1.1.3   Hoofdkoers dorpen: accenten voor wonen en voorzieningen per dorpstype
 

Meer mogelijkheden, naar een regisserend, inspirerend en ook vraaggestuurd beleid
Naast de karakteristieke landschappen met de velen nog aanwezige cultuurhistorische waarden, kent onze gemeente een groot aantal unieke dorpen en buurtschappen. Het is er daarom goed wonen. Dat moet zeker zo blijven. We hebben als gemeente ook aandacht voor de veranderingen in bevolkingssamenstelling en -opbouw, die leiden tot een transitie in de woningbehoefte, waarop we willen voorsorteren. Door de afnemende vraag naar traditionele eengezinswoningen en de toenemende behoefte aan woningen voor ouderen en starters zal anders en strategischer gebouwd moeten worden. Meer vrijheid in het transformeren van bestaande gebieden biedt mogelijkheden voor nieuwe woonvormen zoals meergeneratiewoningen. Om starters te helpen heeft de gemeente Westerveld bijvoorbeeld ook een starterslening in het leven geroepen.

Structuurvisie als uitnodiging en afwegingskader
Deze nieuwe werkelijkheid betekent ook een andere rol voor een structuurvisie. Voorheen waren structuurvisies meer verwant met bijvoorbeeld stedenbouwkundige plannen en werd op een vrij gedetailleerd niveau gevisualiseerd wat precies waar ging gebeuren. Er was sprake van een sterk regulerende overheid, de gemeente had ook relatief veel financiële middelen en kon daarom een actieve, initiërende rol spelen bij bouwprojecten. Nu is er sprake van een verschuiving naar een meer toetsende, maar ook uitnodigende rol. De ruimtelijke dynamiek moet meer vanuit de markt zelf komen. Er is en komt ook meer ruimte voor de burger en de markt. We hebben daarom in deze gemeentebrede structuurvisie vooral generieke principes opgenomen, waar nodig met gebieds- of dorpsspecifieke nuances. Niet als definitieve uitwerking, maar als inspiratiebron dan wel verleidingsinstrument. Het is het logische gevolg van een aanbodmarkt die tot een vraagmarkt is geëvolueerd.

Een typologie van dorpen
Gemeente Westerveld kent een groot aantal unieke dorpen en buurtschappen. Het is er goed wonen en dat moet zo blijven. Ieder dorp is uniek en heeft zijn eigen identiteit. Deze is gebaseerd op zowel ruimtelijke als sociale aspecten. Deze uniciteit vraagt om maatwerk. Daar zijn we ons van bewust als bestuur. Daarnaast willen we niet alles gedetailleerd vastzetten en mogelijkheden bieden. Dit doen we door het benoemen van hoofdkeuzen voor kwalitatieve mogelijkheden, voor de verschillende typen te onderscheiden kernen. We maken een onderscheid in drie verschillende dorpstypen, afhankelijk van de omvang en vooral van de aanwezigheid van voorzieningen en het perspectief voor de toekomst daarvan. Voor elk van deze dorpstypes worden generieke uitspraken gedaan, op basis waarvan ruimtelijke initiatie-ven gewogen kunnen worden. Deze dorpenindeling naar omvang en voorzieningenniveau wijkt af van de indeling op basis van ontstaansgeschiedenis en landschapstype (met dorpstypen als esdorpen, lintdorpen en ontginningskolonies). Deze laatste indeling is opgesteld, met als doel het behoud en versterken van de ruimtelijke kwaliteit en waarden. De indeling zoals in deze structuurvisie geïntroduceerd wordt, is gericht op het waar mogelijk sturen op behoud en versterking van het voorzieningenniveau.

Er zijn dorpen waar vrijwel geen voorzieningen zijn maar het wonen centraal staat. Dit zijn de zogenaamde woondorpen.

  • Daarnaast zijn er dorpen die juist een veelheid aan publieke en commerciële voorzieningen hebben (Dwingeloo, Diever, Vledder en Havelte). Dat zijn de voorzieningendorpen.
  • Daartussen zijn er de zogenaamde dynamische dorpen waar naast het wonen nog een beperkt aantal voorzieningen aanwezig is, zoals een dorpshuis,  basisschool of sportvoorziening. Omdat de gemeente haar inwoners een minimumaanbod van voorzieningen wil kunnen bieden zal ze haar beperkte beschikbare middelen concentreren op het stimuleren van behoud van met name deze voorzieningen.

Via de links in bovenstaande korte beschrijvingen zijn bijlagen toegankelijk waarin uitgebreider op het betreffende dorpstype ingegaan wordt in woord en beeld.

Onderstaand overzicht laat de toedeling van dorpen naar de drie typen zien.

 Woondorpen  Dynamische dorpen                    Voorzieningendorpen
1. Boschoord

1. Darp 

1. Diever
2. Doldersum 2. Dieverbrug 2. Dwingeloo
3. Frederiksoord 3. Eemster              3. Havelte
4.Havelterberg 4. Geeuwenbrug 4. Vledder
5. Leggeloo 5. Nijensleek  
6. Lhee 6. Uffelte  
7. Lheebroek 7. Vledderveen  
8. Oldendiever 8. Wapse  
9. Oude Willem 9. Wapserveen  
10.Wateren 10.Wilhelminaoord  
11.Wittelte    
12.Zorgvlied    

Accenten in regie op woningbouw en voorzieningen 
Als uitwerking van de huidige provinciale Omgevingsvisie Drenthe is een regionale verdeling in woningcontingent opgesteld. De provincie Drenthe geeft recentelijk aan voornemens te zijn haar Omgevingsvisie te herzien, mede omdat de demografische en economische trends zo gewijzigd zijn, dat op basis hiervan nieuwe beleidskeuzen gemaakt dienen te worden. Dit sterkt ons als gemeente in ons voornemen om de regiemogelijkheden die we hebben, zodanig in te zetten, dat het zoveel mogelijk ondersteunend is aan de hoofddoelen vitaliteit en leefbaarheid op het platteland, zoals die ook door de provincie benoemd zijn.

Dit betekent dat we zoveel mogelijk willen faciliteren op het gebied van initiatieven, op het gebied van wonen, voorzieningen, werken en recreatie. Hierbij houden we rekening met het oorspronkelijk regionaal toebedeelde contingent van 400 woningen, echter dient de sturing op een radicaal andere wijze plaats te vinden, door met name rekening te houden met de vraagkant. (Woningbouw)Initiatieven (vooral van particulieren) zijn immers is niet inwisselbaar tussen gemeenten / locaties: iemand wil in een bepaalde gemeente, op een bepaalde locatie het betreffende initiatief ontplooien. Waar mogelijk wil de gemeente nog sturen op locaties binnen de gemeente, maar steeds minder in vorm van harde (plan)capaciteit.

De gemeente zet zich in financiële zin in voor het behoud van veel van de openbare voorzieningen (basisscholen, dorpshuizen en sportvoorzieningen) in de zogenaamde dynamische dorpen. In de voorzieningendorpen zien we een grotere rol weggelegd voor de markt, omdat hier ook (meer) draagvlak aanwezig is op basis van de grotere bewonersaantallen en de daar aanwezige commerciële voorzieningen. In de woondorpen is geen sprake van openbare voorzieningen of is de verwachting dat in de toekomst het draagvlak stabiliseert of zelfs nog verder afneemt.

In de verschillende typen dorpen is naar verwachting sprake van verschillende typen woonvraag. In de voorzieningendorpen en dynamische dorpen zal bijvoorbeeld de vraag naar woningbouw voor kwetsbare groepen (zoals hulpbehoevende ouderen), die baat hebben bij de nabijheid van vele voorzieningen, groter zijn dan in de woondorpen. In de woondorpen is te verwachten dat de meer mobiele en zelfredzame groepen zich meer thuis voelen. In alle type dorpen is ruimte voor (beperkte) woningbouw, waarbij maatwerk en waar mogelijk versterking van de ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde van groot belang zijn. Zo is er bijvoorbeeld wel ruimte voor een kleinschalig en gevarieerd woningbouwplan op de plek van een leegstaande basisschool, maar niet voor projectmatige bouw van twee-onder-een-kapwoningen aan de rand van een dorp. Sleutelwoorden zijn karakteristiek, lokaal, kleinschalig, organisch, duurzaam en gevarieerd.

Onderstaand figuur verbeeldt schematisch onze hoofdkeuzen in de accenten in regie ten aanzien van woningbouw en voorzieningen voor de drie typen kernen.
 
Maar vooral (en overal): vraaggestuurd bouwen!
De marktomstandigheden maken dat vraaggestuurd bouwen de voorkeur geniet boven aanbodgestuurd bouwen. Zo wordt voorkomen dat een overschot aan eengezinswoningen wordt gebouwd en leegstand van nieuwbouw of bestaande voorraad ontstaat. Principes zoals Collectief Particulier Opdrachtgeverschap mogen over het algemeen rekenen op een gegarandeerde afname van de woningen en krijgen (onder voorwaarden) binnen alle type kernen meer de ruimte.

Vraaggestuurd bouwen kan ook betekenen dat een substantieel deel van het globale totale woningbouwprogramma (tot op heden het toegestane woningcontingent in het provinciaal beleid zoals regionaal toebedeeld) zoals opgenomen in de Woonvisie, gerealiseerd wordt in de vorm van dergelijke kleinschalige woningbouwinitiatieven. De invulling van de zogenaamde harde capaciteit zoals die nu bekend is in de Woonvisie slechts maar gedeeltelijk zal plaatsvinden. Die 'harde capaciteit' is veelal onderdeel van grotere woningbouwplannen, op gronden van de gemeente of particuliere ontwikkelende partijen. Deze mogelijke andere ontwikkeling heeft over het algemeen positieve gevolgen voor de woningbezetting en de ruimtelijke kwaliteit (want er wordt aangesloten op de daadwerkelijke behoefte en het betreft kleinschalige initiatieven die vaak goed ruimtelijk ingepast zullen zijn), maar kunnen daarentegen negatieve gevolgen hebben voor de gemeentelijke grondexploitatie en die van de ontwikkelaars. Op deze ontwikkeling is onze invloed echter beperkt, wanneer vastgehouden wordt aan alleen ontwikkeling op de grotere locaties, zoals opgenomen als 'harde capaciteit'. Dan is de kans aanwezig dat er minder woningen gerealiseerd worden, omdat er minder sprake is van aansluiting op de daadwerkelijke vraag.

Klik hier voor de kaartingang van de structuurvisie, waarin voor de diverse dorpen paspoorten opgenomen zijn. Via die paspoorten zijn ook de beschikbare dorpsvisies toegankelijk gemaakt, die door de dorpsgemeenschappen zelf opgesteld zijn.