3.3   Benutten van kansen voor wonen en woonomgeving
 

Als gemeente Westerveld willen we de kansen die zich voordoen op de woningmarkt, zo goed mogelijk benutten. We zijn hierbij afhankelijk van initiatieven van marktpartijen (corporaties, commerciële ontwikkelaars, zorginstellingen, e.d.). Die hebben een eigen verantwoordelijkheid en een eigen belang om woningbouwplannen op te stellen. De woningvoorraad van de gemeente bestaat voor bijna 70% uit woningen in de koopsector. Ondanks het grote koopaanbod wil de gemeente in staat zijn op dergelijke initiatieven en plannen een goede regie te voeren, zodat deze plannen kwantitatief en kwalitatief de juiste bijdrage leveren aan goed en zorgeloos wonen in Westerveld.

Inspelen op mogelijkheden herijking bestaande woningbouwplannen
Indien door bijvoorbeeld veranderende marktomstandigheden bestaande woningbouwplannen opnieuw tegen het licht worden gehouden, wil de gemeente Westerveld de mogelijkheid aangrijpen om de woningbouwplannen te kunnen herijken en af te zetten tegen de volkshuisvestingsdoelen en in het kader daarvan de mogelijkheid hebben om de accenten te kunnen leggen zoals beschreven in het 'hoofdkeuzenverhaal' van deze ruimtelijke structuurvisie. Dit geldt ook voor de plannen waar voor nog geen harde afspraken vastliggen (waarvoor bijvoorbeeld alleen een intentieovereenkomst is). Op deze wijze kan de gemeente meer sturing geven aan de uitvoering van het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid.

Toetsingskader voor woningbouwplannen
De gemeente Westerveld zal plannen en initiatieven voor woningbouw en herstructurering/renovatie van de bestaande woningvoorraad beoordelen op de bijdrage aan de kwaliteiten van de woonbuurten en de kern waar dat bouwplan gerealiseerd gaat worden. Daarnaast worden initiatieven en plannen beoordeeld op de bijdrage aan het vergroten en versterken van de woningvoorraad voor de kwetsbare doelgroepen. Flexibel en levensloopbestendig bouwen geniet hierbij de voorkeur aangezien op deze wijze (op termijn) meerdere doelgroepen kunnen worden bediend.

Als algemene criteria hanteert de gemeente:

  • de bijdrage aan de gewenste diversiteit van de opbouw van de woningvoorraad in de dorpen;
  • de bijdrage aan de gewenste verhuisdynamiek (doorstroming) in de dorpen;
  • de bijdrage aan gewenste stimulering van belangrijke doelgroepen;
  • de bijdrage aan de ruimtelijke karakteristiek en omgevingskwaliteit van de dorpen;
  • de duurzaamheid van de ontwikkeling;
  • de verhouding bebouwing en openbare ruimte (recreatie, spelen, groene ruimte)  voor uitbreiding van woningen binnen de bebouwde kom hanteert de gemeente op bestemmingsplanniveau de uitgangspunten zoals deze zijn verwoord in de verschillende bestemmingsplannen voor de kernen;
  • het bestemmingsplan Buitengebied en het beeldkwaliteitsplan Buitengebied als uiteindelijk toetsingskader voor uitbreiding van de woonfunctie buitengebied. De uitgangspunten voor het bestemmingsplan zijn verwoord in de Kadernota bestemmingsplan Buitengebied.

Toetsingskader voor uitbreiding woonfunctie buitengebied
Als gemeente zijn we van mening dat de bestaande woonfunctie in het buitengebied een positieve bijdrage levert aan de leefbaarheid en vitaliteit op het platteland. Tegelijkertijd legt de woonfunctie beperkingen op ten aanzien van de basisfuncties van het platteland. Er wordt onder voorwaarden ontwikkelingsruimte geboden aan de woonfunctie, waarbij zoveel mogelijke aansluiting wordt gezocht bij de bestaande situatie ter voorkomen van verrommeling, versnippering en verpaupering (van bestaande locaties):


  • Bij vervanging van bestaande woningen wordt gestreefd naar herbouw die qua maat en schaal past bij de aanwezige bebouwing;
  • Ten aanzien van karakteristieke bijgebouwen geldt dat deze onder voorwaarden  geschikt zijn voor verblijfsrecreatie;
  • Onder voorwaarden wordt wonen in vrijkomende agrarische bebouwing toegestaan (zie onderdeel 5.3).

In beperkte mate is het mogelijk om te wonen in voormalige agrarische boerderijen. Een dergelijk bedrijf kan worden omgezet naar een woonfunctie voor ten hoogste twee of drie woningen (afhankelijk van de omvang, eveneens zijn bepaalde bedrijfsmatige activiteiten mogelijk, hier wordt verwezen naar onderdeel 5.3).

Indien een initiatief zich voordoet om in het buitengebied een woonhoeve/buurtschap op te richten wordt deze bij voorkeur gerealiseerd op de locatie van een vrijkomend agrarisch bedrijf op de plaats van de bestaande gebouwen. Een woonhoeve/buurtschap bevat meerdere wooneenheden.

Het volledige toetsingskader voor wonen in het buitengebied is verwoord in het bestemmingsplan Buitengebied en het beeldkwaliteitsplan Buitengebied. De uitgangspunten voor het bestemmingsplan zijn verwoord in de Kadernota bestemmingsplan Buitengebied.

Het beleid voor wonen en woonomgeving is uitgewerkt in vier vormen van beleid: