7.1   Procesregie op de uitvoering
 

Procesregie
De bestuurlijke aansturing van het ruimtelijk beleid wenst het gemeentebestuur langs twee lijnen verder gestalte te geven:

  • de eerste, op de middellange termijn gerichte aansturing, vindt plaats door af te spreken dat het ruimtelijk beleid om de vier jaar geëvalueerd wordt en desgewenst bestuurlijk bijgesteld gaat worden. De bedoeling is, hierdoor het beleid zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de ruimtelijke ontwikkelingsdynamiek en te laten aansluiten op maatschappelijke ontwikkelingen. Het belang hiervan is groot, alleen al kijkend naar de dynamiek in het buitengebied;
  • de tweede, op de korte termijn gerichte aansturing, vindt jaarlijks plaats gekoppeld aan de beleids- en programmacyclus rond de begroting. Niet alle voornemens uit deze structuurvisie zullen namelijk tegelijkertijd lopen of hun vertaling kunnen krijgen in nadere uitwerkingen. Een nadere prioritering vindt derhalve plaats bij het ruimtelijk programma gekoppeld aan de begroting.

Westerveld hecht sterk aan het vasthouden van haar cultuur gericht op het actief betrekken van burgers, ondernemers en andere betrokken (markt)partijen bij de uitwerking van het ruimtelijk beleid. Natuurlijk horen daar wel goede procesafspraken bij, zodat voor iedereen duidelijk is wat wel en niet kan en mag worden verwacht. In dit verband vindt de gemeente het overleg met de dorpsvertegenwoordigingen en vertegenwoordigers van het buitengebied waardevol.

Zie voor de andere onderdelen van de uitvoeringsparagraaf: