke tot nu toe de status van Nationaal Landschap draagt, is er sprake van stringent beleid ten aanzien van nieuwvestiging en uitbreiding van bedrijvigheid. In het algemeen geldt de norm dat er éénmalig maximaal een uitbreiding plaats mag vinden van 10%. Voor een aantal bedrijven is dat te weinig om op een (ook economisch) duurzame en gezonde wijze te kunnen voortbestaan. Als gemeente zijn we van mening dat het niet zozeer gaat om de kwantiteit van de uitbreiding, maar om de kwaliteit. In het onderdeel 6. (ruimtelijke kwaliteit)  hebben we voor de dijklinten kwaliteitscriteria voor transformatie opgenomen waardoor maatwerk mogelijk is. Hierdoor is ruimte voor de 'broodnodige' dynamiek voor de leefbaarheid èn wordt bijgedragen aan een goede landschapsbeleving en beeldkwaliteit van de bebouwing en van het dijklint.   

Up-to-date houden bestaande bedrijventerreinen
Het bestaande bedrijventerrein dient de kracht te vormen van ons vestigingsklimaat. Dit betekent een aantrekkelijke uitstraling en een goede bereikbaarheid. Momenteel is er sprake van enige leegstand en braakliggende percelen. In 2002 is een eerste aanzet gegeven voor de revitalisering van het bedrijventerrein Oud-Bonaventura. Het revitaliseringsplan kent twee fases. Aan de eerste fase is uitvoering gegeven. Fase twee is gelegen tussen de Industriestraat en de Oud-Bonaventurasedijk en heeft betrekking op het revitaliseren van het openbare gebied. Op het moment dat eventuele uitbreiding van het bedrijventerrein aan de orde is, dan onderzoeken we de noodzaak voor herstructurering / revitaliseren van het gehele bestaande terrein. 
Prioriteit op het gebied van beeldkwaliteit heeft de Edisonweg: dit vormt de nieuwe entreeweg van de kern wanneer de Randweg gerealiseerd is.
Daarnaast gaan we met de ondernemers het gesprek aan over het 'in de toekomst (eerder) signaleren en voorkomen van problemen/knelpunten..

 

Agrarische bedrijvigheid in buitengebied koesteren en faciliteren
Een 'florerende' landbouw is van groot belang voor een vitaal buitengebied en een vitale gemeente. Akkerbouw en grasland zijn bij ons de grootste grondgebruikers. Voor (grootschalige) intensieve veehouderijen zijn er geen mogelijkheden op ons grondgebied. We willen de noodzakelijke dynamiek van de agrarische sector zoveel mogelijk, binnen de kaders, faciliteren en ondersteunen. Dit geldt bijvoorbeeld ook in de zoektocht naar verbredingsmogelijkheden en vervolgfuncties na beëindiging van een agrarisch bedrijf.  We bevinden ons wat dat betreft in een spanningsveld tussen de beschermde waarden van het landschap en de (vernieuwings)wensen die aan een (duurzame) agrarische sector verbonden zijn. 

In het nieuwe bestemmingsplan maken we onderscheid tussen de bestemmingen ‘Agrarisch met waarden – Landschapswaarden’ en ‘Agrarisch met waarden – Natuur en landschapswaarden’.  Het bestemmingsplan laat meer functies toe dan het provinciale beleid toestaat, hierover loopt momenteel een beroepsfase bij de Raad van State. Dit gaat onder andere ook over een ontheffing die we opgenomen hebben, om bij algehele bedrijfsbeëindiging bepaalde vervolgfuncties onder voorwaarden mogelijk te maken. Het punt van verschil zit met name in het feit dat de provincie in het algemeen tegen verstening van het buitengebied is, ook tegen een sloop/nieuwbouwconstructie waarbij per saldo minder verstening resulteert. Wij zijn van mening dat een dergelijke constructie juist kan leiden tot een kwaliteitsversterking op het perceel èn op hoger landschappelijk niveau, waardoor bijgedragen wordt aan het behoud en versterking van de kernkwaliteiten van de Hoeksche Waard! Daarnaast wordt door een dergelijke herontwikkeling en vervolgfunctie bijgedragen aan de vitaliteit van het buitengebied. Ook worden gezinnen voor onze gemeente behouden, wat bijdraagt aan draagvlak voor onze voorzieningen. Er worden daardoor in onze opvatting meerdere 'lokale belangen' ondersteund, zònder dat provinciale belangen aangetast worden! Ook door het vervallen van de status 'Nationaal Landschap' zien we meer mogelijkheden voor dynamiek onder voorwaarde van zorgvuldig, gebiedsgericht maatwerk. Graag gaan we hierover, in het kader van de structuurvisie, het gesprek met de provincie aan.  

Voor het overige beleid ten aanzien van economie en werken, zie: