1   Een structuurvisie voor de gemeente Westerveld
 

Een gemeentebrede (ruimtelijke) structuurvisie beschrijft 'de stip aan de horizon' voor Westerveld, de ambities voor de gemeente. Het geeft daarmee richting aan de ruimtelijke ontwikkelingen. De structuurvisie vormt zowel een afwegingskader voor initiatieven van derden, als ook een inspiratiebron en uitnodiging richting bewoners, ondernemers en andere partijen uit de samenleving om initiatieven te ontplooien die bijdragen aan het bereiken van die 'stip'. De basis voor dit kader vormen de kernkwaliteiten van de gemeente (sociaal, toeristisch/landschappelijk en cultuurhistorisch). In deze structuurvisie doen we als bestuur uitspraken op hoofdlijnen over thema’s zoals de ruimtelijke structuur, woonaanbod en -omgeving, welzijn en voorzieningen, economie en werkgelegenheid en mobiliteit.

De opgave
Als gemeente Westerveld zijn we ons terdege bewust van onze verantwoordelijkheden, maar zeker ook van onze beperkingen als plattelandsgemeente gelegen te midden van Steenwijk, Meppel, Hoogeveen en Beilen. We hebben een groot aantal kleine dorpen, waarvan Havelte het grootste dorp is met ruim 3.000 inwoners.  Algemene trends die nu ook al in Westerveld spelen zoals ontgroening, schaalvergroting en vergrijzing kunnen nu eenmaal niet door de gemeente gekeerd worden. Wel kunnen we anticiperen en meebewegen op te verwachten ontwikkelingen en reageren wanneer er zich daadwerkelijk veranderingen voordoen die binnen de invloedssfeer vallen. Daarnaast kan de gemeente initiatieven van derden faciliteren die de kernkwaliteiten van de gemeente in acht nemen of zelfs versterken, waardoor de effecten van de verschillende trends enigszins worden verzacht.

 

Onze identiteit is het vertrekpunt
Het centrale vertrekpunt vormt de identiteit van de gemeente Westerveld: een groene, agrarische gemeente met een ongekende rijkdom aan cultuurhistorische, toeristisch/landschappelijke en ecologische waarden. Deze identiteitsbepalende kenmerken die in grote hoeveelheid en ook nog gaaf aanwezig zijn, maken ook dat de gemeente zo goed leesbaar is (qua ontstaansgeschiedenis). De belangrijkste bronnen van werkgelegenheid zijn de agrarische sector, recreatie en toerisme. Voor de eerstgenoemde sector is met name de schaalvergroting (en de daarbij horende transformatie van boerenerven) van belang. Recreatie en toerisme moeten een transformatie ondergaan naar een meer gevarieerd en een kwalitatief hoger aanbod. Toerisme betreft een van de belangrijkste economische pijlers van de gemeente; een gemeente die rijk is aan Nationale Parken, de vele beschermde dorpsgezichten en de Kolonie van Weldadigheid als belangrijk 'unique selling points'. Een kansrijke groeisector in relatie tot de vergrijzing en het groene en rustige karakter van Westerveld is de zorg. Naast vergrijzing spelen ook ontgroening en op langere termijn demografische krimp een belangrijke rol in het toekomstperspectief van de gemeente.

Een regisserende, uitnodigende, faciliterende en vraaggerichte gemeente
Een gemeente waar geen sprake meer is van (substantiële) demografische groei is nog geen gemeente waar niets gebeurt. Demografische veranderingen betekenen een accentverschuiving van kwantitatieve groei naar kwalitatieve groei. Door teruglopende financiële middelen (o.a. uit grondexploitatie) kan de gemeente geen initiërende en ontwikkelende rol op zich nemen, terwijl een bepaalde ruimtelijke dynamiek noodzakelijk is om aan veranderende behoeftes op het gebied van bijvoorbeeld wonen en werken tegemoet te komen. Initiatieven van derden zullen daarom steeds belangrijker worden voor de leefbaarheid en uitstraling van de gemeente (bijvoorbeeld de verzelfstandiging van voorzieningen zoals zwembaden en dorpshuizen). Dit vraagt om bereidheid aan de kant van de gemeente om mee te denken en te bewegen mits de kernkwaliteiten niet in het geding komen. De reactie verschuift van ‘nee tenzij’ naar ‘ja mits’.

De keuze: accenten in regie naar dorpstype
Gekoppeld aan het voorgaande betekent deze transitie ook, dat we ons als gemeente niet meer overal zelf voor kunnen inzetten. We kiezen voor het behoud en waar mogelijk versterking van de kwaliteit van de voorzieningen, daar waar ze (nog) in geconcentreerde vorm aanwezig zijn. De middelen om hierop te sturen zijn voor de gemeente beperkt dan wel indirect, zeker nu de gemeente ervoor kiest om (binnen de beleidskaders van de Visie op Wonen) de woningontwikkeling per kern geheel aan de markt over te laten. Om toch enige kwalitatieve sturing te geven is er een indeling in drie dorpstypen gemaakt, gericht op de omvang en de aanwezige voorzieningen. Doel hiervan is dus het minimaal behoud van het huidige voorzieningenniveau voor de gemeenschap. Deze indeling in drie dorpstypen (naar functie) wijkt af van de indeling die bijvoorbeeld in de Kadernota Buitengebied gemaakt is op basis van de ontstaansgeschiedenis en landschapstypen waarin de dorpen gelegen zijn. De reden hiervoor is, dat de indeling puur gericht is op het beleidsmatig en programmatisch kunnen leggen van de juiste accenten op het gebied van (kwalitatieve) woningbouw en voor-zieningen. De indeling uit de Kadernota is gericht op versterking van identiteit en (ruimtelijke) kwaliteit.

Relatie structuurvisie <-> andere beleidsdocumenten
Een gemeentebrede structuurvisie is een beleidsdocument waarin de gemeente haar ambities voor een langere periode schetst en de wijze waarop zij daaraan invulling wil geven. De gemeentebrede structuurvisie kan als vertrekpunt dienen voor thematische visies, nieuw te vormen beleid en/of stedenbouwkundige uitwerkingen. Maar in de structuurvisie kunnen ook ambities uit andere beleidsstukken staan. Er mag in ieder geval geen strijdigheid ontstaan tussen structuurvisie en andere beleidsstukken. In het geval van de gemeente Westerveld gaat het om een algemene en globale visie met het accent op de (ordening van de beschikbare) ruimte. Hierin worden de bevindingen en ambities uit thematische visies zoals de Sociale Structuurvisie en de Woonvisie samengebracht en de consequenties hiervan worden vertaald naar de fysieke ruimte.
De structuurvisie heeft een sterke relatie met bijvoorbeeld de Kadernota Buitengebied en de beleidsdocumenten omtrent cultuurhistorie (Erfgoedverordening, Cultuurhistorische Waardenkaart, Archeologische Beleidsadvieskaart). In deze documenten is diepgaand ingegaan op de waarden in het landschap (buitengebied en de kernen) en ook op de (te verwachten en mogelijke) dynamiek in het buitengebied. In deze structuurvisie wordt daarnaar verwezen en de aandacht wordt ook gericht op andere aspecten. Samen vormen deze documenten het regie- en afwegingskader waarmee de gemeente zorg kan dragen voor een goede ruimtelijke ordening, gericht op het versterken van de ruimtelijke kwaliteit, de leefbaarheid en de vitaliteit van de gemeente.

Gedachtengoed structuurvisie: duidelijke keuzes, actief, maar selectief sturen
Vanuit realiteitsoogpunt hebben we nagedacht over wat nu onze daadwerkelijke regiemogelijkheden zijn. Voor sommige ontwikkelingen zijn wij als gemeente zelf initiatiefnemer en voor andere ontwikkelingen zijn wij afhankelijk van initiatieven van derden. Om duidelijkheid te bieden maken we bij ieder thema onderscheid naar:

Wat beschouwen we als onze basisverantwoordelijkheid?
Een aantal ontwikkelingen is van basisbelang om goed te kunnen wonen, werken, leven en recreëren. Die beschouwen we als onze basisverantwoordelijkheid en we zijn van mening dat voor deze ontwikkelingen zo weinig mogelijk belemmeringen mogen bestaan. Daarom worden deze waar mogelijk direct vertaald in bestemmingsplannen.

Ambities, ontwikkelingen die we als gemeente (mede) zelf willen realiseren
Sommige ontwikkelingen vinden we als bestuur van zodanig belang voor het goed kunnen wonen, werken, leven en recreëren in onze gemeente, dat we daarin het voortouw willen nemen. Deze ontwikkelingen behoren tot onze gemeentelijke ambities, waarvoor we bereid zijn ons 'extra' in te zetten. Dat wil zeggen dat we specifiek hiervoor middelen, in de zin van geld of menskracht, op de begroting reserveren.

Kansen, ontwikkelingen die we mogelijk willen maken of willen faciliteren
Veel nieuwe ontwikkelingen ontstaan door initiatieven van derden. We willen in staat zijn om de kansen die zich hierdoor voordoen zo goed mogelijk te benutten. Deze initiatieven willen we goed af kunnen wegen en daar waar nodig willen we, in overleg sturing geven aan de kwaliteit van het initiatief.

Voorkomen, ontwikkelingen die we als gemeente écht tegen willen gaan
Onze gemeente heeft veel kwaliteiten die van onderscheidend belang zijn voor het wonen, werken, leven en recreëren. We willen ontwikkelingen die deze aan kunnen tasten voorkomen. Een deel van deze waarden wordt al beschermd door wettelijke kaders. Maar er zijn ook waarden die niet of onvoldoende beschermd worden, waarvoor we als gemeente zelf verantwoordelijkheid willen nemen.



Leeswijzer op hoofdlijnen
Voor uitwerking en onderbouwing van de in deze structuurvisie opgenomen beleidskeuzen verwijzen we graag naar de onderliggende sectorale beleidsdocumenten en onderzoeken. Waar mogelijk zijn deze direct via deze digitale structuurvisie toegankelijk gemaakt. In de onderdelen / hoofdstukken 2 t/m 6 van deze structuurvisie komen de hoofdlijnen van de afzonderlijke thema's aan de orde. In de uitvoeringsparagraaf (hoofdstuk 7) gaan we in op de instrumenten die we kunnen inzetten om bij te dragen aan de opgenomen doelen. Via de kaartingang van deze structuurvisie zijn onder andere de dorpspaspoorten toegankelijk gemaakt, met een korte karakterisering (klik voor ontsluiting via de kaart).

In de volgende paragraaf van dit eerste onderdeel staan de integrale hoofdkoers en de hoofdkeuzen van deze structuurvisie centraal. Deze zijn bij de thematische onderdelen verder uitgewerkt. Vervolgens komen in de afsluitende onderdelen van dit eerste hoofdstuk onderwerpen als de positie en status van de structuurvisie en het vraagstuk 'planMER' aan de orde.