1.1.1.2   De oranje bril
 

Fictief scenario vanuit het perspectief van sociale cohesie

Onderstaande beschrijving omvat een extreme ontwikkelingsrichting, die op zichzelf niet realistisch is. De scenariodiscussie is bedoeld als hulpmiddel, om grip te krijgen op de hoofdlijn (het accent) van de ontwikkelingsrichting voor de gemeente Westerveld. Het uiteindelijke (duurzaam) structuurbeeld, de structuurvisiekaart van de structuurvisie Westerveld, is ontstaan uit een integrale, realistische discussie en afweging van de scenario's. De scenario's hebben hiervoor als inspiratie gediend.

Unique sellingpoint
Westerveld kenmerkt zicht qua bewoning door een groot aantal dorpen en buurtschappen, waarbinnen over het algemeen sprake is van een hechte samenleving. De connecties tussen de dorpen onderling zijn minder hecht. Gesteld wordt dat Westerveld iets unieks te bieden moet hebben, wil ze inwoners van elders verleiden om in de gemeente te komen wonen. Dat unieke zit hem uiteraard in de mooie woonomgeving, vol van recreatiemogelijkheden en van mooie natuur. Maar het zijn ook de mooie dorpen met oude panden zelf, of de boerderijen die op enig termijn beschikbaar komen, die attractief zijn voor de Westervelders zelf alsook voor nieuwe bewoners uit andere gebieden van Nederland.

Krimp als gegeven
Kijkend naar de onderwerpen leefbaarheid, wonen en maatschappelijke voorzieningen is op dit moment het fenomeen ‘krimp’ belangrijk. Op basis van CBS-cijfers wordt in de toekomst, zoals voor veel landelijke gemeenten in Nederland, een krimpende bevolking verwacht als gevolg van ontgroening en vergrijzing. Hier kan op verschillende manieren mee worden omgegaan, namelijk:

  • aanvaarden dat krimp plaats gaat vinden en zorgen dat op het gebied van wonen en (zorg)voorzieningen wordt ingespeeld op dit proces, of
  • ontkennen en gewoon blijven functioneren zoals altijd, accepteren dat het allemaal wat minder wordt maar daar wel tegendruk in genereren, of
  • krimp zoveel mogelijk proberen te voorkomen door zoveel mogelijk de ontgroening tegen te gaan. Maar welke gemeente wil dat nu niet?

Algemeen wordt gesteld dat de vergrijzing een redelijk autonome ontwikkeling is die al een tijd aan de gang is en waar benodigde initiatieven in bijvoorbeeld de zorg zullen ontstaan. De gemeente dient deze ontwikkelingen uiteraard te faciliteren, maar hoeft hier niet erg actief op te sturen. Momenteel kent de gemeente Westerveld al een behoorlijk ‘scheve’ bevolkingsopbouw met relatief weinig jongeren. Dit is slecht voor onder andere de leefbaarheid in de dorpen en de participatie in het verenigingsleven. Daarom zou het beleid van de gemeente erop gericht moeten zijn, zoveel mogelijk ‘eigen jeugd’ te behouden in Westerveld en waar mogelijk jongeren of jonge gezinnen naar de gemeente te trekken.

Huisvesting van jongeren/starters
Voor de jongere bevolkingsgroepen is het belangrijk dat die voorzieningen die in de eigen gemeente niet aanwezig zijn, makkelijk bereikt kunnen worden. Het gaat dan om voorzieningen in o.a. Steenwijk, Meppel en Hoogeveen. Daarom zouden de ‘flanken’ van de gemeente interessante vestigingslocaties kunnen zijn voor jongeren/starters, door de aanwezigheid van de twee snelwegen net buiten de gemeente. Vooral de hoek Havelte/Vledder voldoet aan dit criterium, net als Dwingeloo.

De mening is dat jongeren met name in de kernen zullen willen wonen, alleen zullen de kernen dan moeten concurreren met veel soortgelijke kernen elders in het land. Wat betreft ruimte is er in de kernen voldoende mogelijkheid om jongerenhuisvesting/starterswoningen te realiseren op inbreidingslocaties, zoals vrijkomende sportvelden of plekken waar bijvoorbeeld het dorpshuis op enig termijn verdwijnt.
Wanneer jonge gezinnen een meer ‘landelijke woonwens’ hebben, zou het uitgeven van grond in erfpacht een financieel aantrekkelijk middel kunnen zijn voor deze doelgroep.

Dorpskarakteristiek
Het is gebleken dat er binnen de gemeente Westerveld en in het bijzonder tussen de kernen onderling verschillen zijn in mentaliteit. Dit is van oudsher zo ontstaan en ook voor een groot deel verklaarbaar. Dit zorgt er wel voor dat er maar moeilijk samenwerking tussen de verschillende kernen op gang komt. Het beeld is dat ruimtelijke initiatieven nu slechts geďnitieerd worden als de nood aan de man is. Twee sportverenigingen zullen bijvoorbeeld pas samen gaan als de ledenaantallen onder de kritische grens gedaald zijn. Dit gebeurt dan ook nog eens alleen bij de kleinste kernen, samenwerking tussen de grotere kernen is (nog niet) aan de orde.

De Drentsche Hoofdvaart wordt door velen niet alleen als een fysieke barričre gezien, maar ook als een psychologische barričre die de gemeente in tweeën splijt. Door langs de vaart clusters van wonen en/of voorzieningen te maken zou deze barričre geslecht kunnen worden. Een versterking van de as Diever-Dwingeloo via Dieverbrug zou hier een goede ontwikkeling in zijn.

Individueel en collectief opdrachtgeverschap
Wonen op experimentele basis gebeurt al in de kolonies, maar kan elders ook nog wel gestimuleerd worden. Naar verwachting is een groot deel van de (toekomstige) bevolking hier wel voor in. Er is ook wel wat te besteden op dit vlak.