7   Water
 

Hoofdlijnen van beleid
Bestaande en nieuwe ruimtelijke functies kunnen bijdragen aan herstel en behoud van een robuust water- en bodemsysteem. Ruimtelijke plannen moeten daarom zowel ten aanzien van locatiekeuze en inrichting, als beheer zoveel mogelijk aansluiten op dit natuurlijke systeem. Hiermee wordt tegelijkertijd voorkomen dat problemen afgewenteld worden naar gronden buiten het betreffende plangebied. Inzicht in de gevolgen van ruimtelijke plannen op waterhuishoudkundige aspecten geschiedt in een vroegtijdig stadium van de planvorming in het kader van de watertoets. De watertoets is nadrukkelijk verankerd in het proces van totstandkoming van met name bestemmingsplannen, met als doel dat water een volwaardige rol speelt in deze plannen.

De gemeenteraad van Landerd heeft recent een nieuw integraal bestemmingsplan vastgesteld voor het Buitengebied. In dit bestemmingsplan is onder meer een uitvoerige analyse opgenomen van de grondwatersystemen die binnen de gemeente Landerd van belang zijn. Te denken valt aan De Peelhorst en enkele deelwatersystemen, zoals de Graspeelloop/Hooge Raam en de Munsche Wetering/Hertogsewetering. Tevens gaat dit bestemmingsplan in op het oppervlaktewater binnen de gemeente en specifieke kenmerken, waaronder wijstgronden. Daar waar noodzakelijk is in het bestemmingsplan een regeling opgenomen die recht doet aan en bescherming biedt voor genoemde waterbelangen. Zo zijn de zogenaamde wijstgebieden in het bestemmingsplan voorzien van de aanduiding “aardkundig waardevol gebied”. Ook het overige waterrelevante beleid komt uitgebreid aan de orde in het bestemmingsplan. Te denken valt aan waterbergingszoekgebieden, het attentiegebied EHS, zoekgebieden voor behoud en herstel van watersystemen/beekherstel. Tevens is in de bestemmingsregeling zoveel mogelijk afstemming gezocht tussen het Barro, de Waterwet en het Waterbesluit.
Ook in het recent vastgestelde gemeentelijke Landschapsbeleidsplan en het Waterplan Landerd heeft een thema water een volwaardige plaats.

Bij uitwerking van deze structuurvisie in concrete bestemmingsplannen vindt in alle gevallen een volledige ruimtelijke afweging plaats. De belangrijkste keuzes ten aanzien van het thema water zijn door de gemeente verankerd in verschillende (sectorale) beleidsdocumenten. Deze structuurvisie heeft als vertrekpunt de feitelijke regiebehoefte van de gemeente op ruimtelijke ontwikkelingen. Om die reden is ervoor gekozen om in de visie te refereren aan bestaand beleid zonder dit integraal of letterlijk over te nemen. In alle gevallen zal bij de uitwerking van ruimtelijke plannen vroegtijdig afstemming worden gezocht met het Waterschap om ervoor te zorgen dat water hierin een volwaardige rol speelt.