Voorwoord

Welkom in de digitale structuurvisie voor de gemeente Waalre. In deze structuurvisie leggen we als gemeentebestuur de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor de komende jaren vast. We zetten door op het spoor zoals ingeslagen met de Toekomstvisie Waalre 2020 en andere beleidsdocumenten. Alleen op onderdelen wijken we beperkt af, waarmee we voorsorteren op economische en demografische trends. We willen breed de aandacht ' focussen' op die koers voor Waalre en Waalre promoten. Dat gebeurt nu onvoldoende. Daarnaast blijkt dat er voor bepaalde deelgebieden nog geen duidelijke koers is: daarop geven we antwoord in deze structuurvisie. 

Hoofdkoers voor de gemeente Waalre
De gemeente Waalre is een sterk samenhangende en saamhorige gemeente, goed bereikbaar en met een grootstedelijk voorzieningenpakket en werkgelegenheid binnen handbereik. De basis van die sterke samenhang en saamhorigheid ligt in de ontstaansgeschiedenis: de grotendeels door natuurgebieden omsloten dorpen Waalre-dorp en Aalst, de vele cultuurhistorische waarden daarbinnen, de omvangrijke bosgebieden en het kleinschalige landschap met gehuchten daaromheen. Deze waarden en het feit dat we onderdeel zijn van Brainport Avenue, gelegen tegen Eindhoven met haar stedelijke voorzieningen en de Hightech Campus, maken Waalre uniek in de regio. Dit biedt veel kansen. We zien het als belangrijkste opgave, om die kansen zodanig te verzilveren dat dat niet ten koste gaat van de vele natuur-, cultuurhistorische- en woonkwaliteiten, maar juist leidt tot een versterking daarvan! Dit vraagt om een zorgvuldig, maar ook dynamisch evenwicht.

Het koesteren, behouden en versterken van de authentieke en exclusieve waarden, betekent niet dat die gebieden op slot gaan. Juist door ontwikkelingen mogelijk te maken en hiervoor kaders en randvoorwaarden te formuleren, kan een kwaliteitsversterking bereikt worden. Dat is wat we doen we met deze structuurvisie. Via deze link (naar onderdeel 1.1) kunt u de volledige beschrijving van de hoofdkoers openen.


   

Intensief samenwerkingstraject
De structuurvisie hebben we opgesteld in overleg met een klankbordgroep, waarin diverse partijen uit de samenleving vertegenwoordigd zijn (zoals corporatie, zorgorganisatie, ZLTO, ondernemersvereniging). Bij de start hebben we op 19 oktober 2011 bij deze partijen interviews afgenomen, welke de richting van de koers mede hebben bepaald. Via deze link kunt u de filmpjes van deze interviews bekijken. Een zogenaamd polls (soort digitale enquete) is door circa 600 mensen uit onze gemeente ingevuld, dat is een hoge respons. Daarnaast hebben de resultaten van de dorpenavond in het voorjaar van 2012 verder invulling gegeven aan deze koers, zoals verwoord in deze structuurvisie. Op deze dorpenavond waren veel mensen uit zowel Waalre, als Aalst en het buitengebied aanwezig. De conceptstructuurvisie is in twee ronden besproken in een raadswerkgroep, de stuurgroep (het College van B&W) en de genoemde klankbordgroep. 

In de periode 29 mei t/m 26 juni 2013 heeft de terinzagelegging plaatsgevonden van de ontwerpstructuurvisie. In die periode zijn twee inloopspreekuren georganiseerd. Tijdens de periode van terinzagelegging zijn 4 schriftelijke reacties ontvangen. In de bijgevoegde inspraakrapportage zijn deze reacties samengevat en behandeld. Naar aanleiding van deze reacties is de structuurvisie op onderdelen aangepast. De structuurvisie is vervolgens op 17 september 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. Op onze gemeentelijke website, is een specifiek deel gewijd aan de structuurvisie: www.waalre.nl/wonen&leven/structuurvisie.

Opzet digitale structuurvisie
Op deze openingspagina van de structuurvisie treft u aan de rechterzijde verschillende ingangen aan: rechtsboven is de beleidsmatrix opgenomen. Hierin hebben we de beleidsuitspraken en toelichting daarop thematisch toegankelijk gemaakt. Wanneer u op een cel klikt, komt u in de achterliggende teksten. In het midden ziet u de structuurvisiekaart. Wanneer u hierop klikt opent zich in een apart scherm een groter formaat. Daarin is ook de legenda interactief gemaakt (beide delen). Wanneer u klikt op een legendaeenheid, opent zich een apart scherm met een toelichting. Rechtsonderaan treft u de 'rapportageingang', deze werkt als een gewoon boekwerk, waar u doorheen kunt navigeren. Bij deze rapportageingangt treft u ook een knop aan via welke u de gehele rapportage kunt inzien, met helemaal onderaan een printknop waarmee u de gehele structuurvisie (niet opgemaakt) kunt printen (circa 60 A4 pagina's). Via de beleidsmatrix ingang en de rapportageingang, kunt u telkens ook per onderdeel een print maken. In de bijlagen (toegankelijk via deze link) is een korte introductie op het navigeren in deze digitale structuurvisie opgenomen. Wanneer u vragen hebt over de structuurvisie kunt u met de gemeente contact opnemen.  

- klik hier voor de introductie van de structuurvisie 'Focus op Waalre, een structuurvisie voor de gemeente' (onderdeel 1)
- klik hier voor de hoofdkoers van de structuurvisie (onderdeel 1.1)
- klik hier voor een introductie van de gebruikte scenario's (onderdeel 1.2)
- klik hier voor de koers per deelgebied (onderdeel 1.3)
- klik hier voor een beschrijving van de positie en status van de structuurvisie (onderdeel 1.4)







 



1   Focus op Waalre: een structuurvisie voor de gemeente

De structuurvisie is voor ons hèt sturingsinstrument voor de dagelijkse gang van zaken. Het geeft aan welke ontwikkelingsrichting we beogen en wat we daarbij als gemeente zelf op (kunnen) pakken. Daarnaast geven we aan per deelgebied en per thema, welke vertrekpunten we u en anderen in de samenleving graag mee willen geven bij het ontplooien van initiatieven.

Bij het werken aan deze structuurvisie hebben we nagedacht over de inrichting, het gebruik en de beleving van ons grondgebied vanuit een langetermijnperspectief. Waarbij we zo goed mogelijk voorgesorteerd hebben op trends en ontwikkelingen (zoals de demografische ontwikkeling en de economische conjunctuur). 

Een belangrijk vertrekpunt van deze structuurvisie is dat we Waalre zien als één sociaal-economisch, samenhangende gemeenschap, met twee kernen die ieder een eigen identiteit hebben. Daarnaast vormen de begrippen ´authentiek´, ´exclusief´ en ´dynamisch´ een rode draad die door de hele structuurvisie geweven is. Deze begrippen typeren onze gemeenschappelijke, Waalrese identiteit.

Gedachtengoed structuurvisie: duidelijke keuzes, actief, maar selectief sturen
De structuurvisie is een belangrijk instrument om onze ambities te bereiken. Vanuit realiteitsoogpunt hebben we nagedacht over wat nu onze daadwerkelijke regiemogelijkheden zijn op de verschillende beleidsvlakken. De beschikbare middelen zijn immers niet onbegrensd. Voor sommige ontwikkelingen zijn wij als gemeente zelf initiatiefnemer en voor andere ontwikkelingen zijn wij afhankelijk van initiatieven van derden. Om duidelijkheid te bieden, maken we onderscheid naar:

Wat beschouwen we als onze basisverantwoordelijkheid?
Een aantal ontwikkelingen zijn van basisbelang om goed te kunnen wonen, werken, leven en recreëren. Die beschouwen we als onze basisverantwoordelijkheid en we zijn van mening dat voor deze ontwikkelingen zo weinig mogelijk belemmeringen mogen bestaan. Daarom worden deze waar mogelijk direct vertaald in bestemmingsplannen.

Ambities, ontwikkelingen die we als gemeente (mede) zelf willen realiseren
Sommige ontwikkelingen vinden we als bestuur van zodanig belang voor het goed kunnen wonen, werken, leven en recreëren in onze gemeente, dat we daarin het voortouw willen nemen. Deze ontwikkelingen behoren tot onze gemeentelijke ambities, waarvoor we bereid zijn ons `extra` in te zetten. Dat wil zeggen dat we specifiek hiervoor middelen, in de zin van geld of menskracht, op de begroting reserveren. Deze ontwikkelingen pakken we graag samen met de betrokkenen op.

Kansen, ontwikkelingen die we mogelijk willen maken of willen faciliteren
Veel nieuwe ontwikkelingen worden geinitieerd door derden. We willen de kansen die zich hierdoor voordoen zo goed mogelijk kunnen benutten. Deze initiatieven willen we  afwegen en daar waar nodig in overleg sturing geven aan de kwaliteit van het initiatief. De structuurvisie vormt hiervoor het uitnodigings- en afwegingskader.

Voorkomen, ontwikkelingen die we als  gemeente écht tegen willen gaan
Onze gemeente heeft veel kwaliteiten en waarden die van onderscheidend belang zijn voor het wonen, werken, leven en recreëren. We willen ontwikkelingen die deze aan kunnen tasten voorkomen. 




Leeswijzer en opzet structuurvisie
Deze structuur hebben we voor de verschillende thema's in de onderdelen 2 t/m 7 uitgewerkt. Voor uitwerking en onderbouwing van de opgenomen beleidskeuzen verwijzen we graag naar de onderliggende sectorale beleidsdocumenten en onderzoeken. Waar mogelijk zijn deze direct via deze digitale structuurvisie toegankelijk gemaakt. In de uitvoeringsparagraaf (hoofdstuk 8) gaan we in op welke instrumenten we inzetten om eraan bij te dragen de opgenomen doelen te bereiken. In dat onderdeel is ook een globale analyse gericht op de milieu- en waardenaspecten opgenomen, waarbij ook de onderwerpen planmer en passende beoordeling aan de orde komen. In de volgende onderdelen van dit inleidende hoofdstuk is de integrale hoofdkoers, de beoogde ontwikkelingsrichting, voor onze gemeente opgenomen. Deze vormt ook de rode draad voor de themahoofdstukken.   

- klik hiervoor het voorwoord van de structuurvisie
- klik hier voor de hoofdkoers van de structuurvisie (onderdeel 1.1)
- klik hier voor een introductie van de gebruikte scenario's (onderdeel 1.2)
- klik hier voor de koers per deelgebied (onderdeel 1.3)
- klik hier voor een beschrijving van de positie en status van de structuurvisie (onderdeel 1.4)

 



 



1.1   Hoofdkoers gemeente Waalre

Profilering en positionering
De gemeente Waalre is een sterk samenhangende en saamhorige gemeente, met een  grootstedelijk voorzieningenpakket en werkgelegenheid binnen handbereik. De basis van die sterke samenhang en saamhorigheid – van gebied èn gemeenschap - ligt in het landschap en de ontstaansgeschiedenis besloten: de grotendeels door natuurgebieden omsloten hoofdkernen Waalre-dorp en Aalst, de vele cultuurhistorische elementen en structuren daarbinnen, de omvangrijke bosgebieden en het kleinschalige landschap met kleinere gehuchten daarbinnen. Deze waarden, gecombineerd met de ligging tegen Eindhoven met haar voorzieningen en de Hightech Campus, maken Waalre uniek in de regio.

Waalre onderscheidt zich ten opzichte van de andere randgemeenten van Eindhoven met name in haar groene profiel; nergens zien we een gemeente die zo ruim is toebedeeld in haar bosareaal. Het is met name die kwaliteit, die aantrekkingskracht genereert; richting haar huidige bewoners maar ook voor toekomstige bewoners en/of bezoekers een aantrekkelijke meerwaarde betekent. Een aantrekkingskracht die wordt vergroot door de directe nabijheid van grootschalige top-werklocaties (High Tech Campus, ASML, VDL, MMC), sportvoorzieningen (sportcomplex Aalsterweg) en verbindingen met stad en ommeland (A67, A2, OV-lijnen), waardoor er een woon- en leefmilieu aanwezig is dat zijn gelijke niet kent in de stadsregio Eindhoven.


   

De hoofdkoers
De gemeente Waalre is trots op dit beeld van exclusiviteit, authenticiteit en dynamiek. Dit biedt kansen. We zien het als een belangrijke uitdaging om die kansen te verzilveren daar waar dat kan, zonder dat dit ten koste gaat van de waarden en kwaliteiten. Wat betreft die waarden zetten we in op het versterken, uitdragen en beleefbaarder maken van deze waarden, waar mogelijk door gericht te investeren. Dit kunnen we als gemeente niet alleen, hiervoor zijn we afhankelijk van particulieren en organisaties. Niet alleen omdat investeringen geld kosten, maar ook omdat zij veelal eigenaar zijn van betrokken gronden en opstallen. 

Toekomstige ontwikkelingen moeten geënt zijn op de bestaande waarden: zowel ervan profiteren en erop voortbouwen, maar ook door ze te respecteren en de kwaliteit ervan verder te versterken. De hoofdkoers wordt door de volgende 16 punten getypeerd. In de themahoofdstukken worden deze punten verder uitgewerkt en onderbouwd:

  1. Versterken van het (beeld van het) Kempische dorp Waalre, met als belangrijke ingrediënten een aantrekkelijk, levendig dorps centrum en de gehuchten-, landgoederen- en hoevestructuur in het buitengebied
  2. Versterking van Aalst als een moderne, goed ontsloten en toch rustige woonplaats
  3. Behoud en versterking van het beeld en de belevingswaarde van het buitengebied: voorkomen dichtslibben door het toevoegen van niet aan het karakter ondergeschikt zijnde bebouwing; behoud uitstraling bosgebied in de middenzone ook in de gebieden van de bosvilla's; het versterken van de ruimtelijke contrasten binnen de gemeente
  4. Versterking van de groene randen, de groene lobben tussen en in de kernen,  de  overgangszones en het vrijhouden van de groene beekdalen
  5. Faciliteren van woonruimte voor alle doelgroepen, waarbij we specifiek aandacht hebben voor starters en senioren. Hierbij zetten we in op de specifieke kenmerken van de gemeente (groen, rust, ruimte). De authentieke, exclusieve maar ook dynamische factoren maken dat wij een van de aantrekkelijkste woongemeenten van Noord-Brabant zijn! 
  6. Geen inbreiding op ' groentjes' in de kernen, wel inbreiding op transformatielocaties (eerder bebouwde gebieden), dit gaat voor uitbreiding. Beperkte woonuitbreiding in Waalre-noord en Ekenrooi-zuid
  7. Evenwichtige spreiding van de maatschappelijke voorzieningen over de twee hoofdkernen
  8. Concentratie van de commerciële voorzieningen in twee dorpscentra en een boodschappen steunpunt Voldijn
  9. Beperkte uitbreiding van werklocaties en beperkte transformatie van bestaande werklocaties, zodat er voldoende ruimte voor de toekomst gereserveerd blijft voor (ook lokaal gerelateerde) bedrijvigheid. Inzetten op Het Nieuwe Werken binnen de woongebieden
  10. Het verbeteren van de bereikbaarheid (intern en extern), op een zodanige wijze dat ook de leefkwaliteit en de leefbaarheid verbeterd wordt
  11. Creëren van een sluitend fiets- en voetpadenstelsel in het buitengebied, het ' achtje Waalre', en realiseren van een aantrekkelijke langzaamverkeersverbinding in zuidelijke en in noord-westelijke richting, waarmee we aanhaken op op de netwerken in de buurgemeenten
  12. Doorontwikkelen van in ieder geval twee Natuurpoorten als multimodale overstappunten voor recreanten
  13. Ruimte bieden voor particuliere initiatieven passend in het landschap. Aan de zuidzijde van de gemeente (zowel in het oostelijke als in het westelijke deel), liggen er met name kansen op het gebied van toerisme en recreatie. Gezien de waarden en met name ook de ontsluiting, geldt dat voor het deel ten zuiden van Aalst/Ekenrooi, extensief en exclusief de kernwoorden zijn. In het deel ten zuiden van Waalre zijn meer mogelijkheden, passend binnen de dragende structuren van het landschap. In de overige deelgebieden kan het gaan om een combinatie van initiatieven, zowel op het gebied van werken, wonen, recreatie, zorg en ook overige sociaal-maatschappelijke functies
  14. In het algemeen streven we naar behoud en het ook economisch gezond en duurzaam functioneren van de agrarische ondernemers in onze gemeente, ook naar de toekomst toe. Hiervoor geven we waar mogelijk, ruimte voor verbreding van de agrarische bedrijfsvoering en denken we graag mee met de sector in situaties waar dat niet eenvoudig is
  15. Het onderzoeken van de mogelijkheden om in het groene hart, tussen de beide kernen tot een ontwikkeling te komen, met een functie voor de gehele gemeente en een zodanige vormgeving en landschappelijke inpassing dat ook de functie van ' robuuste groene buffer' duurzaam behouden blijft. Hierbij worden de locaties van het gemeentehuis, de Boerenbond en het braakliggende terrein in samenhang beschouwd. Concurrentie met functies die in een van beide dorpscentra thuishoren dient voorkomen te worden
  16. Samen met Eindhoven en betrokken partijen werken we aan een samenhangende, gemeenteoverstijgende gemengde groene zone aan de noordwestzijde, met in het landschap passende functies op het gebied van wonen, werken, recreatie en voorzieningen. Het groene accent heeft het primaat, gedacht kan daarom worden aan ontwikkelingen in de vorm van landgoederen en landhuizen. 

Versterking bestaande kwaliteiten als randvoorwaarde
Naast het benutten van kansen waar mogelijk, wordt dus ingezet op behoud en versterking van de bestaande kwaliteiten op het gebied van natuur / water, cultuurhistorie en landschappelijk. Een belangrijke drager voor het bereiken van deze ambitie is het aanhaken op concrete ontwikkelingen en initiatieven van zowel particulieren, organisaties als ook van (semi)overheden. De belevingswaarde van deze kwaliteiten voor de mens, vormt hierbij een cruciaal aandachtspunt. Ontwikkelingen moeten zich voegen naar de kwaliteiten en kenmerken van een gebied, de beoogde (diversiteit aan) functie(s) en de daarbij horende versterking van de belevingswaarde.

De gebieden waar wordt ingezet op kwaliteitsversterking, versterking karakter en belevingswaarde en het (met mate) doorontwikkelen van het huidige gebruik, afgestemd op economische en maatschappelijke trends in nauwe samenwerking met de bewoners, eigenaren, ondernemers en organisaties, betreffen globaal:

  • het bestaande bebouwde gebied van de beide kernen (zowel de woon- als werkgebieden, waar uiteraard wel kwaliteitsimpulsen en (beperkt) transformatie aan de orde is),
  • de natuur- en bosgebieden (inclusief de villawijken welke nadrukkelijk hun boskarakter dienen te behouden ), centraal in de gemeente en in het oostelijke deel van het gemeentelijk grondgebied,
  • de beekdalzone van de Dommel en het aangrenzende, in agrarisch gebruik zijnde gebied en de beekdalzone van de Tongelreep ter hoogte van het bebouwde gebied van Aalst en Ekenrooi.

   

Focusgebieden voor nadere koersbepaling
Voor 5 specifieke deelgebieden ziet de gemeente aanleiding om na te denken over het gewenste accent voor de toekomstige ontwikkelingsrichting. Voor drie van die gebieden zijn in het recente verleden reeds visies opgesteld; onderhavige structuurvisie beoogt nadrukkelijk niet hiervan af te wijken, maar accenten kunnen weldegelijk verschuiven en ook bepaalde keuzen dienen toch tegen het daglicht te worden gehouden, zeker gezien recente (sociaal-economische) ontwikkelingen. De volgende deelgebieden worden onderscheiden:



  1. De gehele noordrand, het grensgebied met de stad Eindhoven / A2 (het gebied waar de Gebiedsvisie Waalre-Noord c.q. de Groene Mantel van toepassing is);
  2. De westrand van de kern Waalre, met brede schil daarbuiten tot aan de Dommel (hier is de Visie op de westrand van Waalre-dorp vigerend);
  3. Het gebied tussen de kernen Waalre en Aalst;
  4. De zone Achtereind c.q. het beekdal van de Tongelreep ten zuiden van de kern Aalst / Ekenrooi;
  5. De zone Heikant en Hulst, aan weerszijden van de Heikantstraat en de verwevingszone met het bosgebied in de centrale zone van de gemeente (ook hierop wordt in voornoemde Visie op de westrand Waalre-dorp ingegaan).

De aanleiding om op deze deelgebieden de focus te leggen verschilt per gebied. Het varieert van te voorziene ontwikkelingen op hoger schaalniveau c.q. in de aangrenzende buurgemeenten, de transitie van het landelijk gebied c.q. veranderingen in het agrarisch gebruik, behoeften en initiatieven vanuit de samenleving ten aanzien van wonen, werken, (zorg)voorzieningen en recreëren én nieuwe locaties voor woningbouw in de (verre) toekomst.

Door het ontwikkelen van scenario´s en discussies daarover met de raadswerkgroep, de klankbordgroep en op de bewonersavond, hebben we grip gekregen op wenselijkheden, (on)mogelijkheden, bandbreedtes en ambities voor deze gebieden. Het onderdeel 1.2 omvat een introductie van die scenario's.

De structuurvisiekaart toont het integrale beeld. Wanneer u op de kaart klikt, verschijnt in een apart venster een groter formaat.




1.2   Scenario's en focusgebieden

Drie scenario’s voor Waalre
Om grip te krijgen op de wenselijke dan wel noodzakelijke accenten voor de vijf deelgebieden (zie onderdeel 1.1), hebben we drie scenario’s opgesteld. Bij de discussies hierover ging het niet om de keuze voor één scenario. Door deze discussies over de min of meer extreme scenario’s, is een gevoel ontstaan voor de (on-)mogelijkheden voor de verschillende deelgebieden, de ambities en de ingrediënten van de wenselijke ontwikkelingsrichting en de bandbreedtes daarbij. In verschillende ronden is deze scenariodiscussie gevoerd: op de dorpenavond met de bewoners, in werkbijeenkomsten met de klankbordgroep, in de raadswerkgroep structuurvisie alsmede in de stuurgroep samengesteld uit het College van burgemeester en wethouders.

De scenario’s zijn gemeentebreed opgesteld, waaruit vervolgens voor de vijf deelgebieden uitsneden gemaakt zijn. Hèt uitgangspunt van het gemeentebestuur voor de structuurvisie is ‘ruimtelijke kwaliteit & duurzaamheid’. Dit vraagt om een balans tussen zowel aandacht voor de ‘ruimtelijke waarden’, voor de ‘mens’ en voor de ‘financieel-functionele’ elementen. De scenario’s zijn ontwikkeld vanuit  één van de volgende richtinggevende benaderingen:
- De fysiek-ruimtelijke waarden en het milieu-effect optimaliseren (PLANET); 
- De sociaal-maatschappelijke, mensgerelateerde aspecten optimaliseren (PEOPLE);
- De financieel-functionele / programmatische aspecten optimaliseren (PROFIT).

Als voorwaarden gold dat de scenario’s geen luchtfietserij mochten zijn én dat ze Waalres moesten zijn: authentiek, dynamisch en exclusief. In de bijlagen van deze structuurvisie, hebben we een korte beschrijving van de drie scenario’s opgenomen.

Uiteindelijk is de keuze van de koers van de richting voor een deelgebied, geen expliciete keuze geweest voor een van de scenario's, het is duidelijk een mix die voor ieder gebied weer anders is. De scenario's zijn een hulpmiddel geweest en gebruikt in de verschillende discussies met de raadswerkgroep, de klankbordgroep, de stuurgroep en met de bewoners op de dorpenavond in het voorjaar van 2012.   

Klik hier voor de bijlage 29.29.1 voor een beschrijving  van het scenario planet
- Klik hier voor de bijlage 29.29.2 voor een beschrijving van het scenario people
- Klik hier voor de bijlage 29.29.3. voor een beschrijving van het scenario profit

In onderdeel 1.3 wordt een introductie gegeven op de koers voor de verschillende focusgebieden, waarvan de uitwerking in de daarop volgende deelparagrafen per deelgebied  opgenomen is. 



1.3   Koers per focusgebied: introductie

Op vijf deelgebieden hebben we specifiek ingezoomd in de discussies:

  1. De gehele noordrand, het grensgebied met de stad Eindhoven / A67 / A2;
  2. De westrand van de kern Waalre, met brede schil daarbuiten, de overgangszone;
  3. Het gebied tussen de kernen Waalre en Aalst;
  4. De zone Achtereind, beekdal Tongelreep ten zuiden van Aalst / Ekenrooi;
  5. De zone Heikant, De Hulst, aan weerszijden van de Heikantstraat en de verwevingszone met het bosgebied in de centrale zone van de gemeente.



Gedurende de scenariodiscussie hebben deze 5 deelgebieden centraal gestaan, waarbij het bestaande beleid een belangrijke basis vormde. Per gebied is de hieronder beschreven hoofdlijn ontstaan, welke de hoofdkoers voor de gemeente als geheel kracht bij zet. Deze hoofdkoers is op de structuurvisiekaart verbeeld en in de thematische onderdelen van deze structuurvisie verder beschreven en onderbouwd. Via onderstaand menu kunt u de beschrijving van de hoofdkoers per gebied lezen. Na iedere beschrijving is een uitsnede van de structuurvisiekaart voor het gebied opgenomen.

  1. De gehele noordrand, het grensgebied met de stad Eindhoven / A67 A2;
  2. De westrand van de kern Waalre, met brede schil daarbuiten, de overgangszone;
  3. Het gebied tussen de kernen Waalre en Aalst;
  4. De zone Achtereind, beekdal Tongelreep ten zuiden van Aalst / Ekenrooi;
  5. De zone Heikant, De Hulst, aan weerszijden van de Heikantstraat en de verwevingszone met het bosgebied in de centrale zone van de gemeente.

We nodigen u van harte uit, om samen met ons invulling te geven aan de beschreven koers (voor de gemeente en de deelgebieden) door het ontplooien van initiatieven die bijdragen aan het bereiken daarvan.  

- klik hiervoor het voorwoord van de structuurvisie
- klik hier voor de introductie van de structuurvisie 'Focus op Waalre, een structuurvisie voor de gemeente' (onderdeel 1)
- klik hier voor de hoofdkoers van de structuurvisie (onderdeel 1.1)
- klik hier voor een introductie van de gebruikte scenario's (onderdeel 1.2)
klik hier voor een beschrijving van de positie en status van de structuurvisie (onderdeel 1.4)



1.3.1   Hoofdkoers Noordrand

1. De noordrand: het authentieke landschap versus de stadsrandzone
In dit deelgebied speelt Waalre optimaal in op de directe nabijheid van Eindhoven en de economische kansen die daaraan onlosmakelijk verbonden zijn. Maar ook wordt rekening gehouden met een voldoende robuuste afzoming van het dorpse Waalre met het stedelijke Eindhoven. Er ontstaat een mozaïek van deelgebieden, waarin telkens ingespeeld wordt op actuele kansen en duurzame kwaliteiten. Dit betekent dat de Gebiedsvisie Waalre-Noord wordt gerespecteerd, met als vormgevende elementen de Meeris met woonbebouwing, de Heuvel met woonbebouwing en de Groene Mantel als buffer richting het stedelijk gebied van Eindhoven. De volgende ingrediënten bepalen het toekomstbeeld:

  1. aansluitend op de HighTech Campus (ten westen van de voormalige spoorlijn) is een innovatief hoogwaardig economisch gebied gepland, met een vergelijkbare doelgroep als de bedrijven die nu gevestigd zijn op de HTC;
  2. de lokale bedrijventerreinontwikkeling beperkt zich vervolgens tot een kleinschalige uitbreiding van Het Broek ten noorden van Waalre-dorp en een uitbreiding ten noorden van Aalst. Deze ontwikkelingen zijn gericht op de meer lokaal georienteerde bedrijven. Een milieucategorie hoger dan 3.2 (VNG bedrijven en milieuzonering), is hier in principe niet afweegbaar;
  3. als contramal krijgt de Groene Mantel een kwaliteitsimpuls, waardoor de groenstructuur versterkt wordt en dóórloopt van de groene bosrijke middenzone naar de Dommelzone;
  4. de plas de Meeris wordt extensief recreatief benut;
  5. woonuitbreiding wordt in beperkte zin ontwikkeld in het gebied Meeris en Heuvel, zowel gericht op de eigen behoefte, alsook voor de regionale behoefte;
  6. langzaam verkeersverbindingen in de oost-westrichting, alsmede in de noord-zuidrichting ontsluiten het gebied en zorgen voor een optimale beleving en benutting ervan. Aansluiting wordt gecreëerd naar de slow-lane structuur ten noorden van de A67, alsmede wordt een verbinding gelegd met het Dommelpad, daarnaast wordt een verbinding voor langzaam verkeer gecreëerd tussen de HTC en MMC;
  7. Samen met Eindhoven en betrokken partijen wordt in het noordwestelijk deel gewerkt aan planvorming voor een gemengde kwalitatief hoogwaardige groene zone, met ingrediënten als wonen, werken, recreatie, natuur en voorzieningen, passend binnen de landschappelijke kaders. Incidentele nieuwe bebouwing, voegt zich in het landschap.

De komst van de nieuwe provinciale weg N69 (de Westparallel) zal voor het doorgaande verkeer een aanzienlijke ontlasting betekenen binnen de beide kernen. De ontsluiting van de High Tech Campus Zuid vindt direct via de N-weg plaats. Deze haakt niet aan op het lokale wegennet, waardoor geen knelpunten verwacht worden. Als gevolg van de mogelijke ontwikkelingen in de noordwestrand is er geen aanleiding om nieuwe autoinfrastructuur te realiseren.

 
 Uitsnede structuurvisiekaart: deelgebied Noordrand. Voor legenda wordt verwezen naar de structuurvisiekaart als geheel. 

Voor de koers voor de andere gebieden:



1.3.2   Hoofdkoers Westrand Waalre

2. Westrand Waalre: kleinschalig wonen, ondernemen en boeren tussen dorp en Dommel en het versterken van de belevingswaarde van het Dommeldal.
Als er binnen de gemeente Waalre al gebieden zijn waar agrarisch ondernemen ook naar de toekomst toe mogelijk moet zijn, is het dít gebied wel. Niet alleen als drager van het landschap, maar ook als economische functie. Maar dit betekent niet dat er geen ruimte is voor andere functies. In een dusdanig geliefd en gewild gebied, nabij de kern Waalre, de stad Eindhoven en omgeven door groengebieden, is het een logische ontwikkeling dat de agrarische sector geleidelijk ontwikkelt naar (kleinschalige) verbrede bedrijven. Dit betekent niet per definitie biologisch. Deze bedrijven kunnen verweven worden met natuurontwikkeling (langs de Dommel), landschapsversterking, extensieve en routegerichte recreatie en kleinschalige, dorpse woningbouwontwikkelingen passend bij het landschappelijke draagvermogen en met respect voor de waarden zoals het beschermde dorpsgezicht van Het Loon.

Er ligt voor de gemeente nog een beperkte zoekopgave voor woningen in de periode tot 2030. Hiermee wil en moet de gemeente ook inspelen op de regionale behoefte, niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief. Door de kern Waalre naar de toekomst toe, heel geleidelijk, organisch te laten groeien in plaats van gepland te ontwikkelen, nemen de mogelijkheden voor dorps wonen toe. Denk aan de historisch gegroeide hoevestructuur. Hieraan is grote behoefte, bijvoorbeeld bij forensen gericht op Eindhoven, en er wordt aangesloten bij de Waalrese kenmerken: authentiek, dynamisch en exclusief.. Een deel van deze ontwikkelingen vindt plaats op reeds bekende woningbouwuitleglocaties (met name de Heuvel) en deels betreft het incidentele vernieuwbouw in de benoemde hoevestructuur. Gecombineerd met deze woningbouwontwikkeling zijn er mogelijkheden voor recreatieve ontwikkelingen, waarbij relaties worden gelegd met de bestaande voorzieningen als de Volmolen.

Realisatie van nieuwe infrastructuur door dit gebied is niet aan de orde. Door het afwaarderen van de route door het dorp Waalre en de aanleg van de Westparallel, neemt de verkeersintensiteit fors af en wordt een flinke verbetering bereikt op het gebied van leefbaarheid en milieukwaliteit in Waalre. Voor ons blijft het echter een aandachtspunt, dat voorkomen moet worden lokaal knelpunten ontstaan. Door kleinschalige ontwikkelingen te lokaliseren direct in de nabijheid van de bestaande wegen, kan het verkeer goed worden afgewikkeld. Samengevat bepalen de volgende ingrediënten het toekomstbeeld:

  1. verbrede landbouw in combinatie met nieuwe woonvormen in oude hoevestructuur;
  2. beperkte woonuitbreiding, afronding van de bebouwde kom van Waalre, inzetten op exploitatie van De Heuvel;
  3. woonuitbreiding ten behoeve van eigen bevolking maar ook voor opvang regionale behoefte;
  4. Campusachtige ontwikkeling zoals beschreven in de Gebiedsvisie Westrand Waalre, met sport- en andere maatschappelijke voorzieningen;
  5. versterking routestructuur langs de Dommel, doorkoppeling met gebieden aan de overzijde van de Dommel;
  6. natuurontwikkeling aan de Dommel, koppeling van de landschapsstructuur aan de Groene Mantel aan de noordzijde en versterking van de belevingswaarde van het Dommeldal;
  7. respect voor waarden, zoals het beschermde dorpsgezicht;
  8. ontsluiting niet via nieuwe hoofdinfrastructuur, maar aansluting zoeken met bestaande wegenstructuur;
  9. uitbreiding langzaam verkeersroutes, met name in en richting het Dommeldal.

Uitsnede structuurvisiekaart: deelgebied Westrand Waalre. Voor legenda wordt verwezen naar de structuurvisiekaart als geheel.

Voor de koers voor de andere gebieden:



1.3.3   Hoofdkoers het (groene) Hart, de middenstip

3. De middenstip, het groene hart van de gemeente: verbinding door groen en verknoping van routes
Vanuit verschillende hoeken en in een groot aantal discussies is de toekomst van het tussengebied tussen de beide kernen, reeds belicht in het verleden. Door de brand in het gemeentehuis wordt deze discussie nog eens 'aangewakkerd'. In deze structuurvisie wordt ervoor gekozen om het gebied niet te ontwikkelen als 'centrumgebied', maar in te zetten op het behoud en versterking van de centrumvoorzieningen in beide kerkdorpen. Een zorgvuldige ontwikkeling is van het grootste belang, zowel gezien de (groene) waarden als ook het schaarse ontwikkelingsprogramma.

Het gebied behoudt hoofdzakelijk zijn groene (buffer)functie, waardoor het juist bijdraagt aan het afbakenen van de identiteit van de gemeente: een groene gemeente met overzichtelijke en herkenbare dorpen. Het gebied als geheel zit echter zeer zeker niet op slot. Het gebied vervult een belangrijke functie in het verknopen van de kernen, niet alleen door de groene buffer en infrastructuur, maar ook doordat er een locatie is waar tijdelijke evenementen georganiseerd kunnen worden voor de gemeente als geheel. 

Functionele (gebouwde) ontwikkeling in het gebied is mogelijk wanneer dit ten nutte van de gehele gemeente is. Nieuwbouw vindt alleen plaats wanneer deze opgaat in het landschap en een ondersteuning vormt van de groene robuuste bufferfunctie van het gebied. Dit kan bijvoorbeeld betekenen: veel glas en parkeren ondergronds. Gedacht kan ook worden aan het geven van een breed gewaardeerde functie, zoals een stadspark of beeldentuin. De langzaamverkeersverbinding tussen beide dorpscentra dient te worden geoptimaliseerd. Vanaf de te realiseren hoogwaardige fietsverbinding over het voormalige spoortracé worden de dorpscentra dan ook beter bereikbaar voor recreanten vanuit Eindhoven en Valkenswaard.

De volgende ingrediënten bepalen het toekomstbeeld van dit deelgebied:

  1. middengebied als groene geleding tussen de twee kerkdorpen, voorkomen van dichtslibben van dit gebied, behoud aantrekkelijke groene ambiance;
  2. op termijn mogelijk gebouwde ontwikkeling voor gemeentebrede functies;
  3. aanvullende gemeentebrede functies (zonder bebouwing) een plek bieden, met behoud van het aanwezige groen;
  4. verknoping van de oostwest en noordzuid gerichte fietsroutes, kans voor een toeristisch overstappunt in combinatie met de aanwezige publieksfuncties.

Uitsnede structuurvisiekaart: deelgebied Middengebied, Groene Hart. Voor legenda wordt verwezen naar de structuurvisiekaart als geheel.

Voor de koers voor de andere gebieden:



1.3.4   Hoofdkoers Ekenrooi-Zuid & Achtereind

4. Ekenrooi-zuid & Achtereind: dorp ontmoet de natuur, recreëren en wonen voor de Waalrenaren
Dit gebied is aantrekkelijk in veel opzichten, maar doet zijn naam ook wel eer aan. Het gebied ligt achteraf, de Achtereindsestraat is doodlopend. Dit vormt gelijk ook de kracht van het gebied en de basis voor de toekomst. Er is geen mogelijkheid voor intensieve, structurele publiekstrekkers, maar er zijn en ontstaan wel kansen voor (een mix van) kleinschalige, meer exclusieve recreatieve-, zorg-, werk- en woonfuncties. Dit wil niet zeggen dat deze functies per definitie kleinschalig in functie en oppervlak moeten zijn, maar wel kleinschalig wat betreft beleving. Een goede landschappelijke inpassing, met behoud van de huidige landschapsbeleving is het hoofduitgangspunt. Afstand dient te worden bewaard ten opzichte van de Tongelreep, om de natuur letterlijk de ruimte te kunnen geven. Versterking van de belevingswaarde van het dal van de Tongelreep wordt nagestreefd.

De verwachting is dat op termijn de nog aanwezige agrarische bedrijven waarschijnlijk moeizaam financieel voortgezet kunnen worden. Gezocht moet daarom worden naar een nieuwe functie die de rol van landschapsdrager kan overnemen. Voorbeelden zijn landgoederen zowel voor wonen, werken, recreatie als zorg. Ook initiatieven vanuit de gemeenschap, zoals collectief particulier opdrachtgeverschap kunnen hier een plekje krijgen. Daarnaast is er aan de zuidpunt van Ekenrooi ruimte voor de ontwikkeling van een woongebied, passend binnen de natuurlijke omgeving.

Het gebied is primair bedoeld voor de Waalrese gemeenschap: dorp ontmoet natuur&landschap. Wanneer de huidige infrastructuur ook hierop onvoldoende toegesneden is, dan onderzoeken we de mogelijkheden ter versterking hiervan gekoppeld aan particuliere initiatieven.

De volgende ingrediënten bepalen het toekomstbeeld:

  1. hoevestructuur oppakken ter initiëring van landgoederen-nieuwe-stijl;
  2. verbinden groene elementen (de bosgebieden) in samenhang met het groene dal van de Tongelreep;
  3. ontsluiten van de groene poort aan de oostzijde, verbinding zoeken (voor langzaam verkeer) met de zuidelijk gelegen landschappen;
  4. afstand maken ten opzichte van en ruimte geven aan de Tongelreep als groen-blauwe streng door het gebied;
  5. uitbreiding Ekenrooi aan de zuidzijde, op een natuurvriendelijke en ecologisch verantwoorde manier;
  6. initiatieven zoals CPO ruimte bieden, in combinatie met versterking en ontwikkeling van de natuur en het landschap;
  7. toeristisch-recreatieve initiatieven afweegbaar, mits niet structureel intensief,  exclusief, passend in het landschap, leidend tot versterking van het landschap;
  8. in de zuidoostpunt, tegen de gemeentegrens vindt op termijn natuurontwikkeling plaats, mede ter versterking van de verbinding tussen bestaande natuurgebieden.

 
Uitsnede structuurvisiekaart: deelgebied Ekenrooi-Zuid en Achtereind. Voor legenda wordt verwezen naar de structuurvisiekaart als geheel.

Voor de koers voor de andere gebieden:



1.3.5   Hoofdkoers Waalre-Zuid & Heikant

5. Waalre-zuid & Heikant: toeristisch recreëren en ondernemen, goed voor de gemeente èn de regio
In tegenstelling tot het focusgebied Aalst zuid & Achtereind, is dit gebied goed bereikbaar vanuit de regio. Daardoor liggen er kansen voor toeristisch-recreatieve voorzieningen die inspelen op regionale behoeften. Dit sluit aan op de Visie voor de Westrand Waalre-dorp. Dit betekent voor de agrarische ondernemers in het gebied, dat er mogelijkheden zijn voor verbreding en daarmee voor aanvulling van inkomsten. Belangrijke voorwaarde die we hierbij stellen is, dat gekoppeld aan de beoogde ontwikkeling, door de initiatiefnemer ook een kwaliteitsimpuls in het landschap plaatsvindt. Hiervan ondervindt zowel de initiatiefnemer als de Waalrese gemeenschap als geheel profijt.
De karakteristieke landschappelijke- en cultuurhistorische waarden van het gebied vormen het vliegwiel voor deze toeristisch-recreatieve ontwikkeling, behoud en versterking van die waarden is daarom van het grootste belang. Van deze ontwikkelingen profiteren ook de kernen en andere recreatieve voorzieningen. Vanuit dit gebied wordt de recreatieve routestructuur versterkt waarvan het ‘achtje Waalre’ onderdeel uitmaakt en hierdoor andere (recreatieve) voorzieningen bezocht kunnen worden.

De volgende ingrediënten bepalen het toekomstbeeld:
  1. koesteren en behouden cultuur-historisch gave landschappen, gehuchten en hoeves;
  2. ruimte bieden voor initiatieven op toeristisch-recreatief, gecombineerd met landschapsversterking;
  3. mogelijkheden voor landgoedachtige ontwikkelingen (waarbij het naast de woon-, ook een werk-, recreatieve- of zorgfunctie kan hebben);
  4. aanhaking op routestructuur van het 'achtje Waalre', ook benutting natuurpoort voor het leggen van verbindingen naar andere gebieden buiten de gemeente.

 
Uitsnede structuurvisiekaart: deelgebied Waalre-zuid en Heikant. Voor legenda wordt verwezen naar de structuurvisiekaart als geheel.

Voor de koers van de andere gebieden:



1.4   Positie, bovenlokale kaders, juridische status en planperiode

Formele status structuurvisie, binding en relatie tot bestemmingsplannen
Met deze structuurvisie beschikken we over een formele structuurvisie conform de Wet ruimtelijke ordening, artikel 2.1., deze zegt:

"De  gemeente stelt ten behoeve van een goede ruimtelijke onderbouwing voor het gehele grondgebied van de gemeente één of meer structuurvisies vast. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van dat gebied, alsmede op hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid. de structuurvisie gaat tevens in op de wijze waarop de raad zich voorstelt die voorgenomen ontwikkeling te doen verwezenlijken."

Een structuurvisie bindt de gemeente. Het geeft richting aan het handelen van ons als gemeentebestuur. Er is geen rechtstreeks bindende werking naar burgers en andere partijen in de samenleving, zoals wel het geval is met een bestemmingsplan. We kunnen als gemeente afwijken van de gemeentelijke structuurvisie, maar dan moeten we dat wel goed motiveren.

Indirect heeft de structuurvisie natuurlijk wel gevolgen voor de bewoners. Bij (afweging van / uitnodiging tot) ontwikkelingen, vormt deze structuurvisie ons inhoudelijk vertrekpunt. We gebruiken de structuurvisie bij het beoordelen van voorstellen, welke (deels) niet passen binnen de geldende bestemmingsplannen. Wanneer een initiatief wel past in de lijn van de structuurvisie, dan kan dat voor ons aanleiding zijn om een positief principebesluit te nemen en te vragen het idee verder  uit te werken, te onderbouwen en de noodzakelijke onderzoeken te verrichten. Vervolgens kan, wanneer er geen onoplosbare knelpunten zijn, de vertaling in het bestemmingsplan plaatsvinden en kan de uitvoering van start gaan. Wanneer het initiatief niet past binnen de lijn van de structuurvisie, dan zal niet positief over het principeverzoek geadviseerd worden.

Relatie tot bestaand beleid gemeente Waalre
Deze structuurvisie 'Focus op Waalre' vormt geen vervanging van bestaande visies voor deelgebieden (zoals Gebiedsvisie Westrand Waalre) of voor de kernen. Dit kan ook niet, want deze gemeentebrede structuurvisie begeeft zich op een algemeen en veelal abstract niveau. De gebiedsgerichte structuurvisies zijn gedetailleerder. Wel is het zo, dat wanneer sprake is van strijdigheid tussen een bestaande visie en deze gemeentebrede structuurvisie 'Focus op Waalre', deze laatste `voorrang` heeft.

Relatie tot beleid hogere overheden
Net als de gemeente, zijn ook het Rijk en de provincie verplicht om een formele structuurvisie op te stellen. Tussen deze structuurvisies is geen sprake van een hiërarchische, verbindende relatie. Onze gemeentelijke structuurvisie mag op onderdelen in strijd zijn met de provinciale- of de rijksstructuurvisie, mits wij aan kunnen tonen dat daardoor het provinciale- of rijksbelang niet aangetast wordt. In de bijlagen is een korte introductie gegeven op de provinciale structuurvisie en provinciale verordening.

Planperiode
In de structuurvisie kijken we vooruit naar minimaal 2025, met een doorkijk naar 2030. Wanneer ontwikkelingen in de toekomst daarom vragen, gaan we aan de slag met een actualisatie van de structuurvisie.

Inspraak en formele vaststelling
De vaststelling van deze structuurvisie door de raad wordt beoogd in PM datum invoegen. Hieraan voorafgaand vindt de periode van de ter inzage legging plaats. Dit zal plaatsvinden .......................Via onze gemeentelijke website, kunt u een inspraak-/reactieformulier invullen. De tijdens de periode van ter inzage legging binnengekomen reacties wegen we af, waarna aanpassing van de structuurvisie op onderdelen zal plaatsvinden. (p.m. invoegen link naar reactieformulier op gemeentelijke website)

- klik hiervoor het voorwoord van de structuurvisie
- klik hier voor de introductie van de structuurvisie 'Focus op Waalre, een structuurvisie voor de gemeente' (onderdeel 1)
- klik hier voor de hoofdkoers van de structuurvisie (onderdeel 1.1)
- klik hier voor een introductie van de gebruikte scenario's (onderdeel 1.2)
- klik hier voor de koers per deelgebied (onderdeel 1.3)




2   Landschap: natuur, water, cultuurhistorie

Introductie
Als gemeente Waalre willen we een uniek dorps en groen gebied zijn in de regio, waar het goed wonen, werken en recreëren is. Een plaats waar inwoners en bezoekers het prettig vinden om te verblijven. Het vormt voor ons de uitdaging om te zorgen voor een evenwichtige balans tussen behoud en versterking van de waarden èn een zo optimaal mogelijke gebruiks- en belevingswaarde van dat landschap. 

Kaders op het gebied van landschap voor en van de gemeente Waalre
De kaders voor het beleid rondom de aspecten natuur, water, cultuurhistorie en landschap(sbeleving), zijn verankerd in diverse lokale en regionale nota's. Op lokaal niveau betreft dat onder andere het Landschapsplan De Groene Mantel, Gebiedsvisie Waalre Noord, Gebiedsvisie Waalre West, het Gemeentelijk Reconstructieplan en de Welstandsnota. Op regionaal niveau is dat bijvoorbeeld de Structuurvisie voor het SRE. Deze documenten liggen ten grondslag aan onze structuurvisie, op onderdelen geven we een nuancering. Wanneer het een herziening van eerder vastgelegde uitgangspunten en keuzen betreft geven we dat expliciet aan in deze structuurvisie. De structuurvisie omvat de hoofdlijnen, voor een nadere onderbouwing en toelichting verwijzen we graag naar de betreffende documenten welke via deze digitale structuurvisie toegankelijk zijn. 

Situatie, feiten en beoordeling door de samenleving
Het dorpse karakter is een groot goed, zo dichtbij het grootstedelijke Eindhoven. De kern Waalre heeft zowel een ruimtelijk dorps karakter als een dorps gemeenschapsgevoel. Aalst heeft een veel beperkter ruimtelijk dorps karakter, maar zeer zeker een dorps gemeenschapsgevoel.
Ons grondgebied ligt in het gebied Boven-Dommel en omvat de kernen Aalst en Waalre en een aantal wijken en buurtschappen, namelijk Loon, Heikant, Timmereind, Achtereind, Ekenrooi, De Heuvel, en de Voldijn. De totale oppervlakte van de gemeente beslaat ongeveer 2.219 hectare en er wonen circa 17.000 inwoners.

De A2 en Eindhoven begrenzen Waalre aan de noordzijde. Aan de westzijde kronkelt de Dommel van Belgie naar Den Bosch, terwijl aan het oosten een groot uitgestrekt bos- en heidegebied ligt: de Groote Heide en het Leenderbos. Aan de zuidzijde grenst Waalre aan de gemeente Valkenswaard waarmee zij verbonden is via de N69. Langs de dorpen Aalst en Waalre lopen de beken De Dommel en De Tongelreep. Het buitengebied wordt gekenmerkt door een karakteristieke, kleinschalige (maar versnipperde) verkaveling, in veelal de hoevestructuur. In onze gemeente zijn veel cultuurhistorische waarden aanwezig, zo laat de catalogus met inventarisatie zien. De gemeente Waalre is een onderdeel van de poort tussen Eindhoven en de Dommelvallei. Veel mensen wonen in Waalre en werken in een van de omliggende gemeenten.

Voor de kaarten en een uitgebreide analyse conform de lagenbenadering van de gemeente Waalre, verwijzen we graag naar het analysedeel van de structuurvisie, welke in de bijlagen opgenomen is:

- klik hier voor de beschrijving van de onderste laag (bijlage 29.29.4)
- klik hier voor de beschrijving van de middelste laag (bijlage 29.29.5)

- klik hier voor de beschrijving van de bovenste laag (bijlage 29.29.6) 

Beoordeling aspecten natuur, water, cultuurhistorie en landschapsbeleving samenleving
Juist door de vele (zichtbare) waarden op het gebied van natuur, water en cultuurhistorie wordt de gemeente Waalre zo gewaardeerd als woon-, recreatie- en ondernemingsgebied. Toch komt uit diverse gesprekken naar voren dat men het gevoel heeft dat hier te onzorgvuldig mee omgesprongen wordt: dat er in het verleden waardevolle gebouwen en (open) plekken (her)ontwikkeld zijn, welke beter behouden hadden kunnen worden. Vanuit de samenleving wordt een drieledige oproep gedaan:

  • Behoud de kwaliteiten die er zijn, versterk die waar mogelijk;
  • Sluit met ontwikkelingen op die kwaliteiten aan;
  • Promoot die kwaliteiten en waarden.

   

Trends en ontwikkelingen op het gebied van landschap
Als bestuur merken we dat er veel vragen en ideeën zijn vanuit de samenleving (of andere overheden) welke leiden tot een beslag op de ruimte. De ruimte is schaars, het is van het grootste belang om zorgvuldig met al deze vragen om te gaan. We zien gelukkig ook een toenemende maatschappelijke bewustwording van de noodzaak tot duurzaamheid en een waardering van waarden. Dit uit zich bijvoorbeeld ook in een toenemende interesse voor extensieve, routegerelateerde recreatie zoals fietsen, wandelen en paardrijden.
Vanuit de duurzaamheidsnoodzaak worden de milieueisen strenger, waardoor ontwikkelingen mogelijk steeds moeilijker van de grond komen. Als gemeente moeten we hier waakzaam voor zijn.

Specifiek voor het buitengebied geldt dat er sprake is van een grote dynamiek, welke naar de toekomst toe verder door zal zetten. Enerzijds is er de schaalvergroting in de agrarische sector en anderzijds neemt het aantal niet-agrarische functies in het buitengebied toe: van wonen tot recreatie, zorg en bedrijvigheid. Er is sprake van het ontstaan van multifunctionele (agrarische) bedrijven, waarbij naast het agrarische bedrijf ook nevenactiviteiten uitgevoerd worden om duurzaam in levensonderhoud te kunnen voorzien. Het zoveel mogelijk accommoderen van deze dynamiek kan op gespannen voet (komen te) staan met het streven om de landschappelijke kwaliteiten te behouden.
   

Hoofdopgave en rode draad toekomstvisie voor het thema landschap 
In  het algemeen hebben een goede landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteit hoge prioriteit. Rode ontwikkelingen mogen niet leiden tot een aantasting daarvan, maar moeten waar mogelijk juist bijdragen aan een verbetering van die ruimtelijke kwaliteit. Dit moet gebiedsgericht uitgewerkt worden: daar waar de waarde beperkt(er) is, is er meer ruimte voor rode dynamiek dan waar sprake is van hoge waarden en kwetsbaarheid daarvan. In deze structuurvisie zijn in het onderdeel `basisverantwoordelijkheid ruimtelijke kwaliteit` gebiedsgericht op hoofdlijnen de functionele en ruimtelijke waarden en kansen benoemd. Bij het onderdeel `ambitie ruimtelijke kwaliteit` zijn gebiedsgericht de bandbreedte aan ontwikkelingsmogelijkheden beschreven. De volgende hoofdlijnen vormen de basis: 

  • Waalre kenmerkt zich door een groene leefomgeving, deze dient behouden te blijven;
  • dit betekent compact bouwen en zuinig ruimtegebruik;
  • als uitgangspunt voor iedere ontwikkeling geldt dat deze aan moet sluiten op de Waalrese kenmerken: authentiek, dynamisch en exclusief. 
De hoofdlijnen van het beleid voor natuur, water, cultuurhistorie en landschapsbeleving hebben we uitgewerkt in de volgende onderdelen:

2.1   Onze basisverantwoordelijkheid op het gebied van landschap

Als onze basisverantwoordelijkheid op het gebied van ruimtelijke kwaliteit zien wij in ieder geval het zorgen voor:

  1. een dynamisch, vitaal èn leefbaar gebied;
  2. het behoud van specifieke kenmerken en kwaliteiten van bebouwde èn onbebouwde gebieden; 
  3. het verankeren van de inpassing van de opgaven op het gebied van water en natuur.

Hieronder werken wij deze hoofdkeuzen verder uit. Voor uitgebreide toelichting en details verwijzen we graag naar de onderliggende beleidsnota's. Die documenten zijn via deze digitale structuurvisie toegankelijk gemaakt.  

   

Ad 1. Een dynamisch, vitaal èn leefbaar gebied
Waalre wil een sociale gemeente zijn. In onze ogen betekent dat, dat niet alleen het beschermen van waarden voorop staat, maar ook de leefbaarheid voor de samenleving. Hiervoor zijn de begrippen 'dynamisch en vitaal' van belang, het heeft te maken met een ook  economisch gezond gebied met een sterke sociale cohesie, naast een milieu en landschappelijk gezond gebied. Beide zijden van de medaille moeten met elkaar in balans zijn, dat zien wij als dé opgave voor onze gemeente als geheel.

Ondernemers en bewoners moeten voldoende mogelijkheden krijgen om zich sociaal en economisch te kunnen ontplooien. Dit moet binnen de geldende wettelijke en beleidsmatige kaders geschieden. Voorkomen moet worden dat mensen en ondernemers wegtrekken omdat ze zichzelf onvoldoende kunnen ontwikkelen / er onvoldoende mogelijkheden zijn voor een ook economisch duurzaam voortbestaan van het bedrijf.

Voor het buitengebied geldt, dat er sprake is van grote dynamiek in de agrarische sector. Naast schaalvergroting, kan echter ook verbreding de economische basis van een bedrijf versterken. Vanuit de noodzaak van een bepaalde mate van dynamiek en economische vitaliteit als essentiële randvoorwaarde voor leefbaarheid, zouden meer functies (met uiteraard wel een afwegingsmoment zoals in de vorm van een wijzigingsbevoegdheid onder voorwaarden) toegestaan moeten zijn.

In het algemeen geldt dat 'dynamiek' niet mag leiden tot aantasting van de natuur- en landschapswaarden. Verrommeling en vervlakking tast uiteindelijk ook de economische betekenis van natuur en landschap aan, bijvoorbeeld voor toerisme en recreatie en als onderdeel van een aantrekkelijke woon- en werkomgeving. Dit verankeren we in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. In onderdeel 2.2 beschrijven we kort welke differentiatie we in ontwikkelingsmogelijkheden zien. Deze worden niet direct verankerd in het nieuwe bestemmingsplan, hiervoor dient een separate procedure doorlopen te worden.

   

Ad 2. Behoud van specifieke kenmerken en kwaliteiten van bebouwde èn onbebouwde gebieden
Als gemeente zijn we de 'hoeder' van de ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. We werken zelf aan versterking van die kwaliteiten, waar sprake is van een publiek belang. Maar we zien voor het behoud en onderhoud van de bestaande waarden en kwaliteiten ook een belangrijke taak weggelegd voor de samenleving: door het tonen van respect en het aanhaken op die kwaliteiten bij een goede stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing van ontwikkelingen. Naast behoud van waarden, willen we zoveel als mogelijk ruimte bieden aan duurzame initiatieven. Voor ons als bestuur is het van belang dat voor de beide dorpen, het specifieke karakter beschermd en versterkt wordt.

De fraaie, diverse verschijningsvormen van de kernen van Waalre en de landschappen zijn het gevolg van de geomorfologische ruimtelijke kenmerken, gecombineerd met het functioneren van het gebied. Ook de ligging van de dorpen is door de bodem, geomorfologie en de hieraan gerelateerde specifieke ontginningswijze bepaald. De dorpen zijn gelegen op de hoogste gebieden. Waalre dankt zijn kwaliteit als aantrekkelijke woongemeente voor een  groot deel aan de landelijke ligging te midden van bossen en kleinschalig cultuurlandschap. De landbouw is een belangrijke landschapsvormende factor van het cultuurlandschap rond de dorpen. Een andere beeldbepalend element zijn de half natuurlijke beekdalen, de oude akkergronden en de fraaie buurtschappen in dit cultuurlandschap. De gemeente wil de kwaliteiten van deze gebieden veilig stellen en verder ontwikkelen. Hierbij wordt de gemeente geholpen door het beleid van rijk en provincie dat delen van het landschap de komende jaren omvormt tot natuur of er restrictief beleid voor formuleert (ecologische hoofdstructuur, zonering landbouw, beschermd dorpsgezicht). Tegelijkertijd wil de gemeente er mogelijkheden  bieden aan nieuwe economische dragers zodat het gebied zijn vitaliteit kan behouden. Dit is een voorwaarde om verrommeling tegen te gaan en de kwaliteit van het landschap verder te ontwikkelen.

Het gemeentelijk grondgebied van Waalre kan in vijf ruimtelijk landschappelijke deelgebieden worden ingedeeld, in de bijlage (onderdeel 29.29.8) worden deze benoemd en beschreven. Naast deze globale indeling heeft een analyse van de gemeente plaatsgevonden volgens de lagenbenadering. De resultaten hiervan zijn in de bijlage opgenomen, welke via de volgende links toegankelijk zijn:

- klik hier voor een beschrijving van de bovenste laag (29.29.4)
- klik hier voor een beschrijving van de middelste laag  (29.29.5)
- klik hier voor een beschrijving van de onderste laag (bijlage 29.29.6)

Ad 3. Afbakenen zoekgebied voor en inpassen van opgaven op het gebied van waterberging en natuurontwikkeling
In het watersysteem zijn aanpassingen nodig om de kans op wateroverlast te verminderen. Ook op het gebied van natuur dragen we onze verantwoordelijkheid, samen met partijen als het Rijk en de provincie. Echter als gevolg van de economische situatie en het gewijzigde rijksbeleid mede naar aanleiding daarvan, zijn er ingrijpende bezuinigingen doorgevoerd op het gebied van natuurontwikkeling. Concreet betekent dit dat we als gemeente zelf middelen in moeten zetten indien we tegemoet willen komen aan de natuurdoelstellingen. Hiervoor moeten we gerichte keuzes maken. De beperkte middelen dienen zo efficiënt mogelijk ingezet te worden, waar mogelijk als een vliegwiel dienend voor particuliere investeringen: meer met minder! 

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen ten aanzien van landschap, verwijzen we graag naar de onderdelen: 


 



2.2   Ambitie op het gebied van landschap

We zijn trots op onze exclusieve, authentieke waarden. Maar we zijn ook trots op het dynamisch karakter van ons gebied. We zetten ons als gemeente er extra voor in om daar waar mogelijk, bij te dragen aan een versterking van de landschappelijke kwaliteit. Dit willen we doen, samen met de betrokken partijen en eigenaren, door te werken aan: 

  1. Versterken kenmerken en contrasten, waardoor het groene en dorpse karakter benadrukt wordt. Ingezet wordt op de kernwaarden authentiek, exclusief en dynamisch. Beoogd wordt het vergroten van de beleefbaarheid van deze kernwaarden.
  2. Voor de kernen ligt het accent bij het voorkomen en beperken van de verstening; het groen moet de kernen ingetrokken worden en waar mogelijk de cultuurhistorische elementen versterkt.
  3. Het gericht mogelijk maken van dynamiek door gebiedsgericht maatwerk aan te bieden - verbreding als kans.
  4. Behoud en waar mogelijk versterken en herstel van het watersysteem (kreekherstel). 

Deze hoofdkeuzen worden hierna verder uitgewerkt. Voor toelichting en achterliggende onderzoeken verwijzen we graag naar onderliggende beleidsdocumenten.

   

Ad 1. Versterken kwaliteiten / kenmerken en contrasten en vergroten beleefbaarheid
Naast behoud, streven we naar het versterken van die kwaliteiten waar mogelijk. We zien hierin ook een belangrijke rol en verantwoordelijkheid voor de partijen en burgers in de samenleving. Belangrijkste ingredienten van de kwaliteitsslag die we beogen voor het buitengebied:

  1. Versterken van de kenmerken van de vijf onderscheiden landschapstypen :
       - Beekdalen van Dommel en Tongelreep
    ;
       - Bosgordels tussen Aalst en Waalre en Aalst-oost;
       - Cultuurhistorisch landschap;
       - De kernen Aalst en Waalre;
       - Jonge ontginningen
    .
    Dit kan door de schaalverschillen te versterken en de verschillen nat/droog aan te zetten.
  2. Vergroten van het areaal heide, bos en natte natuur
    Om de landschappelijke verschillen te versterken en de oppervlakte droge natuur te vergroten worden op plaatsen bestaande heidegebiedjes met elkaar verbonden en uitgebreid tot één groot heidegebied. In het vergrote heidegebied worden verschillende laagtes aangebracht die bij natte omstandigheden vol kunnen staan met water. Hierdoor ontstaat er variatie in droge en vochtige heide. Het vergroten van de heide gaat ten koste van een kleine hoeveelheid bos van matige kwaliteit (hakhout van Amerikaanse Eik) wat elders wordt gecompenseerd met structuurrijk bos van inheemse houtsoorten. Verder zal een deel van het landbouwgebied worden omgevormd naar heide. Tevens worden langs de A2/A67 forse percelen bos geplant waarmee het bestaande bos tussen Waalre en Aalst wordt verbonden met het bos en de natuur langs de Dommel. Een deel hiervan is compensatie voor bos dat elders verloren gaat.
  3. Verbeteren van de routestructuur voor wandelaars en fietsers. Door fiets- en wandelroutes te verknopen ontstaat een sluitend netwerk aan verbindingslijnen. Deze lijnen dienen niet uitsluitend binnen, maar uitdrukkelijk ook buiten de gemeentegrens hun vervolg te krijgen. Hierdoor kunnen de kwaliteiten beter beleefd worden door niet alleen mensen uit onze gemeente, maar ook van daarbuiten. We zijn trots op ons landschap, dat willen we sterker uitdragen en delen met anderen.
  4. Het vergroten van de belevingswaarde en het beter beleefbaar maken van het landschap, vraagt niet alleen om een goede routestructuur, maar ook om aandacht voor een hoog kwaliteitsniveau van de landschappelijke inpassing op verschillende niveaus bij iedere ontwikkeling. Dus niet alleen aandacht voor kwaliteit op het perceel zelf, maar ook op het locatieniveau (directe omgeving) en op structuurniveau (bijvoorbeeld aanzicht vanaf structuren op afstand van de ontwikkeling). Wanneer op perceels-, locatie- en structuurniveau door de initiatiefnemer geen goede landschappelijke inpassing geborgd kan worden, dan moeten hierover afspraken gemaakt worden met ons als gemeente en bijvoorbeeld een bijdrage betaald worden. Met die bijdrage verricht de gemeente Waalre in de omgeving van de ontwikkelingslocatie de noodzakelijke kwaliteitsimpuls. Op deze wijze geven we als gemeente Waalre invulling aan de door de provincie gevraagde ' kwaliteitsimpuls landschapsversterking'  gekoppeld aan ieder initiatief (zie ook de uitvoeringsparagraaf, onderdeel 8).     

   

Ad 2. Voor de dorpen: voorkomen verstening en versterken identiteit 
Ook voor de dorpen staat behoud en versterking voorop. De eigen identiteit van Waalre en van Aalst moet gekoesterd worden: Waalre als een kempisch dorp met de kenmerkende hoevestructuur in het omringende buitengebied en Aalst als een meer moderne dynamische woon- en werkkern nabij natuurgebieden. Dit kan door het voorkomen van verdere verstening en het behoud van de bestaande groenstructuur (waaronder ook de kleinere solitaire groene plekken). Het is van belang om meer tot een verweving te komen van het buitengebied en de kern, dit kan door het naar binnen laten doorvloeien van de groenstructuur langs de historische (lanen)structuren en het (gekoppeld aan ontwikkelingen en onderhoudsactiviteiten) het versterken van deze historische structuren met bijvoorbeeld bomen en vormgeving en materiaalgebruik van de gebouwen langs die structuren. 

Binnen de dorpen signaleren we een aantal locaties en gebieden waar ofwel een kwaliteitsimpuls noodzakelijk is vanuit een situatie van afnemende belevings-/gebruikswaarde, ofwel een kwaliteitsimpuls wenselijk is vanuit de stuwende kracht (toekomstwaarde) van dat gebied voor het gehele dorp. Daarnaast zijn er een aantal gebieden waar (her)ontwikkeling / transformatie aan de orde is, in verband met beeindiging van de voormalige functie. Voorbeelden van dergelijke gebieden / locaties zijn: 

Centrum Waalre-dorp.
Dit vormt een belangrijke stuwende kracht gebied voor de gemeente. Structureel aandacht voor en (met betrokkenen) investeren in kwaliteit is dus van belang. Recentelijk hebben we hiervoor de Centrumvisie Waalre-dorp vastgesteld. Deze visie is gericht op het bieden van een dorpshart voor Waalre-dorp, welke volop ruimte biedt aan ontmoeting en daarmee een centrum is voor alle inwoners en bezoekers van de dorpskern. Daarnaast richt deze zich op het behouden van een sterk centrumgebied, met voldoende winkels voor de dagelijkse boodschappen. Samenhang van het gebied staat voorop: tussen openbare ruimte, parkeren en de daaraan liggende centrumfuncties. Deze centrumvisie is het sturend kader voor de (beleids)ontwikkelingen in het centrum.  Elementen uit deze centrumvisie zijn het ' oprekken van de groene sfeer van de markt', ' versterken van de kwaliteit van de detailhandelsstructuur', ' zoneren van het parkeren en een goede bereikbaarheid', ' authenticiteit als leidraad' en ' ruimte bieden aan sociaal-maatschappelijke en culturele activiteiten in het hart'. Een belangrijke kans voor het centrumgebied van Waalre-dorp is de verplaatsing van het garagebedrijf naar de 'tuincentrumlocatie' direct ten noorden van Waalre-dorp. Dan ontstaat er een enorme impuls voor het realiseren van voldoende parkeermogelijkheid, een versterking van de structuur en het toevoegen van woningen en ruimte voor (commerciële) voorzieningen.

Centrum Aalst en steunpunt Voldijn
Ook voor het centrumgebied van Aalst geldt dat dit een belangrijke stuwende kracht vormt voor het gehele dorp. Hier ontstaat een grote impuls voor kwaliteitsversterking als gevolg van het afwaarderen van de N69 door het dorp. Momenteel is het winkelgebied enigszins verspreid, dit is een gemiste kans: door een clustering kunnen de winkels elkaar versterken en kan gezamenlijk gewerkt worden aan een kwaliteitsimpuls van het compacte centrumgebied. In de afgelopen periode hebben we de uitspraak gedaan dat het wenselijk is, de supermarkt uit het winkelcentrum Voldijn te verplaatsen naar Het Hof. De gedachten hierover zijn echter gewijzigd: ook voor Aalst noord is een supermarkt in de nabijheid belangrijk voor een hoogwaardig woon- en leefklimaat. Het winkelsteunpunt Voldijn blijft behouden. Voor het centrum van Aalst (Den Hof) wordt momenteel onderzocht of versterking mogelijk is door toevoeging van winkels als Hema en aanvullende branches in het middensegment en specialistische lokale winkels. 


Kaartbeeld ontwikkelscenario onderzoek Seinpost Den Hof...volop kansen!

Andere voorbeelden van projectlocaties / locaties met aandacht voor kwaliteit:

  • Locatie basisschool De Wilderen: nieuwbouw op dezelfde locatie. Gecombineerd hiermee kan een kwaliteitsimpuls ook voor het omliggende gebied bereikt worden. Bij het thema voorzieningen wordt op de onderwijsfunctie verder ingegaan. 
  • Locaties Zorgcentrum De Hoevenakker en 't Laar: ook hier ligt een opgave voor (ver)nieuwbouw van de huidige gebouwen. Gekoppeld hieraan dient een kwaliteitsverbetereing bereikt te worden in uitstraling van de complexen en de inpassing in de omgeving. Als gemeente hebben we als ambitie dat beide dorpen een dergelijke voorziening dienen te hebben.   
  • Op het bedrijventerrein Voldijn liggen een aantal locaties braak. Momenteel onderzoeken we de wenselijke ontwikkelingsrichting voor dit gebied. Uitgangspunt is dat we ook naar de toekomst toe in ieder geval voldoende ruimte voor ook lokale bedrijvigheid willen bieden op een bedrijventerrein in de gemeente. Bedrijventerrein Voldijn is hiervoor het meest geschikt. Omdat er voldoende ruimte op dit moment reeds braak ligt, denken we momenteel aan een gedeeltelijke ontwikkeling met woonwerkeenheden, als overgangszone naar het woongebied. 
  • De voormalige schoollocatie in Ekenrooi, hier is een kwaliteitsimpuls nodig, waarbij het gebied in samenhang bekeken moet worden met de locatie van De Pracht. De daar nabij gelegen boerderij moet in ieder geval in de toekomst beter tot zijn recht komen. Voor de voormalige schoollocatie zelf wordt momenteel gedacht aan een CPO ontwikkeling voor senioren.   
  • Verspreid door de beide kernen zijn een aantal bedrijfsactiviteiten gevestigd, waarvan voor een deel geldt dat deze beter gevestigd kunnen zijn op een bedrijventerrein. Wanneer zich een kans aandient, gaan we als gemeente in overleg met de betreffende ondernemer. Op die vrijkomende locaties, zou woningbouw een logische ontwikkeling kunnen zijn.
  • Daarnaast ligt er natuurlijk gerelateerd aan het afwaarderen van de N69 een belangrijke kans voor kwaliteitsverbetering langs het gehele tracé. De opgave is om hier, door beperkte investeringen, een groene uitstraling met het beeld van een brede laan te creëren. De inrichting moet zorgdragen voor een rustige rijstijl.   

Ad 3. Gebiedsgericht maatwerk in dynamiek, gebiedsgericht afwegingskader
Ieder deelgebied heeft zijn eigen kwaliteiten en kenmerken. Daardoor, maar ook gezien de ligging ten opzichte van bijvoorbeeld de kern, beschermde natuurgebieden en gezien de bereikbaarheid van het gebied, heeft ieder gebied zijn eigen ontwikkelingsdynamiek en andere mogelijkheden (het laadvermogen) om ontwikkelingen te accommoderen zonder dat daarmee het landschapsbeeld negatief beinvloed wordt. De kenmerken en kwaliteiten van een gebied, zijn ook bepalend voor de randvoorwaarden die aan de inpassing van een ontwikkeling gesteld worden. Bij een goede landschappelijke inpassing kijken we verder dan alleen het perceel en directe omgeving: ook op het niveau van de (sub)structuren moet er sprake zijn van een goede landschappelijke inpassing, alleen dan is een ontwikkeling positief afweegbaar (in 2.3 wordt dit verder uitgewerkt). Zoals de structuurvisiekaart (zie bijvoorbeeld het voorwoord) aangeeft, zien we een differentiatie in de verbredings- en functiewijzigingsmogelijkheden in de verschillende delen van het agrarische buitengebied. Op hoofdlijnen is deze als volgt:

  • In het gebied ten zuiden van Aalst / Ekenrooi zien we onder voorwaarden, mogelijkheden voor kleinschalige recreatieve functies, evenals landgoedontwikkeling (binnen de beleidsmatig op het niveau van de hogere overheden vastgestelde randvoorwaarden, zoals het verplichte publiekstoegankelijke deel) en bijvoorbeeld maatschappelijke zorgfuncties. Belangrijke randvoorwaarden zijn een goede landschappelijke inpassing, exclusiviteit, versterking van de belevingswaarde van het gebied (in het bijzonder ook van het dal van de Tongelreep) en goede recreatieve paden voor langzaam verkeer, aansluitend op de recreatieve verbindingen in de omgeving (ook gemeentegrens overschrijdend). Aandachtspunten zijn het voorkomen van significante effecten op de waardevolle natuurgebieden (versnippering/doorsnijding) en een goede afwikkeling van gemotoriseerd verkeer (welke ook in de huidige situatie reeds een gevoelsmatig knelpunt vormt);
  • In het gebied ten zuiden van Waalre, zien we mogelijkheden voor verbreding en transformatie in de meer recreatief-toeristische sector, waarop ook mensen van buiten Waalre georiënteerd kunnen zijn. Gedacht kan worden aan bed & breakfast, kleinschalige campings, ' glamping', outdoor-activiteiten, fiets- en huifkarverhuur en dergelijke. Ook hier geldt dat goede (recreatieve) verbindingen van belang zijn, met een doorsteek naar de hoogwaardige fietsverbinding op het voormalige spoortracé. Net als bij het gebied Tongelreep, zijn hier een goede landschappelijke inpassing in de karakteristieke hoevestructuur, goede verkeersafwikkeling en het voorkomen van significante effecten op de natuurgebieden belangrijke uitgangspunten. 
  • Voor het agrarisch gebied ten westen van de kern Waalre tot aan de natuurzone langs de Dommel geldt dat hier gestreefd wordt naar het overwegend behoud van de agrarische functie en het faciliteren van de economische vitaliteit daarvan. We staan hiervoor open voor (verbredings)initiatieven van de ondernemers. Verbreding is mogelijk gericht op het goed economisch voort kunnen bestaan van het bedrijf. Verbreding met recreatieve elementen is ook kansrijk aanhakend op ommetjes voor de bewoners van Waalre-dorp en langs routestructuren van / naar de Volmolen. Langs de rand van Waalre-dorp vindt in kleine clusters ontwikkeling plaats conform de bekende (woningbouw)plannen. In de Gebiedsvisie Westrand Waalre is dit uitgewerkt. De opgave die we in deze Gebiedsvisie neergezet hebben voor de Westrand, is daarom ook: het veilig stellen en verder ontwikkelen van de kwaliteiten als het kleinschalige cultuurlandschap met het half natuurlijke beekdal, de oude akkergronden en fraaie buurtschappen, gecombineerd met het bieden van mogelijkheden aan nieuwe economische dragers, zodat het gebied zijn vitaliteit kan behouden. Een belangrijke voorwaarde is het tegengaan van verrommeling.


Gericht op een goede landschappelijke inpassing van de stedelijke afronding van Waalre-dorp aan de noordzijde en het creëren van een landschappelijke buffer ten opzichte van het stedelijke Eindhoven, hebben we een Gebiedsvisie Waalre Noord opgesteld, welke vertaald is in een Landschapsplan. Onderdeel daarvan is het realiseren van de Groene Mantel, een stevige landschappelijke zone waarbinnen ook in de toekomst bos- en natuurcompensatie plaatsvindt. Voor die Groene Mantel is  een specifieke visie opgesteld. 

In de zone ten noord-westen van Waalre-dorp wordt met grondeigenaren, de gemeente Eindhoven en andere (semi)overheden en ook marktpartijen, gewerkt aan een samenhangende, integrale gebiedsontwikkeling (businesscase De Hogt), waarbij groen en natuur voorop staan, maar er mogelijkheden zijn voor wonen, werken, recreatie en (zorg)voorzieningen. De Gebiedsvisie Waarle-Noord en het concept van de Groene Mantel worden als basisingrediënten hierin meegenomen.


Ad 4. Behoud en waar mogelijk versterken en herstel van het watersysteem (kreekherstel).
Aan het behoud en waar mogelijk herstel van het watersysteem werken we als gemeente Waalre nauw samen met het Waterschap De Dommel. Dit draagt mede bij aan de realisatie en versterking van de ecologische verbindingszones in de beekdalen. Het Waterschap heeft voor de beide waterlopen in onze gemeente (De Dommel en de Tongelreep) de volgende streefsituaties voor het jaar 2027 geformuleerd, welke wij als gemeentebestuur onderschrijven. Initiatieven van particulieren mogen hiermee niet in strijd zijn en bij voorkeur ertoe bijdragen dat deze streefbeelden geleidelijk bereikt worden:

Na te streven situatie voor de Dommel:
De Boven-Dommel is in 2027 een robuust en natuurlijk watersysteem met natuurlijke peilfluctuaties en inundaties in het beekdal. De natte natuurgebieden floreren weer; plaatselijk is er zelfs weer sprake van veenvorming. De Boven Dommel voldoet hier-mee aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Negatieve effecten van inundaties op landbouw en natuurgebieden worden zoveel mogelijk voorkomen door het zoveel mogelijk afvangen van verontreinigd sediment, maar cadmium blijft de komende eeuwen aandachtspunt bij inundaties. De cultuurhistorische elementen zoals de drie watermolens en de vloeiweiden van de Plateaux maken weer integraal deel uit van het watersysteem en vormen, naast de Boven-Dommel zelf, toeristische attracties. Hoewel de waterkwaliteit in 2027 is verbeterd, zijn er ook dan nog problemen. De aanvoer van cadmium en nutriënten vanuit België is mogelijk nog niet volledig beeindigd De Cadmiumproblematiek is een historisch erfgoed waar we de komende 100 jaren de erfenis van dragen. Wel heeft jarenlange druk op en afstemming met onze Vlaamse partners ertoe geleid dat de directe lozingen van cadmium flink zijn afgenomen. Voor cadmium, zink en andere zware metalen zal de waterbodemsituatie slechts beperkt verbeterd zijn door de lange nalevering zowel vanuit België als vanuit het stroomgebied in Nederland. De Boven Dommel zelf heeft een directe relatie met de zinkfabriek in Overpelt. Er blijft echter wel nalevering vanuit diffuse Bronnen zoals zinkassen wegen, perceelsophogingen e.d.

Na te streven situatie voor de Tongelreep
De Tongelreep meandert in 2027 prachtig door natte loofbossen, moerassen en schraallanden. De Tongelreep voldoet aan de Europese Kaderrichtlijn Water. In het beekdal liggen (voormalige) visvijvers en vennen. In de kern Aalst en in de Eindho-vense stadsparken is het natuurlijke watersysteem zoveel mogelijk geïntegreerd en afgestemd met het stedelijke gebied. De beekprik komt weer in de hele beek voor. In stedelijke kernen zoals Waalre en Aalst (maar bijvoorbeeld ook Valkenswaard in de buurgemeente) is ondanks de beperkte ruimte een recreatief aantrekkelijke groenblauwe zone gecreëerd. Hierbij is een optimaal evenwicht tussen recreatie en natuurwaarden bereikt. De kwaliteit van water en waterbodem zijn in orde.

Algemeen
Naast bovenstaande specifieke opmerkingen over de waterkwaliteit, geldt in het algemeen voor de gebieden Boven Dommel en Tongelreep dat de belasting voor de ecologie in de beken in 2027 is verminderd door verdergaande investeringen in de waterketen. Toch blijven problemen zich voordoen, met name door nalevering van stoffen vanuit bodem en grondwater. Problemen met nieuwe stoffen als hormoon-verstorende stoffen en medicijnen zijn in 2027 nog niet opgelost. Wel is door onder-zoek en innovatie in beeld of en hoe deze problemen aan te pakken. Waar zinvol en kosteneffectief zijn maatregelen getroffen.

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen ten aanzien van landschap verwijzen we graag naar de onderdelen: 



2.3   Kansen op het gebied van landschap

Faciliteren van initiatieven die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit
Initiatieven van derden die bijdragen aan versterking van het landschap en de ruimtelijke kwaliteit in het algemeen, zullen we waar mogelijk ondersteunen. De mate en wijze van ondersteuning is afhankelijk van in hoeverre daarmee ook een algemeen doel gediend wordt. We gaan hiervoor graag het gesprek aan met de initiatiefnemer en onderzoeken samen het gezamenlijke belang. Bij onze afweging om bepaalde concrete initiatieven uit de samenleving (juridisch-planologisch) te ondersteunen, houden we in ieder geval rekening met de volgende aspecten:

  • de meerwaarde van het initiatief voor de woon- en leefkwaliteit van de kernen;
  • de meerwaarde voor de belevingswaarde van de kernen en/of buitengebied;
  • de milieueffecten van het initiatief op de omgeving en de heersende milieucondities;
  • de landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing in de kern/het landschap;
  • de meerwaarde van het project met betrekking tot duurzaamheid;
  • hydrologisch neutraal bouwen;
  • de effecten van het initiatief vanuit verkeersbewegingen en parkeerdruk;
  • de manier waarop nieuwe initiatieven op een eigentijdse wijze invulling geven aan de versterking van bestaande kernspecifieke kwaliteiten.

Het bieden van mogelijkheden voor 'ruimte voor ruimte' 
Met de ruimte-voor-ruimte-regeling wordt passend hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing gestimuleerd, zonder dat dit leidt tot verrommeling, maar juist tot een verhoging van de ruimtelijke kwaliteit. In het kort houd de regeling in: het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit door het slopen van agrarische bedrijfsgebouwen, niet-agrarische bedrijfsgebouwen en/of kassen, in ruil waarvan op passende locaties één of meer `compensatiewoningen` mogen worden gebouwd. Voor de voorwaarden wordt verwezen naar de Structuurvisie van de provincie Noord-Brabant, waarvan de ruimte- voor-ruimte-regeling onderdeel uitmaakt. Dit vormt ook voor ons als gemeente het afwegingskader.

Kwaliteitsimpuls landschapsversterking
Om tot een kwaliteitsverbetering te komen gekoppeld aan het faciliteren van initiatieven van derden (bijvoorbeeld op het gebied van wonen, werken en recreatie) hanteert de gemeente het uitgangspunt dat er sprake moet zijn van een goede ruimtelijke- en landschappelijke inpassing op drie niveaus, hier wordt bij de beoordeling van een initiatief naar gekeken:

  1. Hoofdstructuren en essentiële waarden: Als eerste wordt op hoofdstructuurniveau gekeken naar een goede ruimtelijke, functionele en landschappelijke inpassing. De ontwikkeling mag géén negatieve invloed uitoefenen op bijvoorbeeld bestaande zichtlijnen, aanwezige functionele, natuur-, cultuur- en landschapsstructuren en -waarden. Waar deze structuren en waarden direct, dan wel indirect, in gevaar komen door de beoogde ontwikkeling dient het plan zodanig vormgegeven te worden dat aantasting van de structuren en essentiele waarden wordt voorkomen.
  2. Substructuren en belangrijke waarde: Ten tweede dienen de ontwikkelingen goed te worden ingepast in de structuur van de bebouwingsconcentratie/landelijk gebied. Het plaatsen van de nieuwe functie moet een toevoeging zijn voor de (kwaliteit van de ) verschillende groene, blauwe, rode en grijze structuren. Ook het (gedeeltelijk) slopen, verbeteren en afschermen van ongewenste bebouwing kan de structuur versterken. Aansluiting bij eventuele rooilijnen versterkt de stedenbouwkundige structuur.
  3. Inpassing op perceelsniveau: Het laatste schaalniveau waarop gekeken wordt naar de nieuwe ontwikkeling is het perceelsniveau. Op perceelsniveau dient de ontwikkeling eveneens goed ruimtelijk ingepast te zijn. Hierbij kan gedacht worden aan een specifiek type beplanting, veel voorkomend in de nabije omgeving. Ook de plaats van de nieuwe functie op het perceel is en onderdeel dat op dit schaalniveau wordt meegenomen in het kader van een goede landschappelijke en ruimtelijke inpassing.

Wanneer de betreffende initiatiefnemer niet zorg kan dragen voor de noodzakelijke inpassing op perceelsniveau, dan wordt in overleg met ons als gemeente een bijdrage gedoneerd, waarvoor wij als gemeente vervolgens zorgdragen voor de realisatie van die benodigde kwaliteitsimpuls. Zoals de provincie Noord-Brabant aangeeft in haar verordening, kan die kwaliteitsimpuls op verschillende wijzen geschieden: ook bijvoorbeeld door versterking cultuurhistorische elementen. Door nu die kwaliteitsimpuls vorm te geven in een (vereiste) goede landschappelijke inpassing op de drie niveaus, wordt het onderdeel van het plan: een gebiedseigen element.    

Voor de overige hoofdkeuzen en de hoofdbeleidslijnen omtrent het thema landschap, wordt verwezen naar de onderdelen:



2.4   Wat we echt willen voorkomen op het gebied van landschap

Veelal als tegenovergestelde van wat we als onze basisverantwoordelijkheid en onze ambitie beschouwen, willen we een aantal ontwikkelingen echt voorkomen:

  1. Aantasting van het groene, dorpse karakter;
  2. Aantasting van waarden op het gebied van natuur, water en cultuurhistorie;
  3. Verrommeling van het landschap.

Voor de beoordeling van initiatieven van derden betrekken we naast de ruimtelijke kwaliteit en karakteristiek, ook de functionele inpassing. Een initiatief wordt in eerste instantie beoordeeld op de planologisch-juridische inpasbaarheid (toets bestemmingsplan) en daarna op de bijdrage aan de omgevingskwaliteit. Bij de afweging houden we rekening met diverse aspecten die een bedreiging kunnen vormen voor de omgevingskwaliteit. In het onderstaande zijn voor de kernen en buitengebied aangegeven welke bedreigingen er zijn en wat we als gemeente met betrekking tot omgevingskwaliteit echt willen voorkomen.

Voor het bebouwd gebied dient in ieder geval te worden voorkomen dat:

  • in-/uitbreidingen ten koste gaan van de bestaande karakteristiek en groen-blauwe en cultuurhistorische kwaliteiten in het algemeen;
  • in- en uitbreiden ten koste gaat van het bestaande openbaar groen en van de flora en fauna/biodiversiteit in het algemeen;
  • in- en uitbreiden niet past binnen de maat en schaal van de bestaande bebouwde omgeving;
  • door ontwikkelingen of verkoop van groen een versnippering van de groenstructuur en een verkleining van de openheid, in en tussen de kernen, ontstaat.

In het buitengebied dient in ieder geval voorkomen te worden dat:

  • de specifieke kwaliteiten van het buitengebied aangetast worden;
  • verrommeling in de randzones bij de bebouwde gebieden ontstaat;
  • de diversiteit van het landschap wordt aangetast en waardevolle beeldbepalende en cultuurhistorische elementen verdwijnen.

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen omtrent het thema landschap verwijzen we graag naar de onderdelen: 



3   Wonen en woonomgeving

Introductie
Het thema wonen heeft betrekking op het wonen in de dorpen én in het buitengebied. Het beleid voor het thema wonen is onder ander verankerd in het Regionaal Woningbouwprogramma 2012-2021 en de Woonvisie 2010-2020 `Waalre, de groene parel` en in de periodiek geactualiseerde prestatieafspraken met regiogemeenten en woningbouwcorporaties.

De gemeente Waalre is een aantrekkelijke, groene woongemeente met een stevig pakket aan (basis)voorzieningen. We zijn een van de aantrekkelijkste woongemeenten in Noord-Brabant. Wonen in Waalre is dus in (boven)regionaal perspectief een sterk punt. Dit willen we zeker zo houden. Zowel de wijken scoren goed, goede voorzieningen en een aantrekkelijke groene omgeving met eigen identiteit. In totaal heeft Waalre ruim 7.000 woningen. In vergelijking tot andere gemeenten heeft Waalre veel koopwoningen in het duurdere segment. Er is vooral laagbouw. Waalre heeft het laagste percentage huurwoningen in de regio. Diversiteit van de woningen, zoals sociale woningbouw en woningen voor starters en ouderen, is echter onvoldoende aanwezig en vormt een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. Kwaliteit van de woonomgeving is een andere belangrijke factor die blijvend om aandacht vraagt. Niet alleen op het vlak van 'woonkwaliteit', maar ook voor het werkklimaat, de voorzieningen, recreatie en het versterken van onze kernwaarden exclusief, authentiek en dynamisch is structureel aandacht noodzakelijk.  

   

Mening en waardering inwoners wonen en woonomgeving
Aangegeven wordt dat het goed wonen is in de gemeente Waalre. Het groene en dorpse karakter is een belangrijk pluspunt en dient behouden te worden in de toekomst. Aangegeven wordt dat bijvoorbeeld een torenflat hier niet bij past. Gestapelde bouw wordt als noodzakelijk gezien om aan de woningbehoefte te voldoen. De noodzaak voor een evenwichtige bevolkingsopbouw wordt onderstreept: het bouwen voor starters, jongeren en senioren is van groot belang. Daarnaast is de mening (veralgemeniseerd) dat inwoners van Waalre zich graag per fiets of te voet door de gemeente verplaatsen: leefbaarheid wordt belangrijker gevonden dan een vlotte doorstroming van het autoverkeer. Aandacht wordt gevraagd voor het doorgaande (vracht)verkeer. 

Trends
Op 1 januari 2013 hadden we als gemeente 16.718 inwoners, wat een sterke stijging ten opzichte van 2012 betekende met 200 inwoners. Dit is het gevolg van een positief migratiesaldo. Door de oplevering van enkele woningbouwprojecten stijgt het bevolkingsaantal. Totaal zijn er in 2012 ruim 7.000 huishoudens in de gemeente. Van de bijna 16.750 inwoners, wonen er circa 6.250 in het dorp Waalre, 4.900 in het dorp Aalst en 5.400 in Ekenrooi. 

De gemeente Waalre heeft een relatief oude bevolkingsopbouw vergeleken met het provinciaal gemiddelde. De leeftijdsklassen 20 t/m 35 jaar zijn ten opzichte van het provinciale gemiddelde ondervertegenwoordigd. De provincie Noord-Brabant voorspelt een groei van het aantal 55-plussers met 70% in de provincie. Ook de bevolking van Waalre vergrijst, maar niet in die mate. In de periode tot 2030 zal er nog sprake zijn van een toename aan inwoners van bijna 300. In 2030 zullen er circa 16.750 inwoners in Waalre zijn volgens de provinciale prognose in 2011. Vergeleken met die 300 inwoners extra, zal er sprake zal zijn van een huishoudenstoename in diezelfde periode van 600. Dit laatste komt door het langer alleenstaand blijven van jongeren en het alleen achter blijven van ouderen door het overlijden van hun partner. De toenemende levensverwachting van ouderen en het vertrek van jongeren naar de stad, versterken echter wel het effect van de vergrijzing. Dit heeft gevolgen voor onder andere de woonbehoefte in de gemeente.
Daarnaast wordt de samenleving geleidelijk individueler en sociale verbanden worden losser. Tolerantie neemt af en de burger is mondiger. De verdergaande individualisering heeft gevolgen voor woonbehoefte: meer eenoudergezinnen, meer alleenstaanden. Op deze trends willen we inspelen middels de hoofdbeleidskeuzen zoals verankerd in deze structuurvisie (waarvan de basis uiteraard gelegen is in de onderliggende beleidsnota's, zie eerste alinea van dit onderdeel). 

Hoofdlijnen toekomstvisie Waalre en rode draad thema wonen

  • Behoud van het authentieke dorpse, groene karakter van de gemeente;
  • Ruimte geven aan alle doelgroepen die graag in Waalre willen wonen;
  • Benutten van de potenties van de gemeente voor hoogwaardige woonmilieus, mede als bijdrage aan de (economische) ontwikkeling van de regio;
  • Door zijn kwaliteiten en door de regionale betrokkenheid versterken van het vitale en dynamische karakter van Waalre;
  • Het optimaal gestalte geven aan een aanbod dat zowel voor de eigen inwoners als voor de regionale opvang ruimte biedt;
  • Er is sprake van één gemeentelijke woningmarkt.

Het is niet eenvoudig om een toekomstige ontwikkelingsrichting te schetsen voor het thema wonen. We zien in ieder geval dat de waardevolle elementen behouden blijven, waardoor we nog even aantrekkelijk (zo niet nog aantrekkelijker) als woongemeente. Door de nieuwbouw kunnen starters en gezinnen met jonge kinderen een betaalbaar huis kopen. Ook zijn er woningen gekocht door medewerkers van de High Tech Campus en medewerkers die in de buurt werken in de nieuwe high  tech bedrijfjes. Ondanks de groei van het aantal inwoners zal het dorpse karakter in stand gehouden worden.

Het beleid voor wonen en woonomgeving is uitgewerkt in vier vormen van beleid:

 



3.1   Onze basisverantwoordelijkheid op het gebied van wonen en woonomgeving

Als basisverantwoordelijkheid op het gebied van wonen en woonomgeving beschouwen wij in ieder geval:

  1. Het bieden van voldoende woningen voor de eigenbehoefte, voor alle doel- en leeftijdsgroepen;
  2. Het bieden van de juiste condities voor duurzaam, flexibel en levensloopbestendig wonen;
  3. Het behouden van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving.

Deze hoofdkeuzen werken we hierna verder uit. Voor uitgebreide toelichting en details verwijzen we graag naar de onderliggende beleidsdocumenten. Die documenten zijn via deze digitale structuurvisie toegankelijk gemaakt.

   

Ad 1. Het bieden van voldoende passende woonruimte aansluitend bij de bevolkingsontwikkeling en de eigen woningbehoefte
Het uitgangspunt is dat in principe iedere inwoner van de gemeente Waalre in staat moet zijn om binnen de gemeente een passende woning te vinden. Van belang hierbij zijn het type woning, de betaalbaarheid van de woning en de bereikbaarheid en aanwezigheid van voorzieningen nabij de woning. Gezien de trends én de huidige situatie op de woningmarkt leggen kwalitatief we de prioriteit bij:

  • Woningen voor onder andere starters en senioren, met name ook in de betaalbare categorie. Hierdoor worden huishoudens die in de gemeente Waalre willen wonen voor de gemeente behouden. De huidige marktsituatie met zeer beperkte doorstroom vraagt om extra aandacht voor deze doelgroep. Doorstroming in de bestaande voorraad is van groot belang voor deze groep, in de huidige marktsituatie zit hierin echter weinig beweging. Dit betekent een accent in nieuwbouw in de betaalbare categorie. Waarbij we ook een belangrijke rol voor de huursector signaleren.   
  • Afstemming van de woningvoorraad op het groeiende aandeel ouderen. Waarbij enerzijds aandacht is voor de behoefte om zo lang mogelijk in het eigen huis te wonen en anderzijds voor beperking van de (zorg)kosten. Alleen wanneer men echt niet anders kan, verhuizen senioren naar een zorginstelling of een specifiek complex met ouderenhuisvesting. 
  • Een toenemend aandeel éénpersoonshuishoudens stelt ook eisen aan de woningen. Onderscheid moet gemaakt worden tussen de oudere éénpersoonshuishoudens, die veelal alleen achterblijven in een gezinswoning én de startende éénpersoonshuishoudens, welke vooral behoefte hebben aan een betaalbare woning nabij centrumvoorzieningen, waardoor betaalbare (huur)appartementen ook  deze doelgroep zeker aantrekkelijk zijn. 
  • Maar daarnaast willen we ons ook richten op de jongere zorgvragers, statushouders en `pardonners', doorstromers en kenniswerkers. Aan de ene kant wil de gemeente daarmee woningzoekenden ondersteunen die minder makkelijk op eigen kracht in hun huisvesting kunnen voorzien. Anderzijds constateert de gemeente dat de middenklasse in het woningaanbod relatief zwak vertegenwoordigd is, waardoor de doorstroming wordt belemmerd. Daarom zet zij ook in op doorstromers en kenniswerkers die in de regio hun arbeidsplaats hebben en een groene woonomgeving zoeken.

De gemeente Waalre ziet voor de periode tot 2030 een flinke woningbouwtaakstelling op zich af komen (de eigen behoefte plus 1.000 woningen voor de regio). Over de regionale behoefte voor toekomstige woningbouw zijn afspraken gemaakt in SRE-verband, zogenaamde `BOR-afspraken`. BOR staat voor Bestuurlijk Overleg Randgemeenten. Binnen de kwantitatieve taakstelling kan een kwalitatieve verdeling worden onderscheiden naar sociale huur, sociale koop, middeldure koop en dure koop. Om aan deze vraag te voldoen is er in de gemeente Waalre een divers aanbod van woningbouwlocaties. In theoretische zin kan geconcludeerd worden dat er sprake is van voldoende woningbouwplannen om te kunnen voldoen aan de woningbouwopgave. In de gemeentelijke Woonvisie is het woningbouwprogramma opgenomen. Wanneer de Woonvisie vastgesteld is, zullen we deze toegankelijk maken via de structuurvisie. 

Specifiek voor de sociale sector bieden de bestaande locaties voldoende ruimte om te bouwen voor de behoefte. Gezien het gegeven dat sociale woningbouw voornamelijk op inbreidingslocaties plaatsvindt, biedt het sociale overschot lucht voor maatwerk op inbreidingslocaties. Bovendien kunnen eventuele tegenvallers worden opgevangen.

Over het algemeen is er dus voor de komende periode voldoende ruimte voor woningbouw om aan de behoefte tegemoet te komen. Wel is het noodzakelijk (ook om rekening te houden met de situatie dat bepaalde locaties vertragen) om op zoek te gaan en blijven naar nieuwe woningbouwlocaties. Duidelijk is dat dit in vergelijking met huidige ontwikkelingen en in het verleden, minder programmatisch en grootschalig zal geschieden. Woningbouwontwikkeling dient afgestemd te worden op de landschappelijke structuren en een bijdrage te leveren aan een kwaliteitsverbetering.

   

Ad2.
Levensloopbestendig wonen in nieuwe en bestaande woongebieden
De  gemeente is van oordeel dat mensen, als ze dat willen, zo lang mogelijk in hun (eigen) woning moeten kunnen blijven wonen. Dat betekent dat nieuwe woningen zó worden gebouwd dat zo weinig mogelijke belemmeringen bestaan voor mensen met een beperking of dat eenvoudig aanpassingen zijn aan te brengen. De gemeente kan dit niet afdwingen. Daarom maken we afspraken met opdrachtgevers in de bouw en in de eerste plaats uiteraard met de corporaties. De toepassing van Woonkeur en waar mogelijk domotica als kwaliteitsmaatstaf is daarbij het meest nastrevenswaardig. Maar ook met commerciële ontwikkelaars willen we afspraken maken over levensloopbestendigheid en aanpasbaarheid. Waar het om bestaande woningen gaat voeren we een faciliterend vergunningenbeleid ten aanzien van eigenaar-bewoners om, zover zij dit wensen, hun eigen woning te kunnen aanpassen aan hun veranderende woonbehoeften. Tenslotte ondersteunen we het project Blijvend Thuis in Eigen Huis. 

Ad 3. Behouden van de kwaliteit van woon- en leefomgeving
Het 'dorpse en groene karakter' is een belangrijke pijler van onze woonkwaliteit. We kennen als gemeente geen 'echte' probleemgebieden. Het behouden van de ruimtelijke kwaliteit van de woon- en leefomgeving is een belangrijk uitgangspunt voor ons. Het gaat hier om een samenspel van factoren als het aanwezige groen in de kern, het omringende landschap, voldoende parkeermogelijkheden, maar natuurlijk ook een (basis)voorzieningenpakket op bereikbare afstand. Wanneer iets 'goed' of 'toereikend' is, is natuurlijk moeilijk te zeggen en afhankelijk van de mening van de mensen in de samenleving. Analyse van de meldingen / klachten van de inwoners laat zien dat deze over het algemeen redelijk tevreden zijn. Als gemeente zijn we de eerstverantwoordelijke partij voor de kwaliteit en het onderhoud van de openbare ruimte.

Wat betreft het regie voeren op architectuur en beeldkwaliteit van woningen en gebouwen in het algemeen, passen we de welstandsnota toe. Voor nieuwbouwplannen wordt een beeldkwaliteitsplan opgesteld.

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen op het gebied van wonen en woonomgeving wordt verwezen naar de onderdelen: 



3.2   Ambities op het gebied van wonen en woonomgeving

Op het gebied van `wonen en woonomgeving` zetten we ons extra in voor:

  1. Hoogwaardig en aantrekkelijk, groen wonen met stedelijkheid binnen handbereik;
  2. Inspelen op regionale vraag, op zoek naar de niches voor de regio. Eigen behoefte en regionale opvang gaan hand-in-hand;
  3. Aalst en Waalre niet gelijk maar wel gelijkwaardig: juiste (nieuwe) woonmilieus op de juiste plek;
  4. Inspelen op innovatieve technieken, mogelijkheden & behoeften in het wonen en inzetten op duurzaamheid.  

Deze hoofdkeuzen werken we hierna verder uit. Voor uitgebreide toelichting en details verwijzen we naar onderliggende beleidsdocumenten. Die documenten zijn via deze digitale structuurvisie toegankelijk gemaakt.

   

Ad 1. Groen wonen met stedelijkheid binnen handbereik
Wonen in Waalre betekent wonen in een rustige, groene parel met goede voorzieningen en het stedelijk aanbod binnen handbereik. Waalre wil die positie van groene randgemeente handhaven en versterken. Behoud van het authentieke dorpse karakter staat daarbij voorop. Waalre behoort tot een selecte groep gemeenten die een zeer hoogwaardige woonkwaliteit in het groen kunnen bieden. Zulke woonmilieus zijn basisvoorwaarden voor het kunnen benutten van  economische potenties. Zij kunnen immers huisvesting bieden aan kader en kenniswerkers in de voor de regio belangrijke bedrijvigheidssectoren. We zien dit als een belangrijke bijdrage van Waalre aan de economische ontwikkeling van Zuidoost Brabant en zetten ons ervoor in, om dit te kunnen blijven bieden. 

Ad 2. Eigen behoefte en regionale opvang hand-in-hand
Waalre wil huisvesting bieden aan alle doelgroepen en leeftijdscategorieen. Exclusief wonen is, vooral in de beeldvorming, een belangrijk kenmerk van de gemeente, maar dat geeft een eenzijdige voorstelling van zaken. In feite is er een woningaanbod voor een diversiteit aan doelgroepen. We willen die diversiteit versterken en de ontbrekende schakels in het aanbod toevoegen. Daarmee wordt het beter mogelijk dat woningzoekenden, van starter tot senior, binnen de gemeente stappen in hun wooncarrière kunnen maken. Daarnaast zijn er kansen voor CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap), initiatieven uit de maatschappij, waarbij starters maar ook ouderen in eigen beheer een woonontwikkeling tot stand brengen.

In het gemeentelijk beleid staat voorop dat de regionale opvangfunctie van Waalre het voorzien in de woningbouwbehoefte van de `eigen bevolking` niet in de weg mag staan. Er is in beginsel ruimte genoeg om beide te honoreren. De gemeente wil dit nauwkeurig bewaken.

Ad 3. Aalst en Waalre niet gelijk maar wel gelijkwaardig
De kernen Aalst en Waalre zijn in het gemeentelijke beleid volkomen gelijkwaardig. Beiden verschillen echter van karakter: Aalst is meer een forensendorp en heeft, mede door de appartementsbouw, een wat stadser karakter. Het dorp Waalre is ' dorpser' van aard. De vroegere tegenstelling tussen beiden is sterk gesleten en de gemeente heeft niet de neiging om beide wat het wonen betreft verschillend te behandelen. We streven naar één woningmarkt binnen de gemeente Waalre. Wel zien we het als een uitdaging om in iedere kern woningbouwlocaties te ontwikkelen, op een wijze dat bijgedragen wordt aan de identiteitsversterking van het eigen dorp.  

Ad 4. Inspelen op nieuwe technieken & behoeften en inzetten op duurzaamheid
De bedrijven op de High Tech Campus richten zich deels op nieuwe consumer products; de laatste snufjes op gebied van zorg en wonen. We staan ervoor open, wanneer deze technieken als pilots toegepast worden in delen van de gemeente Waalre en of bij experimentele woonprojecten. Het initiatief hiervoor ligt bij de ondernemers en ontwikkelende partijen. In ons beleid is verankerd dat nieuwe wijken  voorzien worden van glasvezel. In de bestaande wijken wordt dit in de nabije toekomst uitgerold, hiermee is de infrastructuur dus voorbereid op komende technische innovaties. 

Duurzaamheid: het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid richt zich in beginsel op alle facetten van het maatschappelijke leven. Waar het om wonen gaat, heeft de gemeente het voornemen om met ontwikkelaars tot afspraken te komen over de duurzaamheid van de nieuwbouw. Dit betreft naast energiezuinigheid, ook het materiaalgebruik.

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen rondom het thema wonen en woonomgeving verwijzen we graag naar de onderdelen:



3.3   Kansen op het gebied van wonen en woonomgeving

Inspelen op veranderende vragen, zoals aanpassingen, inwoning en extramuralisering
Als gemeente willen we waar mogelijk en passend binnen de wettelijke kaders inspelen op trends en veranderende behoeften. Als gevolg van de demografische ontwikkelingen als vergrijzing en afnemende bevolkingsgroei, gecombineerd met de economische crisis, wordt een kwalitatief hoogwaardige voorraad aansluitend bij de behoeften relatief van een steeds groter belang. Dynamiek in een gebied wordt in de huidige tijd overwegend ingegeven door particulieren met een investeringswens in bijvoorbeeld eigen woning of woonomgeving. Als gemeente leven we ons in in de (veranderingen in de) individuele wensen en behoeften. Bij de afweging van initiatieven trachten we een relatie te leggen met het publieke, algemene belang, waardoor ook een gezamenlijk belang gediend kan worden. Bij de afweging vormt deze structuurvisie een belangrijk kader.

Algemene vertrekpunten en afwegingskaders voor nieuwbouw- en herstructureringsplannen
Kansen die zich voordoen op de woningmarkt willen we zo goed mogelijk benutten. Als gemeente treden we faciliterend op op het gebied van de ruimtelijke ordening en het grondbeleid: de gemeente wijst woningbouwlocaties aan, maakt bestemmingsplannen en geeft, voor zover zij eigenaar is, bouwgrond uit.

Tevens treedt de gemeente op als regisseur ten aanzien van de realisering van de bouwplannen. De gemeente realiseert niet zelf, doch realiseert het beleid op basis van afspraken en overeenkomsten met marktpartijen. Waar het de woningcorporaties betreft, geldt dit niet alleen voor de nieuwbouw, maar ook voor de bestaande woningvoorraad. Graag gaat de gemeente met initiatiefnemende partijen in gesprek om mogelijkheden af te tasten en een voor alle partijen optimale situatie te bereiken.  

Criteria en vertrekpunten
In het algemeen beoordelen we plannen voor nieuwbouw en/of herstructurering/ renovatie op de bijdrage aan de kwaliteiten van de woonomgeving of kern. 
Wanneer een verzoek bijdraagt aan onderstaande, er geen belangen en waarden worden geschaad en er sprake is van een goede ruimtelijke inpassing, is ons uitgangspunt om zoveel als mogelijk aan verzoeken van derden tegemoet te komen. Het eerste beoordelingskader voor initiatieven bestaat uit onder andere de bestemmingsplannen, de welstandsnota én deze gemeentelijke structuurvisie.

Als algemene vertrekpunten bij de beoordeling van een initiatief en een gesprek daarover hanteren we voor de bebouwde omgeving:

  • de bijdrage aan de gewenste diversiteit van de woningvoorraad en de bijdrage aan de gewenste stimulering van huisvesting van belangrijke en kwetsbare doelgroepen;
  • de bijdrage aan de ruimtelijke karakteristiek en omgevingskwaliteit (waaronder ook de verhouding bebouwing en openbare ruimte);
  • de duurzaamheid van de ontwikkeling en de mate van flexibiliteit en levensloopbestendigheid.

Buitengebied in het algemeen:

  • ontwikkeling van woningbouw in het buitengebied mag de agrarische sector niet hinderen;
  • een bijdrage leveren aan de (omgevings- en belevings)kwaliteit; 
  • het bieden van de mogelijkheid om aan vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen een woonfunctie toe te kennen;
  • het tegengaan van permanente bewoning van recreatiewoningen;
  • daarnaast gelden uiteraard de wettelijke (milieu)vereisten.

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen rondom het thema wonen verwijzen we naar de onderdelen: 



3.4   Wat we echt willen voorkomen op het gebied van wonen en woonomgeving

Aansluitend op de hoofdkeuzen zoals benoemd bij de onderdelen 'basisverantwoordelijkheid' en 'ambitie', zijn er een aantal ontwikkelingen die we echt willen voorkomen:

  1. Een afnemende kwaliteit van het woon- en leefklimaat.
  2. Langdurige leegstand, geconcentreerd in bepaalde gebieden.
De toekomstwaarde en aantrekkelijkheid van het wonen en de woonomgeving wordt niet alleen bepaald door de woning en de fysieke woonomgeving. Het gaat ook om sociaal-maatschappelijke kwaliteiten, kenmerken en de culturele identiteit. We kunnen hier als gemeente maar heel beperkt invloed op uitoefenen.

Ad 1. Voorkomen negatieve spiraal gebieden, inzetten op behouden woon- en leefkwaliteit
We willen voorkomen dat er een negatieve spiraal in de kwaliteit van de woningvoorraad en de woonomgeving ontstaat. De kwaliteit van de woning is primair een verantwoordelijkheid van de eigenaar. De gemeente zal en kan hierin alleen actief optreden indien een zodanig kwaliteitsverlies gaat optreden dat dit een doorwerking heeft naar de algehele kwaliteit van de woonomgeving (in de vorm van verpaupering en leegstand).

Ad 2. Anticiperen op leegstand middels bieden van passend woningbouwprogramma
Door onze activiteiten rondom het opstellen van een passende woningbouwprogrammering (afgestemd in regionaal verband) streven we ernaar om te voorkomen dat er een woonprogramma ontstaat dat niet aansluit op de marktvraag waardoor leegstand ontstaat.

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen rondom het thema wonen en woonomgeving wordt verwezen naar de onderdelen: 



4   Voorzieningen

Introductie
Het thema voorzieningen is breed, het heeft zowel betrekking op sociaal-maatschappelijke en culturele voorzieningen (zoals scholen, dorpshuizen, sport, sociale samenhang in het algemeen) én op de commerciële voorzieningen (zoals winkels, horeca en leisure). Voor het thema recreatie en vrije tijdsbesteding hebben we een apart hoofdstuk opgesteld.

Voorzieningen in het algemeen zijn van het grootste belang voor de leefbaarheid en de woon- en leefkwaliteit in onze gemeente. In het algemeen hebben we als gemeente met name een faciliterende rol ten opzichte van de organisaties en instellingen die deze voorzieningen bieden. Deze faciliterende rol uit zich in het bieden van de juridisch-planologische mogelijkheden en daarnaast hebben we voor veel typen voorzieningen een subsidiërende rol. Uiteraard zijn er ook wettelijke taakstellingen en hebben we beleidsambities rondom verschillende typen voorzieningen, waarvoor we als overlegpartner en soms ook initiator optreden. Sommige voorzieningen zijn zo belangrijk dat we als gemeente ook financiële ondersteuning bieden.

In de bijlagen hebben we een globale beschrijving opgenomen van de voorzieningenstructuur in Waalre. In deze structuurvisie zijn de algemene hoofdlijnen van beleid verankerd. Voor de uitwerking verwijzen we graag naar de opgestelde/in ontwikkeling zijnde beleidsnota`s, zoals de Detailhandelsvisie Waalre, maar ook de Centrumvisie Waalre-dorp en het onderzoek "Den Hof ......volop kansen!". Voor de niet-commerciele voorzieningen verwijzen we graag naar het rapport 'Volop ruimte voor de buitensport'.

   

Mening en algemene waardering samenleving 
Uit enquetes en straatinterviews blijkt dat men zich veilig voelt in Waalre. Het is goed wonen en de basisvoorzieningen zijn aanwezig. Uitbreiding van winkelvoorzieningen is voor de meeste mensen niet nodig. Het funshoppen doet men in de andere gemeenten. De meeste inwoners geven ook aan dat zij geen bruisend uitgaansleven verwachten in de gemeente. Er mag op de markt in Waalre wel wat horeca komen. Leefbaarheid wordt voor een belangrijk deel bepaald door de sociale samenhang, het gemeenschapsgevoel. De inwoners kunnen daar zelf een actieve rol in vervullen. De meningen zijn verdeeld over het kunst en cultuuraanbod in de gemeente. 

Trends
De provincie Noord-Brabant voorspelt een groei van het aantal 55-plussers met 70% in de provincie. Ook de bevolking van Waalre vergrijst (maar krimpt nog niet!). Dit heeft gevolgen voor onder andere het gebruik en instandhouding van voorzieningen in de gemeente. Andere relevante trends hebben te maken met de individualisering van de samenleving en schaalvergroting. Individualisering leidt bijvoorbeeld tot behoefte aan andere vormen van sportbeoefening. Door schaalvergroting komt met name het voorzieningenaanbod (zoals winkels) in de kleine kernen onder druk te staan. Dit is een trend die overal in Nederland (en ook daarbuiten) plaatsvindt en is niet te keren. De samenleving wordt steeds mobieler en daarnaast biedt de digitale infrastructuur veel kansen. Kleine, van oorsprong zelfstandige en `zelfvoorzienende` dorpen veranderen naar woondorpen. Ondanks deze verandering blijft er in de dorpen sprake van een sterke sociale binding en cohesie. Van belang voor het behoud van de sociale cohesie is een ontmoetingsplek, buiten op het plein of binnen. Sport en cultuur zijn hiervoor van belang. We zien een belangrijke kans in het behouden van voorzieningen, door het zoveel mogelijk te clusteren, slim combineren en (organisatorisch) samenvoegen/afstemmen van voorzieningen.

Hoofdlijnen en rode draad ontwikkelingsrichting thema voorzieningen
Het thema voorzieningen is breed, het is niet eenvoudig om in een aantal punten de hoofdlijnen weer te geven op dit beleidsveld. We geven per type voorziening een korte beschrijving. 

  • Winkelvoorzieningen: behoud van een winkelcentrum voor in ieder geval de dagelijkse boodschappen in beide dorpen. 
  • Sport- en recreatieve voorzieningen: behoud van de voorzieningen voor de basissporten, de gemeente is faciliterend hiervoor. Met betrokken partijen wordt gezocht naar oplossingen voor noodzakelijke besparingen en het benoemen van verantwoordelijke partijen voor het beheer. 
  • Onderwijs: realiseren van brede scholen in de dorpen, streven naar een zo breed mogelijk gebruik en functies welke ook een (financiele) drager kunnen zijn.
  • Zorgvoorzieningen: als gemeente streven we naar behoud van 2 zorgcomplexen, in ieder dorp een.

Het beleid voor voorzieningen is uitgewerkt in vier vormen van beleid:

 



4.1   Onze basisverantwoordelijkheid op het gebied van voorzieningen

Als basisverantwoordelijkheid op het gebied van voorzieningen zien we als gemeente in ieder geval het zorgen voor:

  1. het behoud van de kwaliteit en de bereikbaarheid van de basisvoorzieningen (onderwijs, sport-, zorg- en dagelijkse winkelvoorzieningen);
  2. het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning, waaronder het gemeenteloket;

Hierna worden deze beleidskeuzen uitgewerkt. Voor uitgebreide toelichting en details verwijzen we graag naar de onderliggende beleidsdocumenten. Die documenten zijn via deze digitale structuurvisie toegankelijk gemaakt.

   

Ad 1. Het behoud van de kwaliteit en bereikbaarheid van basisvoorzieningen
We hechten er grote waarde aan dat in de gemeente Waalre goed gewoond en geleefd kan worden, hiervoor is een bepaald aanbod aan maatschappelijke en culturele voorzieningen nodig. Het huidige winkelniveau is voldoende voor de dagelijkse boodschappen voor de eigen bewoners. Men kan een boek lenen in het uitgiftepunt van de bibliotheek, er kan gesport worden op binnen- en buitensportlocaties, er zijn huisartsen en eerstelijnsvoorzieningen aanwezig in de beide dorpen. Er zijn goede basisscholen en er zijn voorzieningen in de wijken voor recreatie en ontspanning (het Klooster, `t Hazzo, de Pracht). Kortom Waalre beschikt over de basisvoorzieningen die bij een gemeente van deze omvang passen. Om een aantrekkelijke woongemeente te kunnen blijven met een aantrekkelijk woon- en leefklimaat, is een goed voorzieningenaanbod essentieel. We beschouwen het als onze basisverantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van het basisvoorzieningenaanbod behouden blijft en dergelijke voorzieningen voor de gemeenschap beschikbaar en goed bereikbaar blijven. De basisvoorzieningen kunnen worden uitgesplitst in twee onderdelen (economisch dan wel sociaal-maatschappelijk):

  • het behouden van detailhandelsvoorzieningen in de beide kernen Aalst en Waalre, in de vorm van complete winkelcentra;
  • het behouden van leervoorzieningen, sportvoorzieningen en zorgvoorzieningen in de gemeente Waalre, in de vorm van verspreid gelegen accommodaties.

Ad 2. Het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Sinds januari 2007 is de Wmo ingevoerd. Deze wet maakt gemeenten verantwoordelijk voor 'participatie'. Mensen moeten mee kunnen blijven doen en onderdeel uit kunnen blijven maken van de samenleving. Dit omvat activiteiten die het mensen mogelijk maakt om mee te doen in de samenleving. Dat kan bijvoorbeeld met vrijwilligerswerk en mantelzorg, maar ook met goede informatie en advies, opvoedingsondersteuning en huishoudelijke hulp. Ook als gemeente Waalre zijn we verantwoordelijk voor maatschappelijke ondersteuning in de gemeente.

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofbeleidslijnen op het gebied van voorzieningen verwijzen we naar de onderdelen:



4.2   Ambities op het gebied van voorzieningen

Naast onze basisverantwoordelijkheid, willen we ons als gemeente op het gebied van voorzieningen extra inzetten voor:

  1. Behoud van de commerciële voorzieningen in de beide dorpskernen;
  2. Behoud van goede en voor een ieder goed bereikbare sociaal-maatschappelijke voorzieningen en het stimuleren, ondersteunen en versterken van die zorg-, onderwijs-, sportvoorzieningen en het verenigingsleven.

Deze beleidskeuzen werken we hierna verder uit. Voor uitgebreide toelichting en details verwijzen we naar de onderliggende beleidsdocumenten. Die documenten zijn via deze digitale structuurvisie toegankelijk gemaakt.

   

Ad 1. Behoud commerciële voorzieningen in beide dorpskernen
In de Detailhandelsvisie Waalre is de toekomstige winkelstructuur geschetst. Diverse varianten zijn beschreven en tegen het licht gehouden. In het Lokaal Economisch Programma 2010-2020 hadden we gekozen voor de variant waarbij winkelcentrum Den Hof wordt versterkt, de dagelijkse boodschappenfunctie voor winkelcentrum de Bus wordt behouden en winkelcentrum De Voldijn op termijn wordt afgebouwd. Ten aanzien van deze laatste ontwikkelingsrichting herzien we in deze structuurvisie ons standpunt: het streven is om winkelsteunpunt De Voldijn te behouden.  

  • Het winkelcentrum Den Hof wordt versterkt tot boodschappencentrum-plus. Recentelijk is een onderzoek verricht naar de kansen en mogelijkheden: "Den Hof ......Volop kansen!". We streven samen met betrokken partijen als de ondernemers, naar een versterking door toevoeging van een warenhuis als een HEMA en door het toevoegen van aanvullende branches in het middensegment en specialistische lokale winkels. Daarnaast is modernisering van het winkelaanbod in het algemeen wenselijk. Ruimtelijk kwalitatieve bouwstenen zijn eveneens belangrijk: goede bereikbaarheid, voldoende parkeren, goede toegankelijkheid, aantrekkelijk en duidelijk verblijfsklimaat en ruimtelijk functionele samenhang (met name concentratie van winkels);
  • Behoud van winkelcentrum de Bus voor de dagelijkse boodschappen. In de Centrumvisie Waalre-dorp is een strategie uitgestippeld om tot een kwaliteitsversterking van dit winkelcentrum te komen. Beperkte uitbreiding van het winkelaanbod (bv schaalvergroting voor bestaande winkels) blijft mogelijk. Onderdeel is ook een kwaliteitsimpuls voor de openbare ruimte en een horecaplein. De parkeersituatie vormt hier een aandachtspunt. De Markt in Waalre biedt kansen voor bijzondere invullingen, dus niet direct in de dagelijkse voorzieningensfeer. In onderdeel 2.2. is de beoogde kwaliteitsimpuls voor het centrum van Waalre-dorp beschreven, evenals de kans die gevormd wordt door de mogelijke verplaatsing van het garagebedrijf uit het dorpshart;
  • Behoud van De Voldijn als steunpunt, aanvullend op de centra van de beide kernen. 
  • Verspreide winkels kunnen blijven bestaan maar fysieke uitbreiding van het winkeloppervlak met nieuwe bouwmassa en nieuwe initiatieven worden niet toegestaan voor zover zij inpasbaar zijn in de centrumgebieden van Aalst en Waalre-dorp. Uitzondering wordt gemaakt voor detailhandel in volumineuze goederen;
  • Detailhandel in volumineuze goederen is in Waalre gevestigd rondom de burgemeester Mollaan. De ontwikkeling van een sterk concentratiegebied (bv woonboulevard) wordt niet mogelijk geacht. Bestaande detailhandel in volumineuze goederen mag hier gevestigd zijn en blijven. Ook uitbreiding en toevoeging ter plekke is na afweging mogelijk.

   

Ad 2 Behoud van (goed bereikbare) sociaal maatschappelijke voorzieningen en het stimuleren van het versterken daarvan
Voor de diverse typen voorzieningen kunnen we onze ambitie als volgt formuleren:

Algemeen
Het voorzieningenaanbod moet goed toegesneden zijn op de toekomst. Hierbij gaat het niet alleen om demografische ontwikkelingen als vergrijzing en ontgroening. Maar het gaat ook om het goed voorbereid zijn op de gevolgen van de drie zogenaamde 'transitie's' op het gebied van (beleid voor) zorg en welzijn. Allereerst zijn we als gemeente verantwoordelijk geworden voor de maatschappelijke ondersteuning. De tweede transitie heeft te maken met de wijzigingen in het kader van de AWBZ  (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Een gevolg hiervan is onder andere dat er naar verwachting veel minder vraag komt naar ruimte in verzorgingstehuizen en mensen zoveel en zo lang mogelijk thuis moeten wonen. De derde transitie die in voorbereiding is, heeft te maken met de in ontwikkeling zijnde Participatiewet, in het kader waarvan er een grotere rol bij de gemeente komt voor het (opnieuw) aan het werk krijgen van mensen in een passende werksituatie. Op de consequenties van deze drie transities zijn we ons als gemeente aan het voorbereiden. Deze zijn deels ook ruimtelijk van aard, zoals de verminderde behoefte aan zorgtehuizen, voldoende accommodaties voor dagopvang en een zodanige inrichting van de openbare ruimte en bereikbaarheid van voorzieningen dat mensen daadwerkelijk zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.  

Zorgvoorzieningen
De zorgvoorzieningen in de gemeente Waalre moeten goed bereikbaar zijn voor iedereen. Daarbij moet rekening worden gehouden dat de zorgvoorzieningen voor ouderen en jongeren verschillend zijn. Om ervoor te zorgen dat de oudere inwoners van de gemeente ook in de toekomst hier kunnen blijven wonen, moeten de bestaande zorgcentra gemoderniseerd worden. Voor zowel zorgcentrum Het Laar in Aalst en zorgcentrum Hoevenakkers, geldt dat we met het bestuur in overleg zijn over (ver)nieuwbouw op de huidige locaties. We streven als gemeente naar het behoud van een dergelijke zorgvoorziening voor en in ieder dorp. Bij deze (her)ontwikkeling zijn extramuralisering, het bieden van een zorg-/maatschappelijke functie voor omwonenden in de wijken en een kwaliteitsimpuls belangrijke uitgangspunten. In het algemeen is het van belang voor senioren dat de verschillende voorzieningen goed bereikbaar zijn, dat is ook de reden dat we (vooralsnog) niet kiezen voor de ontwikkeling van een zorgcentrum voor de gehele gemeente op een centrale locatie.

Onderwijs - Brede scholen
Als gemeente streven we naar het versterken van de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen en daarvoor het bevorderen van het dicht bij huis houden van de onderwijsvoorzieningen. We streven naar brede scholen voor primair onderwijs met een breed aanbod voor vrijetijdsvoorzieningen en opvang conform maatschappelijk inzicht. Randvoorwaarden voor succes van de Brede School zijn de inzet en de kwaliteit van samenwerking tussen de partners (basisschool, peuterspeelzaal, kinderopvang, bibliotheek en andere) in de wijk.

De brede school in Ekenrooi, is meer dan alleen een school. In het gebouw zijn meerdere soortgelijke voorzieningen bij elkaar gevestigd. Zo zit er een openbare basisschool en bijzonder onderwijs en kinderopvang. Naast de brede school in Ekenrooi wordt er ook gewerkt aan planvorming voor een Brede school in Waalre-dorp. Het uitgangspunt is om deze te realiseren op de huidige locatie van De Wilderen, als onderdeel van de Westrand Waalre. Deze basisschool gaat 2 onderwijsvormen omvatten en wordt multifunctioneel ingericht. Een peuterspeelzaal en kinderopvang zal er ook gelocaliseerd worden. Daarnaast ligt er een uitdaging om na te denken over een verdere verbreding van het gebruik, bijvoorbeeld als dagopvang voor gehandicapte kinderen.   

Sport en verenigingsleven
Als gemeente leggen we de verantwoordelijkheid voor het beheer van accommodaties / voorzieningen van verenigingen bij de verenigingen zelf. We stimuleren de verenigingen om zelf op zoek te gaan naar sponsers, bijvoorbeeld onder de lokale ondernemers.  We denken bijvoorbeeld ook aan het onderbrengen van het beheer van accommodaties bij de besturen van de gemeenschapshuizen, maar wellicht ook bij welzijnsinstellingen die werkzaam zijn in omliggende gemeenten. De sport en het verenigingsleven c.q. de sporters en leden van de basissporten blijven wij faciliteren en ondersteunen. Sport is belangrijk, zowel voor de gezondheid als ook voor de gemeenschapszin en dat willen we stimuleren.

Gemeenschapshuizen
Een voorziening als gemeenschapshuizen willen we voor onze gemeenschap behouden. Hierbij gaan we wel met de betrokken partijen in overleg om een kostenbesparing te bereiken, om deze ambitie ook voor de toekomst haalbaar te kunnen houden!

Bibliotheek
Onze ambitie is het behoud van (een vorm van) een bibliotheekvoorziening in de gemeente Waalre. We zijn hierover in overleg met de Bibliotheek Eindhoven. Ook hierbij streven we vanuit het oogpunt van efficiëncy en kostenbeheer naar zoveel mogelijk clustering van (beheer van) voorzieningen.    

Goede bereikbaarheid voorzieningen
Voor een aantal bevolkingsgroepen, welke slecht ter been zijn of niet over eigen vervoer beschikken, is een goede bereikbaarheid van de voorzieningen (langzaam verkeer en openbaar vervoer) van groot belang. Het goed ontsluiten van de voorzieningenconcentraties op een zodanige wijze met openbaar vervoer dat de doelgroepen er goed gebruik van kunnen maken is financieel niet haalbaar. Het huidige niveau van openbaar vervoer willen we behouden. Daarnaast streven we naar een versterking van het collectief vervoer in regionaal verband, welke grotendeels draait op vrijwilligers.  

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen rondom het thema voorzieningen verwijzen we naar de onderdelen: 



4.3   Kansen op het gebied van voorzieningen

Het realiseren van een leefbare woonomgeving is niet alleen een verantwoordelijkheid van de gemeente. Zeker wanneer de aandacht (en het budget) verdeeld moet worden in een tijd dat 'op de kleintjes gelet moet worden', is het belangrijk dat iedereen meedenkt. Als gemeente staan we open voor iedereen die initiatieven ontplooit ten aanzien van het realiseren van voorzieningen en het bevorderen van gemeenschapsvorming, persoonlijke- en sociale ontwikkeling en de zelfredzaamheid.

Voor commerciële voorzieningen zien we kansen, zoals het versterken van horecavoorzieningen in relatie tot recreatie en toerisme en winkelvoorzieningen. De gemeente creëert hiervoor de ruimtelijke condities, de invulling van de commerciële voorzieningen zal door de markt moeten plaatsvinden.

Algemene beleidsuitgangspunten
In beginsel willen we meewerken aan c.q. faciliteren van alle commerciële en maatschappelijke initiatieven, die leiden tot het verbeteren van de leefbaarheid en verbetering van het voorzieningenpakket. De gemeente hanteert een aantal criteria waaraan de initiatieven moeten voldoen om het initiatief te laten verworden tot een ‘kans’ voor de gemeente Waalre:

  • Hun functionele bijdrage aan het totale voorzieningenpakket;
  • Inpasbaarheid in maat en schaal in de omgeving;
  • De effecten op andere functies in de omgeving;
  • De effecten op de kwaliteit van de omgeving, waaronder:
    • geluidsoverlast;
    • geurhinder;
    • gevaar;
    • verkeersaantrekkende werking en parkeeroverlast.

Daarnaast gelden uiteraard de toetsingskaders zoals opgenomen in de bestemmingsplannen en de Welstandsnota.

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen rondom het thema voorzieningen verwijzen we naar de onderdelen: 



4.4   Wat we echt willen voorkomen op het gebied van voorzieningen

Gekoppeld aan onze hoofdbeleidskeuzen die we uitgewerkt hebben in de onderdelen 'basisverantwoordelijkheid' en 'ambitie', zijn er een aantal ontwikkelingen die we op het gebied van voorzieningen echt willen voorkomen:

  1. Afname kwaliteit basisvoorzieningen en een niet bij de behoefte aansluitend voorzieningenniveau en daarmee een neergaande spiraal van de leefbaarheid;
  2. Verslechtering bereikbaarheid voorzieningen.

Hierna werken we dit kort uit.

Ad 1 Afname kwaliteit basisvoorzieningen
Als gevolg van een  verminderde bijdrage uit het gemeentefonds moeten we ook als gemeente Waalre structurele bezuinigingen doorvoeren. De bezuinigingen worden over verschillende beleidsgebieden verdeeld en uitgevoerd. Het zoekgebied naar bezuinigingen is gebaseerd op besparingen met zoveel mogelijk behoud van kwaliteit. Op deze manier willen we als gemeente Waalre voorkomen dat door bezuinigingen de kwaliteit van de verschillende voorzieningen erop achteruitgaat.

Ad 2. Verslechtering bereikbaarheid voorzieningen
Het is voor bepaalde doelgroepen belangrijk dat de voorzieningen voor bijvoorbeeld zorg goed bereikbaar zijn. Het is daarom niet wenselijk dat de bereikbaarheid van de basisvoorzieningen verslechtert. Openbaar vervoer, welke de voorzieningenclusters binnen onze gemeente bereikbaar maakt voor de doelgroepen, is niet haalbaar. Wel trachten we het systeem van collectief vervoer te versterken, waarvoor vrijwilligers van groot belang zijn.  

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen op het gebied van voorzieningen wordt verwezen naar de onderdelen: 



5   Economie en werken

Introductie
In deze hoofdzakelijk ruimtelijk-functionele structuurvisie doen we geen beleidsuitspraken rondom arbeidsmarktbeleid en werkloosheidsbestrijding. Uiteraard hebben  ontwikkelingen op het gebied van economie en bedrijvigheid hier wel direct invloed op.

We maken onderdeel uit van de Brainport Regio. De regio heeft haar sterke economische positie mede te danken aan de unieke combinatie van wonen, werken en landschap. Om deze positie te behouden is het onder andere van belang het internationale vestigingsmilieu te waarborgen. In de regio wordt alles in het werk gesteld om nieuwe bedrijven en talentvolle werknemers (uit de hele wereld) aan te trekken. De High Tech Campus Eindhoven (HTCE), de Healthcare Campus, de High Tech Automotive Campus en de campus van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) zijn de belangrijkste grootschalige kennisclusters in Brainport Eindhoven. 

De centrale thema`s uit het Rijks-, provinciaal en regionaal beleid zijn voor ons leidend: het creëren van een `vitale economie`, duurzaamheid, aandacht voor kwaliteit en zorgvuldig omgaan met de bestaande ruimte. Op lokaal niveau zijn onder andere de beleidsstukken het Lokaal Economisch Programma en het Ontwikkelingsprogramma Ondernemend Waalre van belang.

   

Mening samenleving rondom economie en werken
Het ondernemersklimaat in Waalre is verbeterd. Een vraag die in de samenleving leeft, is of er behoefte is aan nieuwe kantoorlocaties, gezien de huidige leegstand. De behoefte bij ondernemers ligt bij de (schone) maakindustrie. Van belang is dat nieuwe locaties voor werken goed bereikbaar zijn en buiten de kernen liggen. Veel meer ruimte voor bedrijvigheid wordt niet als wenselijk gezien. Men is van mening dat er kansen liggen voor bedrijven die zijn gelieerd aan de High Tech Campus. Zichtlocaties zijn hiervoor geschikt. Daarnaast leeft de mening dat Waalre haar groene karakter meer moet uitbuiten en er een toeristische kracht van moet maken. Bedrijvigheid en ondernemers zijn niet alleen van belang voor de economie, maar ook een belangrijke motor voor de leefbaarheid en het verenigingsleven in de kernen.

Trends
In een aantal kernpunten kan de gemeente Waalre op het gebied van economie en werken getypeerd worden (voor meer informatie wordt verwezen naar de Sociaal-Economische Verkenning 2013):

  • in de afgelopen periode was er een groeiende werkgelegenheidsontwikkeling van circa 5.000 arbeidsplaatsen in 2006 tot circa 6.000 in 2012; 
  • in de periode 2009 - 2012 is een stijging van het aantal parttimers te zien, het aantal fulltimers blijft ongeveer gelijk;
  • wat betreft het aantal niet-werkende werkzoekers is er sprake van een stijging van circa 300 in 2008, naar circa 450 begin 2013;  
  • het aantal bedrijven is van ruim 1.200 vestigingen in 2008 gegroeid naar circa 1.460 vestigingen in 2012. De groei heeft met name in de sectoren zakelijke dienstverlening en gezondheids- en welzijnszorg plaatsgevonden;
  • zowel qua aantal vestigingen als werkgelegenheid is de sector zakenlijke dienstverlening in Waalre sterk vertegenwoordigd en bedraagt meer dan 1/3 deel;
  • in vergelijking met ZO-Brabant is met name het werkgelegenheidsaandeel van de sector industrie bescheiden (80 bedrijven, grote industriële werkgevers zijn verdwenen);
  • in Waalre kan circa 95% van de bedrijvigheid tot het kleinbedrijf (minder dan 10 personen) worden gerekend;
  • afgelopen jaren is het aantal starters gegroeid en ligt nu op een niveau van ruim 100 starters per jaar. Echter ook de opheffingen laten de laatste jaren een stijging zien, waardoor het saldo sinds 2008 daalt.

Kijkend naar de verwachte demografische ontwikkelingen, is de verwachting dat de beroepsbevolking de komende periode tot 2025 zowel procentueel als absoluut afneemt. Procentueel is momenteel 62% van de totale bevolking onderdeel van de beroepsbevolking, in het jaar 2025 zal dat ongeveer 59% zijn. Dit heeft invloed op het ondernemingsklimaat. Daarnaast heeft de toenemende vergrijzing ook invloed op (het type van) de werkgelegenheid. 

Een op- en neergaande economie heeft gevolgen voor de gemeente. De huidige economische conjunctuur en het vooruitzicht voor de komende periode, heeft ertoe geleid dat er sprake is van een overaanbod aan (plannen voor) bedrijventerreinen. Er moeten dus keuzes gemaakt worden en prioriteiten gesteld worden. Dat geschiedt in regionaal verband, waaraan wij participeren en vervolgens deze keuzes lokaal doorvoeren. Deze keuzes hebben we verankerd in de structuurvisie. Een ander gevolg, is dat er bij neergang er minder geld is om uit te geven, zowel collectief als individueel. Dat betekent dat de gemeentelijke voorzieningen onder druk komen te staan en er steeds meer een beroep op de draagkracht van burgers wordt gedaan. Het heeft gevolgen voor de (lokale) werkgelegenheid, de vestiging van bedrijven (en haar werknemers) en uiteindelijk voor de leefbaarheid. 

Hoofdlijnen beleid en rode draad ontwikkelingsvisie thema economie en werken
Waalre is een dynamische gemeente met een vitaal economische gemeenschap. Speerpunten zijn de versterking van Waalre als vestigingslocatie voor zakelijke dienstverlening, benutten van het toeristisch-recreatief potentieel, blijvende aandacht voor het behoud van het industriële midden- en kleinbedrijf, behoud van winkelvoorzieningen in beide kerkdorpen en een gezonde agrarische sector (waarbij naast het agrarisch bedrijf ook ruimte is voor nevenactiviteiten).

Het beleid voor economie en werken hebben we uitgewerkt in vier vormen van beleid:

 



5.1   Onze basisverantwoordelijkheid op het gebied van economie en werken

Op het gebied van economie en werken beschouwen als onze basisverantwoordelijkheid: 

  1. Het bieden van de juiste voorwaarden voor het behoud van bestaande bedrijvigheid in de gemeente Waalre door een goed vestigings- en ondernemingsklimaat;
  2. Het up-to-date houden van de openbare ruimte en de bereikbaarheid van de bedrijvenlocaties en centrumgebieden;
  3. Agrarische bedrijvigheid in het buitengebied binnen de kaders faciliteren.

Deze hoofdkeuzen werken we hierna verder uit. Voor uitgebreide onderbouwing en details verwijzen we graag naar de onderliggende beleidsdocumenten. Die documenten zijn via deze digitale structuurvisie toegankelijk gemaakt.

   

Ad 1. Behoud gevestigde bedrijven door goed vestigings- en ondernemingsklimaat
De bestaande bedrijvigheid binnen onze gemeente zien we als een belangrijke economische motor. Omdat we deze bedrijven ook in de toekomst willen behouden, zijn we voornemens om initiatieven van gevestigde (en nieuwe) bedrijven de ruimte te geven binnen de geldende kaders. Sinds enkele jaren beschikken we als gemeente over een bedrijvencontactfunctionaris, een belangrijke meerwaarde voor ons economische klimaat.
Op dit moment zijn een aantal bedrijven in de dorpen gevestigd, buiten bedrijventerreinen. Voor de kwaliteit van het woon- en leefmilieu heeft het de voorkeur wanneer deze bedrijven verplaatsen naar een (lokaal georienteerd) bedrijventerrein in het betreffende dorp. Wanneer er een mogelijkheid zich aandient (bijvoorbeeld wanneer het betreffende bedrijf een investering wenst te doen), gaan we het gesprek over eventuele verplaatsing aan.
Om deze reden vinden we het van groot belang om altijd over voldoende (schuif)ruimte te beschikken op de bedrijventerreinen in/aan de rand van de dorpen.  

Ad 2. Up-to-date houden bestaande bedrijventerreinen
De bestaande bedrijventerreinen ('t Broek circa 6,4 ha netto, Voldijn ruim 10 ha netto, Diepenvoorde circa 4 ha netto) dienen de kracht te vormen van ons vestigingsklimaat. Dit betekent een aantrekkelijke uitstraling en een goede bereikbaarheid. Momenteel zijn er nog enkele bedrijfskavels op `t Broek uitgeefbaar en nog één kantoorlocatie op bedrijvenpark Diepenvoorde. Op het bedrijventerrein Voldijn liggen een aantal bedrijfskavels reeds enige tijd braak. Het heeft onze voorkeur om een deel van deze ruimte te behouden voor ruimtevragen van bestaande en nieuwe lokaal georiënteerde bedrijven. Momenteel onderzoeken we of een ontwikkelingsrichting met woonwerkeenheden voor een deel van het terrein, als overgang naar de woongebieden, een interessante mogelijkheid is.

   

Ad 3. Agrarische bedrijvigheid in het buitengebied koesteren en faciliteren
De landbouw is van groot belang voor een vitaal buitengebied. Van oudsher wordt ons buitengebied primair gekenmerkt door de agrarische functie. Uit het bedrijvenregister blijkt dat er in Waalre bijna 30 bedrijven in de sector landbouw, bosbouw en visserij zijn gevestigd. Het aantal volwaardige agrarische bedrijven ligt echter lager en zal tussen de 10 en 15 bedrijven liggen. De overige agrarische ondernemers kunnen getypeerd worden als ' multifunctionele landbouw.

In het Reconstructieplan wordt het buitengebied in drie zones ingedeeld, te weten landbouwontwikkelings-, verwevings- en extensiveringsgebieden. In Waalre zijn er geen landbouwontwikkelingsgebieden (LOG`s). In de extensiveringsgebieden is het idee dat de intensieve veehouderij op den duur verdwijnt. In Waalre zijn er geen echte intensieve veehouderijbedrijven in het extensiveringsgebied gevestigd. Voor (grootschalige) intensieve veehouderijen zijn er geen mogelijkheden in Waalre. 

Er zijn wel diverse grondgebonden bedrijven gevestigd waarvan een deel van de huiskavels zich in de Ecologische Hoofdstructuur bevinden. Hier wordt natuurontwikkeling nagestreefd. Naast deze grondclaim zijn er ook nog andere beleidsdoelen (bv woningbouw, infrastructuur) die ruimte vergen.
Ook in de sector zelf zijn veranderingen gaande. Bedrijven moeten groeien (schaalvergroting), waardoor de grondgebonden bedrijven (met name melkveehouderijen) ook meer grond nodig hebben. Hierdoor neemt de grondclaim ook nog eens toe. Dit zou tot een afname (verplaatsing of stopzetting) van bedrijven kunnen leiden.

Ongeveer 2/3 van het aantal agrarische ondernemers binnen onze gemeente hebben zich verenigd en een visie opgesteld. Hierin komt onder andere aan de orde hoeveel grond nodig is om de aanwezige bedrijven voldoende ontwikkelingsmogelijkheden te bieden (rekening houdend met claim EHS e.d.). Verbetering van de bedrijfsstructuur en kavelruil wordt hiervoor deels als een oplossing gezien. Ook het blijven bieden van verbredingsmogelijkheden en mogelijkheden voor multifunctionele landbouw vormt een onderdeel van die visie. Als gemeentebestuur van Waalre willen we de noodzakelijke dynamiek van de agrarische sector zoveel mogelijk, binnen de gestelde kaders, faciliteren en ondersteunen. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de zoektocht naar verbredingsmogelijkheden en functies na eventuele beëindiging van een agrarisch bedrijf.  Momenteel wordt er gewerkt aan en de herinrichting van het landelijk gebied, waarbij een balans wordt gezocht tussen de economische activiteiten en bescherming van natuur, berging overtollig water, recreatiemogelijkheden en behoud van het waardevolle landschap. We zien voor de agrarische bedrijven ook een belangrijke rol in agrarisch natuur- en landschapsbeheer.

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen op het gebied van economie en werken verwijzen we naar de onderdelen: 


 



5.2   Ambities op het gebied van economie en werken

Bovenop onze basisverantwoordelijkheid, zetten we ons op het gebied van economie en werken extra in voor:

  1. Versterking en diversificering werkgelegenheid;
  2. Zorgdragen voor voldoende en kwalitatief hoogwaardige bedrijfslocaties en een goed ondernemeningsklimaat.

Deze beleidskeuzen werken we hierna verder uit. Voor uitgebreide onderbouwing en details verwijzen we graag naar de onderliggende beleidsdocumenten. Die documenten zijn toegankelijk gemaakt via deze structuurvisie.

   

Ad 1. Versterking en diversificering werkgelegenheid
Waalre is een dynamische gemeente met een vitaal economische gemeenschap. Speerpunten zijn de versterking van Waalre als vestigingslocaties voor de zakelijke dienstverlening, benutten van het toeristisch-recreatief potentieel, blijvende aandacht voor het behoud van het industriële midden- en kleinbedrijf, behoud van de winkelvoorzieningen in beide kerkdorpen en een gezonde agrarische sector. Belangrijke accenten zijn de ' high-tech-doelgroep' gerelateerd aan de High Tech Campus, innovatieve bedrijven in het algemeen en zzp-ers welke op zoek zijn naar een aantrekkelijke ruime woonomgeving van waaruit ze hun werkzaamheden kunnen verrichten. 

We streven niet naar de vestiging van grote industriële bedrijven. De aandacht gaat uit naar het (gevestigde) midden- en kleinbedrijf. Waarbij gezien de ligging in de Brainport-regio ingezet wordt op/aandacht is voor de ambachtelijke kleinschaligere industriële bedrijven met een hoogwaardig karakter. Daarnaast zetten we in op versterking van de sector dienstverlening, waarmee we als Waalre ons ook duidelijk kunnen positioneren in de Brainport-regio.

Als gemeente hebben we beperkte invloed op het daadwerkelijk vestigen van nieuwe bedrijven. Wel kunnen we middels goede promotie en acquisitie bedrijven en ondernemers nieuwsgierig maken naar bedrijfsruimte in onze gemeente. Bij deze promotie spelen de kernwaarden exclusief, authentiek en dynamisch een belangrijke rol.

Ad 2. Zorgdragen voor voldoende en kwalitatief hoogwaardige bedrijfslocaties en hoogwaardig ondernemingsklimaat
Als gemeente beschikken we over een omvang aan bedrijventerreinen van bijna 21 hectare bruto. Netto is dit ruim 17 hectare. Het grootste deel van de bestaande bedrijvigheid is geconcentreerd op terrein De Voldijn, dat eind jaren negentig van de vorige eeuw gerevitaliseerd is. Door een tekort aan bedrijventerreinen in het verleden, zijn groeiende bedrijven gedwongen geweest om naar elders te vertrekken en zijn grootschalige nieuw-vestigingen beperkt gebleven. Door de huidige ontwikkelingen van het kantorenpark Diepenvoorde in Aalst en uitbreiding van bedrijventerrein Waalre-Noord trachten we de vraag naar bedrijfsruimte te accommoderen. In 2011 was er nog 0,9 hectare uitgeefbaar. 

Als onderdeel van de Brainport hebben we als gemeente belangrijke troeven in handen. Samen met het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) en de betrokken gemeenten werken we aan visievorming en ontwikkeling van het gebied. In 2006 is een Ontwikkelingsplan voor de A2-zone opgesteld, welke het integrale kader biedt voor de (her)ontwikkeling van het gebied de komende vijftien jaar. 

Als gevolg van de economische trends de afgelopen periode, wordt in regionaal verband het Regionaal Programma Bedrijventerreinen bijgesteld. Gestreefd wordt naar een in de tijd realistische prioritering in de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen. Als gemeente sluiten we ons hierbij aan. De op ons grondgebied gelegen High Tech Campus Zuid wordt hierin aangemerkt als een reservering voor de toekomst als de HTCE uitontwikkeld is. Mogelijk dat dit voor 2020 aan de orde is. In deze programmering staat het bedrijvenpark Ekenrooi-Noord in ieder geval niet voor het jaar 2020 opgenomen, deze staat vooralsnog ' on hold'. Daarnaast speelt voor ons de afronding van bedrijvenpark 't Broek, welke geen onderdeel uitmaakt van de regionale programmering.

Wat van van belang achten voor het ondernemingsklimaat, is het versterken van het organiserende vermogen van het bedrijfsleven. Hierover zijn we in overleg.  

Als gemeente dragen we samen met het bedrijfsleven zorg voor het behoud van de kwaliteit van de bedrijventerreinen Voldijn en `t Broek. We streven naar een concentratie van bedrijven en als gevolg daarvan naar het opheffen van kleinschalige bedrijvenlocaties waar mogelijk. Om voldoende ruimte te kunnen blijven bieden aan ruimtebehoefte van het lokale bedrijfsleven, overwegen we een deel van de braakliggende kavels op het bedrijventerrein Voldijn hiervoor te reserveren. Het geheel herontwikkeling naar wonen, of geheel met woon-werkeenheden is vooralsnog niet aan de orde. Voor delen is dat echter wel afweegbaar. Het onderzoek hiernaar loopt nog.

Onderstaande kaart geeft alle economisch gerelateerde ontwikkelingen weer (op de lange en korte termijn), met een voor een structuurvisie relevant fysiek ruimtebeslag.



Kaartbeeld uit het Lokaal Economisch Programma. Ten tijde van het opstellen van de structuurvisie is dit niet geheel actueel meer. Het concrete initiatief van een golfbaan in het gebied Achtereind speelt niet meer. Recreatieve initiatieven zijn echter nog steeds afweegbaar.

Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen wordt verwezen naar de onderdelen: 



5.3   Kansen op het gebied van economie en werken

Als gemeente streven we ernaar om initiatieven die een bijdrage leveren aan de economie en de werkgelegenheid zoveel als mogelijk te faciliteren, binnen de geldende kaders zoals de regionale afspraken, de bestemmingsplannen en de welstandsnota. Wanneer een initiatief op onderdelen niet passend is, dan gaan we graag met de betreffende partij om tafel. Deze structuurvisie vormt hierbij mede het afwegingskader. Belangrijke algemene vertrekpunten hierbij voor ons zijn:

    • Het initiatief moet een meerwaarde bieden voor de gemeente Waalre;
    • De bereikbaarheid moet goed gewaarborgd kunnen worden en het initiatief mag niet leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en voor het `leven` in het algemeen in onze gemeente;
    • Wanneer het bedrijf lokaal georiënteerd is, wordt gestreefd naar inpassing op een van de lokale bedrijventerreinen;
    • Het initiatief moet ruimtelijk goed ingepast zijn en aansluiten bij de karakteristiek van de gemeente Waalre.

    Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdlijnen ten aanzien van het beleidsveld economie en werken verwijzen we graag naar:



    5.4   Wat willen we echt voorkomen op het gebied van economie en werken

    In het verlengde van de beleidskeuzen die we opgenomen hebben in de onderdelen 'basisverantwoordelijkheid' en 'ambitie', zijn er ontwikkelingen die we op het gebied van economie en werken echt willen voorkomen:

    1. Het wegtrekken van bedrijven;
    2. Het in een negatieve spiraal raken van bedrijfslocaties en centrumgebieden;
    3. Een afnemende agrarische vitaliteit

    Als gemeente willen we ten alle tijden voorkomen dat er zich ontwikkelingen voordoen waardoor bedrijven wegtrekken en bedrijvenlocaties in een negatieve spiraal raken. Dit streven we na door andere activiteiten op het gebied van:

    • wonen: onder andere nieuwe woonfuncties (bijvoorbeeld in het buitengebied) mogen geen belemmering vormen voor bedrijven, daarnaast is het van belang dat nieuwe woonmilieus aansluiten bij de door de werknemers van gevestigde/gewenste bedrijven gewenste woonmilieus;
    • voorzieningen: het streven naar kwaliteitsbehoud van het voorzieningenpakket;
    • de omgevingskwaliteit: onder andere door inspanningen op het gebied van revitalisering én door duurzaamheid en groene kwaliteit centraal te stellen in ons beleid.

    Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdlijnen op het beleidsveld economie en werken wordt verwezen naar de onderdelen: 



    6   Recreatie en toerisme

    Introductie
    Waalre `Groenfontein van de Kempen`! Niet voor niets: alle kenmerken van een typisch Kempenlandschap zijn aanwezig. Er zijn diverse fiets- wandel- en ruiterroutes om deze te kunnen beleven. Naast deze routes, zijn er dagrecreatieve voorzieningen zoals activiteitenboerderij 't Geveltje, Huifkarverhuur Hoeve Kakelbont, speeltuin de Klimbim, Bonbonfabriek Vermeulen en de Vlindertuin aanwezig. In de gemeenten zijn 30 horecabedrijven gevestigd, dat is relatief gezien erg weinig. Het aanbod voor verblijfrecreatie is minimaal. Er is geen hotel, maar een camping (niet eens echt in onze gemeente) en een enkele Bed & Breakfastaccommodatie. Ook op het gebied van watersport is er weinig aanbod. Er is De Meeris, een ontgrondingsplas van ongeveer 15 hectare uit de jaren zeventig, welke incidenteel de functie riooloverstort heeft. Surfen, vissen (via visvereniging), duiken (via vereniging) is toegestaan, zwemmen niet. Op cultureel en cultuurhistorisch gebied is er echter wel sprake van een divers aanbod. Het gaat hierbij om diverse rijks- en gemeentelijke monumenten, een beschermd dorpsgezicht, het Waalres Museum en een groot aanbod van kunst in de openbare ruimte. Ook zijn er een aantal jaarlijks terugkerende evenementen, zoals de avondwandeltochten, jeugdweek en de Wolderse Braderie.

    In het kort spelen er, naast het (nagenoeg) ontbreken van verblijfsrecreatieve voorzieningen nog twee knelpunten op het gebied recreatie en vrije tijd:

    • Recreatiedruk: Als overmatige recreatiedruk in sommige delen van de bossen zijn er zeer veel kleine paden ontstaan die worden gebruikt door fietscrossers en er wordt regelmatig gecrost door motoren. Er zijn vrijwel geen rustgebieden meer voor recreanten. Op diverse routes hinderen de verschillende gebruikers elkaar;
    • Specifiek voor de plas De Meeris: Overlast op het gebied van vervuiling, vernielingen, geluidsoverlast et cetera. Auto`s komen op plekken waar ze niet mogen komen en de onduidelijk bestemming van de plas (niet zwemmen, wel duiken) zorgt voor verwarrende situaties.

    Ons beleid op het gebied van recreatie is vastgelegd in onder andere het document Nota Toerisme en Recreatie gemeente Waalre (2005) en in het Lokaal Economisch Programma 2011

       

    Mening en algemene waardering samenleving recreatie en toerisme
    Een algemene mening is moeilijk te geven. Ingrediënten zijn wel duidelijk en die onderstrepen de opgave waar we als gemeente voor gesteld zijn: het zoeken van een goede balans. Mensen zijn trots op onze mooie gemeente en zijn van mening dat de vele aantrekkelijke gebieden kansen bieden om recreatie en toerisme in de gemeente versterken, waardoor er meer bestedingen op ons grondgebied plaatsvinden, de middenstand ondersteund wordt en werkgelegenheid gecreëerd wordt. Aan de andere kant, heerst er de vrees dat de (verkeers)overlast zal toenemen, de kwaliteiten en rust aangetast wordt en Waalre niet meer Waalre zal zijn. Aangegeven wordt, dat als er recreatievoorzieningen ontwikkeld worden, dat deze ook ten gunste van de lokale samenleving moeten zijn. 

    Trends
    Een aantal trends zijn van invloed op het thema recreatie en vrije tijd. Belangrijk is uiteraard de economische recessie. Er is minder geld om uit te geven, zowel collectief als individueel. Indien mensen langer moeten gaan werken zal dit ook gevolgen hebben voor de vrijetijdsbesteding. Anderzijds is er, als gevolg van maatschappelijke trends en demografische ontwikkelingen, juist sprake van toenemende vrije tijd en een toenemende vraag naar vrije tijdsvoorzieningen. Senioren maken een steeds groter aandeel uit van de recreanten. Deze doelgroep wil (gemiddeld) ook steeds meer geld besteden aan `recreatie` of `vrije tijd` en de vraag naar luxe en welness neemt toe.
    Een andere belangrijke trend is de toenemende waardering van landschapsschoon en de vraag naar routegerichte recreatievormen om daarvan te kunnen genieten.

    Hoofdlijnen beleid en rode draad ontwikkelingsrichting thema toerisme en recreatie
    Heel in het algemeen zetten we in op behoud en waar mogelijk versterking van de toeristisch-recreatieve infrastructuur in Waalre, zodat er meer bezoekers naar Waalre komen, maar ook de eigen inwoners van de aantrekkelijkheid van Waalre kunnen blijven genieten. Het aantal bezoeken aan Waalre moet vergroot worden, waardoor de bestedingen in de gemeente Waalre toenemen, wat een positief effect heeft op de plaatselijke economie en werkgelegenheid. Om dit doel te bereiken zijn de volgende speerpunten van toepassing:

    • Behoud, versterking en verbetering van dagrecreatieve voorzieningen;
    • Ontwikkeling van verblijfsrecreatieve voorzieningen;
    • Verbetering en stimulering van samenwerking;
    • Waar mogelijk positief benaderen van initiatieven van ondernemers en hen uitnodigen hiertoe;
    • Productontwikkeling;
    • Profilering en promotie van het toeristisch-recreatief aanbod;
    • Handhaving en regelgeving.

    Het beleid voor recreatie en vrije tijd op hoofdlijnen is uitgewerkt in de volgende onderdelen:



    6.1   Onze basisverantwoordelijkheid op het gebied van recreatie en toerisme

    Op het gebied van recreatie en toerisme beschouwen we het als onze basisverantwoordelijkheid om:

    1. Recreatieve ondernemers te trachten te behouden
    2. De aantrekkelijkheid van het landschap te behouden, als schatkist voor de recreatie en toerisme.

    Deze hoofdkeuzen werken we hierna kort uit. Voor uitgebreide toelichting en details verwijzen we graag naar onderliggende beleidsdocumenten. Die documenten zijn via deze digitale structuurvisie toegankelijk.

       

    Ad 1 Recreatieve ondernemers behouden
    De bestaande recreatieve ondernemingen binnen onze gemeentegrenzen zijn beperkt in aantal en omvang. Ze zijn overwegend gevestigd aan de rand van de gemeente, nabij boscomplexen en/of nabij een beekdal. Dat is ook niet vreemd, van hieruit kunnen interessante tochten worden ondernomen in het achterland van de gemeente. Deze ondernemingen dienen zich goed te profileren en mee te gaan in de toeristische vraag. Als gemeente kunnen we hierbij faciliteren, maar feitelijk hebben we een beperkte rol. 

    Ad 2. Behoud aantrekkelijkheid landschap
    De recreatiedruk in de bossen neemt toe. Niet is het alleen drukker, er is ook steeds meer sprake van overlast. Het gaat dan om vernieling van bewegwijzering, bomen en struiken, vervuiling, geluidsoverlast, illegaal kamperen, vuur stoken et cetera. De APV en de openstelling van de bossen stellen bepaalde regels over wat wel en niet is toegestaan. Regelgeving heeft geen zin als deze niet wordt gehandhaafd. Om de kwaliteit van de natuurgebieden te handhaven en een hiermee ook een goed toeristisch en recreatief product aan te kunnen bieden, willen we onderzoeken hoe we beter (efficiënt en effectief) om kunnen gaan met onze handhavingstaakstelling en de daarvoor beschikbare middelen. 

    Specifiek aandachtsgebied vormt De Meeris, een plas van 15 hectare, welke in de jaren 70 ontstaan is na een zandafgraving. De plas wordt incidenteel gebruikt als overstort van het riool. Tot op heden hebben we een extensief recreatief beleid gevoerd voor dit gebied, dat betekent dat er bijvoorbeeld niet gezwommen mag worden. We werken met betrokkenen aan het geleidelijk aan verbeteren van de aantrekkelijkheid van De Meeris en omgeving. Het uitgangspunt voor de toekomst blijft extensief. De Meeris is onderdeel van de Gebiedsvisie Waalre Noord.

    Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdlijnen ten aanzien van het beleidsveld recreatie en vrije tijd, verwijzen we graag naar de onderdelen: 



    6.2   Ambities op het gebied van recreatie en toerisme

    Naast onze basisverantwoordelijkheid, zetten we ons op het gebied van toerisme en recreatie, samen met de betrokken partijen en ondernemers extra in voor:

    1. Het versterken van het toeristisch-recreatief profiel in het algemeen;
    2. Complete routes en aantrekkelijke dagrecreatieve voorzieningen;
    3. Het versterken van de mogelijkheden voor verblijfsrecreatie;
    4. Realisatie Recreatieve Natuurpoorten

    Deze hoofdkeuzen werken we hierna verder uit. Voor uitgebreide onderbouwing en details verwijzen we graag naar de onderliggende beleidsdocumenten. Die documenten zijn via deze digitale structuurvisie toegankelijk gemaakt.

       

    Ad 1. Versterken toeristisch-recreatief profiel in het algemeen met accenten in specifieke gebieden
    Waalre is een heel aantrekkelijk, divers gebied. Daar zijn we trots op, die trots is echter in het verleden onvoldoende stevig uitgedragen, onvoldoende breed gepromoot. Onze ligging tegen het grootstedelijke Eindhoven aan, biedt veel kansen om voor de Eindhovense bevolking de functie van recreatief uitloopgebied te vervullen, in aanvulling en in het verlengde van de Genneper Parken. Uiteraard is het hierbij van belang dat ' het kind niet met het badwater weggegooid wordt'. De recreatiedruk moet goed geleid worden en (nieuwe) voorzieningen zodanig gelokaliseerd en ingepast, dat er geen sprake is van  aantasting van de waarden. Dit vormt voor ons een grote uitdaging, welke we graag aangaan, omdat dit een wijze is om ons profiel en identiteit als ' Groenfontein van de Kempen' verder te versterken. 
    Vrijkomende agrarische bebouwing bieden nieuwe mogelijkheden voor het versterken van dit recreatief-toeristische profiel. Accenten liggen bij het versterken van verblijfsrecreatie en plattelandstoerisme, betere routestructuren en het ontwikkelen van  recreatieve poorten (zie ad 4.).

    Niet in alle delen van onze gemeente willen we meer mogelijkheden bieden voor toeristisch-recreatieve voorzieningen. Verbreding van agrarische bedrijfsvoering is wel mogelijk, met het oog op het ook economisch duurzaam voort kunnen bestaan van de agrarische ondernemers. We zien voor specifieke gebieden de volgende accenten:

    • Specifiek voor het gebied Achtereind ten zuiden van Ekenrooi, zien we kansen voor dagrecreatieve voorzieningen en versterking van de routestructuren, gericht op de eigen bevolking. Toeristische voorzieningen, met een structureel sterke publieksaantrekkende werking zijn hier niet wenselijk.  De infrastructuur en (eenzijdige) ontsluiting van dit gebied zijn hierop niet toegesneden. Kernwoorden zijn extensief, exclusief en een goede landschappelijke inpassing, waarbij ontwikkelingen leiden tot een kwaliteitsimpuls voor het gebied als geheel; 
    • In tegenstelling tot het gebied Achtereind e.o., zien we in het gebied Heikant (binnen kaders) wel mogelijkheden voor toeristische voorzieningen, welke ook gericht zijn op mensen van buiten de gemeentegrenzen. Het gaat dan zowel om dagrecreatieve voorzieningen en verblijfsrecreatieve voorzieningen als een zelfstandige onderneming, of als onderdeel van een agrarisch bedrijf of zorgvoorziening. Bij voorkeur hebben de initiatieven wel relatie met de authenticiteit van Waalre en het landschap(sbeleving). Uitgangspunt is dat zorggedragen wordt voor een goede landschappelijke inpassing, zowel op perceels- als op structuurniveau. Ontwikkelingen dienen een kwaliteitsimpuls voor het gebied als geheel te betekenen; 
    • Zoals in onderdeel 2.2. (ambitie landschap) en onderdeel 4.2 (ambitie voorzieningen) beschreven, werken we voor beide dorpscentra aan een versterking: zowel functioneel als kwalitatief ruimtelijk. Aantrekkelijke dorpsharten vormen een belangrijk onderdeel van het toeristisch-recreatieve voorzieningenpakket. Een goede ontsluiting voor zowel het langzaam verkeer, als ook de auto en het openbaar vervoer vormt hiervoor een belangrijke voorwaarde.   
    • Langs de Dommel, aanhakend op de Groene Mantel aan de noordkant van onze gemeente en op Genneper Parken in Eindhoven, ontstaat een samenhangend natuur- en extensief recreatiegebied, gericht op routegerichte recreatievormen en landschapsbeleving. Onderdeel van deze zone is de te realiseren Recreatieve Natuurpoort bij de Volmolen.     

    Versterken (keten)samenwerking
    Een algemene activiteit die we ondernemen gericht op het versterken van het toeristisch-recreatief profiel, is het versterken van de samenwerking met het bedrijfsleven onderling en met ons als gemeente en de regio. Deze samenwerking is ook noodzakelijk om in te kunnen spelen op de vraag van de toerist en recreant. Door ketensamenwerking en het ontwikkelen van arrangementen kan de verblijfsduur van de recreant of toerist verlengd worden wat gunstig is voor de bestedingen.

       

    Ad 2. Complete routes met kwaliteit en aantrekkelijke dagrecreatieve voorzieningen
    Waalre beschikt over een groot aanbod aan routes: fiets-, wandel-, mountainbike-, ruiter-, skateroutes. De populariteit neemt toe, als gevolg van de toenemende landschapswaardering en het gezondheidsbewustzijn van mensen. Samen met betrokkenen als het waterschap, de LTP, agrariërs en ondernemers streven we naar  kwalitatief hoogwaardige netwerken. Dit kan bijvoorbeeld door een aantrekkelijke aankleding met bankjes, picknickplaatsen en informatiepanelen. Bedrijvigheid aan de routes wordt gestimuleerd.Van belang bij het verder versterken van de routestructuren is:

    • Het ontstaan van ommetjes vanuit de dorpen, voor de bewoners. Bijvoorbeeld voor fietsen en voor wandelen en het uitlaten van de hond.
    • Het ontstaan van een ' rondje Waalre': langs de Dommel, via Heikant door het bosgebied (daar aanhakend op de nieuwe fietsroute over het voormalige spoorlijntje), via Achtereind en door het bosgebied ten oosten van Ekenrooi weer naar het Noorden, aanhakend op de slowlane. Door de verknoping met het nieuwe hoogwaardige fietspad op de voormalige spoorlijn ontstaat er feitelijk een ' achtje Waalre'.   
    • We richten ons niet alleen op een goede interne routestructuur, maar ook op een goede aanhaking en voortzetting van de routes over onze gemeentegrens. Hierbij kan gedacht worden aan de routes vanuit de beide te realiseren recreatieve groene poorten De Volmolen en De Hut van Mie Pils, maar ook een te realiseren route in het noordelijke deel van de gemeente, welke onder andere ook de High Tech Campus en het Maxima Medisch Centrum onderling verbindt en het aantrekkelijke recreatieve uitloopgebied daartussen (onderdeel van de Groene Mantel).  

    Ad 3. Verblijfsrecreatie versterken
    Bij verblijfsaccommodatie kan het gaan om hotels, pensions, bed & breakfast, maar ook om kleinschalig plattelandstoerisme als kamperen bij de boer en boerenhofstedes. De vestiging van verblijfsaccommodaties is een zaak van ondernemers. Als gemeente trachten we partijen uit te nodigen hiertoe, kunnen we faciliteren en randvoorwaarden scheppen. In beginsel zijn we zeker bereid om mee te werken aan de vestiging van verblijfsaccommodatie. De mogelijkheden hiervan zijn wel afhankelijk van de specifieke locatie en bijvoorbeeld de daar geldende (bestemmings)plannen.

    Ad 4. Realisatie recreatieve natuurpoorten met betrokken partijen als LTP
    Een natuurpoort is een entree naar een aantrekkelijk recreatiegebied. Dat kan een bos- of natuurgebied met passende voorzieningen zijn. Van belang is dat er sprake is van ruim voldoende parkeergelegenheid, horecavoorziening, informatieverstrekking over het gebied en aansluiting op fiets-, wandel- en ruiterroutes. In overleg en samenwerking met betrokken partijen onderzoeken we als gemeente de haalbaarheid van het realiseren van tenminste twee natuurpoorten in Waalre: ter hoogte van de ' Volmolen'  en ter hoogte van de ' Hut van Mie Pils'. Hier is reeds een publiektrekkende voorziening aanwezig. Een derde natuurpoort, wordt vooralsnog niet nagestreefd. Gekoppeld aan deze poorten, zijn goede recreatieve langzaamverkeersverbindingen van groot belang, zowel binnen als buiten onze gemeentegrenzen georiënteerd.   

    De overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen voor het beleidsveld recreatie en vrije tijd zijn uitgewerkt in de onderdelen:



    6.3   Kansen op het gebied van recreatie en toerisme

    Over het algemeen zien we ontwikkelingen op het gebied van recreatie, toerisme en vrije tijdsbesteding als een zaak van de `markt`. Maar gezien onze ambitie, willen we het niet alleen daar laten liggen. Daar waar wij aan zet zijn, nemen we onze rol: de realisatie van netwerken bijvoorbeeld en belangrijke randvoorwaarden als aantrekkelijke centrumgebieden. We denken mee, stimuleren en nodigen partijen uit om met initiatieven te komen die bijdragen aan onze visie met accenten in de vorm van kwaliteitsverhoging van de dagrecreatieve voorzieningen en een verlenging van de verblijfsduur van recreanten en toeristen in onze gemeente door het toevoegen van verblijfsrecreatieve voorzieningen. Bij de afweging en bespreking van initiatieven hanteren we in ieder geval de volgende basisvertrekpunten:

    • Voorkomen dat de agrarische sector belemmerd wordt;
    • De ontwikkeling moet bijdragen aan kwaliteitsversterking van het (buiten)gebied, zoals een versterking op het gebied van natuur, cultuur, water, landschap.
    • Er mag geen verkeers- of parkeeroverlast ontstaan, ook op andere terreinen mag geen sprake zijn van overlast (zoals geluid of stank);
    • De ontwikkeling moet ruimtelijk/landschappelijk goed ingepast zijn, wat minimaal betekent dat de beleving van het buitengebied ter plekke en in de omgeving niet aangetast wordt en er aangesloten wordt op de kernkwaliteiten en zoveel als mogelijk ook op de kenmerkende bouwstijlen.

    Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdbeleidslijnen rondom het beleidsveld recreatie en toerisme wordt verwezen naar de onderdelen:



    6.4   Wat we echt willen voorkomen op het gebied van recreatie en toerisme

    In het verlengde van onze beleidskeuzen zoals opgenomen in de onderdelen 'basisverantwoordelijkheid' en 'ambitie', zijn er op het gebied van recreatie en toerisme ook ontwikkelingen die we echt willen voorkomen:

    1. Achteruitgang van de recreatieve positie van de gemeente
    2. Afnemend aantal recreanten en toeristen
    3. Aantasting waardevolle gebieden en overlast van en bij recreatieve voorzieningen

    Deze elementen beschrijven we hierna kort.

    Voorkomen achteruitgang recreatieve positie en afname aantal recreanten en recreatieondernemers
    Wat we willen voorkomen, is een afname van onze toeristisch recreatieve aantrekkelijkheid, een afname van het aantal recreanten én voorkomen dat recreatiebedrijven wegtrekken.
    Dit alles proberen we te voorkomen door onze beleidskeuzen en activiteiten zoals beschreven in de onderdelen 6.1 (basisverantwoordelijkheid recreatie en toerisme), 6.2 (ambitie recreatie en toerisme), 6.3 (hoe we met kansen omgaan op het gebied van recreatie en toerisme) en in het algemeen door ondernemers waar mogelijk de planologische ruimte te bieden, door het creëren van aantrekkelijke basisvoorwaarden (inrichting openbare ruimte, bereikbaarheid en procedures) én door te sturen op ruimtelijke kwaliteit.

    Voorkomen aantasting waardevolle gebieden en voorkomen overlast bij/van recreatieve voorzieningen 
    De recreatiedruk in de bossen neemt toe. Het is niet alleen drukker, er is ook steeds meer sprake van overlast. We willen voorkomen dat de landschappelijke kwaliteit aangetast wordt en daarmee de recreatieve aantrekkingskracht. Recreatie en toerisme mogen geen negatief effect hebben op de omgeving of op het milieu. In de bos- en natuurgebieden is alleen extensief recreatief gebruik mogelijk, wat inhoudt dat het de hoofdfunctie in het gebied niet mag schaden. Handhaving is van groot belang.

    Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdlijnen ten aanzien van het beleidsveld recreatie en toerisme wordt verwezen naar de onderdelen:



    7   Infrastructuur en verkeer

    Introductie
    Een goed toegankelijk, duurzame en veilige infrastructuur is van groot belang voor het goed kunnen wonen, werken en recrëeren in Waalre. Bij dit thema gaat het zowel over het wegverkeer, het openbaar vervoer als ook het langzaam verkeer.
    Waalre is gelegen aan de hoofdader A67 (Antwerpen-Venlo richting Duitsland) en de belangrijke noord-zuid verbinding A2. Aalst wordt nu nog doorsneden door de hoofdweg N69 die Eindhoven en Valkenswaard met elkaar verbindt. Dit zorgt voor een op zich goede bereikbaarheid van de gemeente Waalre, maar dat heeft naast voordelen ook een nadelige kant. Het vele (woon-werk)verkeer veroorzaakt spitsdrukte en overlast in de vorm van sluipverkeer door sommige woonbuurten.
    In de directe nabijheid van de gemeente Waalre zijn geen spoorwegverbindingen aanwezig. De meest dichtbij gelegen treinstations zijn Heeze (traject Eindhoven- Heerlen/Maastricht) en Eindhoven (traject Tilburg/`s Hertogenbosch - Venlo). Vanuit deze treinstations is Waalre per bus te bereiken.

    Brainport - Grenscorridor N69 - Westparallel
    We maken onlosmakelijk onderdeel uit van de regio Brainport. Deze regio heeft haar sterke economische positie mede te danken aan de unieke combinatie van wonen, werken en landschap en natuurlijk haar ligging langs de hoofdader A2: Brainport Avenue. Fysieke bereikbaarheid (extern en intern) is een belangrijke voorwaarde voor de kennisinnovatieve regio. De provinciale weg N69 is een belangrijke regionale en lokale weg en heeft ook een grote betekenis voor het doorgaande verkeer. Deze weg kan echter in de huidige situatie het lokale/regionale en (inter)nationale verkeer onvoldoende faciliteren. Het verkeer zorgt voor verschillende vormen van overlast: geluidsoverlast, slechte luchtkwaliteit en veel sluipverkeer. Het niet op de huidige verkeersomvang toegesneden provinciale wegennet is daarmee in toenemende mate een belemmering voor het optimaal kunnen functioneren van het gebied van de 'Grenscorridor N69' en daarmee de Brainportregio. Als gemeente Waalre zijn we er ook sterk bij gebaat dat hiervoor een integrale oplossing ontwikkeld wordt, welke zowel gunstig is voor het economisch klimaat in de regio als ook voor het leefklimaat in onze dorpen. 

    Hiervoor is in het Gebiedsakkoord Grenscorridor N69 een breed gedragen voorkeursoplossing opgenomen: de `Westparallel Plus`waarbij de N69, N369 en N397 worden ontlast en er sprake is van versterking van de natuurlijke, landschappelijke, water-, landbouw- en recreatieve kwaliteiten van het gehele gebied.
    De voorkeursoplossing bestaat uit verbeter-, infrastructurele, mitigerende, compensatie- en gebiedsimpulsmaatregelen. 
    Ten westen van Waalre, wordt op het grondgebied van Valkenswaard, Bergeijk en Veldhoven nieuwe infrastructuur gerealiseerd ter ontlasting van de N69 (maar ook de N296 en de N297): de Westparallel. Voor ons als gemeente ligt er de opgave en uitdaging om de N69 weer in het dorp te integreren en een functie te laten vervullen voor het dorp: een aantrekkelijke groene entreeweg, een laan waar de inrichting van de openbare ruimte en de functies langs de weg een rustigere rijstijl afdwingen. Het zal echter nooit een verkeersluwe weg worden.  

    Het beleidskader op het gebied van infrastructuur en verkeer wordt onder andere gevormd door de documenten: Fietsplan, Wegcategorisering, Structuurkaart Grenscorridor N69, Structuurvisie Grenscorridor N69

       

    Mening en algemene waardering samenleving
    Mensen ondervinden overlast van en ergeren zich aan het doorgaande (vracht)verkeer door de dorpen. De veiligheid en oversteekbaarheid van de N69 is onvoldoende. De N69 zorgt voor een barriere in het dorp. Ook in het buitengebied wordt de bereikbaarheid niet overal voldoende gevonden en wordt gevreesd dat door het toevoegen van (publiekstrekkende) functies de verkeersoverlast sterk toeneemt. Voorbeelden van zijn de Achtereindsestraat en de Heikantstraat. Daarnaast wordt het parkeren in het dorpshart Waalre als een knelpunt ervaren. 

    Trends
    Er zal voorlopig nog steeds sprake zijn van een toenemende mobiliteit en een toenemend autobezit. Daarnaast neemt ook de `mobiliteit` op de digitale infrastructuur verder toe, welke eisen stelt aan die infrastructuur en de toegankelijkheid ervan. Het openbaar vervoer blijft van belang, vooral voor doelgroepen als ouderen en schoolgaande kinderen.  

    Hoofdlijn en rode draad ontwikkelingsvisie infrastructuur en verkeer
    In het algemeen streven we als gemeente naar een (verkeers)veilige- en leefbare woonomgeving. Verbetering van bereikbaarheid is daarbij continu een aandachtspunt, evenals het voorkomen van hinder. We werken daar op een zodanige wijze aan, dat dit leidt tot een verbetering van het leefklimaat en de leefbaarheid. 

    In de volgende onderdelen worden de hoofdlijnen van ons beleid op het gebied van bereikbaarheid en verkeer uitgewerkt:



    7.1   Onze basisverantwoordelijkheid op het gebied van infrastructuur en verkeer

    Als onze basisverantwoordelijkheid op het gebied van verkeer en vervoer zien we:

    1. het zorgdragen voor een veilige woon- en leefomgeving;
    2. het zorgdragen voor het behouden van de OV-kwaliteit en -bereikbaarheid
    3. het zorgen voor de bereikbaarheid van dorpscentra en de bedrijventerreinen
    4. voorkomen nieuwe knelpunten gekoppeld aan nieuwe ontwikkelingen.

    Deze hoofdkeuzen werken we hierna verder uit. Voor uitgebreide onderbouwing en details verwijzen we graag naar de onderliggende beleidsdocumenten, welke toegankelijk zijn gemaakt via deze digitale structuurvisie.

       

    Ad 1. Het zorgdragen voor een veilige woon- en leefomgeving
    Schoon, heel én veilig, dat zijn voor ons drie belangrijke uitgangspunten voor de woon- en leefomgeving. Dan gaat het op het gebied van verkeer met name om veilige fietsroutes en veilige verkeerssituaties. Scholen en andere (maatschappelijk-culturele) voorzieningen hebben hierbij speciale aandacht. Mensen in de samenleving hebben hierin ook hun eigen verantwoordelijkheid. De gemeente creëert randvoorwaarden en zorgt voor onderhoud daar waar nodig. Door een goede naleving van de regels en oplettendheid, kunnen veel ongevallen voorkomen worden. Scholing en educatie is daarom van groot belang.

    Ad 2. Zorgdragen voor behoud OV-bereikbaarheid en kwaliteit daarvan
    OV-bereikbaarheid is van belang voor de leefbaarheid, niet alleen vanuit het belang van milieu en duurzaamheid. Voorzieningen moeten goed bereikbaar zijn. Voor de jeugd en voor minder mobiele mensen is het OV cruciaal. Hierop hebben we als gemeente beperkte invloed maar we brengen wel onze visie aan de verantwoordelijke partijen over (provincie, NS, vervoersorganisaties, buurtbus).

    Ad 3. Zorgdragen voor bereikbaarheid van de dorpscentra en de  bedrijventerreinen
    We hechten grote waarde aan de bereikbaarheid van de centra en de 'economische gebieden'  in het algemeen. Door de ontwikkelingen in het regionale wegennet in het kader van de Grenscorridor N69 (zie de beschrijving in het introductiedeel van verkeer), verbetert de bereikbaarheid en leefbaarheid van en in onze dorpen sterk (zie ook de recente onderzoeksresultaten in 7.2). Daarnaast worden in het kader van de centrumvisie Waalre-dorp herinrichtingsmaatregelen en een gewijzigde verkeersstructuur voorgesteld, waardoor de bereikbaarheid en parkeercapaciteit op termijn verbetert. De afwaardering van de N69 is een kans. Het leefklimaat (luchtkwaliteit en verkeersveiligheid) in de kernen wordt versterkt door de afnemende verkeersintensiteiten.  

    Ad 4. Voorkomen nieuwe knelpunten
    Door bij nieuwe ontwikkelingen integraal de thema's bereikbaarheid en (verkeers-)veiligheid mee te nemen, kunnen toekomstige knelpunten zoveel mogelijk worden vermeden. De komende periode worden er aan de noordzijde van de beide dorpen, aan de westrand van Waalre-dorp, maar ook Ekenrooi-Zuid en op inbreidingslocaties als Brabantiaterrein een aantal ontwikkelingen gerealiseerd. Hieraan zijn onlosmakelijk verkeersbewegingen gekoppeld. Als gemeente willen we voorkomen dat hierdoor eventueel een te grote belasting van de wegen in de dorpen zou kunnen ontstaan. Daarom hebben we recent in een studie onderzocht wat de verkeerseffecten zijn van deze ontwikkelingen, waarbij we ook autonome ontwikkelingen en ontwikkelingen in de omgeving van de gemeente Waalre meegenomen hebben. De verkeersbewegingen op ons grondgebied worden immers sterk beinvloed door activiteiten en functies in de regio: we liggen in een gebied met een hoge verkeersdruk. Ook de realisatie van de Westparallel en de effecten daarvan hebben we in deze studie meegenomen. De toekomstig te ontwikkelen High Tech Campus Zuid op ons grondgebied, wordt direct aangesloten op de A2, de verbinding ligt er reeds en is daardoor losgekoppeld van ons lokale wegennet.

    Het recente onderzoek (door DHV, 'Verkeerseffecten Structuurvisie', februari 2013) laat zien dat de te verwachten ruimtelijke ontwikkelingen op ons grondgebied op het gebied van wonen, werken en voorzieningen, nauwelijks leiden tot een verhoogde verkeersdruk in Waalre. Het onderzoek laat zien dat nieuwe wegen als gevolg van deze ontwikkelingen niet nodig zijn. Wel laat dit onderzoek zien, dat het zinvol is om lokaal infrastructurele maatregelen te treffen om de verkeersdoorstroming in de omgeving van de ruimtelijke ontwikkelingen te verbeteren. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de rotonde Burgemeester Mollaan-Juliana de Lannoylaan. Deze te verwachten knelpunten hebben onze aandacht en trachten we waar mogelijk te voorkomen. Wanneer echter gekeken wordt naar de effecten van de realisatie van de Westparallel, dan laat dit zien dat een groot deel van het doorgaande verkeer door Waalre (nu op de N69) hierdoor afgevangen wordt. De realisatie van de Westparallel leidt er zelfs toe, dat in 2030 de verkeersintensiteit in onze kernen nog tot onder het huidige niveau teruggedrongen wordt, waarbij ook de effecten van de woon- en werkgebieden meegenomen zijn. Zelfs met de ontwikkelingen, zal de verkeersintensiteit in onze gemeente in de toekomst dus lager zijn dan in de huidige situatie.   

    Voor de overige hoofdkeuzen en hoofdlijnen op het beleidsveld bereikbaarheid en verkeer verwijzen we graag naar de onderdelen:



    7.2   Ambities op het gebied van infrastructuur en verkeer

    Onze ambitie op het gebied van bereikbaarheid en verkeer, waarvoor we ons extra in willen zetten, ligt in het verlengde van onze basisverantwoordelijkheid:

    1. Het verbeteren van de bereikbaarheid over de weg;
    2. Het verbeteren van de bereikbaarheid middels OV en fiets;
    3. Het bevorderen van de verkeersveiligheid.

    Deze hoofdkeuzen werken we hierna uit. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen we graag naar de onderliggende beleidsdocumenten, welke via deze digitale structuurvisie toegankelijk zijn.

       

    Ad 1. Het verbeteren van de bereikbaarheid over de weg 
    Wat betreft de bereikbaarheid over de weg hebben we buiten ons lokale wegennet beperkte invloed. We kunnen als gemeente andere partijen aanspreken op hun verantwoordelijkheid en middels `lobbyen` trachten onze doelen te bereiken. Onze bereikbaarheid over de weg zal flink verbeterd worden middels het project Grenscorridor N69 en de aanleg van de Westparallel als belangrijk onderdeel daarvan (zie voorgaand onderdeel 7.1). De komende periode gaan we aan de slag met planvorming rondom de af te waarderen N69. We hebben hiervoor de ambitie van een groene dorpsentree geformuleerd. Dit zal gekoppeld worden aan de realisatie van de HOV-verbinding. Hierdoor kan werk met werk gemaakt worden. De N69 zal echter nooit een echte rustige laan worden.

    Naast het in het voorgaand onderdeel 7.1. beschreven onderzoek naar de effecten van de ruimtelijke ontwikkelingen en de Westparallel, hebben we ook onderzocht, of er mogelijk toch extra infrastructuur noodzakelijk is in de vorm van een extra oost-west-verbinding. Doel hiervan zou zijn een beteren verkeersafwikkeling (en minder hinder) als gevolg van de ontwikkelingen in Hoogh Waalre en een extra verbinding tussen Aalst en Waalre en daarmee een afnemende verkeersintensiteit op de bestaande oost-west-verbinding. Het onderzoek (door DHV, 'Verkeersstudie oost-west verbinding', juli 2012) laat zien dat de woningbouw in Hoogh Waalre leidt tot een licht verhoogde verkeersdruk in Waalre en omgeving. De bestaande verkeersknelpunten in Waalre (N69 en kruispunt Willibrorduslaan-Bergstraat) krijgen echter nauwelijks extra verkeer te verwerken. Het verkeer vanuit Hoogh Waalre rijdt voornamelijk via de Onze Lieve Vrouwedijk richting Veldhoven en Eindhoven.
    Wanneer dit gecombineerd wordt met de effecten van de aanleg van de Westparallel, dan laat dit zien dat de situatie per saldo (flink) verbeterd wordt: de beperkte toename van de verkeersintensiteiten is een stuk lager dan de flinke afnames van de verkeersintensiteiten als gevolg van de aanleg van de Westparallel. Een eventuele aanleg van een oost-west-verbinding tussen Hoogh Waalre en de Burgemeester Mollaan zorgt voor een forse doorgaande verkeersstroom door Hoogh Waalre. De Heistraat is een erftoegangsweg en dient in het geval van een oost-west-verbinding gereconstrueerd te worden tot een gebiedsontsluitingsweg. Het onderzoek laat ook zien dat aanvullende maatregelen tegen doorgaand verkeer in Hoogh Waalre geen optie zijn, omdat de kosteneffectiviteit beperkt is en de maatregelen omvangrijk moeten zijn om het doorgaande verkeer te weren. Een eventuele oost-west-verbinding is alleen kansrijk ten noorden van het Gat van Waalre met een directe aansluiting op de Onze Lieve Vrouwedijk, waarbij de huidige erftoegangswegen in Hoogh Waalre geen onderdeel zijn van de nieuwe verbinding. Deze variant heeft echter wel weer een verkeersaantrekkende werking voor verkeer van en naar Veldhoven (MMC, ASML), waardoor de nieuwe verbinding en de Burgemeester Mollaan gaan functioneren als alternatief voor de Randweg Eindhoven en dat is ongewenst. Het onderzoek laat zien dat het niet effectief en ook niet wenselijk is om een oost-west-verbinding aan te leggen: dit leidt niet tot de beoogde effecten, maar juist tot extra knelpunten. De aanleg van de Westparallel leidt tot een forse vermindering van de verkeersintensiteiten (in 2030 zelfs onder het huidige niveau) en daarmee tot een verbetering van de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in onze dorpen.  

    Als gemeente streven we eveneens niet naar een (nieuwe) westelijke verbinding richting de te realiseren Westparallel: het lokale verkeer kan in de toekomst soepel via de bestaande structuur afgewikkeld worden. Een nieuwe verbinding naar de Westparallel zorgt voor extra (sluip)verkeer door onze gemeente.  

    Ad 2. Het verbeteren van de bereikbaarheid middels OV en fiets
    Als gemeente hebben we beperkte mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het verbeteren van het openbaar vervoer. Waar we die mogelijkheden hebben, grijpen we die aan. Door overleg en lobby trachten we in ieder geval het OV minimaal op het huidige niveau te behouden. Vooral veel jeugd en ouderen maken gebruik van het openbaar vervoer om bij voorzieningen te komen in Eindhoven en Valkenswaard.

    Op lokaal niveau trachten we door het versterken van het systeem van collectief vervoer, gebaseerd op een structuur van hoofdzakelijke vrijwilligers, te versterken. Hierdoor wordt de bereikbaarheid van onze voorzieningen voor de bewoners geborgd.

    Daarnaast werken we in regionaal verband mee aan de uitbreiding van het HOV-netwerk. Zo is er de ambitie om te komen tot een HOV-verbinding (Hoogwaardig Openbaar Vervoer) tussen Eindhoven -gemeente Waalre-Valkenswaard.

    Bereikbaarheid per fiets
    Aan de bereikbaarheid voor fietsers, zowel voor bestemmingen binnen als buiten onze gemeentegrenzen, wordt op verschillende niveaus gewerkt. Als onderdeel van het Gebiedsakkoord N69 wordt gewerkt aan de realisatie van een hoogwaardige fietsroute over het voormalige spoortracé centraal door onze gemeente in het bosgebied. Deze fietsverbinding haakt aan op de 'slowlane' (een fietssnelweg) die aan de Eindhovense zijde van de A67 wordt gerealiseerd en zorgt voor een directe verbinding naar Valkenswaard, en zal bijvoorbeeld voor schoolgaande jeugd een goed alternatief vormen. Ook voor recreanten wordt het een aantrekkelijke route. Daarnaast zal deze nieuwe fietsroute van belang zijn voor woon-werkverkeer. Van belang is dat er vanaf dit tracé goede verbindingen komen met de voorzieningencentra in de dorpen. De veiligheid op deze hoogwaardige fietsroute vormt een aandachtspunt, in verband met de geïsoleerde ligging.

    Tenslotte werken we aan de realisatie van het zogenaamde 'rondje (achtje) Waalre'. Deze is vooral in toeristisch-recreatief opzicht van belang. Dit rondje verbindt bestaande fietsroutes tot een echt rondje Waalre en haakt op op zowel de hoogwaardige fietsroute op het voormalige spoortracé en op de slow-lane in Eindhoven. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheden om verbindingen te maken met de fietsnetwerken buiten onze gemeentegrenzen, met name naar het zuiden en het noord-oosten zijn op dit moment geen aantrekkelijke verbindingen.

    Ad 3. Het bevorderen van de verkeersveiligheid
    De veiligheid van de verschillende weggebruikers staat voor ons centraal. We werken structureel aan het bevorderen hiervan middels het implementeren van het maatregelenpakket Duurzaam Veilig.

    Het beleid voor bereikbaarheid en verkeer is uitgewerkt in vier vormen van beleid:



    7.3   Kansen op het gebied van infrastructuur en verkeer

    We streven ernaar om kansen te grijpen waar mogelijk en om `werk-met-werk` te maken. Bij een nieuw initiatief, wordt bijvoorbeeld gezocht naar mogelijkheden om bestaande knelpunten op te lossen. Gedacht kan worden aan vergroting van de wegcapaciteit, wijziging van de ontsluiting, herinrichting of de aanleg van extra parkeerplaatsen.

    Voor de uitwerking van ons beleid op het gebied van bereikbaarheid en verkeer wordt verwezen naar:



    7.4   Wat we echt willen voorkomen op het gebied van infrastructuur en verkeer

    Direct gekoppeld aan de elementen waarvoor we ons verantwoordelijk voelen en wat we beschouwen als onze ambitie, zijn de ontwikkelingen die we op het gebied van verkeer en infrastructuur willen voorkomen:

    1. Het verminderen van de verkeersveiligheid;
    2. Het verslechteren van de bereikbaarheid.
    Als er initiatieven ontplooid worden, die zouden kunnen leiden tot aantasting van de verkeersveiligheid, bereikbaarheid, doorstroming of tot een toename van parkeeroverlast, dan gaan we als gemeente in een vroeg stadium met de betrokkenen om tafel om te trachten dit te voorkomen. Samen met de betrokkenen wordt dan gekeken naar die initiatieven en worden eventuele alternatieven besproken, ter voorkoming van problemen op het gebied van de verkeersveiligheid en bereikbaarheid.

    Voor de uitwerking van ons beleid op het gebied van bereikbaarheid en verkeer wordt verwezen naar:



    8   Uitvoeringsparagraaf

    Inleiding
    In deze structuurvisie benoemen we de hoofdlijnen van ons beleid op het gebied van ruimtelijke kwaliteit & duurzaamheid, wonen, voorzieningen, werken, recreatie & toerisme, infrastructuur & verkeer. Hierbij hebben we onderscheid gemaakt in elementen waarvoor we ons als gemeente (extra) inspannen en type ontwikkelingen die we als een kans zien, maar door andere partijen gerealiseerd worden (waarop we wel regie willen voeren).

    Voor de meeste ontwikkelingen en projecten zijn wij als gemeente niet de (enige) realiserende partij. Bij die projecten ligt de initiërende en realiserende rol bij anderen. Als gemeente hebben wij daarbij vooral een faciliterende rol. We nodigen partijen uit om initiatieven in die richting te ontplooien. Dat projecten niet (direct) gerealiseerd kunnen worden, heeft enerzijds te maken met deze positie en anderzijds (waar gemeentelijke middelen noodzakelijk zijn) met het feit dat ruimte gecreëerd moet worden op de begroting. Maar, dit wil echter niet zeggen dat wij als gemeente hieraan geen waarde hechten!

    De structuurvisie is een bestuursverantwoordelijkheid. Het gemeentebestuur verplicht zichzelf naar deze structuurvisie te handelen, maar de structuurvisie bevat geen verplichtingen naar burgers. Burgers mogen verwachten dat het bestuur bij verzoeken en vragen van burgers haar antwoord zal baseren op de beleidsuitspraken in deze structuurvisie.

    Omdat het grootste van de projecten, activiteiten en ontwikkelingen die in deze structuurvisie benoemd worden, reeds verankerd zijn in `bestaand beleid`, omvat deze uitvoeringsparagraaf geen omvattend, concreet projectenoverzicht met per project gerichte realisatie strategieën. Verwezen wordt naar de themahoofdstukken en de separate beleidsdocumenten en -programma`s. Als bijlage hebben we een lijst opgenomen met projecten, maatregelen, activiteiten en beleidsvoornemens die we als gemeente in ieder geval als noodzakelijk zien om de realisatie van onze ambities en hoofdkeuzes een stap dichterbij te brengen. In die lijst hebben we de projecten en maatregelen gecategoriseerd naar de thema`s zoals die in deze structuurvisie aan de orde gesteld zijn. Per project/activiteit is waar mogelijk aangegeven wanneer de (start van de) realisatie beoogd is, wie daarbij betrokken is en zo mogelijk ook, via welke middelen en instrumenten het tot stand komt. Een aantal projecten zijn van betekenis voor meerdere thema`s, om dubbele elementen te vermijden zijn deze niet bij ieder thema aan de orde gesteld.

    In het traject naar uitvoering en uitwerking van projecten en beleidsvoornemens dienen nog vele activiteiten ondernomen te worden, telkens weer door/met andere partijen. Onderdeel van deze activiteiten zijn de milieu- en waardenonderzoeken. In een specifieke paragraaf in de structuurvisie, gaan we kort in op enkele (algemene) aandachtspunten ten aanzien van die waarden- en milieuaspecten.

    Om ons beleid te realiseren, zetten we verschillende instrumenten in, welke we gecategoriseerd hebben naar:  proces-, juridische- en financiële instrumenten.



    8.1   Procesinstrumenten

    Procesinstrumenten zeggen iets over de wijze waarop we als gemeente stappen willen doen richting de uitvoering van het beleid. Het kan bijvoorbeeld gaan om de activiteiten gericht op:

    • een goede afstemming van beleidsontwikkelingen (binnen de gemeente, maar ook met de provincie en het rijk), om maximale win-win situaties te bereiken; 
    •  nadere uitwerking van beleid, om beleid op hoofdlijnen te concretiseren en daarna uit te voeren; 
    • de wijze waarop de gemeente bij de verdere beleidsuitwerking wil omgaan met andere partijen, zoals het vastleggen van overleg- en communicatietrajecten; 
    •  proces- en procedureafspraken.

    We gaan er nadrukkelijk van uit dat wij in veel situaties (mede) afhankelijk zijn van andere partijen om de beleidsdoelen te kunnen effectueren. Als gemeente zoeken we regelmatig de dialoog op met maatschappelijke groeperingen en andere partijen over het beleid en de effectuering van het beleid. In deze structuurvisie hebben we aangegeven wat voor ons belangrijke aandachtspunten zijn bij de beoordeling van initiatieven van derden en het overleg daaromtrent.

    Bij het afwegen van initiatieven van derden die niet passen binnen de geldende bestemmingsplannen, hanteren we de volgende procesgang:

    • uitgangspunt: goed luisteren naar de mensen, binnen kaders maximaal mogelijk maken; 
    • initiatief beoordelen op haar betekenis voor de gemeente Waalre in het algemeen; 
    • vervolgens beoordelen op de mate waarin voldaan/bijgedragen wordt aan de benoemde aandachtspunten bij de relevante thema`s in de structuurvisie; 
    • vervolgens wordt beoordeeld of de locatie voldoende geschikt is voor het initiatief;
    • er wordt beoordeeld of de concrete invulling en `vormgeving` van het initiatief voldoende bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van die locatie en van de directe omgeving (zoals verwoord in het kader van het 'rood met groen'-beleid, de gemeentelijke vertaling en uitwerking van de regeling 'kwaliteitsimpuls landschap (artikel 2.2. Verordening Ruimte provincie Noord-Brabant), zie ook onderdeel 8.3 van deze structuurvisie over het door ons beoogd in te zetten kostenverhaalinstrumentarium).

    Als dit proces met succes is doorlopen en we nemen een positief principebesluit tot medewerking (en waar nodig ook andere overheden en semi-overheden, zoals provincie en waterschap) dan wordt het publiekrechtelijke traject gestart. Dat vormt de basis voor de daadwerkelijke realisatie (zoals bijvoorbeeld het opstellen van een bestemmingsplan of goede ruimtelijke onderbouwing).

    Voor de andere voornemens in te zetten instrumenten ga naar:


     

     



    8.2   Juridische instrumenten

    De juridisch instrumenten vertalen het beleid in concrete rechten en plichten. Er is een onderscheid tussen publiek- en privaatrechtelijke instrumenten. Publiekrechtelijke instrumenten zijn primair de instrumenten uit de Wro, zoals het bestemmingsplan. Privaatrechtelijke instrumenten zijn de overeenkomsten tussen de gemeente en derden, zoals een realisatieovereenkomst.

    Publiekrechtelijke instrumenten
    Als gemeente willen we de mogelijkheid hebben om bij nieuwe initiatieven `nee` te kunnen zeggen, waar dat nodig is (bijvoorbeeld als het niet past binnen een van onze Gebiedsvisies). We kiezen er daarom voor om nieuwe ontwikkelingen die ingrijpender zijn dan een `gewone` uitbreiding of een bepaalde verbetering of verbreding van activiteiten (die noodzakelijk is voor een financieel gezonde bedrijfsvoering), niet meer rechtstreeks te regelen in de (beheergerichte) bestemmingsplanen voor woon- en werkgebieden en voor het buitengebied. We maken hierbij een uitzondering voor die ontwikkelingen die het bij in procedure brengen van het nieuwe reguliere bestemmingsplan reeds voldoende concreet zijn, de rechten en plichten bekend zijn en deze indien noodzakelijk als in een anterieure overeenkomst verankerd zijn.

    Privaatrechtelijke instrumenten
    Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de dorpen, streven we ernaar om (waar mogelijk én waar een publiek belang gediend wordt) via actieve grondpolitiek zelf realisatie-verantwoordelijkheid te nemen. Het in eigendom verwerven van een locatie vormt het sterkste regie-instrument om de gewenste ontwikkeling ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Indien actieve grondpolitiek niet mogelijk of noodzakelijk is, zullen we via een privaatrechtelijke overeenkomst zorgdragen dat de algemene belangen worden veiliggesteld.

    In het buitengebied zal, nog meer dan in de dorpen, sprake zijn van individuele (her)ontwikkelingen. Het is het streven van de gemeente om hierbij met de partij(en) privaatrechtelijke overeenkomsten te sluiten, om de gewenste kwaliteiten en (wanneer dat aan de orde is) ook het noodzakelijke kostenverhaal veilig te stellen. Indien door omstandigheden een privaatrechtelijke overeenkomst niet haalbaar blijkt, maar we als gemeente de realisatie publiekrechtelijk toch mogelijk willen maken, dan verankeren wij die doelen via publiekrechtelijke weg in een exploitatieplan dat samen met het bestemmingsplan wordt vastgesteld.

    Voor de andere voornemens in te zetten instrumenten ga naar:



    8.3   Financiële instrumenten

    Ontwikkelingen en investeringen
    Het realiseren van de gemeentelijke beleidsdoelstellingen zoals opgenomen in deze structuurvisie vragen om (flinke) financiële inspanningen. Deze zullen deels samengaan met opbrengsten via de grondexploitatie (ontwikkelingsprojecten). In de huidige economische crisis is dit echter beperkt.

    Bij andere projecten is er alleen sprake van kosten (investeringsprojecten). De projecten kunnen noodzakelijk zijn om ontwikkelingsprojecten mogelijk te maken. (zoals bijvoorbeeld de aanleg van een weg). In die situatie kan een deel van de kosten van dat investeringsproject, op basis van de Grondexploitatiewet (Grex) worden `verhaald` op dat ontwikkelingsproject. Dat wordt kostenverhaal genoemd.

    Gezien de beperkte inkomsten vanuit ontwikkelingsprojecten, gecombineerd met de teruglopende middelen in het gemeentefonds in verband met bezuinigingen, zijn we als gemeente genoodzaakt zeer zorgvuldige afwegingen te maken om al dan niet met een investeringsproject aan de slag te gaan. Onze prioriteit gaat uit naar het verder brengen en realiseren van reeds in gang gezette projecten en plannen. Uiteraard zijn we hierin, binnen de financiële kaders, flexibel. Bijvoorbeeld wanneer een project (langdurig) stagneert en er geen uitzicht op (door)start is of wanneer er een initiatief/kans voordoet waarvan wij als gemeente het wenselijk vinden om hierop in te spelen omdat bijgedragen wordt aan onze doelstellingen.

    Voor de totale financiering van het beleid uit de structuurvisie kunnen in beginsel de volgende mogelijkheden worden ingezet:

    • financiering via een gemeentelijk grond- en/of gebouwenexploitatie; 
    • financiering door het aangaan van een PPS (publiek private samenwerking); 
    • financiering via kostenverhaal op derden die door een ontwikkeling nieuwe bouwrechten verwerven (o.a. via rood-met-groen); 
    • extra financiële bijdragen van derden op basis van een anterieure overeenkomst (o.a. via rood-met-groen);
    • subsidies en bijdragen van andere overheden en semi-overheden; 
    • vanuit de algemene middelen via gemeentebegroting.

    Voor projecten waar publiekrechtelijk en privaatrechtelijk sturingsmogelijkheden onvoldoende zijn om de gewenste regierol te vervullen, zal getracht worden door middel van het verkrijgen van grondposities een sleutelpositie te bemachtigen.

    In de tabel in de bijlagen met projecten en activiteiten is (wanneer bekend) aangegeven of de gemeente of een particuliere partij de initiator danwel realisator is. 

    We streven er als gemeente naar om, daar waar mogelijk, ontwikkelingen te realiseren via een gemeentelijke grondexploitatie, al dan niet in samenwerking met één of meerdere private partijen. Uiteraard zullen we daarbij zo optimaal mogelijk gebruik maken van de extra financiële middelen die andere overheden, de regio en semi-overheden via subsidiemogelijkheden en bijdrageregelingen beschikbaar stellen.
    Indien we als gemeente niet in staat zijn om een ontwikkeling te realiseren via een (gedeeltelijk) gemeentelijke grondexploitatie zullen we de mogelijkheden van het wettelijk verplicht kostenverhaal maximaal inzetten. Waar mogelijk zullen we daarbovenop via anterieure overeenkomsten extra financiële bijdragen proberen veilig te stellen. Naast deze vormen van financiering maken we ook in de algemene middelen bijdragen vrij om een aantal door de gemeente als noodzakelijk beschouwde ontwikkelingen ook daadwerkelijk te realiseren.

    De gemeente Waalre streeft onder andere voor de volgende projecten naar een maximale financiële regie: uitbreiding / afronding Bedrijvenpark 't Broek en woningbouw in Waalre-Noord en Ekenrooi-Zuid. Voor de overige ontwikkelingsprojecten op het gebied van wonen en/of werken, geldt dat er sprake is van een particuliere initiator en realisator. Dit wil echter niet zeggen dat de gemeente dan geen centrale regierol heeft. Deze wordt niet vormgegeven door gemeentelijke ontwikkeling/realisatie, maar door sturing middels overeenkomsten en juridisch-planologische regelingen.  

    Als gemeente voorzien we onder andere de volgende investeringsprojecten waar geen exploitatieresultaten tegenover staan: Brede School De Wilderen, daarnaast zijn we in nauw overleg met de betrokken particulieren over de kwaliteitsimpuls/ontwikkelingen ten aanzien van Waalre-Dorp centrum en centrum Den Hof in Aalst.   

    Kostenverhaal
    De grondexploitatiewet verplicht de gemeente alle kosten en investeringen die de gemeente moet maken om planontwikkeling mogelijk te maken te verhalen op partijen die door de planontwikkeling nieuwe bouwrechten krijgen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in:

    • de gebiedseigen kosten (de kosten die nodig zijn om het gebied bouwrijp te maken, inclusief inrichting en plan- en procedurekosten); 
    • bovenwijkse voorzieningen (kosten die nodig zijn om het gebied bouwrijp te maken, inclusief inrichting en plan- en procedurekosten, maar die over meerdere plannen kunnen worden verdeeld); 
    • bovenplanse verevening (verevenen van een negatief planexploitatie van een plan door een bijdrage uit een plan met een positief planexploitatieresultaat).
    • daarnaast kan de gemeente bij anterieure overeenkomsten bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen vragen (financiële bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen elders in de gemeente die een kwalitatieve meerwaarde hebben voor het plan).

    In de Wro (Wet ruimtelijke ordening) en het Bro (besluit ruimtelijke ordening) is bepaald welke kostensoorten als gebiedseigen kosten of als bovenwijkse voorzieningen mogen worden verhaald. Wettelijk verplicht kostenverhaal kan niet worden toegepast voor ontwikkelingen waarvan de bestemmingsplanprocedure nog onder de oude WRO valt.

    Gebiedseigen kosten en vertaling kwaliteitsimpuls artikel 2.2. VR (Rood met Groen)
    Onderdeel van gebiedseigen kosten beschouwt de gemeente Waalre dat nieuwe ontwikkelingen op een goede ruimtelijke, functionele en landschappelijke wijze ingepast dienen te worden. Dit zijn gebiedseigen kosten, aangezien deze kosten worden gemaakt teneinde een goede inpassing van het beoogde project te bereiken. Ook indien deze kosten buiten de plangrens vallen zijn deze kosten noodzakelijk om een goede functionele en ruimtelijke inpassing te garanderen. De gemeente is verplicht om dwingend de noodzakelijke binnenplanse en buitenplanse kosten op de initiatiefnemer te verhalen indien de gemeente deze kosten maakt in plaats van de initiatiefnemer.

    Bij de beoordeling op een goede ruimtelijke en landschappelijke inpassing, kijken we als gemeente Waalre op 3 schaalniveaus naar de beoogde ontwikkeling:

    • Hoofdstructuren en essentiële waarden: Als eerste wordt op hoofdstructuurniveau gekeken naar een goede ruimtelijke, functionele en landschappelijke inpassing. De ontwikkeling mag géén negatieve invloed uitoefenen op bijvoorbeeld bestaande zichtlijnen, aanwezige functionele, natuur-, cultuur- en landschapsstructuren en waarden. Waar deze structuren en waarden direct, dan wel indirect in gevaar komen door de beoogde ontwikkeling dient het plan zodanig vormgegeven te worden dat aantasting van de structuren en essentiële waarden wordt voorkomen. In het in ontwikkeling zijnde Ruimtelijk KwaliteitsKader worden deze structuren verankerd.
    • Substructuren en belangrijke waarde: Ten tweede dienen de ontwikkelingen goed te worden ingepast in de structuur van de bebouwingsconcentratie/landelijk gebied. Het plaatsen van de nieuwe functie moet een toevoeging zijn voor de (kwaliteit van de ) verschillende groene, blauwe, rode en grijze structuren. Ook het (gedeeltelijk) slopen, verbeteren en afschermen van ongewenste bebouwing kan de structuur versterken. In het Ruimtelijk KwaliteitsKader wordt dit gebiedsgericht uitgewerkt.
    • Inpassing op perceelsniveau: Het laatste schaalniveau waarop gekeken wordt naar de nieuwe ontwikkeling is het perceelsniveau. Op perceelsniveau dient de ontwikkeling eveneens goed ruimtelijk ingepast te zijn. Hierbij kan gedacht worden aan het aanbrengen van een specifiek type beplanting, veel voorkomend in de nabije omgeving. Ook de plaats van de nieuwe functie/het gebouw op het perceel is en onderdeel dat op dit schaalniveau wordt meegenomen in het kader van een goede landschappelijke en ruimtelijke inpassing.

    Zoals bij de introductie is aangegeven, beschouwen wij een goede landschappelijke- en stedenbouwkundige inpassing als een gebiedseigen kostenpost. Wanneer de betreffende initiatiefnemer niet zelf kan zorgdragen voor de vereiste goede inpassing zoals hierboven beschreven (en momenteel gebiedsgericht nader uitgewerkt wordt in een Ruimtelijk KwaliteitsKader, als uitwerking van deze structuurvisie), dan levert de initiatiefnemer een financiële bijdrage aan de gemeente, welke gestort wordt in het gemeentelijk opgerichte landschapsfonds. Als gemeente zullen wij vervolgens zorgdragen voor een goede inpassing van de ontwikkeling en vanuit de middelen in het landschapsfonds voor de benodigde kwaliteitsimpuls/landschappelijke inpassing zorgen. Wanneer dat grenzend aan/in de directe nabijheid van het initiatief niet mogelijk is, wordt er door de gemeente middels de financiële bijdrage op een andere wijze een kwaliteitsimpuls in de directe omgeving (gerelateerd aan het project) gerealiseerd. Op deze wijze geven we invulling aan de door de provincie geïntroduceerde landschapsinvesteringsregeling (artikel 2.2. Verordening Ruimte provincie Noord-Brabant).

    Als gemeente zetten we als uitwerking van de landschapsinvesteringsregeling dus geen algemene regeling op, in het kader waarvan (direct) een fondsbijdrage wordt gevraagd. Maatwerk is ons uitgangspunt, gericht op een goede landschappelijke inpassing ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit van het initiatief en omgeving, maar ook gericht op een zo beperkt mogelijke extra  financiële belasting van initiatieven als gevolg waarvan mogelijk initiatieven niet van de grond komen. Kwaliteitsbehoud-/versterking van het landschap en gezond ondernemerschap moeten in balans zijn.

    In onze Nota Rood met Groen, hebben we dit onderbouwd en (financieel) uitgewerkt. Hierin is opgenomen dat bij het merendeel van de projecten een goede landschappelijke inpassing vereist wordt als landschapsinvestering. Bij bepaalde categoriën projecten kan er (ofwel door de functie, ofwel door de toe te voegen bebouwing) sprake zijn van een ingrijpen in / aantasting van de landschappelijke structuren en waarden. Hiervoor wordt een aanvullende investering noodzakelijk gesteld, ter compensatie van die aantasting. Ook deze extra impuls, is dus direct gericht op een goede landschappelijke inpassing, niet alleen op perceels-, maar ook op structuurniveau. Fondsvorming is dus niet het doel. Uitgangspunt is dat alle ontwikkelingen bij moeten dragen aan behoud en waar mogelijk versterking van ruimtelijke kwaliteiten en landschappelijke waarden. Wanneer de initiatiefnemer niet zelf kan zorgdragen voor de (extra) landschapsinvestering, dan wordt het ervoor benodigde bedrag gestort in het landschapsfonds, waaruit we als gemeente Waalre de realisatie zullen betalen. Ook is het mogelijk, dat particulieren en/of andere partijen (o.a. natuurmonumenten) met bijdragen uit het fonds die landschappelijke versterking realiseren. In de separate (nog in ontwikkeling zijnde) Nota Rood met Groen wordt uitgewerkt hoe de bepaling van de financiële bijdrage in dergelijke gevallen tot stand komt. Daarnaast is ook door middel van sloop een verbetering van de landschappelijke kwaliteit te bewerkstelligen. Ook de hiervoor opgenomen regeling is verankerd in de Nota Rood met Groen.

    In het in ontwikkeling zijnde Ruimtelijk KwaliteitsKader wordt per gebied ter inspiratie en als handvat uitgewerkt, wat de ruimtelijke structuur-, kwaliteits- en belevingswaarde dragers zijn en wat de voor het betreffende gebied geldende kwalitatieve uitgangspunten en randvoorwaarden zijn, gericht op een kwalitatief goede landschappelijke inpassing. De voor Waalre-Noord en Westrand Waalre opgestelde Gebiedsvisies maken hiervan onderdeel uit.

    Bovenwijkse voorzieningen
    Bovenwijkse voorzieningen zijn investeringsprojecten waar zowel nieuwe initiatieven, als reeds gerealiseerde initiatieven profijt van hebben. Veelal gaat het om grijze, groene en blauwe structuurinvesteringen waarvan een (groot deel van) de gemeente profijt ondervindt. Deze kosten worden proportioneel naar rato van profijt en toerekenbaarheid verdeeld over de bestaande bebouwing en nieuwe initiatieven. De gemeente draagt daarbij zorg voor het financiële aandeel van de bestaande bebouwing. In de separaat in ontwikkeling zijnde Nota Kostenverhaal wordt dit verder uitgewerkt, waarbij een investeringslijst opgenomen is, evenals een verrekeningsgrondslag voor de hoogte van de te betalen fondsbijdrage bovenwijks. Onderdeel van deze projectenlijst, zijn in ieder geval de volgende bovenwijkse investeringsprojecten:

    1. Reconstructie openbare ruimte, verkeer-, parkeer- en groenstructuur in het kader van kwaliteitsversterking Den Hof.
    2. Reconstructie openbare ruimte, verkeer-, parkeer- en groenstructuur in kader van centrumvisie Waalre-Dorp, waaronder ook de kwaliteitsversterking van het winkelcentrum De Bus.
    3. Herinrichting N69 als groen entree, groene laan, als gevolg van realisatie Westparallel en daardoor mogelijke afwaardering N69.
    4. Realisatie ontbrekende recreatieve routes en fietspaden in het fietspadennetwerk.
    5. Aanpak kruising Willibrorduslaan / aanleg rotonde.
    6. Verbeteren bereikbaarheidsvoorzieningen algemeen.
    7. Uitvoeren maatregelen in het kader van het versterken / verbeteren van de hoofd- en nevengroenstructuur en het oplossen van knelpunten zoals opgenomen in het groenbeleidsplan.
    8. Reconstructie Heikantstraat, Waalre 

    De komende jaren zal deze lijst worden geactualiseerd. Ook de Nota Kostenverhaal zal jaarlijks geactualiseerd worden, op basis van voortgang van projecten, voortschrijdend (financieel) inzicht en omvang van de fondsgelden. Realisatie van projecten zal alleen plaatsvinden naar gelang er middelen beschikbaar zijn in het fonds en de gemeente middelen beschikbaar kan stellen voor het deel wat ten laste komt van de bestaande bebouwing.   

    Bovenplanse verevening
    Verevening van bovenplanse kosten heeft betrekking op het verevenen van grondexploitatieresultaten tussen afzonderlijke plannen met een duidelijke onderlinge samenhang. Die samenhang kan programmatisch zijn, of ruimtelijk. Verevening vindt plaats via een fonds dat gevoed wordt vanuit de plannen met een positief exploitatieresultaat. Om in aanmerking te komen voor een financiële bijdrage (als gevolg van bovenplanse verevening) dient sprake te zijn van een ‘objectief’ negatief exploitatiesaldo. De gemeente Waalre stelt voor verevening van bovenplanse kosten de volgende fondsen in.

    Fonds sociale woningbouw
    Betaalbaarheid en diversiteit van woningen speelt een belangrijke rol in onze visie voor wonen, naast kwaliteit van woon- en leefomgeving. Door gezinsverdunning en de toename van alleenstaanden is er een blijvende relatief grote vraag naar betaalbare woningen. Met name starters komen moeilijk aan een woning. De gemeente Waalre heeft dan ook in haar visie de doelstelling opgenomen om 30% van de (nieuwbouw)woningen te realiseren voor de sociale sector (sociale huur- en sociale koopwoningen). Gezien de bovenstaande doelstelling bestaat er ruimtelijke en functionele samenhang tussen het realiseren van sociale en niet-sociale woningbouw. In praktijk zal het niet uitvoerbaar zijn om dit percentage binnen elk afzonderlijk woningbouwplan te realiseren. Om deze doelstelling te realiseren zal de gemeente gebruik maken van haar bevoegdheid om bovenplanse verevening toe te passen. Het totale woningbouwprogramma kan hierdoor als het ware als een ruimtelijke exploitatie worden beschouwd. Woningbouwplannen met een lager percentage sociale woningbouw dienen daarom een bijdrage te leveren aan het Fonds sociale woningbouw. In een separate nota wordt dit verder uitgewerkt.

    Fonds revitalisering bedrijventerrein
    Ten behoeve van aantrekkelijke, goed functionerende bedrijventerreinen met een optimaal ruimtegebruik, ook de bestaande terreinen in/aan de rand van de kernen. De grondexploitatie van de te ontwikkelen bedrijvenlocaties, zal bij moeten dragen aan de kosten van revitalisering van bestaande bedrijventerreinen. Wanneer zowel de nieuwe bedrijventerreinontwikkeling als ook de revitalisering door de gemeente zelf geïnitieerd en gefinancieerd/uitgegeven worden, dan is het instellen van dit vereveningsfonds niet aan de orde. De 'bijdragen' worden dan immers via de gemeentelijke grondexploitatie geregeld. Wanneer dit niet zo is, dan kan er wel een vereveningsfonds ingesteld worden. 
    In regionaal  verband zijn afspraken gemaakt over bedrijventerreinontwikkeling. Gezien de huidige marktsituatie, is realisatie van nieuw bedrijventerrein in de tijd vooruitgeschoven. Op het moment dat zicht is op de realisatie van nieuw bedrijventerrein en ook voor de bestaande terreinen revitalisering aan de orde is, zal dit fonds revitalisering bedrijventerreinen uitgewerkt worden in de separate Nota Kostenverhaal.

    Fonds integrale gebiedsontwikkeling noord-westrand Waalre
    Deze integrale gebiedsontwikkeling komt in aanmerking voor het opstellen/in werking stellen van een structuur van bovenplanse verevening. Dit kan namelijk toegepast worden bij een gebiedsontwikkeling, waarbij sprake is van versnipperd eigendom, waarbij ontwikkelingen verspreid in de tijd plaatsvinden en welke je eigenlijk als een samenhangend geheel zou willen beschouwen. Doel hiervan is het voorkomen dat alleen de winstgevende projecten gerealiseerd worden en de geldkostende projecten (kwaliteitsinvesteringen bv in landschap, routes en recreatievoorzieningen) niet van de grond komen. Voor dit gebied wordt gewerkt door de betrokken partners aan planvorming. Wanneer dit verder uitgekristalliseerd is, zal een overkoepelende grondexploitatie gemaakt worden, als ware het een integrale projectenenveloppe, waaruit zowel de rode als de groene projecten gefinancierd worden danwel ze aan bijdragen. De verschillende plussen en minnen zijn hierin dus onlosmakelijk gekoppeld. Plussen worden gestort in een specifiek voor dit project op te richten fonds om de investeringen uit te betalen. De overkoepelende grondexploitatie wordt dan jaarlijks herzien. Op het moment dat de planvorming zover is, zal dit vereveningsfonds uitgewerkt worden in de Nota Kostenverhaal.  

    Fonds integrale gebiedsontwikkeling ‘ hart van de gemeente Waalre’
    Ook voor de integrale projectenenveloppe ' hart van de gemeente Waalre' zal zonodig een dergelijke vereveningsconstructie opgericht worden, met bijbehorend fonds (als het ‘fonds integrale gebiedsontwikkeling noord-werstrand Waalre, zie hiervoor). In het 'hart van de gemeente Waalre' staat immers de groene uitstraling centraal, gecombineerd met een functioneel nut voor zowel Aalst als Waalre. Wanneer de gemeente de enige betrokken partij zal zijn, dan is het instellen van een dergelijk fonds niet aan de orde, ook niet wanneer eventuele toekomstige ontwikkeling plaatsvindt op basis van een bestemmingsplan met een bijbehorende exploitatieplan.  

    Bijdrage Ruimtelijke ontwikkeling
    Als gemeente willen we op basis van deze structuurvisie, ook investeringen doen die bijdragen aan een algemene verbetering van de woon-, leef- en werkkwaliteiten van de gemeente. Deze kwaliteiten vormen de secundaire ontwikkelingsvoorwaarden. Deze investeringen hebben daarmee een positieve uitwerking op de waarde van bestaand, maar ook op de marktwaarde van nieuw te realiseren onroerend goed. We zijn van mening dat het daarom gerechtvaardigd is om bij het aangaan van een anterieure overeenkomst inzake de grondexploitatie ook een financiële bijdrage te vragen ten behoeve van deze gemeentelijke investeringen. De gelden worden gestort in het fonds 'Gemeentelijke bijdrage Regiofonds'

    Vanuit dit fonds betaalt de gemeente Waalre de verplichte gemeentelijke bijdrage per m2 nieuw bedrijventerrein / m2 woningbouw aan het Regiofonds. In regionaal verband zijn hierover en over de besteding van het fonds afspraken gemaakt. Vanuit dit regiofonds wordt onder andere door de regio een bijdrage verleend aan de sociaal-culturele en recreatie voorzieningen, waarvan inwoners en ondernemers in de gehele regio profijt hebben. Gezien deze relatie, vinden wij het gerechtvaardigd om voor deze gemeentelijke bijdrage aan het Regiofonds, een fondsbijdrage te vragen aan ontwikkelende partijen in de gemeente Waalre. Het is immers ten nutte van het woon-, leef- en ondernemingsklimaat voor eenieder, in het algemeen. In een separate nota is dit verder uitgewerkt.

    Daarnaast vragen we in overeenkomsten ook een bijdrage voor het gemeentelijke Landschapsfonds. Van hieruit worden kwalitatieve investeringen in het landschap en de recreatieve voorzieningen (routestructuren) verricht. Jaarlijks wordt gekeken naar de omvang van het fonds en een prioritering opgesteld van de daarmee te financieren landschappelijke en/of recreatieve investeringen.   

    Subsidies en bijdragen van andere overheden en semi-overheden
    Een aantal ontwikkelingen kunnen niet worden gerealiseerd zonder substantiële steun van andere overheden. Concreet betreft het de volgende projecten, beide gekoppeld aan de Westparallel:
    - Gebiedsimpuls N69 (onder andere landschappelijke investeringen)
    - Nul + - maatregelen (zoals de realisatie van een hoogwaardige fietsroute op de voormalige spoorlijn)

    Inzet Algemene Middelen Gemeentebegroting
    In onze meerjarenbegroting geven we aan welke financiële middelen wij kunnen vrijmaken om gewenste ontwikkelingen binnen de betreffende begrotingsperiode te kunnen realiseren en welke speelruimte er is. De bestaande begrotingssystematiek staat de gemeente niet toe voor de langere termijn reeds reserveringen en investeringen te benoemen, zonder dat daar concrete besluiten en dekkingsmiddelen aan ten grondslag liggen.
    We beschouwen de inzet van algemene middelen als sluitstuk van de financiering nadat de financiële randvoorwaarden van een project zijn geoptimaliseerd en alle andere financieringsmiddelen zijn ingezet. De financiële speelruimte van de gemeente Waalre is niet zodanig van omvang dat structurele meerjarige verplichtingen met grote financiële risico`s binnen de speelruimte van de begroting kunnen worden opgevangen.

    Voor de andere voornemens in te zetten instrumenten ga naar:



    8.4   Vormvrije quickscan plan-m.e.r. en milieu- en waardentoets: toets aan (wettelijke) kaders rondom milieu en waarden

    Van belang bij iedere ontwikkeling, zowel in project- als beleidsmatig opzicht, is de toets aan hogere (wettelijke) kaders zoals op het gebied van milieuaspecten en waarden. Het uitwerken hiervan op structuurvisieniveau gaat te ver. Omdat wij veel waarde hechten aan ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en 'waarden', hebben we voor de structuurvisie als geheel een quick-scan / vormvrije plan-MER verricht. Hierna hebben we hiervan de resultaten opgenomen.

    In het kader van de concrete projecten en beleidsontwikkelingen zoals deze benoemd zijn in de structuurvisie, worden te zijner tijd (als onderdeel van de planvorming en de weg naar realisatie) de benodigde onderzoeken gedaan. Waar nodig worden knelpunten vermeden en compenserende en/of mitigerende maatregelen genomen. Vooralsnog verwachten we niet, dat er bij het naar realisatie brengen van de in deze structuurvisie benoemde projecten op cruciale belemmeringen gestuit wordt, als gevolg waarvan een bepaalde ontwikkeling niet mogelijk zou zijn.

    De meerderheid van de milieu- en waardenaspecten zijn van een dermate detailniveau dat een analyse op het niveau van de structuurvisie niet passend is. Voor enkele aspecten zijn echter wel op structuurvisieniveau relevante uitspraken te doen. Voor alle aspecten geldt dat op projectniveau onderzoek noodzakelijk is. De informatie uit deze paragraaf vormt hiervoor de algemene basis.

    Wet Milieubeheer en Natuurbeschermingswet: vormvrije quickscan plan-m.e.r. en randvoorwaarden natuurgebieden
    In een aantal situaties dient aan een structuurvisieproces een planmerprocedure gekoppeld te worden:

    • wanneer de omvang van een activiteit waarvoor de structuurvisie kaders schept merplichtig is;
    • wanneer sprake is van een Natura 2000 gebied en ontwikkelingen zoals benoemd in de structuurvisie naar verwachting een significant effect zullen hebben op dat Natura 2000 gebied, als gevolg waarvan een passende beoordeling noodzakelijk is.

    In de gemeente Waalre is een Natura 2000 gebied aanwezig. Ten oosten en zuidoosten van de gemeente Waalre ligt Natura 2000 gebied `Leenderbos, Groote Heide en De Plateaux. De Dommel en de Tongelreep maken ook onderdeel uit van een Natura 2000 gebied. Het is mogelijk dat eventuele ontwikkelingen in Waalre effect hebben op dit Natura 2000 gebied.

    Voor de ontwikkelingen waarvoor de structuurvisie kaderstellend is, is een vormvrijemer-beoordeling opgesteld. De conclusie hiervan luidt dat er geen sprake is van planmer-plicht als gevolg van de in de structuurvisie verankerde ontwikkelingen. Wel is naar voren gekomen dat eventuele ontwikkelingen, zoals op het vlak van recreatie en het realiseren van nieuwe langzaamverkeersverbindingen, mogelijk effecten kunnen hebben op de gevoelige gebieden (natuurgebieden). Omdat er op dit moment nog geen zicht is op dergelijke concrete initiatieven waarvan de effecten onderzocht kunnen worden, hebben we ervoor gekozen om in een separaat document randvoorwaarden en vertrekpunten te formuleren gericht op het voorkomen van eventuele significant negatieve effecten op de betreffende gevoelige gebieden. De analyse van eventuele effecten en de geldende randvoorwaarden en vertrekpunten zijn onderdeel van het document van de vormvrije-mer-beoordeling. Hoofdingrediënten van die randvoorwaarden en vertrekpunten zijn kleinschaligheid (zoals beperkt aantal woon-/werkeenheden per landgoed), het voorkomen van versnippering en een goede zonering ten opzichte van de echte gevoelige gebieden. Het voorkomen van versnippering is met name aan de orde bij de beoogde realisatie van een aansluitende recreatieve langzaamverkeersroute, het rondje Waalre. Op basis van onderzoek waarbij de randvoorwaarden de basis vormen, wordt de route met de betrokken partijen verder uitgewerkt. Op de structuurvisiekaart is deze wenselijke verbindende recreatieve route met symbolische pijlen opgenomen.

    Overige milieu- en waardenaspecten op structurvisieniveau

    Geluid- en luchtkwaliteit
    Wat betreft geluidkwaliteit, dient op projectniveau aangetoond te worden dat een goede leefkwaliteit gegarandeerd kan worden conform de vereisten van de Wet Geluidshinder. Op dat niveau kunnen de benodigde berekeningen gedaan worden. Wettelijk is bepaald dat er langs wegen met een maximumsnelheid van 50 km/uur of hoger zones liggen waarbinnen onderzoek noodzakelijk is. Onder voorwaarden en met in acht nemen van bepaalde bouwkundige uitgangspunten, kan afgeweken worden van de vastgelegde geluidsnormen. Er dient dan een procedure 'hogere grenswaarden wegverkeerslawaai' doorlopen te worden.
    Bij ieder ruimtelijk plan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening en leefkwaliteit, ook in gebieden die vallen binnen de bebouwde kom waar sprake is van een 30 km-zone.

    Wat betreft luchtkwaliteit is de ‘Wet Luchtkwaliteit’ het kader. Voor nieuwe ontwikkelingen dient aangetoond te worden dat een bepaalde ontwikkeling onder de normen voor fijn stof en stikstofdioxide blijft of 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan verslechtering van de luchtkwaliteit. Bepaalde categorieën dragen altijd ‘niet in betekenende mate’ bij aan de luchtkwaliteit. Hieronder vallen onder andere woningbouwprojecten tot 1500 woningen.

    Bedrijven en milieubeheer
    Verspreid in het gebied (zowel binnen als buiten de kernen) en op bedrijventerreinen liggen (agrarische) bedrijven waarvoor zones met betrekking tot geluid- en geurhinder in acht moeten worden genomen. Voor sommige bedrijven kunnen naast deze zones ook externe veiligheidscontouren gelden. Op de bedrijventerreinen zijn nieuwe bedrijven met een hogere milieucategorie toegestaan, binnen de woon- en andere gemengde (centrum)gebieden bedrijven in categorie 1 en 2 (conform de notitie van de VNG 'Bedrijven en milieuzonering'). 
    Bij ontwikkelingen dient aangetoond te worden dat wanneer het een bedrijfs-/beroepsmatige activiteit betreft, er voldoende afstand in acht genomen worden ten opzichte van gevoelige functies al wonen. Wanneer het de ontwikkeling van een gevoelige functies als wonen betreft, dient aangetoond te worden, dat er juist voldoende afstand in acht genomen wordt ten opzichte van eventueel in de omgeving aanwezige bedrijfs- en beroepsmatige activiteiten. Om in eerste instantie te bepalen of er sprake is van voldoende afstand, kan de genoemde VNG-rapportage gehanteerd worden.

    Externe veiligheid
    Vanwege het transport van gevaarlijke stoffen geldt langs sommige autowegen, vaarwegen, spoorlijnen en leidingen een veiligheidscontour. Bij planontwikkeling in deze zones moet een risicoanalyse worden uitgevoerd. Het is verboden gevaarlijke stoffen te vervoeren in de gemeente zonder ontheffing. Ten noorden en ten oosten van de gemeente Waalre vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de rijkswegen. 
    Daarnaast worden ook vereisten gesteld aan Bevi-bedrijven. Voor LPG-tankstations geldt dat binnen een straal van 150 meter bij ontwikkelingen aanvullend onderzoek moet wor-den gedaan. Binnen de gemeente Waalre is 1 LPG-tankstation aanwezig: BP Station De Voldijn.
    Voor buisleidingen zijn in het Besluit externe veiligheid buisleidingen normen opgeno-men. Ten zuiden van Waalre en Aalst loopt een gasleiding van de Gasunie. 

    Geur
    De Wet geurhinder en veehouderij bepaalt dat tussen niet-intensieve veehouderijen en nieuwe geurhindergevoelige afstanden bepaalde vaste afstanden aangehouden moeten worden. Voor intensieve veehouderijen geldt dat de geurhinder berekend moet worden. Rondom de kernen is een aantal agrarische bedrijven aanwezig. Dit zijn geen (grote) intensieve veehouderijen. Voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient de geurhinder bepaalt te worden. Voor vestiging en uitbreiding van intensieve veehouderijen is in de gemeente Waalre ook geen ruimte.

    Bodem
    In het kader van de beoordeling van een projectinitiatief en de projectrealisatie vormt de bodemkwaliteit een belangrijke afweging. Een (verkennend) bodemonderzoek moet hierover uitsluitsel brengen. Over het algemeen vormt dit geen belemmering voor een project, technische oplossingen zijn veelal mogelijk maar kunnen (flink) kostenverhogend werken.

    Water
    Sinds enige jaren is voor het opstellen van een ruimtelijk plan een ‘watertoets’ een verplicht onderwerp, in het kader waarvan een waterparagraaf opgesteld wordt. In de waterparagraaf dient te worden ingegaan op de waterhuishoudkundige en rioleringstechnische aspecten van het desbetreffende plangebied. Wanneer verharding wordt toegevoegd ten opzichte van de huidige situatie, dient hiervoor een 'compenserende' oplossing onderdeel van het plan te zijn. Op het niveau van een gemeentebrede structuurvisie is een dergelijke mate van concreetheid niet aan de orde. In onderdeel 2 'landschap' zijn we onder andere ingegaan op onze hoofdbeleidslijnen rondom het aspect water.

    Flora en fauna
    Op basis van de op 1 april 2002 in werking getreden Flora- en faunawet is het een vereiste om inzicht te bieden in de effecten van een ruimtelijke ingreep op wettelijk beschermde planten en dieren. Als er significant schadelijke gevolgen zullen zijn voor een wettelijk beschermde soort en/of zijn leefgebied, zal bezien moeten worden in hoeverre de schadelijke effecten kunnen worden voorkomen. Zijn deze effecten niet weg te nemen, bijvoorbeeld door een andere locatie te kiezen, of op en andere manier naar een oplossing te zoeken, terwijl de uitvoering van het plan noodzakelijk wordt geacht (dwingende redenen van openbaar belang) dan zal in het kader van de wet ontheffing moeten worden gevraagd en zal moeten worden voorzien in mitigatie en/of compensatie. Daarnaast voorziet het ‘Besluit beschermde dier- en plantsoorten’ in een algemene vrijstelling van in Nederland algemeen voorkomende soorten. Voor deze soorten is geen ontheffing van de artikelen 8 tot en met 12 van de Flora- en faunawet meer nodig.

    In het kader van de quickscan planmer / vormvrijmerbeoordeling en de opgestelde kaders en randvoorwaarden omtrent ontwikkelingen ter voorkoming van significante effecten voor Natura2000 gebieden en andere kwetsbare gebieden, zijn de relevante flora- en faunaaspecten in beeld gebracht. Graag verwijzen we naar het begin van dit onderdeel. Via opgenomen links, zijn daar de via de betreffende rapportages in te zien. 

    Archeologie en cultuurhistorie
    Naast flora en fauna, zijn archeologische en cultuurhistorische waarden van groot belang voor de identiteit en kwaliteit van een gebied. Bij een voorstel moet bij voorkeur gebruik gemaakt worden van de aanwezige waarden (bijvoorbeeld door het onderdeel te maken van het ontwerp of er naar te verwijzen) hierdoor krijgt de nieuwe ontwikkeling een unieke identiteit en is er sprake van ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Om inzicht te krijgen in de aanwezige waarden, is het bij ingrepen in de bodem van gebieden met een zekere verwachtingswaarde, veelal verplicht om archeologisch onderzoek te verrichten.
    Sinds de inwerkingtreding van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in september 2007 ligt de verantwoordelijkheid voor het behoud en beheer van het bodemarchief niet langer bij het Rijk, maar bij gemeenten. Het bestemmingsplan is daarbij het belangrijkste instrument.

    Op de Erfgoedkaart zijn delen van de gemeente Waalre aangewezen als gebieden met een hoge verwachtingswaarde. De kans dat hier archeologische zaken in de bodem aanwezig zijn, is vrij groot. Bij ontwikkelingen in deze gebieden dient een archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Tevens zijn op de Erfgoedkaart de cultuurhistorisch waardevolle gebieden weergegeven.



    29.29   Globale beschrijving opzet en gebruik van de digitale structuurvisie gemeente Waalre

    Algemeen
    Onze structuurvisie is geheel op internet gemaakt. Hierdoor kunt u eenvoudig door de structuurvisie navigeren en gericht op zoek gaan naar de voor u relevante onderwerpen. Het werkt vergelijkbaar met andere internetwebsites, u kunt doorklikken naar bijlagen, van de structuurvisie zelf, maar ook naar beleidsdo-cumenten van de gemeente of andere organisaties. Wanneer woorden / zinnen bijvoorbeeld een andere kleur (paars) hebben en de cursor wijzigt van een pijltje in een handje wanneer u er overheen veegt, dan kunt u daar doorklikken. Ook komt u door op een kaart dubbel te klikken, in een nieuw scherm met dezelfde kaart in groot formaat waarop de informatie beter leesbaar is. U kunt dit scherm sluiten door het kruisje rechtsboven.
    Dit documentje wijst u de weg in de opzet en gebruiksmogelijkheden van de digitale structuurvisie voor de gemeente Waalre. 

    Wat treft u aan op de openingspagina?
    De structuurvisie heeft vier ingangen:

    1. Links: Het welkomstwoord, waarin ook aangegeven wordt waar u met uw reactie en vragen terecht kunt.
    2. Rechtsboven: De thematabel. Hierin kunt u doorklikken op de cellen. U kunt gericht de beleidsuitgangspunten en informatie ophalen over het onderwerp waarnaar u op zoek bent. Per thema is aangegeven waarvoor de gemeente een actieve, (mede) realiserende rol heeft en waarvoor andere partijen uitgenodigd worden.
    3. Rechtsmidden: De structuurvisiekaart. Wanneer u hierop klikt, opent de kaart zich in een nieuw venster in groter formaat. 
    4. Rechtsonder: De rapportageingang, welke opgebouwd is als een gewoon boekwerk. U kunt in ieder onderdeel kiezen voor een printversie, welke geprint kan worden. Ook kunt u kiezen voor alle tekst in een pagina, dan ziet u helemaal onderaan een printknop, waarmee de gehele structuurvisie geprint kan worden.

    Tips voor het navigeren door de digitale structuurvisie:

    • In de thematabel, kunt u op een cel doorklikken naar de teksten in de structuurvisie die daarbij horen. Eerst komt u in een aparte pagina met de tabel, dan kunt u op de cel van het thema (en regieniveau) naar keuze klikken.
    • Wanneer u naar een bijlage doorgeklikt bent, die onderdeel is van de structuurvisie en ook op internet staat, dan kunt u met het pijltje linksboven terugkeren naar de website van de structuurvisie.
      OF
      U kunt de aparte pagina sluiten met het kruisje rechtsboven in het scherm. Dan keert u terug in het onderliggende scherm van de digitale structuurvisie.
    • Wanneer u een kaart met dubbelklik geopend heeft in een apart scherm, of een andere beleidsdocument in een apart scherm. Dan kunt u dat scherm sluiten, via het kruisje op de tab rechtsboven.
    • In de structuurvisie, kunt u doorklikken naar andere onderdelen. De teksten, waarop geklikt kan worden naar anderen onderdelen van de structuurvisie, de bijlagen, of naar achterliggende documenten zijn paars. Daarnaast herkent u deze, omdat de cursus verandert van een pijltje in een handje, wanneer u er overheen veegt.
    • In de rapportage ingang rechtsonder, kunt u via de printknop printen. Wanneer u klikt op de bovenste regel in deze ingang ‘ klik hier voor het gehele rapport' en vervolgens op de printknop onderaan, opent zich een rapport met inhoudsopgave.
    • Wanneer u kiest voor de rapportage-ingang en vervolgens voor ‘het gehele rapport’. Dan kunt u door de gehele structuurvisie scrollen en blijft u ook links de inhoudsopgave zien. Hiermee kunt u van pagina naar pagina gaan.

    Technische aspecten en Vragen?
    De digitale structuurvisie kan zowel in browsers als Firefox en Internet Explorer (bijvoorbeeld 6) draaien. Daarnaast werkt de structuurvisiewebsite al met het besturingssysteem Windows 2000.

    Voor vragen over de structuurvisie kunt u contact opnemen met gemeente Waalre.



    29.29.1   Scenario Planet

    Onderstaande beschrijving omvat een min of meer extreme ontwikkelingsrichting, welke op zichtzelf niet realistisch is. De scenariodiscussie is bedoeld als hulpmiddel, om grip te krijgen op de hoofdlijn (het accent) van de ontwikkelingsrichting voor de gemeente en de deelgebieden daarbinnen. De  uiteindelijke structuurvisiekaart is ontstaan uit een integrale, realistische discussie en afweging van de scenario's. De scenario's hebben hiervoor als inspiratie en hulpmiddel gediend.



    Waalre volgens het PLANET-scenario  (fictieve omschrijving)
    In het scenario 'planet' is alle ruimte voor natuur. Zowel aanhakend op de robuuste bosgebieden en de beekdalen van de Dommel en de Tongelreep, maar ook in het kleinschalige landschap. Hier kan gedacht worden aan het versterken van de lanenstructuur, de hoevestructuur en het landschapsmozaïek door beplantingen, een biologisch beheer van akkerranden en van slootkanten, etc. Ook in de kernen wordt de groenstructuur waar mogelijk versterkt en in ieder geval gekoesterd. Natuurbeheer en -ontwikkeling geschiedt in samenspel met behoud en versterking van cultuurhistorische waarden. ‘Waalre Groenfontein’ krijgt in dit scenario de meest letterlijke invulling: het groen komt je tegemoet! 

    Dit betekent niet dat er geen ruimte voor ‘stedelijke’ ontwikkeling is. Dit vindt plaats ondergeschikt aan en met respect voor natuur, cultuurhistorie en groenbeleving:

    • Wonen: kleinschalige en incidentele woningbouwontwikkelingen zijn mogelijk, uitgangspunt is duurzaamheid, ecologisch verantwoord en een optimale landschappelijke inpassing. Inbreidingslocaties in de kern worden alleen ontwikkeld, wanneer deze leiden tot een verbetering van de groenstructuur en ruimtelijke kwaliteit in de kern, het mag niet ten koste gaan van de openbare ruimte. Transformatie van bebouwde locaties in de linten en het buitengebied naar wonen is mogelijk, wanneer dat niet leidt tot beperking van aanwezige functies. Een verdere verdichting van de linten in het buitengebied, is alleen mogelijk wanneer dat leidt tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het lint als geheel. 
    • Werken: uitbreiding  van de High Tech Campus past niet binnen dit scenario, in de gehele noordrand wordt de groene mantel ontwikkeld tot aan Heeze-Leende. Uitbrei-ding van ruimte voor werken wordt uitsluitend gevonden door revitalisering van bestaande terreinen en door een accentverlegging naar andere type bedrijfs- en beroepsmatige werkzaamheden die aan huis verricht kunnen worden: Het Nieuwe Werken in optima forma. De agrarische ondernemers transformeren hun bedrijfsvoering naar biologisch-dynamische landbouw. Een belangrijke kans ligt in de stadslandbouw, voor de ‘stadse mensen’ uit de regio. Ook voor extensieve recreatie gerelateerde werkzaamheden zijn kansen, de haalbaarheid van dergelijke voorzieningen in dit scenario beperkt.
    • Voorzieningen: voorzieningen zijn er voor de bewoners. Goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer en de fiets is van belang. Dit betekent concentratie in de centra van Waalre-dorp en Aalst en voor de overige voorzieningen een oriëntatie op de regio. Dit scenario vraagt om optimaal en multifunctioneel gebruik van locaties en ge-bouwen. Hierdoor kunnen locaties beschikbaar komen voor herontwikkeling. 
    • Recreatie: het accent ligt op extensieve, routegerichte recreatie, landschapsbeleving en gezondheid. Zowel voor onze bewoners, als ook voor de mensen uit de regio: Waalres grondgebied vormt het kloppende, stuwende hart voor de natuur- en landschaps(door)ontwikkeling in de regio: de ecologische bron. 
    • Verkeer: duurzaam vervoer is het uitgangspunt, gecombineerd met zoveel mogelijk beperken van gemotoriseerd verkeer door de kernen en door de natuurgebieden. Dit betekent het afwaarderen van doorgaande hoofdroutes. Extern gericht autoverkeer, wordt via zo kort mogelijke routes, geconcentreerd naar de (nationale) hoofdwegenstructuur geleid.  De voorzieningen voor OV en langzaam verkeer moeten binnen onze Waalrese omstandigheden geoptimaliseerd worden. Dat geldt ook voor de bereikbaarheid van voorzieningenconcentraties in de regio voor het langzaam verkeer. De realisatie van een fietsroute op de voormalige spoorlijn is daarvoor van belang. Dit vraagt ook om goede digitale verkeersnetwerken.

    - klik hier voor de beschrijving van het scenario People (bijlage 29.29.2)
    - klik hier voor de beschrijving van het scenario Profit (bijlage 29.29.3)
    - klik hier om terug te gaan naar het hoofddocument: de introductie van de scenario' (onderdeel 1.2)

     

     



    29.29.2   Scenario People

    Onderstaande beschrijving omvat een min of meer extreme ontwikkelingsrichting, welke op zichtzelf niet realistisch is. De scenariodiscussie is bedoeld als hulpmiddel, om grip te krijgen op de hoofdlijn (het accent) van de ontwikkelingsrichting voor de gemeente en de deelgebieden daarbinnen. De uiteindelijke structuurvisiekaart is ontstaan uit een integrale, realistische discussie en afweging van de scenario's. De scenario's hebben hiervoor als inspiratie en hulpmiddel gediend.



    Waalre volgens het PEOPLE-scenario (fictieve omschrijving)
    In het scenario 'people' is alle ruimte voor het faciliteren en ondersteunen van individuele wensen en behoeften. Uiteraard zijn er grenzen en gelden de wettelijke kaders en randvoorwaarden. Daarbij zijn ook bij dit scenario de Waalrese kernwaarden het uitgangspunt: authentiek, dynamisch en exclusief. Dit betekent een kwaliteit en een goede landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing.

    In de huidige tijd is de oorspronkelijke motor van de ruimtelijke ontwikkeling – de vastgoedontwikkeling - tot stilstand gekomen. De individuele ontwikkelingsdrang van bewoners en ondernemers is de nieuwe motor geworden van het op gang brengen en houden van noodzakelijke gebiedsdynamiek. Als overheid zien we het daarom als een uitdaging om grip te krijgen op de individuele investeringswensen en te trachten waar mogelijk ons collectieve algemene belang hierop aan te laten sluiten, waardoor een gezamenlijk belang en beoogd doel ontstaat. De structuurvisie geeft kaders en vertrekpunten, waar nodig gebiedsgericht, voor particuliere investeringswensen die niet passend zijn binnen de geldende juridische kaders. Hieraan wordt een kwaliteitsimpuls gekoppeld, welke zowel in het belang is voor particulier als ook in het algemeen belang. Voorbeelden van een dergelijke kwaliteitsimpuls liggen op het gebied van landschapsbeleving, natuurontwikkeling, een bijdrage voor speelvoorzieningen danwel een bijdrage aan de oplossing van het parkeervraagstuk. Kwaliteitsimpulsen in de bebouwde omgeving en in het overgangsgebied naar buiten (de dorpsranden), hebben de voorkeur ten opzichte van kwaliteitsimpulsen in het buitengebied.

    Als gemeente ligt dè prioriteit in dit scenario bij het behoud en versterken van de sociaal-maatschappelijke voorzieningen, die het mogelijk maken om op dorpse schaalniveau van de kernen Aalst en Waalre aangenaam te leven. Door een goede fysieke en digitale bereikbaarheid worden deze voorzieningen dichtbij de mensen gebracht.  

    Grootschalige, planmatige ontwikkelingen, gericht op winst voor één partij horen niet thuis in dit scenario. Dit wil niet zeggen dat er alleen nog maar incidentele ontwikkelingen plaatsvinden: particulieren en organisaties zoeken elkaar op.

    Voor de ontwikkeling van de gebruiksfuncties betekent dit scenario:

    • Wonen: voor de bestaande woningen wordt het eenvoudiger om deze aan te passen aan de veranderende woonwensen, dit geldt ook voor het samenvoegen en splitsen van woningen. Verzoeken voor het toevoegen van woningen in het buitengebied (niet alleen in de linten of op locaties van vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing, maar ook in het bos), nemen we als gemeente serieus in overweging en kijken hoe we hier-bij het gezamenlijke belang kunnen bereiken. Grotere projectmatige ontwikkelingen vinden plaats op initiatief van een samenwerkingsverband van bewoners (collectief particulier ondernemerschap). Hierbij ondersteunen vaak ook corporaties en zorginstanties, waardoor de levensloopbestendigheid van de woningen en de woonomgeving (het aan te reiken voorzieningenpakket) gewaarborgd is.   
    • Werken: accenten op het gebied van werken liggen bij het nieuwe werken (flexibel en aan huis), op het gebied van (zorg)voorzieningen en recreatie. De agrarische ondernemer krijgt meer mogelijkheden voor verbreding van activiteiten, maar ook voor de realisatie van een tweede woning ten behoeve van mantelzorg / de rustende boer.   
    • Voorzieningen: het behoud van sociaal-maatschappelijke voorzieningen, met kwaliteit, adequaat toegesneden op de demografische ontwikkelingen en goed bereikbaar  voor eenieder heeft de prioriteit. Belangrijke voorwaarde daarvoor is concentratie in de centra en een ontsluiting met openbaar vervoer. Dit ligt in het verlengde van het enkele jaren geleden geïntroduceerde concept van de ‘bruine loper’. Het ontwikkelen van nieuwe voorzieningenlocaties, aanvullend op de huidige locaties is niet aan de orde. Optimaal en multifunctioneel ruimtegebruik staat voorop.   
    • Recreatie: het accent ligt bij voorzieningen en faciliteiten voor de Waalrese bevolking, waarvan natuurlijk ook inwoners uit de regio gebruik mogen maken. Gedacht kan worden aan het vervolmaken van de ommetjes, korte daguitjes (zwemmen, midgetgolf, paardrijden e.d.) en kleinschalige horecavoorzieningen gekoppeld aan de langzaamverkeerroutes.
    • Verkeer: het optimaal afwikkelen van het interne bestemmingsverkeer staat voorop, gecombineerd met het beperken van de aan gemotoriseerd verkeer gekoppelde overlast voor de bewoners.

    - klik hier voor de beschrijving van het scenario Planet (bijlage 29.29.1)
    - klik hier voor de beschrijving van het scenario Profit (bijlage 29.29.3)
    - klik hier om terug te gaan naar het hoofddocument: de introductie van de scenario' (onderdeel 1.2)


     



    29.29.3   Scenario Profit

    Onderstaande beschrijving omvat een min of meer extreme ontwikkelingsrichting, welke op zichtzelf niet realistisch is. De scenariodiscussie is bedoeld als hulpmiddel, om grip te krijgen op de hoofdlijn (het accent) van de ontwikkelingsrichting voor de gemeente en de deelgebieden daarbinnen. De uiteindelijke structuurvisiekaart is ontstaan uit een integrale, realistische discussie en afweging van de scenario's. De scenario's hebben hiervoor als inspiratie en hulpmiddel gediend.



    Waalre volgens het PROFIT-scenario (fictieve omschrijving)
    In dit scenario 'profit', maakt de gemeente Waalre integraal onderdeel uit van het stedelijk gebied van Eindhoven. Niet complementair, als gebied dat de stadsbewoners ademruimte geeft of een woonomgeving voor de stadswerkers vormt, maar als gebied dat in het verlengde functioneert. De gemeente Waalre biedt stedelijke functies voor de regiobewoners. Waar zich kansen voordoen voor projectmatige ontwikkelingen, worden die opgepakt. Uiteraard geldt ook hier dat rekening gehouden wordt met wettelijke kaders en de Waalrese kenmerken authentiek, dynamisch en exclusief. Het accent ligt op het dynamische, met een authentieke vleug, gericht op een exclusieve sector, maar vooral ook duurzaam. Ontwikkelingen worden niet alleen geïnitieerd door Waalrenaren maar veelal door externe partijen.

    Het scenario karakteriseert zich door de wijze waarop de functies zich ontwikkelen:

    • Wonen: Waalre vervult een nog belangrijkere rol als woonlocatie voor de regio. Het zoekgebied ligt aan de westkant van Waalre, Waalre Noord en Aalst/Ekenrooi Zuid. Vanwege grote vraag naar kwalitatief hoogwaardig en duurzaam wonen en de opkomst van het werken nieuwe stijl, is transformatie en herstructurering van bestaande woonwijken  interessant voor ontwikkelende partijen. Ook voor de villawijken in het bos zijn er mogelijkheden voor uitbreiding, evenals voor landgoedontwikkeling gecombineerd met bijvoorbeeld zorgvoorzieningen. Waalre vervult een belangrijke woonfunctie voor de expats, werkzaam bij internationale bedrijven als Philips en ASML. 
    • Werken: de High Tech Campus ontwikkelt zich verder op Waalres grondgebied. Ook de andere bedrijventerreinontwikkelingen, zoals Ekenrooi Noord komen tot stand. Hierdoor ontstaat in het noordelijk deel van onze gemeente een hoogdynamisch gebied, waarmee we naadloos aanhaken op Eindhoven. Onderdeel daarvan kan ook zijn een exclusief landgoederen (woon)werkmilieu. De agrarische ondernemers pakken de mogelijkheden voor de verbreding met beide handen aan, waarbij met name gericht wordt op toeristen uit de omliggende gemeenten. De exclusiviteit van wonen en werken, de aantrekkingskracht die dit uitoefent op specifieke huishoudens, leidt ook tot een toenemende werkgelegenheid in de zorg en wellness.   
    • Voorzieningen: door de grotere, projectgerichte woningbouwinitiatieven en het toenemende toerisme is er ruim voldoende draagvlak om de centrumvoorzieningen in stand te houden en uit te breiden. Er is voldoende marktruimte (behoefte aan winkels) om met het centrumgebied een sprong te maken over de afgewaardeerde N69. Op het gebied van zorg en wellness neemt het voorzieningenaanbod toe, aansluitend op de demografische ontwikkelingen. Nabij het gemeentehuis wordt een woon/zorgcomplex gerealiseerd waar alle benodigde voorzieningen voor levensloopbestendig wonen aanwezig zijn, dan wel op afroep beschikbaar komen. 
    • Recreatie: het accent ligt meer op toerisme. Toeristisch-recreatieve voorzieningen worden gerealiseerd, waarvan de Waalrese bewoners ook gebruik van kunnen maken. Dit geldt zowel direct, als ook indirect door bijvoorbeeld de daaraan verbonden werkgelegenheid. Waalre profileert zich als het recreatie en uitvalsgebied voor bewoners uit Valkenswaard, Veldhoven en Eindhoven.  
    • Verkeer: goede externe en interne bereikbaarheid is van essentieel belang in dit scenario. Uiteraard mag dit de kwaliteit van wonen en leven niet aantasten. De N69 wordt niet volledig afgewaardeerd, doorgaand verkeer maakt nog steeds veel gebruik van deze weg.

    - klik hier voor de beschrijving van het scenario Planet (bijlage 29.29.1)
    - klik hier voor de beschrijving van het scenario People (bijlage 29.29.2)
    - klik hier om terug te gaan naar het hoofddocument: de introductie van de scenario' (onderdeel 1.2)



    29.29.4   Het ruimtelijk karakter van Waalre: de bovenlaag

    De gemeente Waalre heeft een totale oppervlakte van ongeveer 2.219 hectare en er wonen 16.482 inwoners. De gemeente heeft twee grotere kernen; Aalst en Waalre. Aan de noordzijde wordt de gemeente begrensd door de A2 en de gemeente Eindhoven. Aan de westkant stroomt de Dommel van België naar Den Bosch en ten oosten strekt zich De Groote Heide en het Leenderbos uit; een groot bos en heidegebied. Aan de zuidzijde grenst de gemeente Waalre aan de gemeente Valkenswaard waarmee zij verbonden is via de N69. De gemeente heeft een landelijk, groen karakter door de vele bos- en natuurgebieden en het open Kempische landschap.

    Lagenbenadering
    De gebiedsanalyse van de gemeente Waalre is opgezet volgens de lagenbenadering. Voor het opbouwen van een toekomstvisie is het nodig duidelijkheid te krijgen over hoe de gemeente er ruimtelijk voorstaat: hoe is de gemeente opgebouwd, hoe is dat zo gekomen, welke kwaliteiten kent de gemeente, en op welke wijze kunnen deze kwaliteiten worden benut? 
    Dit geschiedt via de lagenbenadering waarbij de bevindingen vanuit de analyse worden beschreven in drie lagen, namelijk de onderlaag, de middelste laag en de bovenste laag.
    In de onderlaag wordt gekeken naar de ondergrond, zoals de bodem, geomorfologie, water, ecologie en cultuurhistorie. In de middelste laag wordt beschreven welke infrastructuur aanwezig is. Bij de bovenste laag, occupatie, wordt gekeken naar alle invloeden van de mens op het landschap. Deze drie lagen staan in constante verbinding met elkaar en richten zich op elkaars waarden en kwaliteiten.

    De bovenste laag: Occupatie
    De bovenste laag bevat het mozaïek van de functies in het gebied, het gebruik. Dit wordt bepaald door de verschillende typen gebruikers en door de elementen uit de beide andere lagen: het onderliggende natuurlijke systeem, de cultuurhistorische ontwikkelingen en de aanwezige netwerken. De bovenste laag omvat onder meer de functies, landbouw, wonen, werken, voorzieningen, recreatie en toerisme. Hieronder is de analysekaart opgenomen, daarna een korte beschrijving

     

    Landbouw
    Het grootste gedeelte van de gemeente bestaat uit landbouwgebied en natuurgebieden. In 2010 waren er in totaal 28 landbouwbedrijven in de gemeente Waalre, die samen een grondgebruik hadden van 57.938 areaal oppervlakte. Van de agrarische bedrijven in Waalre heeft 71% als hoofdtype veeteelt, en 19% als hoofdtype gewassen. De andere 10 % heeft een combinatie van beide. Hieruit komt naar voren dat het aandeel akkerbouw relatief beperkt is. Bedrijven met graasdieren (rundvee, varkens en geiten) komen relatief veel voor.

    Recreatie en toerisme
    Door de bos- en natuurgebieden en het halfopen karakter van het Kempenlandschap heeft de gemeente Waalre een groen karakter. De natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van het buitengebied, de aanwezige cultuurhistorische elementen en de langzaamverkeersverbinding maken dat de gemeente aantrekkelijk is voor recreatie en toerisme.
    Er wordt dan ook veel gefietst en gewandeld op de fiets-, wandel- en ruiterpaden in de gemeente. Verder richten de andere recreatieactiviteiten zich met name op dagrecreatie zoals speeltuinen, het Waalres museum en de verschillende bezienswaardigheden. Zo staat buurtschap Loon met z’n langgevelboerderijen op de Rijksmonumentenlijst en kan er bij de oude watermolen “De Volmolen” op de Dommel gekanood worden. De mogelijkheden voor verblijfsrecreatie in de gemeente zijn vrij beperkt. Ten noorden van het Leenderbos is een natuurkampeerterrein. Net over de gemeentegrens heen zit camping De Volmolen die zowel dag- als verblijfsrecreatie aanbiedt. Verder ligt ten oosten van de N69 richting Valkenswaard een golfterrein. De gemeente Waalre telt 31 horecabedrijven oftewel 18,8 bedrijven per 10.000 inwoners. In de provincie Noord Brabant ligt dit cijfer op 25,1 bedrijven per 10.000 inwoners en voor Nederland is dit cijfer op 25,8. In Waalre zijn dus relatief weinig horecabedrijven.

    Voorzieningen
    In de beide kernen Waalre-dorp en Aalst is sprake van een centrumgebied waar voorzieningen zijn geclusterd. Het gaat dan met name om winkelvoorzieningen die gericht zijn op de dagelijkse boodschappen. Voor alle niet-dagelijkse winkelvoorzieningen kunnen de inwoners van de gemeente Waalre naar het dichtbij gelegen Eindhoven.
    In Waalre wonen rond de 1580 schoolgaande kinderen tussen de 4 en de 12 jaar oud. In elke kern is basisonderwijs aanwezig, waarbij gekozen kan worden uit vijf basisscholen; St Christoffel, OBS Ekenrooi, De Meent, De Drijfveer en De Wilderen. Verder wordt een nieuwe school ontwikkeld, namelijk de brede school die een netwerk van voorzieningen zal gaan vormen. De brede school werkt samen met andere organisaties, zoals kinderopvang, welzijninstellingen, peuterspeelzalen, bibliotheken en instellingen voor sport en cultuur. Voor voortgezet onderwijs zijn in de omliggende kernen mogelijkheden.
    Er zijn verschillende sportvoorzieningen in de gemeente Waalre. Er zijn meerdere sportverenigingen en in elke kern is een buitensportcomplex aanwezig waar sporten beoefend kunnen worden. Daarnaast zijn er ook nog sporthallen en een tennisveldcomplex.

    Bedrijvigheid
    Naast de bedrijvigheid op het gebied van landbouw, zijn er enkele bedrijventerreinen. In totaal zijn in de gemeente drie bedrijventerreinen; De Voldijn, park Diepenvoorde en ’t Broek. Qua vestigingen is er afgelopen jaren een groei geconstateerd van bijna 1.200 vestigingen in 2008 naar 1.385 vestigingen in 2010. De groei heeft met name in de zakelijke dienstverlening en gezondheids- en welzijnszorg plaatsgevonden. Toch is in vergelijking met zuidoost-Brabant de werkgelegenheid in Waalre over het algemeen lager. Dit betekent dat er relatief veel inwoners buiten de gemeente werkzaam zijn. De meeste bedrijven in de gemeente Waalre betreffen kleinschalige zakelijke dienstverlening, het aandeel van vestigingen en werkzame personen bedraagt hierin bijna 40%. Het aandeel van de werkzame personen in de industrie ligt in Waalre lager dan in Zuidoost-Brabant.

    Ruimtelijke structuur van de kernen / wonen
    In 1923 werden de voorheen zelfstandige kernen Aalst en Waalre samengevoegd tot een gemeente. De huidige opbouw van de kernen is gegroeid op basis van het landschap en andere ontwikkelingen zoals de aanleg van provinciale wegen en veranderde planologische inzichten.
    Zoals genoemd kenmerkt Waarle zich door de radiale structuur, waarbij opvalt dat de ligging van het centrum centraal in het dorp is gebleven. Door beperkte industrialisatie is het landschappelijke karakter van de kern bewaard gebleven. Een terugkerend beeld is het esdorpenlandschap waarbij de oude boerderijen rond een brink zijn gelegen. Mooie voorbeelden hiervan zijn de beschermde dorpsgezichten van de buurtschappen ’t Loon en Heikant. Ook het centrum van Waalre-dorp ligt rondom zo’n brink. In Waalre is de verdeling van stedenbouwkundige eenheden nog te herkennen. Na de historische bebouwingslinten van Loon en Waarle-dorp, volgt de vooroorlogse bebouwing, die zich kenmerkt door een ruime opzet. Vervolgens de naoorlogse bebouwing waaruit waalre voor het grootste gedeelte bestaat. De uitbreidingen die er door de jaren heen zijn gekomen liggen rondom de oude kern. Dit heeft ervoor onder andere voor gezorgd dat Waalre haar dorpse uitstraling heeft behouden.

    Aalst heeft zich vanuit een aantal linten ontwikkeld. De historische bebouwingslinten zijn vooral nog terug te vinden bij Het Laareind, Ekenrooi en Achtereind, waar vroeger vele boerderijen in de oude buurtschappen stonden. Deze cultuurhistorische radiale structuur is radicaal doorbroken met de komst van de Eindhovense weg. Een andere doorsnijding van Aalst wordt veroorzaakt door een ecologische zone met daarin de beek de Tongelreep. Ook de kern wordt in tweeën gedeeld door de Eindhovenseweg. Deze weg heeft een grote invloed gehad op de ontwikkeling van Aalst, doordat er ook gebouwd langs de weg. Langs de oudere wegen heeft bedrijvenontwikkeling plaats gevonden. Daardoor hebben de oudere wijken een meer gemengd karakter gekregen. Naast de invloed die de N69 heeft gehad, is ook door de ligging van Aalst ten opzichte van Eindhoven het karakter van het dorp veranderd.
    Er is vooroorlogse bebouwing met de tuindorpen (Philipsdorp) en een grote hoeveelheid openbare ruimte. De naoorlogse bebouwing is terug te vinden de uitbreiding in Ekenrooi oost en de bosvilla’s. De uitstraling van Aalst is door de manier van uitbreiden veel stedelijker geworden dan de uitstraling van Waalre. Van de vroegere typische plattelandsfeer is bijna niets meer over.

    - klik hier voor de analyse van de onderlaag (onderdeel 29.29.6)
    - klik hier voor de analyse van de middelste laag (onderdeel 29.29.5)

    Bronnen

    Bronnen GIS;
    GIS data, provincie Noord-Brabant, (2011). http://www.provinciaalgeoregister.nl/georegister/



    29.29.5   Het ruimtelijk karakter van Waalre: middelste laag

    De gemeente Waalre heeft een totale oppervlakte van ongeveer 2.219 hectare en er wonen 16.482 inwoners. De gemeente heeft twee grotere kernen; Aalst en Waalre. Aan de noordzijde wordt de gemeente begrensd door de A2 en de gemeente Eindhoven. Aan de westkant stroomt de Dommel van België naar Den Bosch en ten oosten strekt zich De Groote Heide en het Leenderbos uit; een groot bos en heidegebied. Aan de zuidzijde grenst de gemeente Waalre aan de gemeente Valkenswaard waarmee zij verbonden is via de N69. De gemeente heeft een landelijk, groen karakter door de vele bos- en natuurgebieden en het open Kempische landschap.

    Lagenbenadering
    De gebiedsanalyse van de gemeente Waalre is opgezet volgens de lagenbenadering. Voor het opbouwen van een toekomstvisie is het nodig duidelijkheid te krijgen over hoe de gemeente er ruimtelijk voorstaat: hoe is de gemeente opgebouwd, hoe is dat zo gekomen, welke kwaliteiten kent de gemeente, en op welke wijze kunnen deze kwaliteiten worden benut? 
    Dit geschiedt via de lagenbenadering waarbij de bevindingen vanuit de analyse worden beschreven in drie lagen, namelijk de onderlaag, de middelste laag en de bovenste laag.
    In de onderlaag wordt gekeken naar de ondergrond, zoals de bodem, geomorfologie, water, ecologie en cultuurhistorie. In de middelste laag wordt beschreven welke infrastructuur aanwezig is. Bij de bovenste laag, occupatie, wordt gekeken naar alle invloeden van de mens op het landschap. Deze drie lagen staan in constante verbinding met elkaar en richten zich op elkaars waarden en kwaliteiten.

    De middelste laag: netwerken
    In de middelste laag, de netwerklaag, is de huidige structuur van (spoor)wegen en ecologische verbindingszones opgenomen. Hieronder is het kaartbeeld van de analyse van de middelste laag opgenomen, daarna een korte beschrijving.

    Infrastructuur wegen
    De historische wegstructuur in het gebied bestaat uit twee verschillende typen, namelijk, de spinnenwebvormige wegen ook wel de esdorpstructuur genoemd en daarnaast de Eindhovenseweg (N69), welke zich kenmerkt door een kaarsrechte ligging in het landschap. Met name de webachtige ontsluitingsstructuur is kenmerkend voor de Kempen. Parallel aan de Eindhovenseweg (N69) ligt de oude spoorbaan Eindhoven-Hasselt die tot 1959 in gebruik was en daarna werd opgeheven. De twee parallel gelegen infrastructurele werken passen goed in de noord-zuid gerichte morfologische lijnen in het landschap, maar zijn een afwijking op de esdorpstructuur van de overige wegen. Het dorp Aalst wordt ontsloten door de N69 die dwars door het dorp heen loopt. Verder zijn de beide dorpen Aalst en Waalre met elkaar verbonden door middel van een oostwest corridor. Net buiten de gemeentegrens liggen twee grote wegen, de A2 en de A67 die de gemeente Waalre aan de noord- en westzijde begrenzen.

    Natuur
    De meeste natuurgebieden in de gemeente Waalre vallen binnen de EHS. Deze natuurgebieden bestaan voornamelijk uit bossen, heide en vennen. Aan bestaande natuur heeft Waalre circa 600 ha bos en heide ter beschikking. Daarnaast ligt een achttal vennen die allemaal bijdragen aan een verhoging van de natuurwaarde. De EHS in de gemeente Waalre is op te delen in; natte hoofdstructuur, op de plek waar de beken in het beekdal stromen, struweel vogel gebieden en amfibieën reptielen gebied. Ongeveer de helft van de ecologische hoofdstructuur betreft ook Natura-2000 gebied. Natura 2000 gebied bestaan uit gebieden die zijn aangewezen in het kader van de Europese vogel- en habitatrichtlijnen. De laaglandbeken de Dommel en de Tongelreep zijn eveneens beide aangemerkt als Natura 2000 gebied, evenals een deel van Achtereind. Deze gebiedjes zijn onderdeel van het grotere Natura 2000 gebied dat wordt gevormd door het Leenderbos, de Groote Heide & De Plateau.

    - klik hier voor de analyse van de onderlaag (onderdeel 29.29.6)
    - klik hier voor de analyse van de bovenste laag (onderdeel 29.29.4)

    Bronnen

    Bronnen GIS;
    GIS data, provincie Noord-Brabant, (2011). http://www.provinciaalgeoregister.nl/georegister/



    29.29.6   Het ruimtelijk karakter van Waalre: de onderlaag

    De gemeente Waalre heeft een totale oppervlakte van ongeveer 2.219 hectare en er wonen 16.482 inwoners. De gemeente heeft twee grotere kernen; Aalst en Waalre. Aan de noordzijde wordt de gemeente begrensd door de A2 en de gemeente Eindhoven. Aan de westkant stroomt de Dommel van België naar Den Bosch en ten oosten strekt zich De Groote Heide en het Leenderbos uit; een groot bos en heidegebied. Aan de zuidzijde grenst de gemeente Waalre aan de gemeente Valkenswaard waarmee zij verbonden is via de N69. De gemeente heeft een landelijk, groen karakter door de vele bos- en natuurgebieden en het open Kempische landschap.

    Lagenbenadering
    De gebiedsanalyse van de gemeente Waalre is opgezet volgens de lagenbenadering. Voor het opbouwen van een toekomstvisie is het nodig duidelijkheid te krijgen over hoe de gemeente er ruimtelijk voorstaat: hoe is de gemeente opgebouwd, hoe is dat zo gekomen, welke kwaliteiten kent de gemeente, en op welke wijze kunnen deze kwaliteiten worden benut? 
    Dit geschiedt via de lagenbenadering waarbij de bevindingen vanuit de analyse worden beschreven in drie lagen, namelijk de onderlaag, de middelste laag en de bovenste laag.
    In de onderlaag wordt gekeken naar de ondergrond, zoals de bodem, geomorfologie, water, ecologie en cultuurhistorie. In de middelste laag wordt beschreven welke infrastructuur aanwezig is. Bij de bovenste laag, occupatie, wordt gekeken naar alle invloeden van de mens op het landschap. Deze drie lagen staan in constante verbinding met elkaar en richten zich op elkaars waarden en kwaliteiten.

    De onderlaag: Het natuurlijke systeem
    De onderste laag wordt gevormd door enerzijds de geomorfologie, het bodemtype en het watersysteem en anderzijds door de natuur- en landschapselementen en cultuurhistorische elementen die hier direct mee samenhangen. De ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden en nu nog plaatsvinden hangen nauw samen met de waarden die van oorsprong al aanwezig zijn. Geomorfologische kenmerken en de aanwezigheid van water zijn van grote invloed geweest op de ontwikkeling van de kernen binnen de gemeente. Hieronder is het kaartbeeld opgenomen van de analyse van de onderlaag, daarna een korte beschrijving.

    Geomorfologie
    De geomorfologische ondergrond bepaalt in hoge mate de vestigingsmogelijkheden voor flora en fauna, bodemvorming en de wijze van ontginning en gebruik door de mens.
    Het Brabants dekzandgebied wordt al vanaf het Carboon door breukentektoniek beïnvloed. Vanaf die tijd wordt het zuidoosten van Nederland doorsneden door een aantal van zuidoost naar noordwest gerichte breuken, die het gebied in horsten (hoge schollen) en slenken (lage schollen) verdeelden. De gemeente Waalre is gelegen op de Centrale Slenk, met aan de westkant de Feldbissbreuk en aan de oostkant de Peelrandbreuk.

    Het Brabantse dekzandgebied is ontstaan tijdens de laatste IJstijd. Het klimaat was relatief droog en koud. De sterke wind had vrij spel en zorgde voor het verstuiven van het losse zand. In het landschap zijn deze afzettingen terug te vinden in de vorm van dekzandduinen, vlakten en ruggen.

    Door het stijgen van de temperatuur na de IJstijd, werd het klimaat langzaam warmer en vochtiger. Door de toenemende groei van vegetatie kreeg de wind minder vat op het landschap. Door het smelten van het ijs werden de lager gelegen delen van het landschap natter en ontstonden beekjes en rivieren die het dekzandlandschap geleidelijk aan doorsneden. Deze kleine beekjes waren relatief breed en ondiep. In de beek werd leem afgezet en soms kon er ook veenvorming optreden. Het gebied telt meerdere vennen; de door uitwaaiing ontstane ondiepe dalen vulden zich na de ijstijd met water.

    Bodem
    De ondergrond van de gemeente Waalre is hoofdzakelijk zandgrond wat voedselarm is en vochtig tot droog. De zandgronden vallen uiteen in podzolgronden en vaaggronden. Naast de zandgrond komen er in het gebied ook eerdgronden voor. De eerdgronden zijn in het gebied ontstaan door het essenlandbouwsysteem en zijn onder te verdelen in enkeerdgronden en hoge zwarte enkeerdgronden die terug te vinden zijn in de hoger gelegen gebieden. Vooral rondom buurtschappen Loon en Heikant en ten oosten van de Tongelreep zijn de akkercomplexen met esdekken te vinden. De beekdallandschappen in het gebied bestaan voornamelijk uit beekeerdgronden en gooreerdgronden.

    Waterhuishouding
    Zowel de Dommel als de Tongelreep ontspringen in België en stromen richting Eindhoven door de gemeente Waalre heen. In het gebied zijn kwelgebieden te vinden in de beekdalen van de twee beken. De belangrijkste infiltratiegebieden liggen op de hogere droge gronden, naast de beekdalen. Tussen het kwel- en infiltratiegebied kan een smalle zone aangemerkt worden als intermediair gebied. Daar waar de belangrijkste kwel- en infiltratiegebieden tegen elkaar liggen, ontstaan waardevolle (ecologische) gradiëntsituaties.

    Hoogte
    De gemeente Waalre heeft een kleinschalig reliëfrijk landschap. De beekdalen met daarin de beken zijn de lager gelegen delen van de gemeente. Tussen de twee beekdalen ligt een hoger gelegen gedeelte. Hier zijn voornamelijk akkergronden, stuifzandgebieden, heidegebieden of bebouwing te vinden.

    Cultuurhistorie en archeologie
    De gemeente Waalre kent een lange bewoningsgeschiedenis waarvan nog veel elementen in het landschap zichtbaar zijn. In het landschap rondom Waalre-dorp zijn overblijfselen gevonden uit de tijd van de rendierjagers. Deze jagers trokken in het gebied rond en sloegen hun tenten en kampen steeds op een andere plek op. Door de stijgende temperatuur ging de vegetatie beter groeien en ontstond er een grotere diversiteit aan dieren. Rond 2000 v. Chr. vestigden zich mensen voor langere tijd in het Dommeldal en ontstonden er de eerste vormen van primitieve landbouw.

    De oudste nederzettingen zijn terug te vinden op de dekzandruggen dichtbij een beek. Een dergelijke ligging was gunstig voor het gemengde boerenbedrijf, vanwege een goede afwatering. Vanaf het moment dat de potstal in gebruik kwam veranderde de invloed van de mens op het landschap. De potstalmest werd gemengd met heideplaggen en in deze combinatie op het land uitgereden als bemesting. De esdekken zijn door deze jarenlange vorm van bemesting langzaam opgehoogd en voorzien van een dikke laag vruchtbare grond. De esdekken beschermen de onderliggende grondpakketten, die daardoor archeologisch waardevolle informatie bevatten.

    Specifieke elementen, waar een cultuurhistorische waarde aan wordt toegekend, zijn;

    • beschermde dorpsgezichten zoals buurtschap Loon (langgevelboerderijen);
    • omgrachte boerderij achter Heikant;
    • oude Sint-Willibrorduskerk te Waalre-dorp;
    • Sint-Willibrorduskerk te Waalre-dorp;
    • Gemeentehuis te Waalre-dorp;
    • diverse herenhuizen te Waalre en Aalst;
    • arbeiderswoningen te Aalst;
    • linnenfabriek te Waalre-dorp;
    • sigarenfabriek te Waalre-dorp;
    • watermolen de Volmolen;
    • herkenbare essen te Achtereind en Timmereind;

    Rond het jaar 1850 werd begonnen aan het ontginnen van de eerste heidevelden. De droge heide werd beplant met bomen, het hout werd gebruikt in de mijnen van Zuid-Limburg. De natte heide werd vooral ontgonnen tot landbouwgrond. Tot 1890 was er sprake van oude heideontginningen, deze waren kleinschalig van opzet en de percelen waren omzoomd met elzenheggen of houtwallen. Daarna werd de infrastructuur op het platteland aangelegd en kwamen de grootschalige jonge heideontginningen tot stand. De jonge ontginningen zijn in het landschap te herkennen door de openheid en zijn slechts begroeid met populieren en eiken langs de zandwegen.

    - klik hier voor de analyse van de middelste laag (onderdeel 29.29.5)
    - klik hier voor de analyse van de bovenste laag (onderdeel 29.29.4)

    Bronnen

    Bronnen GIS;
    GIS data, provincie Noord-Brabant, (2011). http://www.provinciaalgeoregister.nl/georegister/



    29.29.7   Provinciale structuurvisie en provinciale verordening

    Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant
    Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant in werking getreden. Provinciale Staten hebben deze op 1 oktober 2010 vastgesteld. De provincie geeft in de struc-tuurvisie ruimtelijke ordening de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De provincie kiest voor een duurzame ontwikkeling waarin de kwaliteiten van de provincie sturend zijn bij de ruimtelijke keuzes die de komende jaren op de provincie afkomen. Nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan de kracht en identiteit van Noord-Brabant.

    De provincie streeft naar een complete kennis- en innovatieregio. Daarvoor zijn een aantrekke-lijke woon- en leefomgeving, natuur- en landschapsontwikkeling, een robuust verkeer- en ver-voersysteem en een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven van cruciaal belang. De ruimtelijke visie van de provincie bestaat op hoofdlijnen uit een robuust en veerkrachtig natuur- en watersysteem met aandacht voor hoogwaterbescherming, droogte en biodiversiteit. Een multifunctioneel landelijk gebied, waar de functies landbouw, recreatie en natuur in relatie tot elkaar ruimte krijgen. Met aandacht voor cultuurhistorische waarden en de leefbaarheid van kleine kernen. En een gevarieerd en aantrekkelijk stedelijk gebied, met sterke steden, groene geledingszones en uitloopgebieden (intensieve recreatie, stadslandbouw). Met aandacht voor sterke regionale economische clusters, (inter) nationale bereikbaarheid, knooppuntontwikkeling (zowel in de centra als aan de randen van de steden). Dit is vertaald in de volgende 13 provinciale ruimtelijke belangen:
    1. Regionale contrasten;
    2. Een multifunctioneel landelijk gebied;
    3. Een robuust en veerkrachtig water- en natuursysteem;
    4. Een betere waterveiligheid door preventie;
    5. Koppeling van waterberging en droogtebestrijding;
    6. Ruimte voor duurzame energie;
    7. Concentratie van verstedelijking;
    8. Sterk stedelijk netwerk: BrabantStad;
    9. Groene geledingszones tussen steden;
    10. Goed bereikbare recreatieve voorzieningen;
    11. Economische kennisclusters;
    12. (inter)nationale bereikbaarheid;
    13. Beleefbaarheid stad en land vanaf de hoofdinfrastructuur.

    Verordening Ruimte
    Vanaf 8 maart 2011 geldt de Verordening Ruimte. In de verordening staan onderwerpen uit de provinciale structuurvisie, waarbij is aangegeven welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. Deze verordening bestaat uit kaartmateriaal en regels waarmee gemeenten rekening moeten houden bij het opstellen van ruimtelijke plannen.

    De inhoud van de verordening bestaat uit de nationale belangen die voortkomen uit de AMvB Ruimte en de provinciale belangen (voor het grootste gedeelte opgenomen in de structuurvisie). De Verordening bevat regels voor:
    Regionaal perspectief voor wonen en werken;
    Ruimte-voor-ruimteregeling;
    GHS-natuur/EHS;
    Bescherming tegen wateroverlast en overstromingen;
    Grond- en oppervlaktewatersysteem;
    Land- en tuinbouw (integrale zonering, glas, TOV).



    29.29.8   Vijf deelgebieden gemeente Waalre

    Het gemeentelijk grondgebied van Waalre kan in vijf ruimtelijk landschappelijke deelgebieden worden ingedeeld, in de bijlage worden deze benoemd en beschreven.

    1. Beekdalen van Dommel en Tongelreep
      Water (kwelpotentie) en ecologie zijn de belangrijkste kwaliteiten in de beekdalen. Daarnaast hebben de beekdalen een hoge landschappelijke en recreatieve waarde (beleving).
    2. Bosgordels tussen Aalst en Waalre en Aalst-oost
      De bosgordels bepalen in belangrijke mate het groene (landschappelijke) gezicht van de gemeente. Voor de visueel-landschappelijke beeldvorming en de kwaliteit van het woonmilieu zijn de bossen een zeer belangrijke kwaliteit. Daarnaast hebben de bossen ook (potentiele) ecologische, hydrologische en recreatieve waarden.
    3. Cultuurhistorisch landschap
      Grote delen ten zuidwesten van Waalre bestaan uit een kleinschalig verwevingsgebied met hoge cultuurhistorische en archeologische waarden. Het beschermd dorpsgezicht Loon met omliggende linten en akkers is een typisch voorbeeld van de hier aanweizge kwaliteiten. Dit landschap is `opgespannen` tussen het Dommeldal en de kern Waalre. Ten zuiden van Ekenrooi ligt een vergelijkbaar landschap (tussen de bossen en de Tongelreep).
    4. De kernen Aalst en Waalre
      Aalst is ontwikkeld vanuit een aantal oude linten (onder andere Gestelsestraat, Dorpstraat, Raadhuisstraat). De cultuurhistorische radiale structuur is radicaal onderbroken door de Eindhovenseweg. Tussen de diverse linten liggen gebieden met een grote diversiteit aan bebouwing en functie. Aan de noord-, west- en oostzijde (Ekenrooi) van de kern zijn de laatste decennia woonuitbreidingen gerealiseerd. Aan de zuidzijde is een groot villagebied ontwikkeld (boswonen). Aalst kent diverse inbreidingsmogelijkheden. Aalst is omgeven door hoge landschappelijke kwaliteiten en zit nagenoeg `op slot`. Nagenoeg overal is het omgeven door duurzaam buitengebied.
      Waalre heeft nog sterker dan Aalst het karakter van het Kempische dorp. Waalre heeft een duidelijke cultuurhistorische radiale structuur. Tussen en achter deze linten liggen de `afwisselende` achtergebieden. Daaromheen liggen de planmatige uitbreidingen welke veelal grenzen aan het aantrekkelijke buitengebied (bos of cultuurhistorisch landschap). Waalre kent diverse inbreidingsmogelijkheden. Met uitzondering van de noordzijde is Waalre omgeven door duurzaam buitengebied, hierbinnen zijn geen stedelijke ontwikkelingen wenselijk. Aan de westzijde liggen nog zeer beperkte mogelijkheden ten oosten van Rooisestraat. Daarnaast biedt Waalre allerlei mogelijkheden voor herontwikkelingen (wonen, werken, recreatie en natuur). Delen van Waalre-west en Waalre-noord kennen een hoge archeologische verwachtingswaarde. Bij planologische vervolgstappen is nader archeologisch vereist.
    5. Jonge ontginningen
      Het grootste deel van de voormalige heidegebieden zijn in de vorige eeuw opgebost. Slechts beperktere delen aan de noordzijde zijn ontgonnen voor de landbouw, hier is een grootschalig en open landschap ontstaan. Het gebied aan de oostzijde van Ekenrooi wordt ontwikkels als woon- en natuurgebied. Een deel van het gebied ten noorden van Waalre is in de loop van de jaren `verschraald`. Door allerlei ruimtelijke ingrepen (vuilstort, zandwinning, hoogspanningsleiding) heeft het deel ten zuiden van de hoogspanningsleiding weinig landschappelijke kwaliteiten. In het gebied ten noorden hiervan zijn de ecologische en landschappelijke kwaliteiten hoger.

    Naast deze indeling heeft een analyse van de gemeente plaatsgevonden volgens de lagenbenadering:

    - klik hier voor een beschrijving van de bovenste laag

    - klik hier voor ene beschrijving van de middelste laag 

    - klik hier voor een beschrijving van de onderste laag

     



    29.29.9   Globale beschrijving voorzieningenstructuur gemeente Waalre

    Detailhandel
    Het aanbod in Waalre bestaat uit ruim 60 winkels. Er zijn twee hoofdwinkelcentra voor met name de boodschappenfunctie, te weten winkelcentra De Bus en Den Hof. Ook is er nog een steunpunt in de Voldijn gelegen. Ook langs de radialen zijn enkele winkels gevestigd. De winkels in volumineuze goederen zijn terug te vinden langs de Burgemeester Mollaan.

    Dienstverlening
    De sector zakelijke dienstverlening is in Waalre sterk vertegenwoordigd en bedraagt meer dan 1/3 deel van de totale bedrijvigheid. Wel moet hierbij opgemerkt worden dat het schoonmaakbedrijf Hago (hoofdkantoor in Waalre gevestigd) met circa 1.000 arbeidsplaatsen een enigszins vertekend beeld geeft. Verder bestaat de sector met name uit kleinschalige bedrijven in ICT, reclame, financiële diensten, technisch en organisatieadvies. Er zijn veel ZZP'ers in Waalre gevestigd. Vaak zijn deze bedrijven aan huis gevestigd. Ook op bedrijvenpark Diepenvoorde is veel zakelijke dienstverlening terug te vinden.

    Onderwijs
    Waalre telt vijf basisscholen waarvan vier bijzondere en één openbare. Voortgezet onderwijs is aanwezig in de directe omgeving van Waalre, waaronder een ruim aanbod van verschillende typen voortgezet onderwijs en beroepsopleidingen. De TU/e ligt op relatief geringe afstand.

    Overige voorzieningen
    Eerstelijns voorzieningen in de gezondheidszorg, zoals huisarts, tandarts, fysiotherapeut en apotheek zijn allemaal aanwezig in de gemeente. Overige voorzieningen zoals ziekenhuizen en verpleegtehuizen worden in de omringende gemeenten aangeboden. Ouderen in Waalre kunnen terecht in vier verzorgings- of serviceflats.