7.2   Juridische regie op de uitvoering
 

Het inzetten van juridische instrumenten stelt de gemeente in staat publiekrechtelijk en privaatrechtelijke sturing te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen. Deze instrumenten vertalen het beleid in concrete rechten en plichten. Publiekrechtelijke instrumenten zijn primair het bestemmingsplan en het projectbesluit en het daarmee samenhangende exploitatieplan, maar ook voorbereidingsbesluit en het toepassen van de Wet Voorkeursrecht Gemeente. Privaatrechtelijke instrumenten zijn de overeenkomsten tussen de gemeente en derden, waarbij wederzijdse rechten en plichten worden vastgelegd, zoals een realisatieovereenkomst, een exploitatieovereenkomst en een prestatieovereenkomst met een woningbouwcorporatie.

Publiekrechtelijke instrumenten

Als bouw- en ontwikkelingsmogelijkheden zijn vastgelegd in een bestemmingsplan heeft de eigenaar het recht deze ook te realiseren. De gemeente kan dan deze ontwikkelingen dan niet meer verbieden. De gemeente wil juridisch in staat zijn om bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, indien dit echt noodzakelijk is, nee te kunnen zeggen. Ze kiest er daarom voor om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet meer rechtstreeks te regelen in haar reguliere bestemmingsplannen voor woon- en werkgebieden en het buitengebied. Een uitzondering daarop zijn ontwikkelingen die bij het in procedure brengen van een regulier bestemmingsplan reeds voldoende concreet zijn, waarvan de daarbij horende rechten en plichten bekend zijn en waar noodzakelijk in een anterieure overeenkomst zijn verankerd.

In deze structuurvisie zijn voor de gewenste en mogelijke ontwikkelingen de beleidsmatige kaders gesteld. Bij nieuwe initiatieven die passen binnen deze beleidskaders zullen eerst, via de privaatrechtelijke lijn, de ontwikkelcondities worden vastgelegd. Vervolgens zullen de ontwikkelmogelijkheden ook publiekrechtelijk  worden verankerd in een gerichte bestemmingsplanherziening op maat.

Privaatrechtelijke instrumenten

Veel nieuwe ontwikkelingen zullen gaan plaatsvinden in bestaand stedelijk gebied. Bij ontwikkelingen waarbij de gemeente zelf een belangrijke realisatieverantwoordelijkheid neemt, gaat ze in beginsel uit van een actieve grondpolitiek. Het in eigendom verwerven van een locatie vormt het sterkste regie-instrument om de gewenste ontwikkeling ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Indien actieve grondpolitiek niet mogelijk is zal de gemeente via een privaatrechtelijke overeenkomst zorg dragen dat realisatie van haar belangen wordt veiliggesteld.

Toevoeging van nieuwe woningen aan de voorraad kan alleen indien een gelijk aantal wooneenheden aan de bestaande voorraad wordt onttrokken. Het ontrekken van wooneenheden zal in praktijk niet één-op-één kunnen plaatsvinden. Daar waar een partij in staat is zelf zorg te dragen voor het onttrekken van de woningen aan de voorraad zal de aard, omvang en realisatie daarvan in een privaatrechtelijke overeenkomst worden vastgelegd. Indien een partij niet in staat is zelf zorg te dragen voor de benodigde ontrekking aan de voorraad zal de daarvoor benodigde financiele bijdrage worden vastgelegd in een anterieure overeenkomst met de gemeente.

De gemeente streeft ernaar om bij elke nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen door derden, met de betreffende partij(en) privaatrechtelijke overeenkomsten te sluiten. (Intentieovereenkomst, realisatieovereenkomst, exploitatieovereenkomst) om de beoogde gemeentelijke doelen, de gewenste kwaliteiten en het noodzakelijke kostenverhaal veilig te stellen. Indien door omstandigheden een privaatrechtelijke overeenkomst niet haalbaar blijkt, maar de gemeente de realisatie publiekrechtelijk toch mogelijk wil maken, zal zij de realisatiedoelen verankeren via de publiekrechtelijke weg in een exploitatieplan dat samen met het bestemmingsplan wordt vastgesteld.

Klik hier voor een overzichtskaart van de uitvoeringsprojecten

Klik hier voor de Nota Grondbeleid